Is tweedehands mode te mooi om waar te zijn? De valkuilen en de oplossingen
Tweedehands shoppen is – zeker bij jongeren – enorm hip. Een goede zaak, want zo moeten er minder nieuwe kledingstukken geproduceerd worden. Is tweedehands mode dé duurzame oplossing voor overconsumptie of zit er een addertje onder het gras?
Dat de kleding- en textielsector naast prachtige en creatieve projecten ook minder fraaie zaken voorbrengt, weten de meeste mensen intussen. Hoe erg het gesteld is, is misschien minder bekend. Daarom starten we dit artikel met een korte introductie tot de strapatsen van de mode-industrie.
Zeeën en bergen vol plastic
De sector is verantwoordelijk voor ongeveer twintig procent van de globale watervervuiling door het verven en afwerken van producten. Door het wassen van synthetische kleding belanden er jaarlijks 0.5 miljoen ton microplastics in onze oceanen en tien procent van de globale broeikasgasuitstoot wordt veroorzaakt door de kleding- en schoenensector.
Sinds 1996 is de hoeveelheid kleding die in de EU per persoon wordt gekocht bovendien met 40 procent toegenomen als gevolg van een scherpe prijsdaling. De voorbije vijftien jaar zou dit cijfer zelfs zijn gestegen naar 60 procent, terwijl we de kleding maar voor de helft zo lang bijhouden en dragen. Van de 26 kilo textiel die een Europeaan per jaar gebruikt, wordt er 11 kilo weggegooid. Een deel van het afgedankte textiel wordt gedoneerd, maar het merendeel wordt verbrand of gestort op een vuilnisbelt (87 procent).
Omdat in fast fashion kledij allerlei verschillende materialen gemixt worden, is het materiaal na gebruik minder makkelijk te recycleren. Ook staan de technologische ontwikkelingen om te recycleren nog in hun kinderschoenen en is het proces niet goedkoop. Het gevolg? Momenteel wordt er slechts 1 procent van de afgedankte kleding gerecycleerd tot nieuwe kledij en wordt 12 procent gedegradeerd tot een product van minder waarde.
Soms gebeurt het afdanken van kleding al eerder in de keten. Zo worden onverkochte kledingstukken van mainstream modemerken zelden hergebruikt. Collecties waar er teveel van werd geproduceerd of teruggestuurde stuks worden vaak gedumpt op de afvalberg of verbrand. Zo vinden ze in de afvalbergen in de Chileense Atacamawoestijn soms kleding met het prijsetiket nog aan. Dit soort praktijken zijn schadelijk voor het milieu, complete geldverspilling en respectloos. Beeld je eens in dat jouw harde werk zonder pardon verfrommeld in het hoekje van een kast beland of – erger nog – op de stortplaats.
100 tweedehandsstuks voorkomen de productie van 60 tot 85 nieuwe kledingstukken
Gebrek aan respect en mensenrechtenschendingen zijn in de productieketen helaas schering en inslag. De prijs voor de goedkope kledij wordt betaald door de textielarbeiders die in heel wat gevallen geen leefbaar loon krijgen en in gevaarlijke en mensonterende situaties moeten werken.
Een ver-van-mijn-bedshow is dit overigens niet, want België hoort bij de top vijf van textielvervuilers van Europa. Tijd voor verandering dus.
Tweedehands is booming
Tweedehands shoppen wordt genoemd als een van de oplossingen voor de negatieve gevolgen van ‘wegwerp’-mode. 100 tweedehandsstuks voorkomen immers de productie van 60 tot 85 nieuwe kledingstukken (afhankelijk van waar het hergebruik plaatsvindt). Omdat tweedehands meestal minder kost dan nieuw is het voor jongeren een handig alternatief voor kleding van fast fashion-ketens.
Sociologe Elena Pease ronde haar Master aan de Universiteit van Gent af met een thesis over tweedehandsmode en jongeren. ‘Secondhand clothes, second chance mindset?’ doopte ze het prijswinnende onderzoek, waarin ze de motivaties van jongeren om tweedehands kleding te kopen bestudeert en onderzoekt wat de valkuilen zijn.
‘Tweedehands shoppen is enorm populair en het aantal mensen dat tweedehands kleding koopt zwelt steeds aan’, vertelt de sociologe. Een studie uitgevoerd door OVAM (Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaams Gewest) toont aan dat 65 procent van de deelnemers aan de survey al tweedehands kocht of verkocht. Van alle tweedehandsitems zijn kledingstukken het populairst. De fysieke tweedehandswinkels doen het goed, maar ook online is er steeds meer keuze. Iedereen kent wel iemand die actief is op de app Vinted of via Tweedehands.be, Marktplaats of Facebook Market koopt of verkoopt.
In 2019 was de tweedehandsmarkt volgens een rapport van ThredUp en GlobalData al 28 miljard dollar waard. Volgens het rapport zal dit zelfs groeien tot 64 miljard dollar in 2024.
Diverse motivaties
Toch is het niet zo dat jongeren tweedehands mode enkel kopen omwille van het milieu, vertelt Pease. ‘Er spelen ook heel wat andere factoren een rol, waaronder ethische en financiële beweegredenen. Sommigen vinden het ook gewoon gezellig. Tijdens mijn gesprekken met jongeren vielen drie soorten tweedehandsshoppers op: de koopjesjagers, de speurders naar unieke stuks en de shoppers die ecologisch en ethisch willen kopen.’ Andere onderzoeken bevestigen deze motivaties en stellen dat de lage prijs de belangrijkste reden is voor consumenten om tweedehands te kopen.
In het onderzoek van Elena Pease wordt over de lage prijs van tweedehandskleding ook een interessante paradox belicht. Hoewel je zou verwachten dat mensen met minder economische middelen vaker tweedehands kopen, is dit niet altijd het geval. Dit heeft bijvoorbeeld te maken met de angst dat tweedehandsshoppen zal onthullen dat ze een lagere economische status hebben dan gemiddeld. In de plaats daarvan kopen ze liever nieuwe stuks om niet gestigmatiseerd te worden.
Wanneer de consument denkt dat het geen kwaad kan om met een goed gevulde shoppingtas naar huis te keren, wordt de consumptiedrang aangewakkerd.
Voor mensen met meer geld op de bankrekening is tweedehands shoppen dan weer wel interessant op vlak van status. Ze kunnen er namelijk indirect mee tonen dat ze weten hoe de vork in de steel zit en dat ze inzitten met de ethische en ecologische problemen van de mainstream mode.
Deze groep heeft de financiële flexibiliteit om zich zorgen te maken over het klimaat en ethische issues, en bijgevolg ook tijd om uit te dokteren waar ze hun tweedehands fashion fix kunnen scoren. ‘Het is dus zeker niet mijn bedoeling om met de vinger te wijzen naar mensen die bij fast fashion-ketens en mainstream merken shoppen,’ klinkt het bij Pease. ‘Niet iedereen heeft de tijd en mentale draagkracht om te kunnen struinen tussen de tweedehandswinkels of online vintage koopjes te vinden.’
Struikelblokken
Dat er niet altijd tweedehands wordt geshopt omwille van duurzaamheidsredenen zou an sich geen probleem zijn – het doel wordt immers bereikt – ware het niet dat er wel wat struikelblokken opdoemen.
Hoe meer je koopt, hoe meer je uiteindelijk zult afdanken. Het geeft ketens de boodschap dat minder produceren niet nodig is
‘Wanneer we uit goede bedoelingen per ongeluk het bestaande, gebrekkige systeem voeden, ontstaat er een paradox,’ legt Pease uit. Hoe meer duurzame producten er beschikbaar zijn, hoe vaker mensen deze optie zullen kiezen. Helaas resulteert dit vaak in méér aankopen. Dit fenomeen noemt men de Jevons paradox: omdat de consument denkt dat het geen kwaad kan om met een goed gevulde shoppingtas naar huis te keren, wordt de consumptiedrang aangewakkerd.
Vervolgens belandt een deel van de items ongedragen in de kledingkast, waar de inactieve stuks zich opstapelen. Na een opruimactie – does it spark joy? – belanden er uiteindelijk meer kledingstukken in de vuilnisbak, in kledingcontainers, bij de Kringwinkel of andere plaatsen waar je kleding kunt doneren. ‘Hoe meer duurzamere opties er zijn en hoe vaker je de trends opvolgt, hoe sneller je de kleding gaat afdanken.’
De populariteit van tweedehandsmode leidt dus tot uitpuilende kledingkasten. Sociale mediaplatformen zoals YouTube, Instagram en TikTok doen ook een duit in het zakje. Thrifting is enorm populair op deze platformen, denk maar aan de thrift haul video’s waarbij influencers tonen wat ze allemaal gescoord hebben in een tweedehandsshop of de hashtag #ThriftTok. Als snel verschuift de focus van een duurzaam alternatief voor fast fashion naar een winstgevende online business, waarbij inkomsten boven ethiek staan. Likes sturen de overconsumptie aan.
‘We zien ook dat mensen goedkope tweedehandskleding opkopen om vervolgens opnieuw te verkopen met winst,’ legt Elena Pease uit. Soms zijn deze items zelfs niet tweedehands, maar nieuw: ultra fast fashion merken bieden kleding aan dumpingprijzen aan, waardoor consumenten ze zonder nadenken in hun winkelmandje laden en al snel terug beu zijn of zelfs nooit dragen. Ook deze stuks komen dan in het tweedehandscircuit terecht. Het gevolg? Het kapitalistische systeem dat overconsumptie in de hand werkt blijft doorrazen en de prijzen van tweedehandskleding gaan omhoog.
De meeste mensen kopen niet louter tweedehands, maar vullen hun kledingkast aan met nieuwe kleding. Zelfs diegenen die enkel tweedehands shoppen, maar wel véél kleding aankopen, houden de fast fashiongedachtengang in stand, stelt Elena Pease. ‘Hoe meer je koopt, hoe meer je uiteindelijk zult afdanken. Het geeft ketens de boodschap dat minder produceren niet nodig is. Het hardnekkige idee dat er steeds nieuwe, trendy outfits “nodig” zijn, blijft voortleven. Men zegt wel eens dat je kunt stemmen met je portemonnee, maar het is belangrijk dat te nuanceren. Het klopt dat kiezen voor duurzame merken of tweedehandsmode duurzamer is dan nieuwe stuks kopen bij onethische ketens, maar als dit niet met mate gebeurt, bekrachtigt het evengoed het systeem van overproductie.’
Greenwashing
Fast fashion ketens springen ook op de kar en organiseren inzamelacties van afgedankte mode. Wie oude kleding binnenbrengt bij deze ketens, krijgt een kortingsbon. Met zo’n bon in je handen, moet je al stevig in je schoenen staan om neen te zeggen tegen de lokroep van de nieuwe collecties. Mensen die doneren wandelen dus vaak naar buiten met nieuwe aankopen, die vervolgens weer afgedankt kunnen worden. Het is een vicieuze cirkel waarbij consumptie en productie elkaar continu aanwakkeren. ‘Dit soort inzamelacties in fast fashion ketens zijn eerder greenwashing dan een echte poging om het systeem te verduurzamen’, licht Elena Pease toe.
Doordat veel mensen tegelijkertijd met dezelfde problematiek bezig zijn, wordt er verandering in gang gezet
En wat met de kleding die gedoneerd werd? Ook daar zit een addertje onder het gras. ‘Er zijn verschillen tussen de containers, maar wat zeker is, is dat er heel wat afgedankte kleding uit westerse landen uiteindelijk in het Globale Zuiden belandt. Daar verstoort het de lokale markt en komt het uiteindelijk op de afvalbergen terecht. Het is dus een illusie te denken dat we eindeloos kunnen blijven shoppen als het maar tweedehands is, en zo géén schade berokkenen aan de planeet.’
Hoe makkelijker je van je oude kleding afgeraakt, hoe sneller er plaats vrijkomt in je kleerkast om nieuwe items aan te schaffen. ‘De opmars van apps zoals Vinted heeft als schaduwzijde dat mensen in één klik afgedankte kleding kunnen verkopen. Met het geld dat ze verdienen kunnen ze zelf een tweedehandsstuk kopen, maar evengoed nieuwe kleding shoppen.’
Beloning
‘Frappant aan onze cultuur is dat mensen zichzelf routineus belonen met shoppen. In de interviews met jongeren die ik deed kwam dit vaak terug: ze shoppen omdat ze zichzelf iets willen gunnen. Dit zorgt er ook voor dat ze niet graag met lege handen naar huis gaan, zelfs niet wanneer ze een tweedehandsshop bezoeken. Ook al vinden ze niet dat ene item waar ze verliefd op worden, toch kopen ze iets om zichzelf te belonen.’ Herkenbaar? De meesten onder ons hebben zich al eens laten vangen door miskopen en retail therapy.
‘Er is vaak een mismatch tussen wat iemand wil en wat iemand doet. Zo zijn er best veel jongeren die het belangrijk vinden om duurzaam te zijn, maar toch veel kleding hebben’, stelt Pease. ‘De jongeren vertelden dat ze volop bezig zijn met hun eigen stijl te zoeken en zichzelf te ontdekken. Voor hen hoort experimenteren met kleding bij opgroeien. Ze willen zichzelf kunnen uitdrukken door middel van hun kledingkast. Het is interessant om hierover na te denken: wat is de oorzaak van deze gedachtegang? Hoe komt het dat ze tussen verschillende stijlen heen en weer worden geslingerd?’
Van de jurk die ze op Erasmus kochten tot een hemd dat nog van hun opa is geweest: dit zijn steevast de kledingstukken waar mensen het meest zorg voor dragen
‘Toch is het positief dat bij de jongeren die ik sprak de eerste stap al is gezet. Ze zijn zich bewust van het belang van duurzaamheid en willen ernaar handelen. Doordat veel mensen tegelijkertijd met dezelfde problematiek bezig zijn, wordt er verandering in gang gezet’, vindt Pease.
Op naar minder en beter
Voor we de handdoek in de ring gooien, het goede nieuws: valkuilen leren herkennen, helpt ook om ze te vermijden. ‘Er zijn veel manieren om duurzaam om te gaan met mode en tweedehands kleding. Ondanks de moeilijkheden, blijf ik zelf nog steeds fan van tweedehands, en vooral van kringloopprojecten die een opstap naar de reguliere arbeidsmarkt kunnen bieden. Hoe beter we begrijpen wat een duurzame toekomst in de weg staat, hoe makkelijker we beslissingen kunnen nemen die de weg plaveien naar een alternatief, trager systeem’, klinkt het bij Pease. ‘Slow fashion is voor iedereen beter. Neem de gejaagdheid weg en er komt respect in de plaats. ’
Voor haar onderzoek werkte de sociologe met het concept van Wardrobe Studies. ‘Dat zijnInterviews bij de kledingkast van de respondenten. De vragen gaan op die manier dieper dan enkel de motivatie om tweedehands te kopen. Al snel wordt duidelijk dat mode een sociaal begrip is en dat emoties veel impact hebben op hoe we omgaan met onze kleding. De jongeren koesteren de kledingstukken waar een verhaal aan vasthangt het meest. Van de jurk die ze op Erasmus kochten tot een hemd dat nog van hun opa is geweest: dit zijn steevast de kledingstukken waar ze het meest zorg voor dragen. Ook trots is trouwens een emotie, dus een koopje dat ze scoorden tijdens een super leuke dag met vrienden kan evengoed zorgen voor een band met een kledingstuk. Je kunt het vergelijken met de nostalgie die mensen voelen naar muziek uit hun puberteit. De heftige emoties die vastkleven aan de liedjes maken dat ze deze muziek nog steeds graag horen.’
De sociologe raadt iedereen aan om gesprekken te voeren over kleding. Het helpt om te ontdekken hoeveel kleding je hebt en waarom je bepaalde stuks wel of niet draagt en het zet een bewustwording in gang.
‘Een heel goed stappenplan om als leidraad te gebruiken is de Buyerarchy of needs van de Canadese illustrator Sarah Lazarovic, een knipoog naar de ‘Hierarchy of needs’ van psycholoog Abraham Maslow. Onderaan de piramide van de Buyerarchy staat ‘gebruik wat je al hebt’. Dat is altijd de eerste stap die je zou moeten zetten. Kijk in je kledingkast en maak nieuwe combinaties, herontdek vergeten stuks en koester wat je bezit. De volgende lagen zijn: lenen, swappen, thriften, maken en kopen als laatste. Als je deze volgorde hanteert, is je ecologische impact kleiner, ben je meer tevreden met je kleerkast en wordt mode des te meer een sociaal gegeven.’
Concrete tips om duurzaam te genieten van mode
– Take it slow: denk rustig na vooraleer je iets nieuws koopt. Een coup de foudre is enkele uren of dagen later soms al afgekoeld. Probeer kritisch te zijn over trends: is dit echt iets voor mij? Ga ik het graag dragen? Zal het volgend jaar nog ‘in’ zijn? Ook voor tweedehandsstuks geldt dit. Goedkoop is niet altijd een goede koop.
– Wees je ervan bewust dat iedereen, ook jij, beïnvloed wordt door buitenaf. Zowel sociale media als je sociale kringen bepalen mee hoe jij denkt over mode. Blok niet iedereen met een andere mening af, maar praat erover. Zoek de common ground.
– Wie kinderen heeft doet het vast al, maar ook volwassenen kunnen op deze manier te werk gaan: trek je kleerkast open en ruil, schenk of leen wat je zelf niet meer draagt. In groep kleding uitlenen, ruilen of geven zorgt trouwens ook voor inspiratie. Hoe iemand anders jouw kleding combineert kan een nieuwe kijk geven op wat je al hebt. Bovendien is het ook gewoon gezellig. Wanneer je een item uitleent, krijg je ook de kans om na te denken of je het stuk mist terwijl het een tijdelijke nieuwe drager heeft.
– Probeer eens een kledingbibliotheek uit en huur kleding. In België kun je daarvoor terecht bij Dressr, Prêt-à-Louer, Rierie & Momo Collective.
– Trek naar swap events: dit soort ruilevents zijn een mooi alternatief op tweedehands shoppen.
– Gooi kleding die stuk is of niet meer past niet meteen weg. Laat het herstellen of ga zelf aan de slag. Van retoucheateliers tot repair cafés: er is voor elk wat wils.
– Toch op zoek naar een manier om kleding af te danken? Ga langs bij de Kringwinkel.
– Richt je kledingkast zo in dat je al je kleding kunt zien. Wat in het zicht ligt, doe je sneller aan. Zijn er toch nog stuks waar je nooit naar grijpt? Dan is het tijd om te ruilen, schenken of doneren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier