Dries Van Noten is onze Mens van het Jaar 2024: ‘Na mijn pensioen tussen de bloemekes gaan zitten, was nooit de bedoeling’

dries van noten
© Anneke D'Hollander

De grootste van de Antwerpse Zes zette België mee op de modekaart en stond bijna vier decennia lang aan de top. Van koningin Mathilde tot Beyoncé, iedereen is dol op zijn ontwerpen. De aankondiging van zijn pensioen in maart was dan ook wereldnieuws. Onze Mens van het jaar: Dries Van Noten, de man die niet bang is om ín de schaduw te treden. Maar: ‘Als ze me nodig hebben, ben ik er.’

Op 19 maart van dit jaar nam Dries Van Noten afscheid van de mode. Of tenminste: hij stopte als ontwerper van de collecties van het merk dat hij in 1986 zelf had opgericht. Dat was niet helemaal onverwacht. Van Noten is 66 en toen hij zes jaar geleden zijn bedrijf verkocht aan de Spaanse groep Puig, werd al gesuggereerd dat hij niet meer heel lang zou blijven.

Op 22 juni gaf hij zijn 129ste en allerlaatste show, een mannencollectie, in een gigantische fabriekshal in de Parijse voorstad Saint-Ouen. Alain Gossuin, ooit het eerste Belgische mannelijke supermodel, opende, net als in 1991, toen Van Noten voor het eerst defileerde in Parijs. Kristina De Coninck, Hannelore Knuts, Kirsten Owen, Karen Elson en Sylvia van der Klooster liepen samen met nieuwe, jonge gezichten over een tapijt van dwarrelende stukjes zilverpapier. Tijdens de finale, nog voor iemand een zakdoek kon bovenhalen, kwam schijnbaar uit het niets een reusachtige discobal tevoorschijn. Tegelijk begonnen stroboscooplampen te flitsen op de elektronische ritmes van I Feel Love, de oude hit van Donna Summer. Ooh, it’s so good, it’s so good, it’s so good. Het was een magisch moment in de lange carrière van Van Noten.

Geen trieste bedoening

Vandaag, anderhalf seizoen later, hangt er een lichte, kille mist over de Schelde. Dries Van Noten zit achter de antieke houten tafel van zijn kantoor in een gerenoveerd pakhuis aan de Godefriduskaai. De stoelen, in art-nouveaustijl, zijn mooi, maar niet bijzonder comfortabel. Hij draagt zijn elegante werkuniform – beige pantalon, marineblauwe trui – alsof er niets is veranderd.

‘Toen de knoop eenmaal was doorgehakt,’ vertelt hij, ‘en ik begon te werken aan mijn laatste collectie, heb ik al heel snel beslist dat de laatste show een feest moest worden, geen trieste, tranerige bedoening. Het moest ook duidelijk zijn dat ik naar de toekomst bleef kijken. Ik wou in elk geval geen “best of”. Nu het nog kon wou ik de boel nog eens vooruit laten gaan. Ik wou dat het goed was, en risico’s nemen.’

Hij komt nog een dag of twee per maand naar het hoofdkwartier in Antwerpen, meestal vergezeld door zijn partner en trouwe rechterhand Patrick Vangheluwe en hun hond Scott. Want hoewel Van Noten officieel is vertrokken, moeten er nog zaken worden afgehandeld. En hij blijft sowieso betrokken bij het bedrijf. Hij zal de parfums blijven overzien en is ook verantwoordelijk voor de inrichting van nieuwe winkels. In de eerste helft van 2025 komen er vijf adressen bij, waaronder flagshipstores in New York en Londen. Hij blijft ook gewoon beschikbaar. ‘Ik ken mijn archief heel goed, dus daar kan ik bijvoorbeeld gemakkelijk mee helpen.’ Hij denkt even na, voegt er dan snel aan toe: ‘Niet dat ze nu plots alles uit het archief moeten gaan halen, begrijp me niet verkeerd. Het blijft vanaf een afstand, je zult mijn stempel niet te veel zien. Maar als ze me nodig hebben, dan ben ik er.’

Lees ook: Dit was de allerlaatste show van Dries Van Noten: ‘Creëren is iets achterlaten dat voortleeft’

Nieuw project

De mannencollectie die in januari in Parijs zal worden voorgesteld, is nog door zijn team ontworpen. Allicht wordt daarna bekendgemaakt wie in zijn voetsporen treedt als artistiek directeur. Het is niet duidelijk of er al een kandidaat werd gevonden, zelf wil hij er verder liever niets over zeggen. ‘Iedereen weet dat Dries Van Noten niet het soort huis is dat een revolutie gaat ontketenen. Het moet een evolutie worden. Alles buitengooien en iets volledig anders doen met mijn naam, dat is echt niet nodig.’

Hij is, zo benadrukt hij met overtuiging, ‘heel optimistisch’. Ondertussen werkt hij zelf aan een nieuw project, los van het label. ‘Wat dat project precies is,’ lacht hij, ‘kan ik ook nog niet kwijt. Maar je kunt het misschien wel raden. Ik werk eigenlijk nog even hard als vroeger, maar dan aan andere dingen. Da’s typisch voor mij.’

Dries Van Noten
© Anneke D'Hollander

Van Noten en partner Vangheluwe reizen ook vaker. ‘We zijn regelmatig in Venetië, een boeiende, bruisende stad, zeker als je er langer verblijft dan drie of vijf dagen’, aldus Van Noten. ‘Vakmanschap is iets waar ik heel erg mee bezig ben’, zegt hij iets later tijdens ons gesprek. ‘Dat is altijd zo geweest. Borduren, stoffen weven, dat blijven mijn grote liefdes. Dan kun je wel bedenken welke richting we aan het uitgaan zijn.’ In elk geval: ‘De hele tijd tussen mijn bloemekes gaan zitten, nee, dat was nooit echt de bedoeling.’

Bezinningstijd

Ik vraag hem om even terug te kijken op het afgelopen jaar. ‘Het is een jaar waarin veel gebeurd is,’ zegt hij, ‘en nog aan het gebeuren is. Een boeiend jaar, dat we lang hebben voorbereid, maar dat uiteindelijk toch nog heel anders is gelopen dan ik had verwacht. Het was heel emotioneel.’ Tijdens de modeweken van januari, toen hij zijn mannencollectie showde, en in februari voor de damescollectie, was haast niemand op de hoogte van zijn plannen. ‘Maar zelf besefte ik natuurlijk wel dat die damesshow mijn laatste damesshow zou zijn. Dan probeer je toch een tandje bij te steken.’

Hij heeft zijn afscheid eerst intern aangekondigd, op het hoofdkwartier, en onmiddellijk erna aan de buitenwereld. ‘Ik heb mezelf zo goed mogelijk voorbereid. De dagen ervoor waren heel druk. Vergaderen, lijsten opstellen van mensen die ingelicht moesten worden en hopen dat je niemand vergeet. Uiteindelijk is alles sereen verlopen. Ik heb een tekst voorgelezen, ongeveer dezelfde die ik daarna op Instagram heb gezet. Het was geen gemakkelijk moment. Er zijn veel tranen gevloeid. Maar we zijn een emotionele firma en tranen horen erbij.’

‘Ik had respons verwacht na mijn afscheid, maar niet deze stortvloed. Ik heb nog een grote doos staan met ongeopende brieven’

De respons was overweldigend: alleen al onder het bericht op Instagram staan 5490 reacties. ‘Ik had natuurlijk wel respons verwacht, maar niet zo’n stortvloed. De berichten waren vaak ook heel persoonlijk, van klanten en van collega’s. Fijn, maar je moet het ook kunnen verwerken. Ik heb nog een grote doos staan met ongeopende brieven. Ik ben er nog niet helemaal klaar voor. Na een show duurde het ook altijd meerdere weken voor ik kon kijken naar de video. Ik moest eerst innerlijke rust vinden. Perfectionisme, hè. Je ziet alleen de fouten en dat is heel confronterend. Maar na enkele weken is alles bezonken. Dan ben je uit die drive van de show en kun je alles meer relativeren.’

Lees ook: Samen met Dries Van Noten gaat ook zijn partner Patrick Vangheluwe met pensioen: ‘Ik voel dat we nog iets kunnen betekenen, maar op een andere manier’

Van Noten zonder Dries

‘Ik ben ernstig beginnen na te denken over mijn toekomst toen ik 58 was. Blijf ik dit de rest van mijn leven doen? Of wil ik nog iets anders proberen, andere dingen ontdekken? De manier waarop ik aan mode doe is heel intens. Er is weinig tijd voor iets anders. Je moet je volledig geven en dat heb ik altijd gedaan. Maar los daarvan heb ik ook iets opgebouwd. Ik heb een geweldig team. Sommige mensen werken hier al twintig, dertig jaar. Ik zou het niet correct gevonden hebben om plots te zeggen: “Goed, ik stop ermee, we sluiten de deuren, bedankt allemaal, saluutjes.”’

Anderzijds zegt hij dat hij nooit voelde dat het einde naderde of dat het moeilijker werd om creatief te blijven. ‘Zo van: het kaarsje gaat uit, dus kan ik het maar beter zelf uitblazen? Nee, helemaal niet. Er was genoeg materiaal om Dries Van Noten zonder mij verder te laten bestaan. We hebben een groot archief, een eigen stijl, een manier van werken, een manier van communiceren. Zo is het idee beginnen te rijpen om een partner te zoeken. Dat heeft lang geduurd. We hebben met heel veel mogelijke investeerders gepraat, interessante contacten gehad, veel geleerd ook. Een van mijn voorwaarden was dat het bedrijf in Antwerpen zou blijven. Want de mensen hier hebben kinderen, huizen. Die verhuis je niet zomaar naar Parijs of Londen. En in Antwerpen zijn er nu eenmaal niet zoveel modejobs.’

Dries Van Noten
© Anneke D'Hollander

In 2018 ging Van Noten in zee met de Spaanse beauty- en modegigant Puig, eigenaar van onder meer Gaultier, Paco Rabanne, Nina Ricci, Carolina Herrera en Byredo. ‘Ik voelde mij daar goed bij. Ik deed al die jaren veel meer dan alleen de collecties tekenen. Wat als ik ooit ziek zou worden? Kon de firma dan verder? Met Puig erbij zijn we beginnen organiseren. Er kwam een managementteam. Dat heeft veel druk van mijn schouders gehaald. Er was een toekomst.’

Sinds de overname zijn er winkels bij gekomen in onder andere Los Angeles, Shanghai en Chengdu en is er werk gemaakt van een uitgebreide parfum- en beautylijn. ‘Parfum heeft me altijd geïnteresseerd. Je creëert niet alleen een geur, maar ook een emotie. En daarna mag je die geur ook nog eens aankleden.’ Toch was en is Dries Van Noten in hoofdzaak altijd een kledingmerk. ‘Ik denk dat negentig procent van onze omzet nog altijd kleding is, iets wat niet veel huizen kunnen zeggen.’

Geen jaknikkers

‘Ik ben nog altijd gek op mode’, zegt hij. ‘Ik vind het een prachtig beroep en een prachtige business. Maar er zijn wel enkele problemen die moeten worden opgelost. Mode is te veel een product geworden en dat is jammer.’

Nu zijn werk erop zit, kijkt hij graag terug. ‘Omdat het een afgesloten oeuvre is. Ik vind het interessant om met ogen van nu te kijken naar dingen van vroeger. Er zijn collecties die ik echt héél goed vond, waarvan ik nu denk: hm, dat is toch niet meer zo relevant. It hasn’t aged well – hoe zeg je dat in het Nederlands? Er zijn ook collecties waar ik destijds minder mee had, en waarvan ik nu inzie dat ze toch belangrijk zijn geweest. Zoals de Francis Bacon-collectie (herfst-winter 2009-10, red.), toen ik op een heel andere manier met kleur begon te werken. Mijn team, mensen van vijfentwintig of dertig, kijken vaak anders naar mijn werk. We onthouden niet dezelfde shows en collecties, al zijn er wel referenties die blijven terugkeren.’

Hij noemt de Bowie-collectie (winter 2011-12), de vijftigste collectie (zomer 2005), en de collectie van winter 1996-97, ‘toen Jil Sander en Helmut Lang hun hoogdagen beleefden en ik precies het tegenovergestelde deed met felgekleurde silhouetten in fuchsia en turquoise’.‘

Vroeger vond ik altijd dat collecties moesten reflecteren wat er in de wereld gebeurt. Reactie, tegenreactie. Er was altijd een link met de realiteit. Op een bepaald moment ben ik daar anders over gaan denken. Ik vond: de wereld is bijna altijd lelijk, alles loopt mis en met mode moet je daaraan kunnen ontsnappen. Kleren kunnen je doen dromen, een harnas zijn, je sterk of zwak maken als je daar behoefte aan hebt. Dat is het geweldige aan mode.’

Vindt hij van zichzelf dat hij vaak risico’s heeft genomen? ‘Met mijn collecties? Ja, toch wel. Toen ik twee seizoenen geleden mijn show begon met vijfentwintig silhouetten in effen zwart, was dat toch bijzonder. En dan zeker voor een ontwerper die,’ zo klinkt het lichtjes sarcastisch, ‘alleen maar aan bloemen doet. Risico’s nemen, dat is ook: je omringen met de juiste mensen. Je moet creatief durven te zijn in de keuze van je medewerkers. Je hebt mensen nodig die durven dwarsliggen. Geen jaknikkers, maar mensen die zeggen: “Ik snap wat je wilt doen, maar ik zou het zus of zo doen.” En die vervolgens ook kunnen uitleggen waarom.’

Lees ook: Marina Yee wint de Jury Prize op de Belgian Fashion Awards 2024: ‘Dit voelt als een mooie erkenning’

De Zes van Antwerpen

Van Noten is zijn carrière begonnen en geëindigd met mannencollecties, ‘al was dat destijds helemaal niet de bedoeling. Veel mensen weten dat niet meer, maar met de Zes van Antwerpen maakten we in het prille begin geen volledige collecties. We lieten produceren wat we konden, door de fabrikanten die we hadden leren kennen dankzij onder meer de Gouden Spoel.

‘Dirk Bikkembergs maakte zijn schoenen in samenwerking met Monarca. Ann (Demeulemeester, red.) was hoogzwanger en zij had voor haar eerste collectie alleen een bril, met Somers Optiek. Walter (Van Beirendonck, red.) had in het Antwerpse een netwerk opgezet van mensen die handgebreide truien voor hem maakten. Dirk Van Saene en Marina (Yee, red.) hadden wel complete collecties. En ik had een fabrikant gevonden in Binche die voor mij blazers en broeken wou maken. Ik tekende toen ook de collecties van Jacques Laloux, een hemdenfabrikant. Die hielp me af en toe met hemden voor mijn eigen collectie.’‘ Wij waren heel praktisch ingesteld, met de voeten op de grond. Anders dan bijvoorbeeld de jonge Britse ontwerpers, die zelf hun collecties stikten met stoffen die ze op rommelmarkten vonden, maar geen idee hadden hoe ze hun prototypes moesten produceren. Wij toonden alleen stukken waarvan we wisten dat we ze ook konden leveren. Toen we in 1986 met de Zes naar Londen gingen, hadden we bestelbonnen bij ons, wat de buyers daar heel indrukwekkend vonden. Mijn goede vriendin Christine Mathys had verkoopsvoorwaarden opgesteld voor ons allemaal. We kwamen vrij professioneel over.’ (Mathys, die overleed in 1999, werd later de zakenpartner van Van Noten, red.)

dries van noten
© Anneke D'Hollander

‘Ik vind de Zes nog altijd relevant, niet alleen voor het modebeeld dat we hebben neergezet, maar ook omdat wij op een andere manier aan mode deden. De periode voor ons, met Saint Laurent en Lagerfeld, dat was heel veel drama. Terwijl wij vrienden waren die samenwerkten.’

Ze hebben nog regelmatig contact. Ann Demeulemeester, Walter Van Beirendonck, Dirk Van Saene en Marina Yee kwamen naar zijn show in juni. Van Noten had elf collecties achter de kiezen, en al een eigen winkel in Antwerpen – het Modepaleis – voor hij eind 1991 in Parijs op de catwalk debuteerde met de collectie voor zomer 1992.

‘Ik wou er klaar voor zijn. De eerste jaren was het nog zoeken naar wat precies mijn verhaal zou zijn. En ook financieel moesten we het kunnen bolwerken. Ik ben lang blijven ontwerpen voor commerciële merken. Kindercollecties, tenniscollecties, jeanscollecties in Italië, sportswear, noem maar op – ik heb het allemaal gedaan. Iedereen deed het toen op die manier. Walter en Ann hebben lang voor Bartsons (ooit het Belgische Burberry, red.) getekend en ook Martin Margiela ontwierp in opdracht. Op een bepaald moment tekende ik zeven collecties tegelijk. Dat was dag en nacht werken, maar ik heb daar veel van geleerd. De meeste van die labels bestaan niet meer. Maar dat ze niet meer bestaan, ligt niet aan mij.’

Hij glundert. ‘We zijn begonnen met een mannenshow omdat we zo gemakkelijker een plek op de kalender konden krijgen in Parijs, en ook wel omdat we Alain Gossuin kenden. Hem hadden we ergens halverwege de jaren tachtig ontmoet, in een zwembad in Firenze. (lacht) Het was tijdens Pitti Uomo. Alain was in die tijd een topmodel. Ik dacht: hij kan altijd zijn vrienden meebrengen, en dat heeft hij ook gedaan.’

Veertig jaar wijzer

Uiteindelijk is er niet zo heel veel veranderd tussen die eerste show en de 129ste. ‘De principes waarmee we het merk begonnen zijn, zijn er nog altijd. We zijn een beetje professioneler geworden, backstage loopt alles meer op wieltjes. Het is meer een machine geworden. Maar het loopt nog altijd vaak anders dan je had verwacht. Er gaan nog altijd dingen verkeerd. Je leert elke keer. De stress blijft, de spanning ook. Een show is geen theatervoorstelling. Voor een generale repetitie is geen tijd, want wij kunnen het ons niet veroorloven om mannequins voor een hele dag te boeken. Vooraf lopen ze één keer de catwalk op en af, in hun eigen kleren, maar wel met onze schoenen, want dat is belangrijk.’

Op 25 september, toen zijn team de vrouwencollectie voor komend voorjaar toonde in Parijs, zag hij voor het eerst in zijn leven een show van zijn label vanaf de front row, in een ver uiteinde van de zaal, naast Vangheluwe, niet ver van de Belgische pers. Achteraf leek hij opgelucht en geëmotioneerd tegelijk.

‘Het was een fijn moment.’‘Shows waren voor mij een manier om mezelf uit te drukken,’ wil hij nog kwijt, ‘een manier om te vertellen wat ik wou bereiken met een collectie waaraan ik, om het nu even heel dramatisch te zeggen, zes maanden van mijn leven had gegeven.’

Hij lacht, maar hij meent het ook. ‘Ik heb daar toch wel telkens mijn ziel in gelegd, ja.’ Hoe is hij zelf veranderd, de voorbije veertig jaar? ‘Ik ben ouder geworden, denk ik. Ouder en wijzer, zullen we zeggen. Maar niet te véél wijzer. Ik zou niet graag het gevoel hebben dat ik alles al weet, want dan kun je eigenlijk alleen nog bergafwaarts. En dat wil ik niet.’

Lees ook: Analyse: wat maak je van Dries Van Noten zonder Dries Van Noten?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content