Duurzaam collectief Free Design Initiative: ‘We geloven in een meer betekenisvolle modewereld’

© Free Design Initiative
Lotte Philipsen
Lotte Philipsen Journalist KnackWeekend.be

De Deense modeontwerpster Sia Rosenberg startte samen met de Afghaanse textielontwerpster Shamsia Ahmadi Nijat het Free Design Initiative. Met dit duurzame modecollectief uit Brussel hopen ze het vakmanschap van vluchtelingen te combineren met westerse ontwerpen.

Sia Rosenberg en Shamsia Ahmadi Nijat, zelf nieuwkomers in België, geloven dat vakmanschap, sociale integratie en duurzaamheid de kern kunnen vormen van de mode-industrie. Via een crowdfundingcampagne hopen ze daarom The Free Design Initiative verder uit te werken. Het FDI kan omschreven worden als een modecollectief of creatief lab waar verschillende culturen, verhalen en vaardigheden samenkomen en uitgewisseld worden.

Sociale integratie

Sia Rosenberg
Sia Rosenberg© –

Ontwerpster Sia Rosenberg kwam op het idee voor het Free Design Initiative tijdens haar afstudeerproject. ‘Tijdens mijn Master aan de universiteit in Denemarken werden twee Syrische vluchtelingen uitgenodigd als sociaal integratieproject voor ons eindwerk. Samen met hen maakten we onze afstudeercollectie. De mannen hadden in Aleppo een eigen kledingworkshop, maar moesten vluchten door de oorlog. Ik was erg onder de indruk van hun talent. We spraken niet dezelfde taal en toch was het makkelijk om met hen te communiceren dankzij visueel materiaal,’ legt ze uit.

Vakmanschap, sociale integratie en duurzaamheid kunnen de kern vormen van de mode-industrie.

Tijdens de hectische periode van het werken aan de afstudeercollectie vormden de twee Syriërs en de studenten een hecht team. ‘We leefden samen in een bubbel.’ Bovendien konden de studenten heel wat leren van de Syrische kledingmakers. ‘Ze wisten veel meer over technieken en materialen dan wij. Toen besefte ik dat de kennis van vakmanschap aan het verdwijnen is in de westerse wereld. Hier in Europa bestaat de job van een modeontwerper steeds vaker uit computertekeningen maken. Die ontwerpen worden vervolgens gemaild naar de productielanden, waar ze geproduceerd worden. Je stuurt een concept in 2D op en krijgt een kledingstuk terug in 3D, zonder het proces nauwgezet op te volgen. Je hebt geen idee hoe het materiaal aanvoelt, hoe de kleur er in het echt uitziet en hoe de snit valt op een lichaam. We vergeten op die manier hoe het ontwerpproces in z’n werk gaat.’

Steun de Growfunding campagne van The Free Design Initiative hier.

Vakmanschap en creativiteit

Sia wil niet de zoveelste ontwerpster achter een computerscherm zijn. ‘Met het FDI wil ik focussen op het vakmanschap en het volledige creatieve proces achter een collectie. Ik vind het jammer dat mensen denken dat duurzame mode saaier is dan conventionele mode. Het is net omgekeerd. In de fast fashion industrie is de mode veel meer eenheidsworst. De bedrijven kopen trendbooks van trendbureaus en maken op basis daarvan collecties aan de lopende band. Als onafhankelijke, duurzame ontwerper kan je echt creatief werken en iets unieks creëren.’

In de fast fashion industrie is de mode veel meer eenheidsworst.

Daarnaast vind ik ook dat een bedrijf zinvol moet zijn. Door de vluchtelingencrisis zijn er heel wat mensen in Europa die over super nuttige kennis en vaardigheden beschikken, maar het toch moeilijk hebben om sociaal en professioneel te integreren in onze maatschappij. Door vakmanschap opnieuw een belangrijke rol geven in de mode-industrie, kunnen we mensen die de kennis hebben en maar moeilijk aan een job geraken toch een kans geven.’

Emancipatie

Hier komt de Afghaanse textielontwerper Shamsia Ahmadi Nijat, voormalige ngo-werkster, in beeld. In Afghanistan organiseerde ze women empowering workshops rond borduurwerk. Vrouwen in Afghanistan mogen vaak geen eigen zaak runnen en zijn laag opgeleid. Ze leven tussen de vier muren van hun woonkamer en hebben weinig interactie met de buitenwereld. Door deze workshops kunnen ze geld verdienen voor hun familie en hun status binnen het gezin vergroten. Shamsia woont nu in Hasselt en wil op een gelijkaardige manier vrouwen emanciperen in Europa.

Het mooie is dat we allemaal van elkaar kunnen leren.

Het borduurwerk van de Afghaanse vrouwen kwam dankzij Shamsia op de radar van Sia. ‘FDI is vrij in die zin dat ik niemand wil uitsluiten. Nu werk ik met Afghaanse vrouwen rond borduursels, maar in de toekomst wil ik met het project met verschillende mensen en verschillende technieken werken. De creatieve en sociale aspecten zijn de kern van het project, maar dat kan op verschillende manieren ingevuld worden. Het mooie is dat we allemaal van elkaar kunnen leren. Het is niet altijd gemakkelijk om te werken met mensen die uit een andere cultuur en traditie komen, maar is een kwestie van een vertrouwensband op te bouwen.’

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fast versus Slow Fashion

‘Als je een groot bedrijf leidt, is de stap om naar het buitenland te gaan met je productie snel gezet omdat het zo goedkoop kan. Voor een klein bedrijf is het makkelijker om in Europa te blijven’, licht Sia toe. ‘Voor mij is het logischer en veiliger om hier op een eerlijke, ethische manier te produceren. Als ik mijn ontwerpen in Bangladesh zou laten maken, zou ik een minimumbestelling moeten plaatsen, maar grote oplagen zijn niet aan de orde voor FDI. In Europa kan ik alles nauwgezet opvolgen en zo klein als ik wil produceren.’

Een klein modebedrijf kan volgens een eigen ritme te werk gaan en dat spreekt Sia erg aan. ‘Ik wil geen deel uitmaken van de klassieke mode-industrie waar alles rond trends en winst draait. Alles moet zo gehaast, dat is helemaal is niet logisch als het om iets creatiefs zoals mode gaat.’

De werkelijke kost

Duurzaam collectief Free Design Initiative: 'We geloven in een meer betekenisvolle modewereld'
© Free Design Initiative

Winst mag dan niet de drijfveer zijn achter het FDI, kleding produceren kost nu eenmaal geld. ‘De prijs van de kleding wordt een uitdaging, maar ik vind het belangrijk dat het betaalbaar blijft. Je kunt heel dure duurzame kleding maken, maar als bijna niemand het kan kopen, haalt het weinig uit. Duurzame kleding zal sowieso duurder zijn dan de goedkoopste fast fashionketens, maar hun prijszetting is dan ook onrealistisch en oneerlijk. Ik probeer rekening te houden met de prijs door te letten op de materialen en de complexiteit van ontwerpen. Op basis daarvan kan je de prijs drukken zonder aan kwaliteit in te boeten. Dat mensen met een beperkt budget ook duurzame mode kunnen kopen vind ik belangrijk.’

De grootste uitdaging van de mode-industrie zit vervat in de mentaliteit van de consument. ‘Mensen zijn het zo gewoon dat ze kleding aan lage prijzen kunnen kopen of kunnen wachten tot de solden om stuks aan de helft van de prijs te shoppen. Dat is logisch, omdat het ons wordt aangeboden, maar we moeten die ingesteldheid veranderen. Vroeger had je nog maar twee keer solden per jaar, nu kan je heel het jaar door koopjes shoppen.

Wanneer ik mensen met zakken van Primark zie, word ik vaak boos.

Wanneer ik mensen met zakken van Primark zie, word ik vaak boos en heb ik zin om hen de les te spellen. Ik doe dat natuurlijk niet, want mijn preek zou niets opleveren. Het probleem is dat informatie over de onmenselijke en vervuilende aspecten van de mode-industrie vooral de mensen bereikt die zich er al bewust van zijn.’

Transparantie

Voor Sia is het duidelijk dat modeontwerpers de verantwoordelijkheid hebben om het proces achter een kledingstuk te tonen, zoals pionier Bruno Pieters. ‘We moeten eerlijk en transparant communiceren over hoe mode tot stand komt en ook de moeilijke delen van het proces laten zien. Er veranderen stilaan wel dingen en transparantie wint aan belang, maar het gaat te traag in een wereld waarin alles snel gaat.’

We moeten eerlijk en transparant communiceren over hoe mode tot stand komt

Maar moet het dan allemaal van de consumenten en de ontwerpers komen? De Deense modeontwerpster ziet ook een grote rol weggelegd voor de politiek. ‘Als de lokale overheden de Europese mode-industrie meer zouden ondersteunen en ervoor zorgen dat het ook mogelijk is om op grotere schaal te produceren in Europa zou dat al een stap vooruit zijn. Al is vooruit niet het juiste woord. Enkele decennia geleden hadden we in Europa een grote, bloeiende mode-industrie. We produceerden gewoon hier, maar dat is veranderd. Ik denk dat het goed zou zijn om de productie terug naar hier te halen. Op sommige plaatsen in de wereld gebeurt dit al. In New York heb je bijvoorbeeld Manufacture New York, een oud fabrieksgebouw waar ontwerpers gebruik kunnen maken van de verschillende machines die nodig zijn om kleding te produceren. Deze machines zijn te duur voor de ontwerpers om zelf aan te schaffen, maar door dit initiatief kunnen ze toch in hun eigen stad produceren. Ik pleit voor meer van dit soort initiatieven.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content