Een knaller van een jas: het verhaal achter de bomberjack
Wat hebben de spionkop van een voetbalstadion, een frontrow tijdens Fashion Week en een vernissage met elkaar gemeen? Je kunt ervan op aan dat je bomberjacks zult tegenkomen. Hoe werd en bleef deze bolle jas het toppunt van cool?
Als er één kledingstuk is dat de tand des tijds succesvol heeft doorstaan, is het wel het bomberjack. Ooit onderdeel van het pilotenuniform, is de bolle zwarte nylonjas doorheen de moderne geschiedenis vooral het uniform van subculturen geworden. Alleen: werden jongeren in bomberjacks ooit met de nek aangekeken, dan zijn hun jassen nu gemeengoed. Je ziet ze overal, van vernissages en mode-events tot de spionkop van het voetbalstadion. En overal zeggen ze met hun feloranje binnenvoering en glimmende buitenvoering hetzelfde: too cool for school.
Je-m’en-foutisme
“Een bomberjack is het enige kledingstuk dat je in alle maten kunt dragen, waarbij je steeds dezelfde coole uitstraling hebt”, vindt ook ontwerpster Meryll Rogge, die er voor het eerst een voor haar eigen collectie ontwierp. “Het heeft een je-m’en-foutisme en een attitude die totaal tegengesteld is aan typische tailored kledij.” Inspiratie voor de zomercollectie was het tijdsvacuüm in luchthavens, waar niemand opkijkt van een aperitief bij het ochtendgloren en waar een wollen sjaal over een zomerjurk een heel logische outfit kan zijn. Met haar openingslook toonde Rogge hoe precies dat idee van mixen en matchen de sterkte is van een bomberjack. Het silhouet: hoge sokken, minuscuul glimmend shortje en een oversized jas in het zachtste katoen met een afneembare kap ‘voor extra nonchalance’. De reacties op de look waren overweldigend, zegt ze: “Wereldwijd ontvingen we zoveel aanvragen voor modeshoots, dat we er zelfs moesten weigeren.”
Een bomberjack is het enige kledingstuk dat je in alle maten kunt dragen, waarbij je steeds dezelfde coole uitstraling hebt
Meryll Rogge
Het is die instant herkenbare nonchalance van het bomberjack die het ontwerp mee tot een icoon maakte. “Net zoals een wit hemd je onmiddellijk een frisse en geklede uitstraling geeft, en een trenchcoat altijd iets vlots heeft, zo is een bomberjack het archetype van coolness”, zegt MoMu-curator Romy Cockx. Sinds eind januari toont het Antwerpse ModeMuseum tijdens een nieuwe collectiepresentatie via stukken uit het gigantische archief hoe Belgische ontwerpers het bomberjack, specifieker de MA-1, naar hun eigen hand zetten. “De oudste look is van 1999 en van Maison Martin Margiela, maar er zit ook een recent Prada-stuk in waarin Raf Simons teruggrijpt naar een gelaagd silhouet waarbij onder een bomberjack een geklede laag piept, zoals hij twintig jaar eerder in zijn eigen collecties al deed.” Ook de bomber van Meryll Rogge is er te zien, naast nog andere silhouetten van onder meer Dries Van Noten en Marina Yee.
De timing van deze expo is ideaal. Want op de golven van de immens populaire oversized modetrend en de nostalgie naar alles uit de nineties – stoere Thunderdome-gabbers incluis – is het bomberjack een van de meest onontkoombare kledingstukken van het moment. En het is ook nog eens een democratisch kledingstuk: ook al maken Vetements, Saint Laurent en Prada high-endversies, en ook al is het stormlopen op de immer uitverkochte bomberjackets van The Frankie Shop, het originele model tik je nog steeds voor een appel en een ei op de kop in vintagewinkels en je lokale Stock Américain. Het kledingstuk van het moment is voor iedereen.
Militair cadeautje
Nochtans zou het fout zijn om te zeggen dat het typische bomberjack terug is van weggeweest. Een bomberjack is sinds zijn ontstaan, decennia terug, immers nooit uit het publieke beeld verdwenen. Net als conservenvoedsel, het internet en superlijm is het ontwerp een ‘cadeautje’ van het leger, dat zijn uitvindingen wel vaker en masse produceerde voor z’n omvangrijke ledenbestand. Zoals de ‘trench’ in trenchcoat herinnert aan de loopgraven waarin de lange mantelflappen soldaten tegen modderige loopgraven beschermden, zo echoot de ‘bomber’ in bomberjack de verhalen van de eerste straaljagers en hun piloten.
Zoals de ‘trench’ in trenchcoat herinnert aan de soldaten in de loopgraven, zo echoot de ‘bomber’ in bomberjack de verhalen van de eerste straaljagers en hun piloten.
Aan de ondertussen superbekende nylon MA-1 met felle binnenvoering in ‘safety orange’, chunky rits en elastische kraag, mouwranden en tailleband die in de jaren vijftig werd ontwikkeld, ging zo’n dertig jaar aan evolutie vooraf. De vroegste pilotenjasmodellen, ook ‘flight jackets’ genoemd, werden vanaf 1917 door het Amerikaans leger verdeeld. De eerste door propellers aangestuurde vliegtuigen hadden nog geen afgesloten cockpit en dus moesten leren vesten met stevige kragen piloten tegen de elementen beschermen.
In 1927 bracht de U.S. Army de A-1 uit, tegen 1940 droegen Amerikaanse piloten de A-2, die net zoals z’n voorganger nog steeds een hoge kraag, een tailleband, elastische mouwen en grote vierkante zakken had, maar ook een makkelijke rits in plaats van knopen. Maar toen de eerste straaljagers tijdens de Tweede Wereldoorlog uitvlogen, voldeden de ontwerpen niet meer. De zwaarste bombardementen gebeurden op 25.000 voet en daar, op meer dan zeven kilometer hoogte, kunnen de temperaturen tot -50°C zakken. Dikke jassen met een voering van schapenvacht zoals de B-3 hielden de kou tegen, maar werden extreem oncomfortabel wanneer regen of transpiratie ze nat maakte of zelfs deed bevriezen.
Korea en Vietnam
Hoe geavanceerder en kleiner de cockpits, hoe belangrijker het werd dat de jassen van de bombers zo licht en warm mogelijk werden. Verschillende versies volgden nog, zoals de katoenen B10 met bontkraag en de B15, een vergelijkbaar model in nylon. Googel de jassen en je zult zien waarom ze de ‘peetvaders’ worden genoemd van wat in 1953 de MA-1 werd. De grootste vooruitgang bij deze klassieker was het vervangen van de brede bontkraag door een elastisch model met ribbelsteek. Dat was makkelijker bij het op- en afzetten van een helm en handiger om links- en rechtskijkend het luchtruim af te speuren. Tijdens de jaren zestig kleurde de binnenvoering oranje en werd de jas omkeerbaar, waardoor een gecrashte piloot vanuit de lucht zichtbaarder was voor aansnellende hulp. Cynisch detail: pas tijdens de Korea- en Vietnamoorlogen ontstonden de groene en saliekleurige uitvoeringen, die camoufleerden beter in de lokale, tropische vegetatie.
In die tijd verschenen militaire jassen al in het straatbeeld – James Dean draagt in Rebel Without a Cause een typische pilotenjas en er zijn kiekjes van Marilyn Monroe in een stoere B-1 met een grote bontkraag – maar ze raakten pas echt in zwang toen Dobbs Industries, een van de textielproducenten van het Amerikaanse leger, in 1964 vervelde tot Alpha Industries. Dat merk zou de MA-1 en masse produceren – dat doet het trouwens nog – én zou ’m net als enkele andere aannemers ook aan particulieren gaan verkopen. Tezelfdertijd verschenen in Europa de vele praktische militaire kleren in overstock- en tweedehandswinkels, waar ze al snel werden opgepikt door jongeren, die in de naoorlogse periode voor het eerst echte subculturen gingen ontwikkelen.
Gays en gabbers
Tegenover de rijkere Britse ‘mods’ die in chique Harringtonjasjes op Vespa’s door de straten scheurden, ontwikkelde zich in de arbeidersklasse een minder vermogende groep, de ‘hard mods’. Zij konden zich geen dure jasjes veroorloven, woonden in multiculturele wijken waar soul, ska en reggae weerklonken en werkten in fabrieken waar je je geen lang haar kon permitteren, dus schoren ze hun haar af. Stel je hier skinny jeans, Dr. Martens-boots en MA-1 bomberjacks bij voor: de skinheads waren geboren. Vanaf toen werd het bomberjack deel van een symbolisch getouwtrek. Tegenover die antiracistische skinheads ontstond in de seventies een rechtsgezinde tegenbeweging met dezelfde looks. In het Londen van begin jaren tachtig was het de LGBTQ-scene die zich bomberjacks en hun symboliek van hypermannelijkheid ging toe-eigenen. Tegen de jaren negentig waren het de Vlaamse en Nederlandse gabbers die niet buitenkwamen zonder hun Rotterdam Terror Corps of Thunderdome-bomberjacks.
MoMu-curator Romy Cockx is zelf het bewijs van de vele gezichten van de jas. “Samen met twee jongens, waren mijn nicht en ik vroeger de enige gabbers van het Atheneum “, lacht ze. Twee generaties eerder was een bomberjack nog deel van het pacifistische uniform van haar moeder, in de nineties was het Cockx’ manier om loyaliteit aan de gabbercultuur te tonen: strakke vlechten en harde muziek incluis. “Bijna niemand op mijn school droeg toen bombers”, herinnert ze zich. “Skaters droegen skatekleding, snobs droegen Timberlands en Ralph Lauren, maar ik was gabber. Mijn familie en klasgenoten snapten mijn kledingkeuze niet, maar het voelde geweldig om je als prille tiener met een bepaalde groep te identificeren en ergens bij te horen.”
47.000 dollar
Het is in die context van subculturen en hun symboliek, dat tegen het einde van de jaren negentig de eerste bomberjacks op de catwalk verschenen. Zowel Helmut Lang als Issey Miyake ontwierpen hun eigen versie, maar wie echt essentieel werd in de vertaling naar het grote publiek was Raf Simons. Een keerpunt werd Riot, Riot, Riot, zijn grimmige herfst- en wintercollectie van 2001 die met balaclava’s en camouflage wel héél nauw aansloot bij de terreursfeer waarin de wereld zich enkele maanden zou hullen na de 9/11-aanslagen. Een bomberjas met camouflageprint van die collectie, hetzelfde exemplaar dat ook Kanye West in zijn kast heeft, werd voor meer dan 47.000 dollar op resaleplatform Grailed verkocht.
“Die collectie was een keerpunt in Raf Simons’ verhaal”, herinnert styliste Ilja De Weerdt zich. “Bombers zijn sindsdien nooit meer verdwenen. Hij maakte ze oversized, met een silhouet waar een onderjas uit kwam, of tot op de grond, of met grote patches.” Zelf begrijpt ze de grote aantrekkingskracht van het kledingstuk maar al te goed: “Eerst en vooral straalt het de kracht van armywear uit. Door het kledingstuk te vergroten en te verlengen werd het daarenboven een interessant nieuw silhouet, en vergeet bovendien het praktische niet: het is ook gewoon een heel warm kledingstuk!”
Een bomberjas met camouflageprint van de Riot, Riot, Riot-collectie, hetzelfde exemplaar dat ook Kanye West in zijn kast heeft, werd voor meer dan 47.000 dollar verkocht.
Dankzij het brede volume is het voor heel wat fans dan ook het ideale kledingstuk om naar believen mee te experimenteren, al was het maar omdat er ten minste een dikke trui onder past. Dat vindt ook Céline De Schepper, een creative consultant en juweel- en modeontwerpster met een nachtblauwe bomber van Alpha Industries. “Dankzij de vorm, die zowel rond als cropped is, kun je er alle kanten mee uit, terwijl het onmiddellijk een statement creëert. Met grote accessoires is het gekleed, maar je kunt er ook mee naar een concert. Ik vind het door z’n compacte en volumineuze vorm ook een emanciperend statement. En het is nog verbindend ook: dat andere bomberjack in de ruimte heb ik altijd gespot.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier