Dé modestudent van het jaar: met z’n neus in de Botter gevallen

Rushemy Botter (31) kaapte voor z’n afstudeercollectie aan de Antwerpse Modeacademie, afgelopen juni, ineens  vijf awards weg. Naast de Ann Demeulemeester Award, de Flanders DC Award, de Dries Van Noten Award en de Belmodo Award nam hij ook de Knack Weekend Award mee naar huis.

Onder de naam ‘Fish or fight’ zette de Nederlander een kleurrijke mannencollectie neer waarbij een beetje activisme niet wordt geschuwd en de details – een Shell-logo, een waterpistool, opblaasvissen, felgekleurde visnetten… – even origineel als veelzeggend zijn.

Heb je altijd ontwerper willen worden?

‘Ik was altijd wel bezig met dingen creëren, ook kleding, maar ik dacht niet echt: ik ga ontwerper worden. Ik dacht eerder aan architect of chirurg. Ik wist zelfs niet dat je ervoor kon studeren. Toen ik ouder werd en ontdekte dat er een opleiding voor bestond, ben ik ervoor gegaan.’

Je mocht je bachelorcollectie al meteen showen tijdens New York Fashion Week. Vond je het nog nodig om terug te gaan naar de academie?

‘Ik wilde die master gewoon afmaken, het was part of the plan. Ik vertrouwde er ook op dat ik met mijn mastercollectie nog veel meer zou kunnen leren. En ik keek ook erg uit naar de les van Dirk Van Saene.’

Wie is jouw grote creatieve voorbeeld?

‘Ik kijk erg op naar Walt Disney. Hij heeft een heel eigen wereld gecreëerd als pionier in het maken van cartoons. Hoe hij dat hele imperium heeft opgebouwd, maar ook hoe hij als persoon was, dat inspireert me wel.’

Waar haal jij je inspiratie?

‘Met mijn ontwerpen wil ik een verhaal vertellen. Ik hou een dagboek bij en na mijn vakantie in de Caraïben vorig jaar, besefte ik al snel dat mijn mastercollectie een ode aan Curaçao zou worden, waar ik geboren ben en waar mijn familie vandaan komt. Of ik nu thuis ben of op reis, ik haal er zo de inwoners van Curaçao of de Dominicaanse Republiek uit. Ze kleden zich anders. Ik wilde me specifiek concentreren op de culturele clash die ze ervaren. Veel jongeren komen naar Europa in de hoop op een beter leven, maar aanpassen blijkt erg moeilijk en vaak komen ze in de problemen. Zo is het in Nederland bijvoorbeeld redelijk makkelijk om een lening aan te gaan, maar op die manier raken ze in de schulden. Kleding en uiterlijk worden een soort van pantser om er rijker uit te zien dan ze eigenlijk zijn. Het dragen van dure outfits als je eigenlijk niet veel hebt, is iets dat me intrigeerde.’

Had je verwacht dat je zoveel succes zou oogsten?

‘Niet zozeer het grote succes. Er was al veel aandacht na het showen van de bachelorcollectie in New York. Toen deze collectie meer vorm kreeg, voelde ik dat het goed zat. Ook persoonlijk voelde het erg goed aan. Ik had nog veel meer geleerd, het verliep allemaal veel natuurlijker.’

Welke reacties vond je het leukst?

‘Ik ben wel trots dat Dries Van Noten bij het uitreiken van zijn award zei dat ik weleens groot zou kunnen worden en dat ik een mooie collectie had gemaakt. Maar echt leuk zijn de reacties van de mensen in Curaçao, die de collectie aanvoelen en er dingen in herkennen.

Waarom maak je geen vrouwenkleding?

‘Op de academie heb ik weleens geprobeerd om iets voor vrouwen te schetsen maar dat voelde heel onnatuurlijk aan. Ik merk trouwens dat veel stukken uit mijn collectie ook gewoon door vrouwen kunnen gedragen worden.’

Heb je grootse toekomstplannen?

‘Mijn droom is een mooi merk uitbouwen dat in veel winkels wordt verkocht, of zelfs in een eigen winkel. Het label loopt prima, er is veel interesse van internationale winkels en het aantal bestellingen zit goed. We (Botters vriendin is ook ontwerpster en werkt mee aan het label, red.) worden bijgestaan door mensen die al langer in het vak zitten. Ik sta ook open voor een job bij een groot modebedrijf, maar ik wil dat Botter sowieso blijft groeien, daar willen we aan bouwen.’

DE FOTOSHOOT

Styling: Francis Boesmans.

Haar en make-up: Sabine Peeters.

Model: Dirac Irimbere.