Allesbehalve stoffig: hoe het internet naaien makkelijker, inclusiever en socialer maakt

© Getty Images
Nathalie Le Blanc
Nathalie Le Blanc Journalist Knack Weekend

Zelf je kleding naaien ging de laatste vijftig jaar van doodnormaal naar kneuterig en nu zowaar naar ietwat hip. De drempel om eraan te beginnen is vandaag een stuk lager en dankzij nieuwe initiatieven en het internet zijn de mogelijkheden eindeloos. Kortom: naaien is anno 2024 zo veel leuker geworden, schrijft journalist Nathalie Le Blanc, zelf een fervent naaier.

Ik naai al veertig jaar en maak zo’n beetje alles, van winterjassen tot negligés. De meeste vrouwen die ik als kind in de jaren 70 kende naaiden, dus ging ik dat als tiener ook doen. Soms naaide ik aan de lopende band, soms hele periodes niet, maar in 2019 besliste ik om geen kleren meer te kopen en zo veel mogelijk zelf te maken. Omdat ik van fast fashion af wilde, omdat ik chagrijnig werd van het kleine aanbod leuke kleren in mijn ondertussen grote maat, om mijn gigantische verzameling stof weg te werken, maar vooral ook omdat naaien het laatste decennium een stuk leuker geworden is. En dat is niet alleen voor mij zo. ‘Het is vandaag een win-win-winhobby’, vertelt Evelien Cabie van Notches, een Belgisch onlinepatroonmerk. ‘Vroeger streefde men bij het naaien naar kleren die perfect gemaakt waren, vandaag gaat het over creativiteit, je individuele stijl en tijd voor jezelf.’

Minder gedoe

Toen ik in de jaren 80 leerde naaien, was dat een technisch en traag proces. Je tekende eerst je patroon over van een verwarrend, veelkleurig raderblad op patroonpapier. Dat patroon werd vervolgens uit je stof geknipt, en met de hand met lussen in rijgdraad op die stof overgebracht. Daarna werd alles met grote steken met de hand in elkaar genaaid, zodat je het kon passen. Pas na vele, vele uren voorbereidend werk ging je naaimachine aan. Er zit nog rijgdraad in mijn naaidoos, maar ik gebruik het zelden en het is een jaar of drie geleden dat ik – voor een aanpassende blazer – nog iets in elkaar heb geregen. Alles is vandaag een stuk eenvoudiger en sneller.

Onze patronen gaan tot 62. Er zijn weinig mensen met die maat maar we doen dat uit principe: iedereen moet bij ons terechtkunnen.

Evelien Cabie

Onze kledingstijl is de afgelopen decennia veranderd. We kleden ons losser en meer casual dan ooit, vertelt Catherine Everaert, die al veertig jaar lesgeeft in het volwassenenonderwijs. ‘Die omslachtige technieken worden niet meer standaard aangeleerd vandaag, al leg ik lussen en rijgen wel uit, want ze blijven handig bij complexe patronen. Let op, we flansen geen dingen in elkaar. Vakkundigheid blijft belangrijk, ook al is de techniek eenvoudiger en maken we dingen die vrij snel klaar zijn.’ Flansen moet niet, weet ook Mila Moisio van het Finse naaiblad Tauko. ‘Vroeger was naaien iets mysterieus, er was maar één manier om dingen te doen en die was meestal moeilijk. Vandaag weten we dat er honderden manieren zijn om hetzelfde te bereiken.’

Eigen baas

Max Niereisel is modeontwerper, onder andere voor Topvintage, en geeft naaicursussen. ‘Jonge mensen zijn in deze digitale tijd op zoek naar iets tastbaars. Ze willen materialen ontdekken, skills leren en iets individueels maken. Een van de troeven daarvan: ze zijn directeur van het proces. Dat is een mooi ding in een tijd van fast fashion, waarin veel mensen amper weten hoe ze een knoop moeten aannaaien. Het is leuk om te zien hoe er bij heel wat leerlingen na een paar weken een soort lampje aangaat als ze ontdekken wat ze allemaal kunnen, en daar creatief mee aan de slag gaan.’ Max’ leerlingen zijn vaak millennials, dus snelheid is belangrijk, lacht hij. ‘Bij absolute beginners starten we met basistechnieken en maken we een kimono, daarna zoeken we uit wat ze nog willen leren. Vaak komt de vraag naar reparaties, veel leerlingen willen vintage kleding aanpassen of iets namaken wat in hun kast hangt. Het is resultaatgericht en het moet leuk blijven. Je kunt het bovendien zo goedkoop of duur maken als je zelf wilt.’

© GF

Er zijn zelfmakers die hun eigen patronen tekenen, maar de meerderheid haalde tot pakweg tien jaar geleden zijn modellen in Burda, Knip en – als het wat extravaganter mocht – Vogue. Degelijke patronen, weet Catherine Everaert. ‘Maar de raderbladen zijn complex en de beschrijvingen gaan uit van veel voorkennis. Dat is met de vele nieuwe patroonmerken van vandaag gelukkig anders.’ Dat is een bewuste keuze, legt Britt Guetens van Notches uit. ‘Als alles goed uitgelegd is, vaak met illustraties, heb je minder technische kennis nodig. Dat verlaagt de drempel.’

Cottagecore en Scandicool

Wat minstens even belangrijk is voor wie naait, is de explosie van nieuwe patroonmerken die moderne, interessante ontwerpen aanbieden, in alle mogelijke stijlen. Of je nu van cottagecore dan wel van Japans minimalisme houdt, liever voor Scandicool of vintagestijl kiest, of full on fashion wilt gaan, het aanbod is vandaag immens. En het is divers, dus de kans is reëel dat ze jouw maat aanbieden, ook al heb je geen 38. Er zijn nieuwe naaitijdschriften, maar de meeste patroonmakers bieden hun ontwerpen digitaal aan. Met die pdf kun je naar een copyshop, of je print hem thuis op A4 uit en kleeft de stukken aan elkaar. Wie geen geduld heeft, haalt met een paar klikken van de muis een patroon in huis, plukt een stuk stof uit zijn verzameling en kan meteen aan de slag.

Ons naaitijdschrift heeft wereldwijd lezers, dus zie je op sociale media soms gesprekken tussen een hipster uit Tokio en een huisvrouw uit Texas. Wat een geweldig idee dat zij misschien hetzelfde patroon maken.

Mila Moisio

‘Corona gaf die nieuwe patroonwereld een boost, maar het begon rond 2010, met naaiblogs en boeken zoals Allemaal rokjes van Madame Zsazsa’, legt Britt Guetens van Notches uit. ‘Evelien Cabie en ik begonnen in 2023 een eigen naaimerk en in september verschijnt ons nieuwe boek, 400 jurken. Of je nu beginner bent of ervaring hebt, wij maken patronen waar je niet alleen je maat maar ook de moeilijkheidsgraad kiest. Met of zonder rits, met of zonder rimpeling…’ Inclusiviteit is belangrijk, vertelt Cabie. ‘Onze patronen gaan tot 62. Er zijn weinig mensen met die maat, maar we doen dat uit principe: iedereen moet bij ons terechtkunnen.’ Slim, want nogal wat mensen halen een naaimachine boven omdat ze in de winkel niets vinden in hun stijl én hun maat. ‘Goed passende kleding voor elk figuur is een terugkerende motivatie voor wie gaat naaien’, weet ook Britt Guetens. ‘De juiste kleren zijn meer dan alleen mooi, ze doen ook wonderen voor ons zelfvertrouwen.’

Netwerk van naaiers

‘We willen naaien weghalen uit het wollige sfeertje’, vertelt Teresa Bosteels, oprichter en creatief directeur van Fibre Mood, een Belgisch platform voor patronen, met een tijdschrift en een website. ‘Er was nood aan een modernere vibe, als we een ander publiek wilden bereiken.’ Dat publiek bestaat uit vrouwen met een eigen stijl, die een eigen garderobe willen opbouwen, en naaien zien als een moment van me-time.’ Fibre Mood wil ook sociaal zijn: elkaar inspireren is een van de basisideeën. ‘We vragen de lezers om foto’s te delen, met ons én op sociale media. Wij tekenen de patronen, maar moedigen iedereen aan om er hun eigen ding mee te doen.’ De papieren versie van Fibre Mood is een groot succes in Frankrijk en de rest van Europa, de onlinepatronen verkopen wereldwijd, van Zuid-Korea tot Canada. ‘De Engelstalige markt is digitaal, en op papier liggen we niet alleen in boekhandels, maar ook in naai-en stoffenwinkels, waar de experts zitten die eventuele vragen kunnen beantwoorden.’

© Notches

Toen het duurzame modelabel van de Finse Kaisa Rissanen en Mila Moisio niet groeide zoals ze gehoopt hadden, begonnen ze in 2022 een naaitijdschrift. ‘De onlinenaaigemeenschap vindt net als wij duurzaamheid en diversiteit belangrijk,’ vertelt ze, ‘dus beslisten we om een blad te creëren waar designers hun patronen konden aanbieden aan een internationaal publiek.’ Dat werd Tauko, dat niet alleen in naai- maar ook in design- en modewinkels ligt. ‘We hebben wereldwijd lezers, dus zie je op sociale media soms gesprekken tussen een hipster uit Tokio en een huisvrouw uit Texas. Wat een geweldig idee dat zij misschien hetzelfde patroon maken. Weet je, we drukken onze identiteit uit met wat we dragen. Dat kan heel persoonlijk zijn, en soms zelfs politiek. Als je die kleren zelf maakt, als je de stof en de details zelf kiest, kan dat je een geweldig gevoel geven. Net daar willen we graag inspiratie voor bieden. Met moderne, opvallende of gewoon basispatronen, maar ook met artikels over alles van nieuwe stoffen en textieltradities tot persoonlijke verhalen.’

Stof tot nadenken

‘Ik maak graag dingen’, vertelt Maya Jacobs, die op Instagram als Hemelbreker meer dan 21.000 volgers heeft. ‘Liefst dingen die niet doordeweeks zijn of lijken op wat je in de winkelstraten vindt. Mijn oma leerde me de traditionele naaitechnieken, maar vandaag werk ik met veel minder regels. Soms geniet ik van traag en zorgvuldig werken, maar vaak wil ik iets nú en heb ik niet de mentale energie om er twee weken aan te werken. Ik heb ondertussen genoeg kleren, dus ik brei, quilt en maak ook decoratieve dingen. Tijdens corona ontdekte ik de uitgebreide naaigemeenschap op sociale media en dook ik in de wereld van indie (kort voor independant) patronen. Dat aanbod is vandaag immens. Ik hou ook van Japanse naaiboeken, die zijn echt prachtig. Mijn doel is goed gemaakte kleding, dus heb ik kwaliteitsvolle stoffen nodig. Iets als de Fabric Sales, waar ze deadstock van designers verkopen, is geweldig maar niet goedkoop, dus trek ik soms naar de Sleepstraat in Gent. Ik vind het ook boeiend om bepaalde trends en discussies te volgen. Duurzaamheid is belangrijk, en een idee zoals zero waste naaien, waarbij je echt elk stukje van je stof gebruikt, is interessant én logisch. Vintage kleding, tafellakens en beddengoed worden vandaag gebruikt als basis om mee te naaien, en er worden zelfs jassen gemaakt van vintage quilts. Daar is discussie over, omdat je het werk van iemand anders verknipt, maar het is interessant om over na te denken. Al die aspecten maken naaien vandaag oprecht boeiend.’

Elke Vlaamse stad heeft nog wel een stoffenzaak, maar Bakermat in Antwerpen is vrij nieuw. ‘We mikken op kwaliteit en bieden duurzame stoffen aan, maar willen ook een kenniscentrum zijn over stof en de producenten’, legt Quinten Schaap uit. ‘We krijgen modestudenten en -ontwerpers over de vloer die op zoek zijn naar informatie en stof. In opleidingen ligt de nadruk vandaag op het designaspect, en de technische kennis ontbreekt soms. Daar willen wij een mouw aan passen. Ongeveer de helft van onze klanten zijn hobbyisten, die niet alleen enthousiast zijn over de uiteenlopende stoffen in ons aanbod – zoals Indiase en Japanse stoffen en deadstock van Belgische modeontwerpers – maar ook specifiek komen vanwege hun interesse in het verhaal achter het maken van de stof.’

Het is misschien een kleine niche, de mensen die naaien om puur ecologische redenen, maar ze bestaat wel degelijk en misschien groeit ze in de toekomst nog. ‘Mijn tienerdochter koopt veel vintage en tweedehands’, vertelt Evelien Cabie. ‘Haar generatie gaat bewuster om met kleding en fast fashion. Mensen denken soms nog dat naaien een goedkope hobby is, maar dat klopt niet. Wie zelf naait kent net de waarde van kleding, en weet hoeveel geld, tijd en werk het vraagt om iets te maken. Misschien dat we er daarom wel meer zorg voor dragen.’ Iets waar Mila Moisio van overtuigd is. ‘Als je er je eigen vingerafdruk in hebt gezet, bij wijze van spreken, kijk je anders naar kleding. Zelfmaak is de antithese van fast fashion, en ik zie een culturele omslag waarbij we vandaag terug waardering hebben voor wat met de hand en op maat gemaakt is.’

Frocktails

Naaien is vaak een eenzame bezigheid, maar tijdens de coronacrisis ontdekte ik net als Maya Jacobs de online naaigemeenschap. Duizenden creatievelingen delen op Instagram en in Facebookgroepen wat ze maken. Gezellig en nuttig, want zo ontdek je patronen, technieken en leuke mensen. Een van de lastige dingen van naaien is dat je vooraf niet weet of een model je zal staan, maar vandaag volg ik een aantal dames met ongeveer hetzelfde figuur als ik en kan ik dus zien of een jumpsuit of een zwierige plooirok een goed idee is. ‘Het mooie is dat de naaihoek van het internet zo positief is’, vertelt Britt Guetens. ‘Er wordt met complimenten gestrooid en vragen en problemen worden in de groep gegooid en opgelost. Handig is dat je kleding en patronen op verschillende lichamen ziet. Wij doen dat met Notches bewust, door onze patronen te laten testen door een diverse groep naaisters, zowel qua ervaring als maten. Zij delen hun foto’s ook op sociale media, en dat spreekt aan.’

© Diego Franssens

Naaien is niet alleen op sociale media, maar ook in de echte wereld een stuk socialer geworden, vindt Catherine Everaert. ‘Samen naaien is een belangrijke motivatie voor onze naailessen. Naast de standaardlessen begeleid ik ook groepen naaisters die niet meer echt les krijgen, maar elk hun eigen ding doen. Toch leren ze nog bij, omdat ze mij en elkaar om advies vragen. Ik organiseer ook al negen jaar naaidagen aan zee. drie weken, vijf groepen van tien naaisters, er wordt voor hen gekookt en veel gelachen. Er zijn deelnemers die van ’s morgens vroeg tot middernacht naaien. Het is zo populair dat ik dat makkelijk een hele zomer zou kunnen organiseren, mocht ik willen.’

En dan zijn er nog frocktails, cocktailfeesten waar alle gasten iets dragen (frock is Engels voor japon) dat ze zelf gemaakt hebben, legt Teresa Bosteels uit. ‘Ze begonnen in Australië maar ze worden vandaag wereldwijd georganiseerd.’ De dames van Notches lanceren hun nieuwe boek, 400 jurken (verschenen bij Lannoo), met zo’n frocktail-avond.

Naaimeditatie

In de jaren tachtig werd er vaak een neus opgetrokken als je vertelde dat je pastelkleurige sweater of blazer met brede schouders zelfgemaakt was. Vandaag krijg je meestal bewondering voor je flowy jurk of je bloes van een vintage tafellaken. ‘Er was een tijd dat we ons best deden om geen kleren meer zelf te moeten naaien,’ vertelt Max Niereisel, ‘maar vandaag doen we het weer, soms om het doen zelf. Naaien is helend en therapeutisch, denk ik, omdat we het met onze handen doen en die tactiliteit fijn vinden.’ Iets wat Maya Jacobs herkent.

Toen ik liefdesverdriet had, bleek naaien me te ontspannen. Meer dan andere activiteiten zorgt het ervoor dat ik gepieker kan stopzetten.

Maya Jacobs

‘Ik leerde naaien toen ik een jaar of tien, elf was, maar deed het als tiener niet veel. Net voor de coronocrisis pikte ik het weer op. Ik had liefdesverdriet en naaien bleek ontspannend. Meer dan andere activiteiten zorgt het ervoor dat ik gepieker kan stopzetten. Alsof mijn brein wordt uitgezet. Soms voel ik het echt kriebelen en is er een soort drang om iets te maken.’

Ze heeft gelijk. Niets ontspant me zoals naaien, juist omdat het mijn hoofd vult en geen plaats laat voor andere vragen dan: waarom doet die naad niet wat ik wil? En hoe krijg ik die rare raglanmouw in elkaar gezet? Een dag naaien is een dag vakantie van mijn dagelijkse leven.

© Nick Moons Moons

‘Ik grap weleens dat ik niet alleen les geef in naaien, maar ook in geduld’, vertelt Catherine Everaert. ‘Ik heb leerlingen die teleurgesteld zijn omdat het naar hun gevoel lang duurt om iets te maken of te leren. Maar ik heb ook deelnemers voor wie het niet moeilijk genoeg kan zijn, omdat ze dan echt leerplezier hebben en genieten van het hebben van een vaardigheid.’

Naaien past bij onze resultaatgerichte wereld, denkt Mila Moisio. ‘Elk kledingstuk is op zich een klein project, je hebt meteen resultaat én je kunt het delen met de wereld. Tauko is een Fins woord uit de visserij. Eenvoudig vertaald betekent het pauze, maar de eigenlijke betekenis is een visnet dat je zo traag ophaalt dat het bijna niet merkbaar is. Naaien kan een soort pauze zijn in je leven, maar voor ons is de zelfmaakwereld ook een trage beweging die je niet opmerkt, maar die toch verandering brengt in de modewereld.’

Snel leren naaien? Je hoeft er niet noodzakelijk een cursus voor te volgen, vertellen experts.

Ook al is naaien vandaag een stuk minder complex, het blijft een vaardigheid die je moet leren. Ook daar is de drempel vandaag verlaagd, stelt Evelien Cabie. ‘Er zijn nog altijd goede klassieke naaiopleidingen, maar wie niet zo’n groot engagement wil aangaan, vindt makkelijk workshops waarin je op één dag een patroon leert maken. Ook onlineklassen zijn soms een eerste stap. Wie dat fijn vindt, kan vervolgens op zoek naar meer kennis.’
‘Veel van mijn leerlingen zijn al kijkend naar YouTube-filmpjes begonnen met tasjes en zakken te naaien en kiezen dan voor naailes als ze kleding beginnen te maken’, vertelt Catherine Everaert. Dat er online eindeloos veel informatie te vinden is, is volgens Max Niereisel een geweldig voordeel, zelfs als je les volgt. ‘Als ik een lastige techniek uitleg, zoals een onzichtbare rits, raad ik filmpjes aan die dat goed illustreren. Zo kunnen cursisten het thuis nog eens bekijken, als het nodig is.’
Maak ik zelf iets ingewikkelds, dan blader ik nog altijd graag in mijn Reader’s Digest Complete Guide to Sewing uit 1976, maar ik ben zeker niet vies van een YouTube-filmpje. Heel wat deskundigen bieden tutorials of sew-alongs aan van hun populaire patronen, iets wat zeker als beginner geruststellend is. Ik heb een ietwat ongewoon figuur – rond bovenlijf, dunne benen, geen achterwerk of taille – en dat betekende vroeger veel gepruts aan het patroon om alles mooi te laten aanpassen. Vandaag check ik online hoe een FBA (full bust adjustment) ook alweer werkt. Het www is een altijd beschikbare naailerares waar je 1436 keer hetzelfde aan kunt vragen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content