Mentors in de mode: ‘Ook al nader ik mijn pensioen, ik wil nog heel lang mijn expertise doorgeven’
Als beginner is het niet gemakkelijk om je weg te vinden in de modewereld. Een mentor die je de kneepjes van het vak leert is dan een relatie om te koesteren. “Jonge mensen worden aangetrokken door je knowhow.”
Als docente aan het Antwerpse Sint-Lucas en de modeafdeling van de Academie vormt voormalig ontwerpster Anne Kurris (63) de creatievelingen van morgen. Onder meer handtassenontwerpster Annelies Timmermans (38) vond in Kurris een mentor die haar op weg hielp aan het begin van haar carrière.
Annelies: “Eigenlijk wilde ik vanaf het begin de mode ingaan. Uiteindelijk koos ik voor een studie grafische vormgeving omdat de modeopleiding me te beperkt leek. Ik dacht dat ik met grafische skills later ook wel in de modesector zou terechtkunnen. Bij het maken van mijn eindwerk wilde ik toch graag een collectie maken met prints en stoffen, in plaats van louter een boek of magazine. Ik vond daarvoor geen aansluiting bij mijn docenten, die naar eigen zeggen niets van die wereld kenden. Ze raadden me aan om eens bij Anne aan te kloppen gezien haar ervaring. Zij was meteen enthousiast en heeft me een snelcursus gegeven in de Belgische mode. (tot Anne) Ik weet nog dat je me een stapel tijdschriften van onder andere Margiela meegaf en zei: ‘Die moet je eerst eens goed lezen!’”
Anne: “Ik ben zelf geen modeontwerper van opleiding, maar ik ben daar ook later in gerold. Net als Annelies was ik een autodidact toen ik met mijn kindercollectie begon. Als het in je zit, komt het er op een gegeven moment wel uit, met vallen en opstaan. Er was dus meteen een zekere herkenning, en ik merkte ook haar kwaliteiten op, met haar uitgepuurde vormen en grafische benadering. Aangezien ik al jarenlang de portfolio’s van de masters begeleid aan de modeafdeling van de Antwerpse Academie, hebben we op dezelfde manier Annelies’ collectie ontleed: welk verhaal wil je vertellen? Hoe breng je dat over?”
Het feit dat je iemand grote sprongen ziet maken en dat jouw advies daarbij heeft geholpen, is de reden dat ik dit zo graag doe.
Annelies: “Ook na mijn afstuderen heb ik veel aan Anne gehad. Ik was naar Milaan vertrokken, waar ik eerst werkte en later mijn eigen collectie opstartte. Toen ik besloot om terug naar België te keren, heeft Anne me meteen een job aangeboden. Ik heb toen een paar seizoenen de prints voor haar kindercollecties ontworpen. Tegelijkertijd mocht ik haar showroom gebruiken voor mijn eerste verkoopmomenten. Ik zie mijn tassen er nog hangen. Anne is een grote hulp geweest voor mij. Een van de belangrijkste dingen die ze me heeft geleerd is de juiste prijszettingen kiezen. ‘Je moet de juiste prijs vragen voor kwaliteit’, overtuigde ze me. Ook op het vlak van de opbouw van een collectie en alle aspecten die bij een zaak komen kijken, neem ik vandaag nog steeds veel van wat ze me leerde mee. Op dat vlak verschilt kinderkleding niet zo van tassen.”
Anne: “Ik geloof niet dat ik een bepalende factor ben geweest in je carrière. Ook als ik er niet was geweest, zou jij er uiteindelijk geraakt zijn. Het is je passie en ook buitenstaanders hebben onmiddellijk je talent gezien. Alleen al het feit dat je nu voor een internationaal gerenommeerde ontwerper als Christian Wijnants mag werken, is een groot compliment. Als docent is het altijd leuk om studenten te zien openbloeien. Mijn expertise doorgeven aan jonge mensen is dan ook iets dat ik nog lang wil doen, ook al nadert die pensioenleeftijd. Het feit dat je iemand grote sprongen ziet maken en dat jouw advies daarbij heeft geholpen, is de reden dat ik dit zo graag doe. Sinds kort werk ik ook voor Duo for A Job, een organisatie die nieuwkomers in België coacht bij het vinden van werk. Zo heb ik onlangs iemand voor het eerst aan werk geholpen, bij een bedrijf dat museumtentoonstellingen creëert en installeert, onder andere voor het MoMu.”
Hoewel ontwerper Ilia Sigi Eckardt (42) van Maison Tricot en Gloria! Gloria! de liefde voor breigoed in de eerste plaats van zijn moeder meekreeg, noemt hij ook Ludo Cousy (70) van het gelijknamige gerenommeerde breigoedatelier zijn mentor.
Ilia: “Ik ben letterlijk opgegroeid tussen het breiwerk. Mijn moeder (ontwerpster Hilde Frunt, red.) leerde me al op jonge leeftijd hoe je met priemen of een handbreimachine de meest uiteenlopende creaties kon maken. Als kind was ik haar dan ook vaak aan aan het helpen, door koordjes te draaien of franjes aan sjaals te zetten. Toch was het pas nadat ik een marketingstudie had afgerond dat ik besefte dat ik in die knitwearwereld verder wilde. Omdat ik voelde dat er nog veel meer te ontdekken was dan het atelier van mijn moeder, ben ik bij Cousy beland. Ik wilde ook het technische verhaal op grotere schaal ervaren. Ludo is een expert op het vlak van breigoed, misschien zelfs een goeroe. (lacht) Ontwerpers als Dries Van Noten, Walter Van Beirendonck en Christian Wijnants zijn al jaren vaste klant.”
Ludo: “Hilde ken ik natuurlijk al langer, maar Ilia had ik nog nooit ontmoet toen hij bij ons kwam aankloppen. Wat ik me nog zeer goed herinner, is zijn enthousiasme. Wat we ook vroegen, we kregen nooit ‘nee’ te horen. Ilia was altijd bereid om dingen uit te proberen. Als atelier hielden we het bewust kleinschalig, maar hebben we altijd opengestaan voor uiteenlopende opdrachten, met vooral een mooi eindresultaat als doel.”
Ik sleep een ervaring mee van meer dan veertig jaar, die geef je automatisch door wanneer je je job altijd graag hebt gedaan.
Ludo Cousy
Ilia: “De belangrijkste les die ik van Ludo heb geleerd in de vijf jaar dat ik in het atelier werkte? Probeer steeds opnieuw dingen voor het eerst te doen, blijf constant vernieuwen. Door te spelen met breisteken, wasbeurten, spanningen, materialen en nieuwe machines werkt hij constant op het scherp van de snede. (tot Ludo) Dat is ook de reden dat jij nog niet gestopt bent, denk ik. Als je alleen maar merinotruien met een kraagje zou moeten maken, zat je hier vast niet meer.”
Ludo: “We worden zeker uitgedaagd door de ontwerpers in ons klantenbestand. Zij vertellen ons hun idee, wij proberen dat te vertalen naar een technische oplossing. Dikwijls stellen we onszelf de vraag: hoe gaan we dit nu weer klaarspelen? Zo zei Raf Simons ooit dat zijn collectie eruit moest zien als een ziekte. De kleren die we toen hebben gemaakt, zagen er effectief redelijk ziek uit. (lacht) Net als wij had Ilia altijd al zin om op zoek te gaan naar een oplossing. Het is in de eerste plaats omdat ik ervan geniet om die jonge generatie met evenveel passie bezig te zien dat ik hier op mijn zeventigste nog rondloop.”
Ilia: “Je vindt de term mentor een beetje ongemakkelijk, maar toch is het een rol die je heel natuurlijk afgaat. Heel veel jonge mensen worden aangetrokken door je knowhow en je passie straalt op hen af. Wanneer ik lezingen geef aan studenten, doe ik nog steeds een beroep op kennis die ik bij jou opdeed, van pasvormen tot hoe je een mouw inzet. Ik denk dat je niet beseft hoeveel je me hebt geleerd. Het is dan ook heel leuk dat we vandaag nog steeds samenwerken, zoals voor het nieuwe modelabel AAF van Coldplay-bassist Guy Berryman en verschillende interieurprojecten.”
Ludo: “Ik sleep een ervaring mee van meer dan veertig jaar, die geef je automatisch door wanneer je je job altijd graag hebt gedaan. Dat mensen vanuit Frankrijk, Zwitserland en Denemarken naar het mooie Zottegem komen, speciaal om hier te werken, dat is toch fantastisch? Wanneer studenten van de Modeacademie hier op bezoek komen, voel ik me soms de laatste der Mohikanen. Het geeft dus voldoening om te weten dat je werk zal worden verdergezet.”
Toen ze begon als visagiste was het de grote droom van Florence Teerlinck (33) om ooit samen te werken met de internationaal gerenommeerde make-upartiest Inge Grognard (63). Een onverwachte gezamenlijke shoot in Londen zou de eerste worden van vele samenwerkingen voor internationale modehuizen en producties.
Inge: “Ik was in Londen voor een job voor A Magazine, maar die shoot liep ongelooflijk uit, terwijl ik eigenlijk diezelfde avond nog terug naar België moest. Omdat het meer werk was dan gepland, hebben we de hulp van Florence ingeschakeld, van wie ik via een collega al had vernomen dat ze graag eens met mij wilde werken.”
Florence: “Ik was destijds naar Londen verhuisd omdat ik graag bepaalde mensen wilde assisteren als make-upartiest. Inge was de nummer één op mijn lijstje. Ik twijfelde dus geen seconde. (tegen Inge) Uiteindelijk ben jij toen nog gebleven voor de hele shoot. We hadden vrijwel meteen een hele goede persoonlijke klik. Intussen werken we zo’n zeven jaar samen. Je bent naast mijn mentor ook gewoon een vriendin geworden, haast een moederfiguur.” (lacht)
Inge: “Ik kan Florence met mijn ogen dicht vertrouwen. Ze is heel organisatorisch ingesteld, gaat steeds de volledige checklist af en zet iedereen aan het werk. Ook op creatief vlak heeft ze goede ideeën en begrijpt ze mijn visie helemaal. Iemand aan je zijde hebben die je idee helemaal kan volgen en uitwerken, is ontzettend belangrijk als make-upartiest. Ik neem zelden nog zelf een penseel vast wanneer we shows voorbereiden. We zijn intussen gewoon heel goed op elkaar ingespeeld.”
Florence: “Inge heeft een heel rauwe stijl, heel puur, en soms is die moeilijk uit te leggen aan nieuwe teamleden. Je moet heel vaak tegen je hand in werken. De perfecte lip leert iedereen tijdens zijn opleiding, maar wanneer er een bepaalde hoek af moet, is technisch onderbouwd zijn niet voldoende. Je moet die stijl dan ook echt begrijpen. Dat zijn dingen die je niet oppikt op school, of zelfs bij weinig andere artiesten. Als er een les is die ik meekreeg van Inge, is het wel om je altijd te durven onderscheiden.”
De volgende generatie zal de dingen verderzetten op haar manier, maar ik hoop ergens een aanzet gegeven te hebben in hun denken.
Inge Grognard
Inge: “Van Florence heb ik dan weer geleerd dat ik af en toe moet dimmen. (lacht) Al onze projecten starten trouwens hier, in mijn keuken. En altijd met een glaasje wijn.”
Florence: “Eerst tetteren we wat, tussen de soep en patatten, en wisselen we ideeën uit. Tijdens corona hebben we ook aan deze tafel de kleuren bepaald van de make-uplijn van Dries Van Noten. Alle pigmenten werden naar Inge thuis opgestuurd, waar we ze uitvoerig hebben uitgetest. Binnenkort zitten we hier weer voor de voorbereiding van de show van Balenciaga in oktober.”
Inge: “De volgende generatie, zoals Florence, zal de dingen verderzetten op haar manier, maar toch hoop ik ergens een aanzet gegeven te hebben in hun denken. Niet dat ik wil dat ze hetzelfde doen als ik, integendeel: het is de bedoeling dat je als visagist je eigen stempel ontwikkelt. Wel hoop ik dat ik met mijn werk mensen geïnspireerd heb, al denk ik wel dat dat zo is als ik rondkijk in de sector. Maar voor de duidelijkheid: ik denk nog helemaal niet aan stoppen, hoor.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier