Hoe schoon zijn onze schoenen? De problemen van de schoenenproductie in Indonesië
Heel wat Europese schoenenmerken laten hun producten maken in Indonesië. Dat verloopt niet altijd even ethisch. Lage lonen, overuren, weinig werkzekerheid en giftige stoffen zijn schering en inslag. Een recent rapport legt de pijnpunten bloot.
Het Europese project Change your Shoes deed onderzoek naar de situatie in de schoenenindustrie in Indonesië. Waarom net daar? Omdat Indonesië een van de grootste producerende landen is in de schoenenmarkt, samen met China, India en Vietnam. Er worden jaarlijks een miljard paar schoenen geproduceerd. Verschillende onderaannemers lappen er echter de gedragscodes aan hun laars, wat resulteert in oneerlijke handel. Tijdens het onderzoek werkten er ongeveer 400.000 Indonesiërs in de ledersector.
Verschillende onderaannemers lappen de gedragscodes aan hun laars, wat resulteert in oneerlijke handel.
De campagne Change your Shoes is een samenwerking tussen achttien Europese en Aziatische ngo’s. In hun recente rapport, No Excuses for Homework, verzamelden ze feiten en getuigenissen van meer dan honderdveertig arbeiders uit vier fabrieken. De fabrieken waar ze onderzoek deden zijn drie aannemers en een onderaannemer van Europese schoenenbedrijven. PT Prima Dinamaka Sentosa, de onderaannemer van het Deense schoenenmerk Ecco, en de Duitse keten Deichmann komen herhaaldelijk voor in het rapport.
Moeilijkheden
Arbeiders in de Indonesische schoenenindustrie hebben vaak geen nationale sociale zekerheid. Sommigen gaven aan niet eens te weten dat er zoiets bestaat als sociale zekerheid. Ze kunnen zich maar moeilijk organiseren in vakbonden, zeker wanneer deze vakbonden niet vanuit het management zelf werden opgestart. Onderhandelen over lonen en werktijden blijkt ook erg moeilijk. Aangezien er in de lederindustrie vaak gewerkt wordt met tijdelijke contracten, muizen de managers onder de standaardbescherming voor hun werknemers uit. De arbeiders gebruiken dagelijks toxische chemicaliën, zonder te weten hoe schadelijk ze zijn of genoeg beschermd te worden door hun werknemers.
Sommige arbeiders gaven aan niet te weten dat er zoiets bestaat als sociale zekerheid.
PT Prima Dinamaka Sentosa en Deichmann reageerden op het rapport door te stellen dat ze een goed overzicht hebben over hun keten. Maar Charlie Aronsson, projectmanager van Fairaction, een van de partners van de campagne, licht toe dat het probleem zich vooral situeert in de controlemechanismen.
Getuigenissen
Het rapport haalt enkele interviews met werknemers aan. Daarin wordt beschreven hoe de arbeiders iedere dag drie tot vier overuren presteren, omdat dat verwacht wordt van hun werknemers. ‘Ik moest overuren doen van mijn baas. Ik wilde dat niet doen, want ik miste mijn familie. Mijn overste liet me niet naar huis vertrekken’, klinkt het in een van de interviews. En ook de argwaan van de managers tegenover vakbonden komt herhaaldelijk terug. ‘Toen ik me aansloot bij een associatie van thuiswerkers en naar India ging met de ILO (de Internationale Arbeidsorganisatie) kreeg ik te horen van de fabriek dat ik een maand lang geschorst werd en ontving ik ook dreigementen.’
De minimumlonen in Indonesiu0026#xEB; zijn in alle regio’s lager dan een leefbaar loon
Alle werknemers, met uitzondering van die van PT Ecco, gaven ook aan dat hun loon (samen met betaalde overuren) niet genoeg is om te voldoen aan basisbehoeften. Daarom blijven ze ook massaal overuren kloppen, om toch maar eten te kunnen voorzien voor hun gezin. De minimumlonen in Indonesië zijn in alle regio’s lager dan een leefbaar loon. De arbeiders die dus zes dagen per week werken, iedere dag minstens drie uur langer werken dan voorzien in omstandigheden die niet gezond zijn voor hen, verdienen nog steeds niet genoeg om hun gezin op een leefbare manier te onderhouden.
Transparantie
Volgens Charlie Aronsson is er, in vergelijking met de bredere sector van de mode, minder transparantie in de schoenenindustrie. Daardoor is het moeilij voor consumenten om ethisch verantwoordelijk te handelen. De consument kan volgens hem wel bijdragen en druk uitoefenen op schoenenproducenten door de medewerkers van schoenenmerken, ook in de winkels, vragen te stellen over de herkomst van de schoenen. ‘Het kan merken aanmoedigen om bijvoorbeeld een lijst van leveranciers op hun website te plaatsen,’ licht hij toe.
Rank a Brand maakt zich klaar voor een onderzoek naar de duurzaamheid van de schoenensector. Daar kunnen ze nog bijdragen voor gebruiken. Via een crowdfunding zamelen ze geld in om verschillende schoenenmerken onder de loep te kunnen nemen.
(IPS/LP)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier