De creatieve bijenkorf van Chanel: vier verdiepingen vaklui
In een uniek gebouw, tussen Parijs en Aubervilliers, opende Chanel zopas zijn nieuwe modetempel, helemaal gewijd aan creatie, het bewaren van het patrimonium en het doorgeven van vakkennis. 19M biedt onderdak aan ateliers, een school en een publieke galerie en zou weleens heel wat artistieke roepingen kunnen stimuleren. We gingen op ontdekking.
Aan het Skanderbergplein 2, op de grens van het 19de arrondissement en Aubervilliers, helemaal in het noorden van Parijs, trekt 19M aan als een magneet. Een pril zonnetje doet het gebouw schitteren. Het is een creatie van architect Rudy Ricciotti, die onder meer het Mucem in Marseille en La Boverie in Luik ontwierp. Eens te meer bewijst hij hier zijn uitzonderlijke talent om beton, zijn favoriete materiaal, in zijn volle glorie te laten schitteren. Van bij de opzet, nog voor de eerste steen werd gelegd in september 2018, was het een ambitieus project. ‘Dit bouwwerk is een eerbetoon aan de complexiteit – die van het gebouw zal een nooit gezien niveau halen – en aan onze relatie met kennis’, verkondigde de architect. Het exoskelet, in een elegante structuur die uit één doorlopende draad lijkt gesponnen, omvat 231 modules, allemaal gewijd aan de creatie van mode en het doorgeven van kunstambachten. En dat was precies waar het huis Chanel van droomde. Een terugblik.
Om de historische vakkennis die teloor dreigde te gaan te bewaren, koopt het huis Chanel al sinds 1985 alle ateliers en ambachtelijke werkplaatsen op waarmee het al lang samenwerkt. Mademoiselle Chanel had de wijze intuïtie om zich goed te omringen en nauw samen te werken met een team van topambachtslui. Karl Lagerfeld zette die traditie voort. Het bleek een visionaire aanpak, om ondernemingen met een rijke patrimoniale erfenis en helemaal gericht op creatie en innovatie in stand te houden.
Zevenendertig jaar later zijn elf van deze Parijse huizen mét hun teams en hun archieven ondergebracht in het hoofdkwartier 19M, dat in januari werd ingehuldigd. De naam spreekt boekdelen: 19 zoals een van de fetisjgetallen van Gabrielle Chanel, 19 zoals het arrondissement waarin de helft van dit 25.500 vierkante meter grote gebouw zich bevindt, en de M van ‘Mode’, van ‘ Mains‘, van ‘Métiersd’Arts’, van ‘ Maisons‘, van ‘ Manufactures‘. De hoofdletter staat hier helemaal terecht. Op deze bijzondere locatie, waar knowhow van mens tot mens wordt doorgegeven en het erfgoed zorgvuldig wordt bewaard, werken voortaan het modeatelier Maison Michel, het Atelier Montex, schoenmaker Massaro, goudsmid Goossens, het modeatelier Paloma, gespecialiseerd in fijne stoffen, bloemist en pluimenspecialist Lemarié, plisseur – gespecialiseerd in geplooide stoffen – Lognon, Studio MTX en Lesage Intérieurs, de borduurschool Lesage, en Eres, dé referentie voor lingerie en badmode. Zo kruisen en ontmoeten zeshonderd ambachtslui en experten er elkaar dagelijks.
Zo toegankelijk mogelijk
De Galerie van 19M opent met een pleidooi voor het delen van kennis, praktijkervaring en uitwisseling. Op de glazen gevel staat in rode letters de titel van de eerste tentoonstelling, L’Ouverture , als een uitnodiging om binnen te stappen. Voorbij de spinnenwebachtige inkom en de prachtige binnentuin van 2600 vierkante meter bereik je links de Galerie van 19M: een veelvormige en multidisciplinaire ruimte bestemd voor tentoonstellingen, voorstellingen, defilés, conferenties en workshops waar wordt samengewerkt. Ze staat open voor iedereen, drempelvrees is hier niet aan de orde. ‘Wij willen het grote publiek in aanraking brengen met die miskende ambachten, en dat in dialoog met de ambachtslui, de buurtbewoners, de scholen, verenigingen en alle liefhebbers van savoir-faire. We houden het zo toegankelijk mogelijk’, legt Camille Hutin uit, directeur communicatie en programmatie van 19M. Voor het eerste seizoen wordt levensgroot een making-of in scène gezet van het architecturale werk en de vakkennis die hiermee gepaard gaat. Een speelse onderdompeling in het werk maakt er voor bezoekers meteen ook een making-with van. Elf deuren vormen een perfecte cirkel. Benader je ze van de achterkant, dan vormen ze als het ware de brute versie van een filmdecor. Door de kieren zie je kleine stukjes van kunstambachten. Binnen wordt ingegaan op de kern van het onderwerp. In kleine ‘rariteitenkabinetten’ ontdek je de materialen, bruut of bewerkt, de kleuren en texturen eigen aan elk ambacht, aan elk atelier.
Om over te stappen van de zo mooi theatraal voorgestelde theorie naar de praktijk, neem je plaats aan een van de grote tafels, waar een ambachtsman of -vrouw voor je klaarzit. Een borduurexpert van Lesage, iemand van het Atelier Montex of de pluimenspecialist-bloemist Maison Lemarié. In workshops kun je leren hoe je de naald of haak van Lunéville hanteert om parels te borduren of strookjes, pailletten, zijden bloemblaadjes, organzalinten of ganzenveren aan te brengen. Dat alles op een monumentaal canvas: de kaart van de wijk; dit noordelijke deel van Parijs waar 19M gevestigd is. Een inspiratiebron vanjewelste. ‘Het is een unieke plek’, zegt Camille Hutin, verwijzend naar de vier verdiepingen waar topvaklui aan het werk zijn. Dat willen we met eigen ogen zien en we gaan op de volgende verdieping verder met het verkennen van deze creatieve bijenkorf.
Opvolging verzekerd
Massaro heeft zijn intrek genomen op de eerste verdieping. Het zonlicht valt gul naar binnen in het atelier van deze bekende schoenmaker, een van de laatsten – er zijn er nog drie in Parijs; voor de Eerste Wereldoorlog waren er nog 350. Van bij het binnenkomen zie je dat je hier te maken hebt met de essentie van het vak. Op grote schappen, die reiken tot aan het plafond, zijn perfect gedroogde houtstronken gestapeld: beuk, haagbeuk en kurkeik, edele materialen, zacht en bewerkbaar in de handen en werktuigen van deze ambachtslui. Ze maken er de mallen mee, de eerste stap in het ontstaan van een schoen. ‘Dat is hét. Alles is al aanwezig, de pasvorm, de esthetiek. Dan rest alleen nog het uitwerken van de onderdelen’, vertelt onze gids, Antoine Besnard (26), vormmaker en toekomstig verantwoordelijke van het atelier. Over enkele dagen zal hij François Maddonin (63) opvolgen, zoon van een leerbewerker, die in 1973 zijn intrede deed in deze schoenmakerij die al meer dan vier decennia gespecialiseerd is in werk op maat. Opvolging is dus verzekerd. De jonge Antoine schrijft nu mee aan de geschiedenis van het huis, die begon in 1894. In 1957 werd Massaro benaderd door Gabrielle Chanel, die droomde van een tweekleurige sandaal met een zwarte teen – een slim trompe-l’oeileffect dat de voet klein en delicaat doet lijken – en een hak van zes centimeter. Massaro nam de uitdaging aan.
Een leven lang leren
‘Je hebt een heel leven nodig om een goede schoenmaker te worden.’ Antoine Besnard vertelt honderduit over zijn vak, over de manier waarop men te werk gaat. Hij leidt ons langs andere schappen met leervoorraden, exotische huiden en kostbare stoffen, satijn of tweed met de stempel van Maison Montex, nu hun buur. Helemaal achteraan ontdek je de enorme stock van mallen, opgebouwd in de loop van meer dan honderd jaar. Ieder paar, samengehouden met een draad en opgehangen aan muurhoge metalen rekken, is een meesterwerkje op zich. In potlood staat de naam erbij van de man of vrouw, bekend of niet, van wie de voet gediend heeft om de mal te maken. Het zijn, of waren, de gelukkige eigenaars van een schoen exact op maat, met de gewenste pasvorm, aangepast aan de kleine of grote orthopedische gebreken van hun voeten. ‘Maar al die unieke kennis, en de traditie van het maken van mallen, stond op het punt om te verdwijnen’, vertelt Besnard. ‘Dit vak, dat de eeuwen doorstond, dreigde teloor te gaan. Door gegevens te verzamelen kun je wel een zekere vakkennis reconstrueren, maar sommige dingen gaan toch verloren. Bovendien verloopt zo’n leerproces veel trager dan met een leermeester.’
In het atelier waar de patronen worden gemaakt, genaaid, gemonteerd en verder tot in de puntjes worden afgewerkt – de verschillende etappes van het maakproces, nog altijd dezelfde sinds het begin van de schoenmakerij – tikt de tijd rustig voort, op het ritme van de hamerslagen of het geluid van de naaimachines. De ambachtslui zijn gefocust op hun werk. Mannen, vrouwen, twintigers, dertigers, zestigers… ‘Het atelier weerspiegelt de vernieuwde belangstelling voor ons vak’, vertelt Besnard. ‘Er zijn jongeren en ouderen, maar er is ook een grote groep die ontbreekt: vaklui tussen de veertig en vijftig jaar oud. Er was namelijk een ‘onderbreking’ tussen 1980 en 2000, toen men dacht dat alles mechanisch moest gebeuren en dat die oude wereld had afgedaan.’ Gelukkig is dat veranderd en zijn jongeren opnieuw geïnteresseerd in ambachtelijk werk. Antoine Besnard is daar zelf het mooiste voorbeeld van. Men had hem geadviseerd om een ingenieursstudie aan te vatten en zeker geen schoenmaker te worden, of hoogstens als hobbyist. ‘Het is triest om te zien hoe men zo’n mooi vak gaat bekijken als iets voor in een museum’, zegt hij nuchter. ‘Maar dit vak is veel meer dan louter het uitoefenen van een beroep. Aan het eind van de dag heb je niet alleen de voldoening van een afgewerkt product in handen te hebben. Je kunt het gedane werk ook bekijken, er is de trots om een ambacht te beheersen dat bijna was verdwenen, je kunt je de erfenis van onze voorouders eigen maken en die voortdurend doen evolueren en levendig houden.’
Terwijl de jonge schoenmaker ons boven in het zonovergoten atelier uitleg geeft over het maakproces van een schoen, leert een meisje in de workshop beneden hoe je parels rijgt, hoe je moet borduren en hoe nauwgezet en langdurig zo’n werk wel is. Aan het einde van ons bezoek is het meisje, naald in de hand, nog heel geconcentreerd bezig. Een prachtig tafereel. Aan haar vredige gezichtsuitdrukking te zien, weet je bijna zeker dat ze hier een ontdekking heeft gedaan.
Elke woensdag en zaterdag kun je in de Galerie van 19M een workshop volgen, na inschrijving. le19m.fr
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier