Frans luxemerk Chloé timmert aan tool om sociale impact te meten: wie maakt onze kleding en hoe?
Modehuis Chloé, dat eigendom is van Richemont en onder de artistieke leiding staat van Gabriela Hearst, werkt aan een tool om de sociale impact van een bedrijf te meten. Het hulpmiddel wordt gelanceerd volgens een open-source model en kan dus ook door andere merken ingezet worden.
Gabriela Hearst (meisjesnaam: Perezutti) is sinds december 2020 creatief directeur van Chloé. Hearst is een voorvechtster van duurzaamheid in de mode-industrie en implementeert die waarden op verschillende niveaus in haar collecties. Ze schrijft haar duurzaamheidsfilosofie toe aan haar jeugd, die ze doorbracht in de natuur, op een boerderij in het Zuid-Amerikaanse Uruguay.
Hearst erfde de schapenranch toen haar vader in 2011 overleed. De merinowol die ze er produceert leverde haar in 2017 een International Woolmark Prize op. Naast de wol van de schapen in Uruguay verweeft Hearst haar heimat ook op andere manieren in haar werk. Zo werkte ze voor haar eigen label samen met Manos del Uruguay, een nonprofit die vrouwelijke handarbeiders uit haar geboorteland tewerkstelt. De modeshows die ze organiseert om haar collecties te tonen zijn carbonneutraal en in de collecties gebruikt ze zoveel mogelijk overstockmateriaal en gerecycleerde stoffen.
Chloé, dat vorig jaar het B Corp-certificaat behaalde, heeft achttien maanden geleden zijn duurzaamheidsstrategie geherdefinieerd en een nieuwe strategie geïmplementeerd onder de titel ‘Women Forward. Voor een eerlijkere toekomst.’ Deze missie heeft er onder meer toe geleid dat het zijn toeleveringsketen heeft verlegd naar meer door vrouwen geleide Fair Trade-ondernemingen. Gabriela Hearst is kortom, net zoals Stella McCartney, een boeiende stem in het duurzaamheidsdebat binnen de luxemode.
Berekenen van sociale impact van de modesector
Na de ramp van Rana Plaza in 2013 kwam het thema van transparante communicatie over de arbeidsomstandigheden hoger op de agenda te staan. Carry Somers en Orsola de Castro richtten in de nasleep van deze ramp Fashion Revolution op, een internationale non-profit beweging die transparantie van de mode-industrie eist. Zij lanceerden de hashtag #WhoMadeMyClothes, die oproept om merken te vragen wie onze kleding maakt en onder welke omstandigheden.
Volgens Chloé zijn er intussen heel wat manieren om de impact van mode op het milieu te meten, maar is er nog geen gelijkwaardig equivalent om specifiek de sociale impact te berekenen. Chloé vatte daarom de koe bij de horens en besloot zijn eigen hulpmiddel te creëren. (In België hebben we nochtans al een interessante tool, Quifactum. Lees er meer over in de stukken in onderstaand kader, nvdr.)
Lees ook:
Quifactum, een Brugse start-up, is een platform dat de transparante bedrijfsvoering in de textielbranche wil vergroten via een systeem van QR-codes. Klanten kunnen het productieproces van het kledingstuk volledig volgen als ze de QR-code scannen: van het design tot het snijden van de stoffen en het inpakken voor transport. Lees er meer over in deze artikels:
Chloé is van zin om de tool, die ontworpen is om concrete gegevens over de arbeidsomstandigheden te verstrekken, met de hele sector te delen. ‘We weten dat de impact van mode op het milieu erg groot is en veel bedrijven pakken dat intussen aan’, legt Aude Vergne, hoofd duurzaamheid van Chloé, uit in een interview met WWD. ‘Als industrie hebben we echter de sociale impact soms een beetje links laten liggen, terwijl ethische werkomstandigheden in de mode absoluut essentieel zijn. Een op de acht arbeiders in de wereld werkt in de mode- en kledingindustrie,’ vervolgde ze.
Zes indicatoren
De Social Performance & Leverage (SP&L) tool zal metingen doen op basis van zes indicatoren: gendergelijkheid, leefbaar loon, diversiteit en inclusie, opleiding, welzijn en jobkwaliteit. De meetcriteria zijn gebaseerd op de rapporten die zijn gepubliceerd door het World Economic Forum en de International Business Council. De tool werd ontwikkeld in samenwerking met academici van het Institut Français de Mode en het Franse Conservatoire National des Arts et Métiers met als doel modemerken te helpen bij keuzes rond hun inkoopstrategie en productontwerp.
De methodologie wordt momenteel gevalideerd door PricewaterhouseCoopers (PwC). Hierna volgt een overlegproces met andere modespelers en een testfase, op basis waarvan er aanpassingen worden doorgevoerd. ‘De belangstelling is groot,’ aldus Vergne. ‘Ik heb al informele gesprekken gevoerd met enkele modehuizen, dus we weten dat ze geïnteresseerd zijn om deel te nemen,’ legde ze uit. ‘Het idee is dat zes tot acht groepen of bedrijven de methodologie samen met ons reviewen.’ Een definitieve versie, beschikbaar voor de hele sector, zou begin 2023 in gebruik moeten worden genomen.
Wat het effect van deze tool zal zijn op de arbeidsomstandigheden in de modesector, is op dit ogenblik moeilijk in te schatten. Het is intussen wel vrij zeker dat Europese merken binnenkort verplicht zullen worden meer aandacht te besteden aan hun toeleveringsketens. De Europese Commissie publiceerde de voorbije week een wetsvoorstel over de zogenaamde zorgplicht. Als het voorstel wordt goedgekeurd, zullen grote bedrijven hun productieketens strikter moeten doorlichten op schendingen van de mensenrechten of milieuvervuiling. De bedrijven die dit negeren zullen worden gestraft.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier