Gabriella Karefa-Johnson: ‘Ik had nooit een dikke vrouw gezien in de hoogste echelons van de mode’
Gabriella Karefa-Johnson is om allerlei redenen – ze is behalve heel getalenteerd ook black and plussize – de belangrijkste styliste van haar generatie. Dit voorjaar debuteert ze als ontwerper, met een capsulecollectie voor Weekend Max Mara, Family Affair.
Die ochtend in Milaan is ze een aangename verschijning: enthousiast, lief, pretentieloos, intelligent. Gabriella Karefa-Johnson is black and plussize en daardoor helemaal op haar plaats in een modesector die probeert, soms met moeite, om inclusiever te worden, en diverser.
In januari vorig jaar was Karefa-Johnson de eerste zwarte styliste die van Vogue een covershoot kreeg toebedeeld, een portret van model Paloma Elsesser. Gevolgd door foto’s met vicepresident Kamala Harris, haar goede vriendin Gigi Hadid, actrice Selena Gomez en dichter Amanda Gorman. Plus de eerste cover van Vogue (in de Verenigde Staten) met een trans vrouw, Ariel Nicholson. En een ongewoon uitgeklede Billie Eilish voor Vanity Fair.
Amanda Gorman vertegenwoordigt het idee dat we enorm machtig en invloedrijk kunnen zijn door onszelf te zijn. Ze is precies het soort vrouw voor wie ik mijn collectie bedoeld heb.
Een van haar tantes werkte in de jaren zeventig en tachtig als model. ‘Ik bleef haar als kind maar vragen naar verhalen over Parijs. Daardoor wist ik net iets meer over mode en over hoe de industrie werkte dan doorsneekids. Ik had een abnormaal gesofisticeerde smaak, was geobsedeerd door Cristóbal Balenciaga en hield van Marc Jacobs. Nog meer toen hij Marc by Marc Jacobs begon, een lijn die voor mensen zoals ik was bedoeld.’
Ze wilde ook graag zelf model worden, lacht ze. ‘Maar ik besefte uiteindelijk dat die wereld voor mij gesloten zou blijven. Ik zag mezelf ook even als ontwerper en daarna droomde ik van een carrière als galerist. Ik zag tijdens mijn opleiding kunstgeschiedenis veel overeenkomsten tussen de kunstwereld en de modesector, hoe kleren net als kunst weerspiegelen wat er in de wereld gebeurt. En tegelijk is de mode een gigantische markt waar iedereen mee te maken heeft.’
Verhalen vertellen
Ze liep kort stage als modejournalist bij WWD in Parijs. ‘John Galliano was net ontslagen bij Dior en mijn baas stuurde me op reportage naar La Perle, het café waar de ontwerper vaak vertoefde. Ik probeerde incognito de barman aan het praten te krijgen, maar ik viel meteen door de mand’, lacht ze. ”Je bent een Amerikaanse journaliste,’ zei hij, ‘ik kijk zo door je heen.’ Dat was mijn eerste opdracht.’
Uiteindelijk koos ze toch voor styling, eerst bij Elle en daarna als assistent van de legendarische Tonne Goodman bij Vogue in New York. De overgang ging vanzelf. ‘Het was heel duidelijk wat ik wilde doen: werken met kleren. Ik wilde verhalen vertellen via kleren. Verhalen die ik eerder had gehoord, van mijn tantes, en mijn eigen verhalen. En zo heb ik de sprong gemaakt van feature girl naar fashion girl.’
Een covershoot met actrice Michaela Coel voor Garage was, zegt ze, ‘het eerste fysieke document dat elke vezel van mijn DNA in zich meedroeg’. En toen keerde ze terug naar Vogue. ‘Die hele reeks covers voor Vogue vorig jaar heeft veel voor me betekend omdat ik mezelf, of een reflectie van mezelf, nooit had gezien in dat soort bladen, laat staan op de cover. Ik had nooit een dikke vrouw gezien in de hoogste echelons van de mode. Ik hoop dat ik mensen heb kunnen inspireren en dat wie zich nooit vertegenwoordigd voelde zich nu in een gelijkaardige rol kan zien. Ik ga er niet licht over, maar ik heb ook gewoon hard gewerkt, zoals iedereen.’
Over je cover met vicepresident Kamala Harris is veel te doen geweest.
‘Ik ben heel vereerd dat ik aan die shoot heb kunnen meewerken. Ik was de sittings editor, wat wil zeggen dat ik haar niet echt gestyled heb. Als sittings editor ben je de afgevaardigde van een magazine, je zorgt ervoor dat alles vlot verloopt en dat iedereen tevreden is met het resultaat. We hebben haar gefotografeerd in de kleren die ze bij zich had. Je hoopt natuurlijk dat je meer je stempel kunt drukken, maar toch was het een eer. Het was ook de eerste keer dat ik bij een drama betrokken was – of nee, laat ik me anders uitdrukken: bij een controverse. Dat was interessant, omdat iedereen een mening mag hebben en uiteindelijk ook iedereen een mening heeft. En dan zit je plots met een onderwerp dat twee dagen lang de nationale conversatie voedt. Dan gaat het over de manier waarop we vrouwen in een machtspositie zien en wat gepast is en wat niet. We hebben gedaan wat we konden met de beperkingen die we hadden en ik denk dat we iets hebben bereikt. Ik heb er in elk geval geen spijt van.’
Meteen na Harris volgde dichter Amanda Gorman.
‘Een ongelooflijke vrouw, een modeplaatje ook, een echte kameleon. Ze is niet bang voor mode, ze amuseert zich ermee en dat is typisch voor haar generatie. Gorman vertegenwoordigt het idee dat we enorm machtig en invloedrijk kunnen zijn door onszelf te zijn, zo is zij ook. Ze is precies het soort vrouw voor wie ik deze collectie bedoeld heb.’
Die collectie, je debuut als ontwerper, is tot stand gekomen tijdens de pandemie.
‘Het meest stille moment in mijn carrière. Ik kon niet wachten om me opnieuw op de mode te gooien, maar tegelijk was ik ook graag thuis. Toen ik het voorstel van Max Mara kreeg, heb ik meteen ja gezegd. Omdat ik het vanop afstand kon doen en omdat het een creatief proces is waaraan ik me nog niet had gewaagd. Het was ook beangstigend: werken voor een Italiaans modehuis en alle regels die, zo dacht ik, daarbij zouden horen. Terwijl ze me in werkelijkheid alle vrijheid hebben gegeven.
Het was belangrijk dat de kleren gemakkelijk gedragen zouden kunnen worden door verschillende lichaamstypes. Er zijn veel koordjes en er zit meer volume in de mouwen bijvoorbeeld. Zeker in de luxesector is het vaak moeilijk om kleren te vinden die geschikt zijn voor iemand met mijn vormen. Er zijn altijd grenzen aan wat je kunt doen, maar ik wilde toch zorgen voor zoveel mogelijk opties.
De mode heeft het idee van wat een vrouw is of moet zijn altijd gereduceerd tot één soort vrouw, tot één lichaamstype. In mijn werk – echt ál mijn werk – wil ik komaf maken met dat idee. Als ontwerper kun je meer doen dan als stylist, omdat je aan de bron zit. Je bent van in het begin bij het proces betrokken.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier