Kleurrijke collab: Japanse kunstenares Yayoi Kusama gaat opnieuw in zee met Louis Vuitton

Ze is 93, leeft sinds de jaren zeventig in een psychiatrische instelling en is geobsedeerd door pompoenen en bolletjes. De Japanse Yayoi Kusama mag voor de tweede keer in tien jaar een samenwerking met lederwarenmerk Louis Vuitton op haar conto schrijven. Het resultaat is een kleurrijke collectie die balanceert tussen gek en geniaal.

Op Tokyo Tower, een kopie van de Eiffeltoren uit de jaren vijftig, wordt werk van Yayoi Kusama geprojecteerd. De Zojoji-tempel, het kruispunt van Shibuya, Tokyo Station: ze staan allemaal in het teken van de kunstenares, die onlangs 93 is geworden. In de straten hangen vlaggetjes met haar beeltenis, en op een van de grootste billboards van de stad piept een avatar van de kunstenares uit een koffer, in 3D, omringd door geanimeerd fruit. In Shiba Park staat, onder meer, een luchtballon in de vorm van een pompoen.

De aanleiding is de nieuwe ‘collab’ van Kusama met Louis Vuitton, de tweede in tien jaar tijd. Het lederwarenmerk ziet de zaken groots. Na de ‘take-over’ van Tokio volgen de komende maanden pop-ups, etalages, en events in andere grootsteden, van Parijs tot Doha, en online (met onder meer een aangepaste website en een XR-game). In de eerste van twee opeenvolgende reclamecampagnes, gefotografeerd door de legendarische Steven Meisel, draaft een half dozijn topmodellen op, van Gisele Bündchen en Liya Kebede tot Christy Turlington en Riane van Rompaey, telkens beschilderd met de gekleurde bolletjes van Kusama.

Louis Vuitton x Kusama
GF

Het is, zo wordt gezegd, de tot nog toe omvangrijkste samenwerking van Vuitton met een beeldend kunstenaar. Er zijn, in tegenstelling tot de vorige keer, niet alleen handtassen en portefeuilles, maar ook kleren, schoenen, en zelfs parfum. Allemaal met stippen: de zogeheten ‘painted dots’ geïnspireerd door een koffer die Kusama ooit heeft beschilderd, en nauwkeurig gereproduceerd door de teams van Vuitton; en de ‘infinity dots’ en ‘metal dots’ die refereren naar ander werk. Er zou anderhalf jaar gewerkt zijn aan het project, met veel zoomverkeer tussen Parijs en Tokio. De eerste stukken van de Louis Vuitton x Yayoi Kusama-collectie, voor vrouwen en mannen, zijn verkrijgbaar sinds 6 januari, in alle 460 boetieks van het merk. Een tweede deel volgt eind maart.

Seks en pompoenen

Kusama, geboren op de tweede lentedag van 1929, is opgegroeid in de provinciestad Matsumoto, in het hart van de Japanse Alpen. Haar familie handelde in planten en zaden. De pompoen, een vaak terugkerend element in haar kunst, is daar een verwijzing naar. Ze had een moeilijke jeugd, met een vader die vaak ontrouw was, en een moeder die haar uitstuurde als spion. ‘Ik zag hem bezig. Jarenlang wilde ik met niemand seks’, zei ze in een interview. ‘De obsessie met seks en de angst voor seks zitten in mij pal naast elkaar.’ Toen ze tien was, in 1939, kreeg ze voor het eerst hallucinaties. Dan zag ze lichtflitsen, aura’s, felgekleurde stippen en bloemen. Haar eerste werkje met stippen dateert van dat jaar: een tekening van een Japanse vrouw in kimono, haar moeder, misschien, half verstopt onder een veelvoud aan bolletjes.

De obsessie met seks en de angst voor seks zitten in mij pal naast elkaar

Op haar dertiende, tijdens de Tweede Wereldoorlog, deed ze fabriekswerk. Ze naaide parachutes voor het Japanse leger. Later studeerde ze traditionele Japanse schilderkunst in Kyoto. In de vroege jaren vijftig had ze haar eerste tentoonstellingen in Japan. Ze bleef met stippen experimenteren, en liet zich inspireren door haar hallucinaties.

Toen ze 27 was, emigreerde ze naar de Verenigde Staten. Ze leefde een jaar in Seattle en trok daarna, onder meer op aanraden van schilder Georgia O’Keeffe, naar New York, waar ze een plek veroverde aan de top van de lokale avant-garde. Ze had haar atelier in hetzelfde gebouw als kunstenaars Donald Judd, met wie ze een korte relatie had, en Eva Hesse. In 1963 maakte ze de eerste van haar Infinity Rooms, kamers gelijnd met spiegelglas waarin de toeschouwer een illusie van eindeloze ruimte kreeg voorgeschoteld. Tegenwoordig wil elk museum zo’n Infinity Room: ze vormen een geweldig decor voor selfies, en dus voor gratis reclame op sociale media.

Yayoi Kusama
© Getty Images

Kusama werkte hard en raakte vaak uitgeput. Ze werd verschillende keren gehospitaliseerd. Er waren zelfmoordpogingen. Tegelijk was ze succesvol en invloedrijk. In 1966 nam ze (onofficieel) deel aan de Biënnale van Venetië met de installatie Narcissus Garden. In New York organiseerde ze performances en happenings. Zoals de Grand Orgy to Awaken the Dead, in 1969, in de beeldentuin van het MoMA, waarbij acht performers onaangekondigd uit de kleren gingen, in een fontein stapten, en de poses van de beeldhouwwerken in de tuin imiteerden. Ze begon de Kusama ’Omophile Kompany, ofte KOK, en organiseerde een homohuwelijk. Ze schreef een brief aan president Nixon waarin ze voorstelde om seks met hem te hebben als hij in ruil daarvoor de oorlog in Vietnam zou doen ophouden. Met de Kusama Fashion Company Ltd opende ze een corner bij Bloomingdale’s. Ze maakte ook een aantal experimentele films. Kusama’s Self-Obliteration, waarin ze te zien is terwijl ze stippen schildert, won een prijs op de vierde editie van het destijds belangrijke festival voor experimentele film van Knokke.

Ze maakte, net zoals Andy Warhol iets later, van haar eigen persoon een fundamenteel onderdeel van haar kunst. Ze zocht bewust aandacht en roem, ze provoceerde, werkte in verschillende media tegelijk. Ze beschilderde haar eigen lichaam, poseerde met haar werk, schrok niet terug van naaktheid en seks. Kusama was zelf een kunstwerk, en is dat, op haar 93ste, nog altijd. Achteraf beschouwd was ze bijzonder modern, een feminist, een pionier van de popart. Dat moet niet evident zijn geweest. In 1973 keerde ze, geestelijk gehavend, terug naar Japan, waar ze een tijdlang surrealistische romans, gedichten en verhalen schreef. In 1977 liet ze zich vrijwillig opnemen in een psychiatrisch hospitaal, waar ze sindsdien blijkbaar altijd is blijven leven. Haar studio bevindt zich op wandelafstand.

De jaren daarop raakte ze min of meer vergeten, tot ze in 1993 een comeback maakte, te beginnen met een nieuwe deelname aan de Biënnale van Venetië, waar ze in het Japanse paviljoen een Infinity Room vulde met pompoensculpturen, terwijl ze zelf toekeek, gehuld in een tovenaarskostuum. Er volgden overzichtstentoonstellingen wereldwijd, openbare opdrachten, samenwerkingen met labels als Louis Vuitton. In haar geboortestad Matsumoto rijdt een bus rond die is versierd met haar stippen. Op het kunsteiland Naoshima, in de Zee van Japan, prijkt haar pompoensculptuur op een kade (het origineel waaide weg in een tyfoon, en werd onlangs vervangen). Er staat ook een gigantisch beeldhouwwerk van Kusama in Rijsel, op de esplanade tussen de twee treinstations. En in Tokio heeft Kusama sinds een jaar of vijf haar eigen museum, in de wijk Kagurazaka, ‘het kleine Parijs’ van de Japanse hoofdstad.

Uitgestippelde samenwerking

De eerste samenwerking van Kusama met Vuitton dateert van tien jaar geleden. Het Franse huis pakt graag uit met zijn groots artistiek verleden – recent nog in het efemere museum LV DREAM in Parijs – maar die reputatie is enigszins overroepen. Gaston-Louis Vuitton, kleinzoon van de stichter, werkte in de jaren twintig en dertig met min of meer vergeten schilders en decorateurs om bijvoorbeeld winkeletalages in te richten. In de jaren tachtig en negentig schakelde Vuitton kunstenaars en architecten in om zijden sjaals te ontwerpen. Maar de link met de kunstwereld werd pas echt gemaakt door Marc Jacobs, die in 1997 de modelijn van het huis opstartte. Hij nodigde onder anderen Stephen Sprouse, Takashi Murakami en Richard Prince uit voor capsulecollecties. Dat was toen nieuw en fris, en de tassen zagen er ook spectaculair uit. Er wordt gezegd dat de collab met Murakami in 2013 datzelfde jaar goed zou zijn geweest voor tien procent van de omzet van het label. Fake tassen met de graffitiletters van Stephen Sprouse of het gekleurde monogram van Murakami waren jarenlang onvermijdelijk. Jacobs en Kusama ontmoetten elkaar voor het eerst in haar atelier in 2006. De collab volgde zes jaar later. Vuitton heeft sindsdien onder meer samengewerkt met onder anderen Jeff Koons en lanceerde ook het Artycapucines-project, waarvoor elk jaar een aantal opkomende en gevestigde kunstenaars een eigen versie van de Capucine-handtas ontwerpen. De Fondation Louis Vuitton, een privémuseum in een gebouw van Frank Gehry in het Bois de Boulogne in Parijs, geeft de artistieke dimensie van het huis extra elan.

Kusama x Louis Vuitton
GF

De hernieuwde samenwerking met Kusama werd vorige zomer al even geteased door Nicolas Ghesquière, de opvolger van Marc Jacobs, toen hij de outfits van zijn cruisecollectie 2023 voorzag van handtassen met nopjes. “De kunst van Kusama is bijzonder inclusief”, zei Delphine Arnault, vicepresident bij Vuitton, in vakblad WWD. “Het kan een kind aanspreken, het kan een intellectueel aanspreken. Het is kunst die gemakkelijk kan begrepen worden, maar die tegelijk erg complex is.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content