Het geval Lagerfeld: portret van een modemonument

© ISOPIX

Sinds 1983 is Karl Lagerfeld monsieur Chanel. Voor het leven. De opvallende ontwerper met de donkere bril, het wit gepoederde haar en de vlijmscherpe tong was niet zomaar een schertsfiguur. Een monument? Of de laatste der Mohikanen?

Karl Lagerfeld was een zwaargewicht in de modewereld, ook nadat hij verlost raakte van zijn 42 kilo overgewicht. Hoe zullen we hem herinneren? Want Lagerfeld was niet alleen artistiek directeur van Chanel en van zijn eigen modelabel Fendi, hij was ook directeur van zijn eigen uitgeverij 7 L en van een bibliotheek die zijn naam draagt. En dan hebben we het nog niet eens gehad over zijn ontelbare foto’s, kortfilms en andere projecten waarop hij zijn stempel drukte. Het stempel van een moeilijk te doorgronden personage, even strak als scherpzinnig.

‘Ik doe wat ik leuk vind’

Lagerfeld had er een hekel aan om terug te blikken. Want mode, dat is nu juist het tegenovergestelde. Oude dingen vervulden hem met afschuw. Hij kende geen nostalgie, had geen medelijden met niets en niemand, en zeker niet met zichzelf. Vroeg je hem wanneer en waarom hij de laatste keer gehuild had, antwoordde hij: ‘Toen ik shampoo in mijn ogen had.’

Hoewel Karl Lagerfeld ooit toegaf dat zijn marionettenfiguur hem wel eens de keel uithaing, bleef hij ze uitspelen. Zo verscheen zijn silhouet op een fles Coca-Cola (Light, terwijl hij alleen Zero dronk), fungeerde hij als lilliputter in een sneeuwbol en werd hij een karikatuur van een karikatuur in een poppentheater. Zijn motto: ‘Ik doe wat ik leuk vind.’

Vandaag is hij niet meer en is hij een legende. Maar hoe ging dat in 1954? Zo lang geleden al arriveerde hij als jongeman in Parijs, toen nog zonder zonnebril, zonder staartje, zonder waaier, zonder vingerloze handschoenen, zonder de slanke Hedi Slimane. Niet hij heeft dit vak gekozen, het vak heeft hem gekozen: hij is ‘erin gerold’, zei hij. Hij wilde eigenlijk karikaturist worden, portretschilder of illustrator.

Het geval Lagerfeld: portret van een modemonument
© ISOPIX

Hij is dan ook geboren (officieel in 1938, in Hamburg, officieus vijf jaar eerder) met een potlood in de hand. En hij tekende zoals hij sprak, met korte uithalen, op papier en op zijn iPad. Lagerfeld was een modeontwerper met een scherpe blik en een snelle pen, die er niet van hield kleren aan te passen op bustes, wat hij drapouiller noemt. ‘Het is volledig uit de tijd, complete tijdverspilling. Ik haat het, het duurt me te lang. Ik ga op zoek naar ideeën, en ik vind ze ook. Ik teken vrij goed, om niet te zeggen zeer goed. En de vrouwen die met mij samenwerken, kunnen mijn tekeningen lezen, en de mannen ook, al zijn er hier niet zo veel mannen als kleermaker of couturier. Er is er maar één. Maar ik werk het liefst samen met vrouwen. Met venten kun je toch niet over stoffen praten.’ Duidelijke taal.

Weg naar de top

In 1954 won hij de ontwerpwedstrijd van het Internationaal Wol Secretariaat in de categorie ‘jassen’. Er zijn nog gedetailleerde beelden van – onder meer de officiële foto waarop hij poseert naast Yves Saint Laurent en enkele mannequins uit die periode -, maar de eigenlijke jas lijkt verdwenen.

‘Ik heb het weinige dat er overbleef van het DNA van Chanel overgenomen en dat uitgewerkt op een moderne manier, met eigentijdse kleren, hedendaagse dingen’

‘Givenchy realiseerde die jurk van Saint Laurent. Balmain besloot mijn jas te maken. Toen ik naar Balmain ging voor de essayages, vroeg hij me of ik geen zin had om in de modewereld te werken. Ik zei ja, ook al zat ik toen nog op school. Ik vroeg toestemming aan mijn ouders, en ze gingen akkoord. ‘Anders ga je heel je leven zeuren dat je gefrustreerd bent. Maar als het niet lukt, moet je terug naar school’, zeiden ze. Het lukte. Ik hield niet echt veel van de creaties van Balmain, ik vond ze vrij pretentieus, ik voelde meer voor Dior en Balenciaga. Maar ik zei tegen mezelf : je bent hier niet als kunstcriticus, je bent hier om te kijken en te leren, al was het alleen al maar om te leren hoe je het niet moet doen.’

Zo werd Lagerfeld modeontwerper bij Balmain, en daarna bij Jean Patou, Chloé, Krizia, voor wie hij het logo ontwierp, en nog vele anderen. Magic Karl vond zelfs het beroep van freelanceontwerper uit.

Redding van Chanel

In 1983 ging hij aan de slag bij Chanel, het modehuis dat werd geleid door de broers Wertheimer. Na de dood van de oude Coco Chanel, die minirokken waaronder blote knieën te zien waren een horreur vond, probeerden de Wertheimers het wat muffig geworden modehuis weer tot leven te wekken. Vijf jaar eerder hadden ze hun prêt-à-porter al gelanceerd. Karl zou hun redder worden. ‘Ik heb het weinige dat er overbleef van het DNA van Chanel overgenomen en dat uitgewerkt op een moderne manier, met eigentijdse kleren, hedendaagse dingen.’ Zonder te verdwalen in de archieven, want die bekijkt hij niet. ‘Nooit. Waarom zou ik? Ik ken alles uit het hoofd. En aan vintage doe ik niet mee.’

Het geval Lagerfeld: portret van een modemonument
© ISOPIX

Zijn eigen visie was de redding van het beroemde modehuis. ‘Na het overlijden van Mademoiselle Chanel, voor ik hier arriveerde, was het een en al respect wat de klok sloeg. Maar er was geen hond meer geïnteresseerd… Niets is dodelijker dan een teveel aan respect. Chanel was ook helemaal niet meer mee met de tijdgeest. Toen ik de zaak in handen wilde nemen, zeiden sommigen : ‘Doe het niet. Het is voorbij. Chanel is op sterven na dood.’ Zelfs de eigenaars geloofden er niet meer in. En toen zeiden ze : ‘Doe ermee wat je wilt.’

Genie of charlatan?

Uitvluchten en smoesjes waren niet aan Karl Lagerfeld besteed. Hij die behoorde tot de laatsten der Mohikanen – hoewel : ‘de laatste, nee, ik ben vooral graag de eerste’ – heeft alles of toch bijna alles al gedaan. Hij was zelfs ooit acteur in een film van Andy Warhol met de titel L’Amour (1970), een film die bijna niemand kent. ‘Het was één grote grap, maar Warhol had het geluk dat het allemaal als geniaal werd beschouwd, vooral na afloop. En in zekere zin was het ook geniaal, want om zo’n eigentijds amateurisme te laten doorgaan voor een geniaal kunstwerk, moet je toch wel een genie zijn.’

‘Een jurk dient om te worden gedragen. Mademoiselle Chanel, Madame Vionnet, Worth of Poiret hebben toch nooit beweerd dat ze kunst maakten en dat hun kleren in musea moesten terechtkomen’

En Lagerfeld ? Was hij een genie? Hij was alleszins een getalenteerde, veelzijdige man met een scherpe tong. Maar was zijn werk kunst? Hijzelf is alleszins duidelijk: ‘Ach, wat een onzin! Een jurk dient om te worden gedragen. Mademoiselle Chanel, Madame Vionnet, Worth of Poiret hebben toch nooit beweerd dat ze kunst maakten en dat hun kleren in musea moesten terechtkomen.’

Nooit moe

Vragen over vermoeidheid, uitputting of burn-out wimpelde de man steevast weg, ondanks zijn erg drukke leven. ‘Ik geloof in permanente creativiteit’, zei hij. ‘Sommige ontwerpers presenteren een collectie en doen dan alsof ze van een drieling bevallen zijn, alsof ze zes maanden rust nodig hebben om te herstellen. Belachelijk ! De modewereld is een proces dat nooit stopt. Vind je dat te vermoeiend, dan moet je maar een andere baan zoeken.’

Eind januari roken fans dan ook begrijpelijk onraad toen Lagerfeld niet meer verscheen na de Chanel-show in Parijs. De verklaring van het modehuis was dat hun artistiek directeur te moe was. Slaap ze, monsieur Chanel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content