Breien op een wijndomein: het Spaanse atelier achter Christian Wijnants
Al sinds zijn studies aan de Antwerpse Modeacademie koestert Christian Wijnants een voorliefde voor mooi breiwerk. Wij trokken met hem naar het Spaanse La Llacuna, waar zijn truien geproduceerd worden in breigoedatelier Parrillus.
De taxichauffeur staat ons al op te wachten in de luchthaven van Barcelona. Hij blijkt een neef te zijn van Josep Puig Romeu, de eigenaar van Parrillus, het breigoedatelier dat al twee generaties in de familie is.
Een kronkelende weg langs prachtige landschappen met bergen en dalen leidt ons naar La Llacuna, een dorp op een uur rijden van Barcelona. Het bedrijf ligt verscholen in het familiedomein, dat enkele hectaren beslaat. Het omvat de woonhuizen van de familie, een wijngaard, een olijfgaard en een grote, perfect onderhouden moestuin met alle soorten mediterrane groenten en kruiden. Er is ook een gastenverblijf voor de klanten die de productie van de stalen ter plaatse willen opvolgen.
Familiefilosofie
Aan de ingang van het kantoor is een wat oudere man in werkplunje druk aan het klussen. Hij blijkt de stichter van Parrillus te zijn, de vader van de huidige CEO. Ook nadat hij de fakkel doorgaf aan zijn zoon Josep bleef hij actief op het domein. Hij beheert vooral het wijndomein Celler Puig Romeu, dat hij twintig jaar geleden liet aanleggen met druivensoorten zoals macabeo, sauvignon blanc, chenin blanc, albariño, garnatxa blanca, viognier, merlot, tempranillo, caladoc, syrah en pinot noir. De ligging van het domein leent zich uitstekend tot de teelt van Terra Alta-wijnen. Het is een vrij kleinschalig familieproject met een productie van 25.000 flessen per jaar, verdeeld over zes verschillende types wijnen: twee witte, twee rode en twee mousserende wijnen. Aan de ruime opslagplaats te zien is er nog groeiruimte. En groeien is ook een van de ambities. Maar de belangrijkste ambitie bestaat erin om een kwalitatief terroirproduct te brengen. Kwaliteit boven kwantiteit. Dat is de filosofie van de familie, in alles wat ze ondernemen.
Het verhaal van Parrillus start in 1986. De vader van Josep, een technieker in een textielbedrijf, besluit om zijn eigen bedrijf op te richten. Hij keert terug naar zijn geboortedorp La Llacuna, waar hij zijn atelier opricht, midden in de natuur. Hij mikt meteen hoog en is de eerste Spaanse breigoedfabrikant die investeert in Japanse hightech machines van Shima Seiki, bedoeld voor vlakbreien en rondbreien, een techniek waarbij een kledingstuk in één geheel gebreid wordt, dus zonder naden. In de beginjaren werkt het bedrijf vooral voor Spaanse kledingfabrikanten. Burberry was de eerste buitenlandse klant omdat zij in Spanje een vestiging hadden.
Big in Japan
‘Toen mijn vader met pensioen ging, heb ik het bedrijf overgenomen’, zegt Josep Puig Romeu. ‘Ik ben in het familiebedrijf beginnen werken toen ik negentien was en heb er tien jaar over gedaan om de finesses van het vak te leren. Ik leer nog altijd bij. Breiwerk is een technisch moeilijk product. Er kruipt veel tijd in het programmeren van nieuwe modellen, motieven en kleurencombinaties. Toen we merkten dat steeds meer Spaanse kledingfabrikanten naar lageloonlanden trokken voor hun productie, heb ik besloten om internationaal te gaan en vooral op het hoge segment te focussen. Ik trok naar de beurs Première Vision in Parijs en al snel kregen we bestellingen binnen van grote modehuizen zoals Balenciaga, en later ook kleinere onafhankelijke ontwerpers zoals Sofie D’Hoore en sinds kort ook Christian Wijnants. Op dit ogenblik hebben we alleen buitenlandse klanten en uitsluitend in het premiumsegment. Als fabrikant moet je een meerwaarde kunnen bieden, anders ben je verloren. Designers komen met schetsen en met het soort garen waarmee ze willen werken, wij dokteren technische oplossingen uit. Het samenwerken aan een creatie geeft veel voldoening. Dat is ook de reden waarom ik mijn bedrijf kleinschalig wil houden; ik wil het allemaal kunnen blijven opvolgen. Zoals het nu is, is het goed. We werken midden in de natuur, een groot contrast met de modewereld die zo jachtig is. Het houdt ons in balans.’
‘Ik werk graag met ontwerpers zoals Christian. Er is wederzijds respect en ook qua ethiek zitten we op dezelfde golflengte. Hij koestert veel liefde voor het vak en wil in de eerste plaats schoonheid brengen. Dat is het grootste verschil met grote groepen die geleid worden door investeerders die louter naar cijfers kijken. Het stoort mij dat luxegiganten truien in China laten maken voor een paar dollar en ze in hun boetiek verkopen voor 900 euro. Het gebeurt wel vaker dat ik prototypes maak voor grote huizen en daarna geen bestellingen krijg door de prijs. Ik vind het nochtans belangrijk om mijn grenzen te blijven verleggen. Dat is de reden waarom ik drie jaar geleden een eigen herencollectie ben begonnen onder de naam Bielo. Ik beschouw de collectie als het visitekaartje van ons bedrijf. Binnen mijn eigen collectie kan ik zo ver gaan als ik zelf wil. Ik experimenteer met garens en steken en tast de grenzen van het technisch haalbare af. Ik werk graag met mooie garens. Vaak gebruik ik duurdere soorten dan de grote luxemerken. De collectie begint langzaam te lopen. We worden wereldwijd verkocht in de betere boetieks. Japan is onze beste markt, daar wordt kwaliteit nog echt naar waarde geschat. We zijn het soort fabrikant dat niet voor de volumes gaat, maar wel voor de kwaliteit. Minder maar beter, is onze filosofie. Ik voel mij daar goed bij.’
Naadloze klassiekers
Ondertussen zijn we in het atelier beland en zien we de wintertruien van Christian Wijnants uit de machines vallen. In Parrillus heeft hij de ideale partner voor zijn naadloze truien gevonden. Het zijn klassiekers waarvan het kleurenpalet elk seizoen aangepast wordt. ‘We brengen dit model elk seizoen, in verschillende versies: kort of lang, met boothals of met rolkraag. De klanten blijven erom vragen’, zegt Christian terwijl hij de truien door zijn handen laat glijden. ‘Door de jaren heen heb ik voor elke breispecialiteit de juiste leverancier gevonden. Het zijn allemaal producenten die hun job met passie doen. Het is fijn om samen te werken aan een mooi product. Breiwerk is altijd mijn dada geweest, al van toen ik op de modeacademie zat. Ik vind het zo fascinerend omdat je van een draad je eigen materiaal kunt samenstellen, in de vorm die je zelf wilt. Met breiwerk kun je rond het lichaam werken, het is een materiaal dat zich op een heel elegante manier aanpast aan het lichaam. In mijn creaties komt eerst het materiaal, dan de vorm. Dat geldt ook voor mijn geweven stoffen. We stoppen veel tijd en energie in onze prints en kleuren, alle stoffen die we gebruiken zijn dan ook uniek.’
15 jaar Christian Wijnants
Exact vijftien jaar geleden startte Christian Wijnants zijn eigen label op, drie jaar na zijn studie aan de Antwerpse Modeacademie. Ondertussen had hij ervaring opgedaan in andere modehuizen, onder meer bij Dries Van Noten. In 2005 won hij de Swiss Textiles Award, een prestigieuze prijs die ook andere grote namen zoals Raf Simons te beurt is gevallen. Deze prijs gaf zijn prille carrière een geweldige boost. Datzelfde jaar werd hij docent breiwerk aan de Antwerpse Modeacademie. In 2012 won hij met zijn breicreaties de European Woolmark Prize, een jaar daarna de International Woolmark Prize. ‘De voorbije vijftien jaar zijn we blijven groeien. Als perfectionist vond ik het in het begin moeilijk om te delegeren. Ondertussen ben ik veertig geworden en merk ik dat ik minder geleefd word, ik bepaal zelf mijn prioriteiten. Ons label is uiteraard geëvo-lueerd met de jaren, maar de essentie is gebleven. Ik heb er altijd van gedroomd om vrouwen mooier te maken, om hun een goed gevoel te geven. We hebben trouwe klanten over de hele wereld. Het is leuk dat je als ontwerper voor een stukje deel mag uitmaken van hun leven. Of de modewereld veranderd is de voorbije vijftien jaar? Op het vlak van communicatie wel. Er zijn nu veel meer platformen, de sociale media maken het mogelijk dat jonge ontwerpers zich met weinig middelen heel snel kunnen profileren. Tegelijk zijn ze met steeds meer, zodat het niet gemakkelijk is om een plaats te veroveren. Maar vroeger was het ook niet gemakkelijk. Het vak op zich is niet veranderd: ontwerpers zullen er altijd van dromen om mooie collecties te maken die op hun beurt de consument doen dromen.’
Eind september botsen we toevallig op Josep en zijn vrouw terwijl we aanschuiven voor de show van Christian Wijnants. Ze zijn speciaal naar Parijs afgezakt voor de show en hebben nog last minute stalen mee voor de verkoop in de showroom. Hun enthousiasme en trots staan op hun gezicht te lezen bij elke passage met breiwerk. Modebusiness met een menselijk gelaat.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier