‘Ik wilde tonen dat het ook anders kan: zo is mijn fair fashion winkel tot stand gekomen’

Harvest Club in Leuven © Astrid Janssen
Astrid Janssen
Astrid Janssen Medewerker KnackWeekend.be

In het hartje van Leuven, achter een kleurrijke vitrine vol planten, vind je Harvest Club: de fair fashion winkel van Stefanie Vereecken. ‘Ik werk voornamelijk samen met labels die nauw aansluiten bij mijn filosofie: eerlijke handel voor kwaliteitsvolle producten.’

In de fair fashionwinkel van Stefanie kan je niet enkel voor terecht voor kleding, maar je ook decoratie en cosmetica met een eerlijk productieproces kan je er vinden. Ze probeert een zo breed mogelijk gamma aan te bieden, ook in prijsklasse. ‘Leuven is een jonge stad, ik wil voor iedereen toegankelijk blijven.’ Wij brachten haar winkel een bezoekje en gingen er de ecologische sfeer opsnuiven.

Je bent geschiedkundige van opleiding. Waarom heb je uiteindelijk toch je zinnen gezet op duurzame mode?

Stefanie Vereecken: ‘Daar zijn twee redenen voor. Ik verdiep mij al langere tijd in ecologische, gezonde voeding en op een bepaald moment trok ik die lijn door naar kledij. Ik kocht vroeger voornamelijk kleren in grote ketens en op een dag bedacht ik mij: ‘waar zijn we eigenlijk mee bezig?’ Ik kwam toen ook geregeld in Nederland, en daar staan ze toch al een pak verder dan wij wat betreft eerlijke mode. Toen wist ik het: hoe we nu bezig zijn, dat klopt niet.’

‘Ik wilde het van het begin anders doen: tonen dat het ook anders kan. Zo is mijn winkel tot stand gekomen.’

‘Daarnaast kwam het idee ook voort uit mijn vorige job. Ik heb 15 jaar lang in Egypte gewerkt, en wat je daar ziet is niet te geloven. Dat land is zo vervuild. Kinderen spelen op straat gewoon op het afval. In het dorp waar ik woonde, stroomde er een kanaal, maar van water was er weinig te bespeuren: het enige dat je zag was rotzooi en puin. Ook de eetgewoontes ginder spreken boekdelen. Er is geen geld voor groenten, dus kopen ze maar chips en cola, want dat is goedkoop. Die taferelen hebben me een beetje met verstomming geslagen, waardoor ik meer en meer begon na te denken over een duurzame, ecologische levensstijl.’

‘Ik ben twee keer ernstig ziek geweest, waardoor ik mijn job in Egypte moest opgeven. Terug in België wilde ik het over een andere boeg gooien, en de keuze voor mode was snel gemaakt. Al wilde ik het van het begin anders doen: tonen dat het ook anders kan. En zo is mijn winkel tot stand gekomen.’

Waar kijk je naar voor je een samenwerking aangaat met een bepaald merk?

Vereecken: ‘Het is belangrijk dat ze mooi passen binnen mijn filosofie van eerlijke productie. Zo verkoop ik bijvoorbeeld skin care producten van Cîme en Rainpharma, twee Belgische cosmeticamerken met natuurlijke ingrediënten. Bij mijn kleren is het heel uiteenlopend: of die nu in België, Europa of Afrika geproduceerd worden, zolang ze maar een eerlijk beleid voeren. Zo heb ik bijvoorbeeld puur Belgische stuks van An Buermans, maar ook lijnen van People Tree of Studio Jux die geproduceerd worden in landen als Nepal of Bangladesh. Daar stellen mensen zich soms vragen bij. Ik heb bijvoorbeeld handtassen die eerlijk gefabriceerd worden in China. Maar als ze dan made in China lezen, gaat er onmiddellijk een alarmbel af. Terwijl je niet alles zwart-wit mag zien: soms gaat er wél een positief verhaal achter schuil.’

Harvest Club in Leuven
Harvest Club in Leuven© Astrid Janssen

Hoe controleer je of de merken echt zo duurzaam zijn als ze zelf zeggen?

Vereecken: ‘Fair fashion-merken kunnen bijvoorbeeld het GOTS-label toegekend krijgen. Van die merken weet je dan wel dat ze correct handelen. Het probleem is dat je zo’n label natuurlijk niet zomaar krijgt. En kleine organisaties hebben vaak de middelen nog niet, al doen ze hun uiterste best om in die richting te groeien. Dan moet je voor een groot stuk steunen op vertrouwen. Zo heb ik bijvoorbeeld kledingstukken van Afrique. Zij werken niet met ecologische materialen, maar doen wel aan fair trade in Oeganda. Ze geven lokale tailors een kans om door te groeien. En met hen zit ik geregeld rond de tafel: wij spreken elkaar face-to-face, zo blijf ik goed op de hoogte van hun bezigheden in Afrika.’

Komen jouw klanten specifiek voor het fair fashion-verhaal?

Vereecken: ‘Er komen zeker mensen over de vloer voor het duurzame aspect, maar ik heb ook klanten die bijvoorbeeld aangetrokken door de kleurrijke vitrine. Ik las onlangs een artikel over het schoenenmerk Veja. Zij vertelden dat ze zich heel bewust niet geprofileerd hebben als ecologisch label, omdat ze in de eerste plaats wilden dat hun klanten zouden kiezen voor hun schoenen omdat ze ze mooi vinden. En daarin volg ik ze wel een beetje: ik wil het verhaal achter mijn kleding niet per se opdringen aan de mensen. Al wil dat niet zeggen dat het verhaal minder belangrijk is dan het design. Vaak is het juist dat wat de klant over de streep trekt om een bepaald stuk toch te kopen.’

‘Ik vind het fijn dat de Leuvenaars gehoor hebben naar het verhaal achter de merken. Ze zijn kritisch. Deze stad is zich duidelijk bewuster aan het worden van hoe ze leeft. Dat zie je in veel aspecten, ook zelfoogst is bezig aan een opmars. Het is fijn om te zien hoe de duurzame lijn doorgetrokken wordt in meerdere aspecten.’

Waar koop je zelf kleren?

Vereecken: ‘In mijn eigen winkel! Om eerlijk te zijn heb ik momenteel gewoon geen tijd om te gaan shoppen. Harvest Club is nu een half jaar open, en ik doe voorlopig nog alles alleen. Er kruipt echt enorm veel tijd in een eigen zaak. Heel af en toe snuister ik wel eens door tweedehandswinkels. Ik kijk al van jongs af aan erg op naar Stella McCartney, dé leading lady van de duurzame mode. Als ik dan een – voor mij helaas geen nieuw – stuk van haar aan de haak kan slaan, maakt dat mijn dag goed. Maar van grote modeketens blijf ik weg, het zou nogal gek zijn om de filosofie van mijn winkel zo onderuit te halen.’

Ik kan alleen hopen dat duurzame mode steeds meer en meer aandacht zal krijgen

‘Voor juwelen ga ik soms eens langs bij de meisjes van LASSO, hier in de Parijsstraat. Zij verkopen designstukken van Europese ontwerpers, maar zij maken ook plaats voor Belgische makelij.’

Harvest Club in Leuven
Harvest Club in Leuven© Astrid Janssen

Is het lastig om te concurreren met de grote modeketens?

Vereecken: ‘Concurrentie zou ik het niet per se noemen. Kleine retailers hebben het zeker niet gemakkelijk, maar ik zie het als iets verschillend. Ik denk ook niet dat ik veel publiek ga verliezen aan de klanten die de grote modeketens wekelijks platlopen. Natuurlijk zullen mijn klanten ook die winkels binnengaan, daar kan je niet om heen geloof ik. Maar ik hoop vooral dat ik met mijn shop het idee van alternatieve mode kan meegeven aan het grotere publiek.’

‘Leuven blijft een jonge stad. Het wemelt hier van de studenten, en ik wil toegankelijk blijven voor iedereen. Daarom dat ik ook wat goedkopere stuks aanbiedt. Pas op, T-shirts van vijf euro zal je hier niet vinden. Eerlijke mode kan nooit zò goedkoop zijn. Maar op die manier breng ik hen ook in contact met de duurdere merken. En ik moet zeggen: ik merk dat sommigen toch af en toe graag wat geld opzij zetten voor kwaliteitsvolle kledij met een hoger prijskaartje. Ook de jeugd begint zijn heil te vinden in duurzame ideeën.’

Hoe zie je de toekomst?

Vereecken: ‘Mijn eerste doelstelling voor de toekomst: de webshop openen. Dat staat al even op de agenda, maar ik moet echt zoeken naar vrije tijd om me er mee bezig te houden, het is zo druk. Op langere termijn wil ik mijn zaak graag wat uitbreiden met meer merken, maar bijvoorbeeld ook met een gezonde eetgelegenheid. Echt doorgroeien naar een keten zie ik niet gebeuren, dat zou ook niet passen bij mij concept. Ik kan alleen hopen dat duurzame mode steeds meer en meer aandacht zal krijgen. Grote ketens zullen niet snel uit het straatbeeld verdwijnen. Maar als ook zij hun pijlen richten op fair fashion, zijn we op de goeie weg.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content