Binnenkijken bij Walter Van Beirendonck en Dirk Van Saene: een duet van kunst en mode
Ze leerden elkaar kennen toen ze nog op de Antwerpse modeacademie zaten. Ondertussen zijn Walter Van Beirendonck en Dirk Van Saene al meer dan veertig jaar onafscheidelijk. Jaren geleden ruilden ze de stadsdrukte voor een eeuwenoude notariswoning in de Kempen.
‘We zijn blij dat we hier kunnen wonen, afgeschermd van alle drukte. Hier kunnen we ongestoord en efficiënt werken’, zegt Walter Van Beirendonck. ‘Twintig jaar geleden moest ik altijd tussen mijn mensen staan. Dankzij het internet kan ik mij thuis focussen op mijn creatief werk. De praktische zaken regel ik op mijn kantoor in Antwerpen.’
Het eclectische en tegelijk harmonieuze interieur vertelt veel over zijn bewoners. Zoals de collectie maskers van Walter, een fascinatie die ook terug te vinden is in zijn mannencollectie en in diverse tentoonstellingen waarvan hij curator was. Of de massa’s boeken over kunst en mode. En de uitgebreide keramiekverzameling, een gedeelde passie. ‘We gaan al jaren samen naar Boedapest en hebben er al veel mooie stukken gevonden’, zegt Dirk Van Saene. ‘Het grootste deel is gemaakt toen het IJzeren Gordijn nog bestond. Kunstenaars stopten al hun emotie in hun werk, dat was de enige vrijheid die ze zich konden permitteren. Eerst kochten we op gevoel, de laatste jaren kiezen we gerichter. Zo hebben we veel creaties van de Hongaarse keramiste Livia Gorka.’
Dirk ziet onmiddellijk of iets werkt. Ik heb veel geleerd van hem over finesse en elegantie
‘Jaren geleden ben ik zelf keramiek gaan studeren aan de academie, ik was een van de weinigen. Nu zijn er meer studenten, keramiek is weer hip geworden. Ik beschouw mijn werk als keramist als een volwaardige job, naast mijn job als modeontwerper. Het is een totaal andere manier van werken. Als keramist heb je niemand nodig. Je begint met een stuk klei en je geeft het langzaam vorm, dat is heel fijn werken. Je moet veel geduld hebben: de stukken hebben tijd nodig om te drogen en soms loopt het mis.’
Ik heb ooit eens een beeld van Anna Wintour gemaakt dat ontplofte in de oven
‘Ik heb ooit eens een beeld van Anna Wintour gemaakt dat ontplofte in de oven. Ik combineer mijn keramiek soms met andere objecten. Zo heb ik een reeks deksels gemaakt voor oude kruiken en potten die ik op de rommelmarkt gekocht had. Of ik maak kandelaars die ik in lege champagneflessen stop. Ik hou van de combinatie van oud en nieuw. Ik laat mij ook inspireren door Afrikaanse kunst, die uitgepuurde vormentaal die je ook in de Zuid-Amerikaanse kunst vindt, spreekt mij aan. Die passie voor etnische kunst deel ik met Walter.’
Draagbare schilderkunst
‘Op dit moment leg ik mij meer toe op mijn keramiek. Creativiteit in de mode wordt tegenwoordig ondergewaardeerd. Pure esthetiek heeft plaatsgemaakt voor sweaters, T-shirts en sneakers. Schoonheid, elegantie en raffinement lijken wel ouderwetse begrippen. Gelukkig springt niet iedereen op die streetweartrend. Mijn klanten blijven trouw. Het zijn boetieks die al lang bezig zijn en die gevestigde waarden combineren met coole, nieuwe merken, soms ook boetieks die hun zaak combineren met een kunstgalerij.’
‘Ik ben in 1982 met mijn collectie begonnen, onmiddellijk na mijn studies, in een klein winkeltje in de Nieuwe Gaanderij, onder de naam Beauties and Heroes. Ik ben zo begonnen omdat er toen weinig alternatieven waren. Je kon niet zomaar naar Parijs, New York of Londen om stage te lopen zoals het nu het geval is. Er was geen vervolgverhaal uitgestippeld voor pas afgestudeerden.’
Eerst kochten we op gevoel, de laatste jaren kiezen we gerichter
‘Ik had mijn atelier op de bovenverdieping. Ik deed alles zelf en de winkel draaide goed. Een jaar later won ik de Gouden Spoel. Het was de tweede editie, maar de eerste keer dat er een grote show in Brussel georganiseerd werd. Jean Paul Gaultier zat in de jury en koningin Paola – toen nog prinses – overhandigde mij de Gouden Spoel. Na mijn overwinning vond ik een Belgische fabrikant, maar die samenwerking is afgesprongen omdat ik internationaal wou gaan, de fabrikant wou in België blijven.’
‘Ik heb mijn eerste show gegeven in Parijs. Mijn creaties waren vrij experimenteel en de verkoop bleef uit. Ik heb mijn collectie vier jaar on hold gezet toen ik voor Scapa werkte. In 1995 begon het weer te kriebelen en heb ik de draad weer opgenomen en mijn collectie in Parijs geshowd. Ze had een hoge couturefactor, heel anders dan de trashy looks die toen in waren. Na een korte samenwerking met een Italiaanse fabrikant breng ik al jaren mijn collectie uit met eigen middelen, op een kleinschalige manier.’
Misschien had ik grof geld kunnen verdienen, maar het zou mij daarom niet meer voldoening opgeleverd hebben.
‘Ondertussen geef ik al tien jaar les aan de Antwerpse Modeacademie en doe ik nog andere projecten. Ik schilder ook, maar louter in functie van mijn kleding- creaties: de schilderijen worden ingescand en op zijde geprint. Op mijn achttiende heb ik getwijfeld tussen schilderkunst en mode, ik keek op naar mijn oom die kunstschilder was. Nu combineer ik beide. Kunst is sowieso belangrijk in ons leven. Walter en ik hebben al samen tentoonstellingen georganiseerd en we bezoeken er ook vaak.’
‘Op het vlak van mode hebben we er nooit aan gedacht om samen een collectie op te starten. Walter heeft altijd vooral mannenmode gedaan, ik vrouwenmode, en onze stijl is totaal verschillend. We wilden ook elk een eigen carrière, dat was trouwens eigen aan de tijdgeest van onze generatie. Wie afstudeerde wou onder eigen naam een collectie uitbrengen.’
Op mijn achttiende heb ik getwijfeld tussen schilderkunst en mode, ik keek op naar mijn oom die kunstschilder was. Nu combineer ik beide.
Kiezen voor vrijheid
‘Nu hebben pas afgestudeerden de mogelijkheid om voor grote modehuizen te werken. Ik denk dat het belangrijk is om een tijdje mee te draaien in die wereld en er na een tijd uit te stappen om je eigen ding te doen. Maar dat vergt moed’, vult Walter Van Beirendonck aan. ‘Zelf heb ik dat ook ervaren in de periode dat ik de collectie W.&L.T. ontwierp voor jeansfabrikant Mustang. Het waren fantastische jaren en ik kreeg veel creatieve vrijheid.’
‘Op een gegeven moment duwden mijn opdrachtgevers mij in een richting waar ik niet achter stond. Toen heb ik afgehaakt. Ik had kunnen blijven en voor het geld kiezen, maar ik koos voor mijn vrijheid als ontwerper. Ik ben nooit de strateeg geweest die ervan droomde om een mode-imperium uit te bouwen.’
‘Soms denk ik dat ik te naïef geweest ben en te weinig zakelijk gedacht heb. Misschien had ik grof geld kunnen verdienen, maar het zou mij daarom niet meer voldoening opgeleverd hebben. Ik vind het een grote luxe dat ik kan doen wat ik graag doe. Ik hou van mijn job op de academie, ik heb mijn eigen collectie waar ik al mijn creativiteit in kwijt kan en ik creëer de kindercollectie ZulupaPUWA voor JBC.’
‘Daarnaast probeer ik altijd één project aan te nemen dat losstaat van de mode. Zo heb ik twee jaar gewerkt aan de tentoonstelling Powermask die vorig jaar liep in het Wereldmuseum in Rotterdam. Ik bijt mij graag vast in zo’n project. Ik kan dan ook op lange termijn werken, een groot verschil met de modewereld, waar alles hectischer is. De research alleen al is heel boeiend. Die projecten brengen me veel bij, ze herbronnen me. Op die manier leer ik ook veel mensen kennen. Voor mijn volgende project werk ik samen met de opera van Berlijn. Ik ben gevraagd om kostuums te ontwerpen voor De Toverfluit, die in februari 2019 in première gaat. Ik ben geen operaspecialist, maar ik heb wekenlang research gedaan rond Mozart en de loges, er schuilt zoveel symboliek achter deze opera.’
Ik hou van de combinatie van oud en nieuw. En de passie voor etnische kunst deel ik met Walter
Nog steeds niet weggeblazen
‘Mijn eigen collectie is heel belangrijk om mijn artistieke verhaal te vertellen. Ik volg nooit de trends, ik doe mijn eigen ding. Net omdat ik een nichecollectie breng, lig ik goed in de markt. Topboetieks zijn immers op zoek naar authenticiteit. Ik krijg heel veel respect en dat geeft mij een goed gevoel. Soms verwerk ik mijn engagement in mijn collectie, dat gebeurt spontaan. Zo kwam de collectie Stop terrorising our world op het juiste moment. Maar ik hoef niet per se elk seizoen op de barricaden te staan. Als iedereen begint met slogans tijdens de modeweken, bij wijze van marketingstunt, haak ik af. Elk seizoen begin ik van nul; herwerken van bestaande succesnummers geeft mij geen voldoening, dat is me te gemakkelijk.’
‘Een show kost handenvol geld, zelfs als je het low budget houdt zoals ik doe. Toch wordt mijn show op hetzelfde niveau ge- evalueerd als de giganten die er miljoenen tegenaan gooien. Soms sta ik verwonderd dat ik nog altijd niet weggeblazen ben door die hele machine.’
In goede en kwade dagen
‘In al die jaren heb ik fantastische momenten beleefd, maar ook dieptepunten die me getekend hebben. De recentste was de zelfdoding van een derdejaarsstudent. Op zulke momenten komen veel emoties naar boven, zowel bij docenten als studenten. Plots was er dat verhaal in Business of Fashion waarin de dood van onze student gelinkt werd aan zware beschuldigingen aan de academie. Ze waren vooral gebaseerd op uitspraken die uit de context gerukt waren. Het kwam als een mokerslag binnen. Als gezicht van de academie heb ik die moeten incasseren. Het was een emotionele rollercoaster die weken geduurd heeft. Ik was te zwaar onder de indruk om er met de pers over te praten. De academie is mijn leven, ik heb er zoveel energie in gestopt. Ik heb het nu wat kunnen plaatsen, maar het blijft een wrang gevoel.’
Het mooie is dat we elk ons eigen ding doen, met vallen en opstaan, en toch altijd weer samenkomen op een gemeenschappelijk punt
‘Een andere moeilijke periode was het faillissement van mijn winkel in 2012. We hadden zoveel geïnvesteerd in dat project, ik had het niet zien aankomen. De ongenuanceerde berichtgeving in de pers kwam ook hard aan, het leek wel een heksenjacht. Ik zat toen heel diep. Wat een geluk dat Dirk er was, hij kan gemakkelijker relativeren. We zijn nu 42 jaar samen, we kennen elkaar van op de modeacademie. Onze relatie is ons gewoon overkomen en ze is hechter geworden met de jaren. Het mooie is dat we elk ons eigen ding doen, met vallen en opstaan, en toch altijd weer samenkomen op een gemeenschappelijk punt.’
‘We hebben een heel verschillend karakter en temperament. Dirk is heel beschikbaar, hij is niet alleen een perfect klankbord voor mijn creatieve activiteiten, ook in huis is hij de man die alles organiseert. Hij kookt uitstekend én gezond. Ik beken: ik doe weinig in huis, ik heb weinig tijd en ik heb er nog minder talent voor. Dirk lijkt misschien de meest introverte van ons tweeën omdat ik opvallende looks heb en veel actiever ben op sociale media.’
‘Maar ondanks het feit dat ik meer naar buiten treed, ben ik een introvert iemand. Het kost mij moeite om een vreemde omgeving binnen te stappen, ik hou er niet van dat wildvreemde mensen op mij afstappen en persoonlijke vragen stellen. Misschien zijn mijn luide looks wel een compensatie voor mijn schuchterheid.’
Onze relatie is ons gewoon overkomen en ze is hechter geworden met de jaren
‘Ik ben wel een pietje-precies, ik kan lang kauwen op iets en twijfelen of het wel goed genoeg is. Dirk ziet onmiddellijk of iets werkt en of de proporties kloppen. Ik heb veel geleerd van hem over finesse en elegantie. Dirk heeft mij altijd geholpen met mijn defilés. Eén keer heeft hij forfait moeten geven, toen hij een spoedoperatie moest ondergaan op de dag van mijn show in Parijs. Dat was heel confronterend, op zulke momenten besef je des te meer hoeveel je voor elkaar betekent.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier