Jasmien Wynants

‘Dat Primark gaat verduurzamen, verhelpt niet dat kleding geproduceerd en geconsumeerd wordt als zoete broodjes’

Jasmien Wynants Co-founder Masjien, agency voor mode, duurzaamheid & technologie

Primark belooft te verduurzamen. Kunnen we juichen wanneer fast fashionspelers dit soort beloftes maken? ‘Zolang overconsumptie niet in vraag wordt gesteld, moeten we op onze hoede blijven’, stelt Jasmien Wynants, expert duurzame mode bij Flanders DC en Duurzaamheidscoördinator bij Xandres.

Wie mij kent, weet dat ik positief ingesteld ben. Een vriendin zei me onlangs ‘jij vindt altijd de silver lining’. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat dat niet echt een vrijwillige keuze is. Wat we zien gebeuren in de wereld aangaande de klimaatproblematiek en het gebrek om als samenleving op tijd actie te ondernemen, baart mij zorgen. Dagelijks pieker ik over de toekomst. En hoe meer ik lees, des te meer ik weet en hoe onrustiger ik bijgevolg word.

Ik verdiep me al enkele jaren in duurzaamheid binnen de mode-industrie. Wanneer de woorden ‘Primark’ en ‘duurzaamheid’ in één titel in de krant te lezen vallen, betrap ik mij erop dat er maar één associatie door mijn gedachten schiet: ‘greenwashing’. Eigenlijk wil ik helemaal niet doorklikken. Maar ik doe het toch. Primark gaat er nu voor zorgen dat je de kleding die je er koopt langer kan laten meegaan. In de toekomst, kan je een trui méér dan vijf keer wassen, we gaan voor maar liefst dertig wasbeurten dames en heren. Wacht, laat dat even bezinken: vijf – keer – wassen.

Dat Primark gaat verduurzamen, verhelpt niet dat kleding geproduceerd en geconsumeerd wordt als zoete broodjes

Oké, silver lining, positief blijven, we gaan toch al naar dertig wasbeurten en dat is een goede zaak. De kwaliteit stijgt, wat ervoor zorgt dat de kleding misschien wel gerecycleerd kan worden aan het ‘einde van z’n leven’ (want textiel met lage kwaliteit kan je nu eenmaal niet recycleren). En dan komt het. Goed nieuws, want je gaat ook niet extra moeten betalen voor de trui die je nu toch al langer dan één seizoen kan dragen. De goedkoopste trui op de website blijft met andere woorden zes euro, de duurste tweeëntwintig. In eerste instantie lijkt dat een positieve ontwikkeling. Een tweede bewijs dat Lidl gelijk heeft met de nieuwe ‘Zaam’-campagne: “want duurzaam hoeft niet duur te zijn”. Een idee waar ik volledig wil kunnen achterstaan: dat duurzaamheid voor iedereen is, niet enkel voor zij die het kunnen betalen. En ik geloof dat dat kan, maar niet zonder overheidsinmenging. Door te werken met en in Vlaamse modebedrijven weet ik maar al te goed dat kiezen voor de duurzame variant van de stof, je ongetwijfeld meer kost dan de minder duurzame variant. En hetzelfde geldt voor de sociale kant van de zaak, of zoals journaliste Lucy Siegle het verwoordt: ‘Fast Fashion isn’t free. Someone, somewhere is paying’.

Kleding aan zes euro, dat is even veel als een ‘Whopper’ bij Burger King of een ‘Pumpkin Spice Latte’ bij Starbucks. Hoe kunnen we dan van mensen verwachten dat ze kleding zien als een gebruiksgoed en geen verbruiksgoed?

Oké, silver lining, positief blijven, misschien heeft Primark wel de gouden formule gevonden om een trui aan te kunnen bieden aan zes euro… die dertig wasbeurten kan meegaan… én waar niemand voor werd uitgebuit… én waar de impact op het milieu tot het minimum werd beperkt in het productieproces. Helaas bestaat een duurzame aanpak uit meer dan de belofte om de kwaliteit op te drijven, tegen 2030 eerlijke lonen uit te keren en meer duurzame materialen te introduceren. Duurzaamheid is ook nadenken over de waarde die we aan kleding toekennen.

Zes euro, dat is even veel als een ‘Whopper’ bij Burger King of een ‘Pumpkin Spice Latte’ bij Starbucks. Hoe kunnen we van mensen verwachten dat ze kleding zien als een gebruiksgoed en geen verbruiksgoed; als we dezelfde waarde toekennen aan iets dat binnen het kwartier verorberd wordt, dan aan iets wat jarenlang mee moet kunnen gaan? Gaan we twee keer nadenken of we iets wel écht mooi vinden, genoeg gaan dragen en koesteren alvorens het in onze winkelmand te gooien als het zes euro kost? Of gaan we dan toch maar ineens voor drie verschillende kleuren omdat we niet 100 procent zeker zijn? Die drie truien kosten per slot van rekening maar één Super Supreme bij de Pizzahut.

En daar zit nu net het probleem: we produceren en consumeren kleding als zoete broodjes. Wanneer we op café hierover praten (ja wij praten hierover op café, moet je ook eens proberen), komt er slag op keer de vraag: “maar er is nog zoveel armoede, we mogen die groep mensen met minder financiële middelen niet uit het oog verliezen”. Helemaal mee eens en zonder een direct antwoord te kunnen geven op die complexe vraag, durf ik wél stellen dat de jaarlijkse zeven miljard euro winst van Primark niet uit de zakken van de overnachters in Brussel-Zuid komt. De kans dat die centen komen van zij die er maandelijks (of wekelijks) met vier à vijf zakken buiten stappen, is net iets groter.

En wat dan met zij die mij (en ons allen) hoop gaven door klimaatmarsen te organiseren en een betere toekomst eisten van de generaties die het voor hen naar de knoppen hadden geholpen. De jongeren. Zij gaan het anders doen. Zij zijn de moed en hoop wanneer de top van de berg toch nog erg ver weg lijkt. En toen trok een andere knappe krantenkop mijn aandacht: “Waarom koopt de jonge generatie ultra-fast fashion?”. Ja, je leest het goed: ultra-fast fashion. Eerder dit jaar haalde het platform ‘Shein’ Amazon in op de Apple Store en werd zo de nummer één shopping app in de Verenigde Staten. De Chinese retailer (die naar 220 landen verzendt), is een van de meest bezochte modewebsites ter wereld. Door data-analyse van online trends, speelt de retailer in op wat er exact op dat moment populair is om het onmiddellijk te kunnen (kopiëren,) produceren en aanbieden. Waar fast-fashion-bedrijven als Zara vroeger het nieuws haalden omdat ze honderden nieuwe stijlen per week lanceerden, breekt Shein dit record nu met maar liefst 2000 nieuwe stijlen per dag. Zogenaamde ‘hauls’ – filmpjes die op social media-kanalen als TikTok worden verspreid – tonen ‘unboxingvideo’s’ waarin trots wordt getoond hoe je een hoeveelheid aan kleding aan bodemprijzen kan bestellen.

Kunnen die kleine, bewuste bedrijven dan wél garanderen dat alles 100 procent goed is voor mens en milieu? Nee, dat kunnen ze niet, maar de multinationals ook niet, dus laat je daar niet door in de luren leggen

Oké, silver lining, positief blijven, er is een heel grote groep mensen – zéker ook onder de jongeren – die niet met opzet wil bijdragen aan dit malle systeem en het wél beter wil doen. Ik geloof Rutger Bregman wanneer hij zegt dat ‘de meeste mensen deugen’. Dat zijn zij die op café vragen: ‘Maar wat kan ik dan doen? En hoe weet ik wat ik moet kopen? Elk bedrijf vertelt vandaag wel iets over duurzaamheid, zelfs Primark heeft een heel rapport, hoe weet ik dan wat juist is?’. En daar sta ik dan weer met mijn flauwe antwoorden die je niet op een zilveren schoteltje een checklist geven om de leugens te doorprikken. Was het maar zo simpel. Maar ik doe m’n best om toch iets te zeggen en het gesprek op een positieve noot te laten eindigen. Begin al eens met twee keer na te denken voor je iets koopt: heb je dit echt nodig of ben je er zo verliefd op dat je zeker weet dat je er zorg voor gaat dragen en het niet te snel weer beu gaat zijn? Probeer niet mee te stappen in het systeem van ‘meer en meer’ aan steeds lagere prijzen als je wél in staat bent om iets kwalitatiefs te betalen bij een kleiner bedrijf. Misschien kan je er de lokale economie wel mee steunen door bewust iets Belgisch te kopen of kies je voor een bedrijf of ontwerper die van bij de start al onderzoek gedaan heeft naar duurzaamheid en circulariteit.

Ik ben opgevoed met het idee dat je ‘nooit je gezond verstand mag vergeten te gebruiken’, en ik geloof (ietwat naïef) dat de meesten onder ons dat wel hebben.

Kunnen die kleine bedrijven dan wél garanderen dat alles 100 procent goed is voor mens en milieu? Nee, dat kunnen ze niet, maar de multinationals ook niet, dus laat je daar niet door in de luren leggen. Ik ben opgevoed met het idee dat je ‘nooit je gezond verstand mag vergeten te gebruiken’, en ik geloof (ietwat naïef) dat de meesten onder ons dat wel hebben. Probeer gewoon al eens wat op te zoeken als je iets nieuws wil kopen zonder blindelings de grootste winkelstraat in te stappen of dezelfde jas in vijf maten te bestellen bij een online shopping platform. Zo vermijd je dat de vier gloednieuwe jassen die je terugstuurde gewoon worden verbrand of op de afvalberg belanden (ja dat gebeurt). Platformen als Ik Koop Belgisch, Close The Loop of COSH kunnen je al wat richting geven.

Probeer bovendien af en toe eens wat dieper te graven. Er is niet altijd tijd om je in te lezen rond elk thema (voeding, transport, energie, kleding,…), maar begin al eens bij die conversatie op café of die ene documentaire (zoals The True Cost) én lees voorbij de titel van een artikel.

Stel tot slot vragen aan het winkelpersoneel of aan merken via een e-mail of chatsysteem. Door in de voorbije jaren samen te werken met Belgische modebedrijven rond dit thema, durf ik met de hand op het hart te zeggen dat er achter vele merken ook echte mensen schuilen die deugen. Het is meestal niet eenvoudig en een weg van lange adem, maar de wil om het oprecht beter te doen was nooit zo groot en aanwezig als nu. En er is altijd nog de silver lining.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content