Deze Belgische studentenondernemers maken onze kleerkast groener

Francesca Kitoko - Kameni Fashion © Kameni Fashion
Sarah Vandoorne
Sarah Vandoorne Freelance journalist

Studentenondernemers Francesca Kitoko (22), Zoë De Cock (23) en Sumit Bunthanon (27) zijn misschien nog groen achter de oren, ze zijn er ook op gebrand om onze kleerkast te vergroenen. Met hulp van upcyclingtechnieken gunnen ze kleding een tweede leven.

Francesca Kitoko van Kameni Fashion: “Wat voor de een duurzaam is, is voor de ander een noodzaak”

De dag nadat Francesca Kitoko (22) uit Denderleeuw haar bachelorproef Marketing indient, zit ik met haar op een terras in Brussel. Enkele weken later stuurt ze apetrots haar punten door. “Helaas ben ik nog niet klaar, ik heb nog één herexamen. Jammer, maar kijk, na augustus ben ik afgestudeerd.”

Kitoko combineert haar studies aan de Brusselse Odiseehogeschool met niet één maar twee studentenondernemingen. Haar lessen kan ze gebruiken ze voor Kameni Agency, haar marketingbureau waarvoor ze zich onder meer specialiseert in sociale media. De passie die ze voor mode koestert, kan ze kwijt als ontwerper bij Kameni Fashion.

Francesca Kitoko – Kameni Fashion © Kameni Fashion

“Eigenlijk ben ik al studentenondernemer sinds mijn zestiende”, lacht Kitoko. Toen ze nog in het middelbaar zat, verkocht ze tijdens de speeltijd al upcycled T-shirts aan haar klasgenoten. Upcycling wil zoveel zeggen dat een kledingstuk dat afgedragen is niet zomaar een tweede leven krijgt in een andere vorm – dat zou recycling of, afhankelijk van de waarde, downcycling zijn – maar heropgewaardeerd wordt tot een geheel nieuw, waardevol ontwerp. Met prints die Kitoko na aan het hart ligt, fleurt ze tweedehands textiel op. Het gaat om waxprints, een link naar haar Congolese roots. “Mijn eerste reis naar Congo, op mijn veertiende, heeft mij de waarde van duurzaamheid geleerd. Congolezen doen meer met minder. Wij noemen dat duurzaam, voor hen is dat gewoon noodzaak.”

De prints haalt Kitoko uit de Brusselse wijk Matongé, niet ver van het salon waar ze naar de kapper gaat. Voor de gelegenheid leidt ze me rond. Haar jeans, een tweedehandsbroek uit de Kringwinkel, is opgefleurd met een kleurrijke print in geel, oranje en blauw. In enkele winkels vraagt Kitoko in het Frans of kleermakers nog van dat soort tissues hebben, reststoffen. Ze wijst haar jeans aan als voorbeeld. Een handelaar stopt haar een hele lap stof toe, in fel turquoise. Kitoko’s ogen blinken alsof ze de jackpot gewonnen heeft. “Het is jaren geleden dat ik hier nog om stof geweest ben! De eerste paar keer kreeg ik zoveel mee dat ik er jaren zoet mee geweest ben. Nu nog heb ik reststoffen op overschot.”

Francesca Kitoko – Kameni Fashion © Kameni Fashion

Intussen brengt Kitoko samen met de Kringwinkel collecties uit, eerst in Aalst, recent nog in Antwerpen. Of Kameni Fashion op termijn nog meer kan groeien nu Kitoko, bijna althans, afgestudeerd is, is maar de vraag. “Ik zie mijn mode-onderneming als een creatieve uitlaatklep. Het is niet mijn plan om bijvoorbeeld meer dan één collectie per jaar uit te brengen. Ook dat heeft te maken met duurzaamheid: we hebben al zoveel spullen, het is niet de bedoeling om continu nieuwe kleren aan de man te brengen.”

Als studentenondernemer heeft Kitoko echter ook al ingezien dat de mode-industrie een harde wereld kan zijn. “Misschien is het daarom goed dat het een soort van hobby blijft, dat het leuk blijft, en dat ik eerder mijn andere onderneming Kameni Agency verder uitrol.” Pas op, zegt ze, “ik denk dat ik het wel aan zou kunnen”, klinkt het zelfzeker. “Maar het is en blijft een passie. Om daar de fun uit te halen, dat zou jammer zijn.”

Sumit Bunthanon van vzw VZW: “Liever Vinted dan een woestijn”

Sumit Bunthanon (27) zamelt kleren in met de vzw VZW, waarbij die laatste afkorting staat voor ‘Verzamelwoede’. Dat doet hij samen met Lennert Goessens, ook 27, die deeltijds aan de slag is voor tweedehandswinkel Think Twice. Ook Bunthanon werkt deeltijds, in een klein naaiatelier in Gent, maar zit daarnaast opnieuw op de schoolbanken. Als we elkaar voor het eerst ontmoeten in een Gentse koffiebar heeft hij pas een examen achter de rug. Ondanks zijn leeftijd zit hij pas in het eerste jaar aan de HOGENT, in een studeertraject dat we op zijn zachtst gezegd atypisch mogen noemen.

Lennert en Sumit van vzw VZW

“Eerst koos ik voor Modetechnologie, vervolgens voor KMO-management”, legt hij uit bij een koffie. “Dan deed ik mijn eerste studentenjobs in de eventsector en schakelde vervolgens over naar de richting Project & Event. Maar dat was het ook niet”, lacht hij. Zijn vriendin studeerde mode aan het KASK en zo is het allemaal beginnen samenvloeien. “Ik ben uiteindelijk opnieuw bij Modetechnologie beland en leerde tussendoor patroontekenen. Ik zie het als een van mijn beste beslissingen tot nu toe.”

Net als Goessens leerde Bunthanon zichzelf naaien en patroontekenen. De twee boezemvrienden leerden elkaar kennen door een job bij een Gentse streetwearwinkel. Bunthanon werkte er als visual merchandiser en kreeg er de smaak voor styling te pakken, Goessens stond in voor de stock en de verkoop.

Nu geven Bunthanon en Goessens textiel een tweede leven door kledingstukken te hergebruiken, herverkopen of upcyclen. De eerste stap is inzamelen en sorteren: kleren die perfect draagbaar en modieus zijn verknippen tot nieuwe ontwerpen, dat zou zonde zijn. Daarom gaan ze slechts met een deel van hun verzameling creatief aan de slag, andere kleren verkopen ze op Vinted.

De bedoeling van zijn vzw is om een tegengewicht te bieden tegen massaconsumptie. Bunthanon verwijst onder meer naar Atacama in Chili, die de “fastfashionwoestijn” genoemd wordt. Hopen en hopen afdankertjes, maar liefst 40.000 ton per jaar, belanden er op een afvalberg. De beelden gingen de wereld rond, en toch is er te weinig aandacht voor waar textiel vandaan komt en waar het naartoe gaat, vindt Bunthanon. Om dat tegen te gaan, moeten we beter en gerichter textiel inzamelen. “Anders komen er nog grotere bergen kledij in de woestijn terecht.”

In Broei, een maakplek waarbij creatieve jongeren tussen 16 en 30 jaar het leegstaande erfgoedpand Duivelsteen in Gent een invulling geven, zamelen Bunthanon en Goessens kledij in. Eerder al haalde de vzw 150 kilogram textiel op. Niet alles belandt op Vinted of wordt onder handen genomen met hulp van hun naaimachine. “Ook organiseren we workshops en closet sales”, legt Bunthanon uit tijdens onze tweede ontmoeting. Veel tijd heeft hij deze keer niet, straks geeft hij namelijk een workshop aan de andere kant van de stad. Daar heeft hij duidelijk wel zin in. “We zien dit soort activiteiten als een kans om kennis uit te wisselen over duurzame mode, zodat er minder kleren verloren gaan.”

Zoë De Cock van Renée By Zoë: “Kennis uit de les meteen toepassen in de praktijk”

Geen examens, geen taken of thesissen. Voor Zoë De Cock (23) zit het schooljaar en daarmee haar studiecarrière er effectief op. Met vlag en wimpel geslaagd, want zeg nu zelf: een betere bekroning dan de prijs van Gentse studentenondernemer van het jaar net voor je een toga aantrekt en dat lintje verlegt, kan er niet zijn.

Voor Renée By Zoë, het merk van De Cock, gaat het eerder om steentjes verleggen dan lintjes. Voor ze net als Bunthanon Modetechnologie studeerde was ze zich “helemaal niet bewust van de vervuilende impact van de textielindustrie”, vertelt ze in haar atelier. “Hoe meer kleren, hoe beter: zo stond ik in het leven. Op school zag ik de andere kant van de medaille. Daar heb ik mij verder in verdiept.”

Creatie van Renée by Zoë © Bruno De Cock

De Cock kwam uit bij upcycling als alternatief voor de overstock in de modesector en maakte haar eerste jurk uit een aantal oude hemden van haar grootvader. “Ik heb dat op Instagram geplaatst, zonder te beseffen dat ik ze ook zou kunnen verkopen. Ik was gewoon trots op mijn creatief project tijdens de coronacrisis.”

Tot nu toe is Renée By Zoë een “uit de hand gelopen hobby”, omschrijft De Cock. “Nu is het effectief de bedoeling om er iets van te maken, om het op te schalen. Eerder werkte ik met ingezamelde hemden, nu schrijf ik bedrijven aan om hun overstock op te kopen. Ik wil de productie uit handen geven aan CiLAB in Mechelen, een atelier dat enkel aan upcycling doet.”

Bij CiLAB zou Renée By Zoë vijf verschillende modellen op grotere schaal laten ontwikkelen. “Een geheel andere werkwijze”, geeft ze toe. “Nu experimenteer ik vaak en komt daar regelmatig een nieuw ontwerp uit. De kruisbestuiving met mijn studies was ideaal: ik leerde een nieuwe techniek in de les en kon die meteen toepassen in de praktijk.”

Creatie van Renée by Zoë © Bruno De Cock

Het model achter Renée By Zoë was niet van de eerste keer prijs. Prijssetting blijft een moeilijk gegeven, geeft De Cock bijvoorbeeld toe. “Mijn eerste kleedjes op Instagram heb ik van de hand gedaan voor 40 euro, omdat ik nog niet doorhad hoe ik mijn prijs moest berekenen. Nu verkoop ik ze voor 200 euro en mogelijk zal ik mijn prijzen opnieuw moeten aanpassen eens de samenwerking met CiLAB loopt.”

En ook de award voor ‘Gentrepreneur’ kwam niet meteen uit de lucht gevallen. In het eerste jaar van Renée By Zoë schreef De Cock zich al in voor de verkiezingen. “Toen haalde ik niet eens de finale!” Na drie jaar Modetechnologie deed De Cock nog een Postgraduaat Ondernemen, dat ze deze zomer afrondt. Een van haar coaches moedigde haar aan om zich opnieuw in te schrijven, nu ze een businessplan ontwikkeld had. “Dat heeft volgens mij het verschil gemaakt om de finale te halen. En uiteindelijk ben ik nog gewonnen ook!”

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Dat ondernemen als student “best pittig” kan zijn, geeft De Cock grif toe. Sinds het begin van haar studies ging ze deeltijds aan de slag, als werkstudent, bij een kledingzaak in het Gentse. “Sommige dagen moest ik schakelen tussen mijn studies, mijn baan als verkoopster en mijn eigen onderneming. Het is af en toe erg zwaar geweest, maar ik ben blij met hoe het gelopen is.”

Wat de toekomst brengt, kan De Cock nu moeilijk voorspellen. “Ik blijf halftijds aan de slag als verkoopster, weliswaar bij een andere kledingzaak nu, om financiële zekerheid te hebben. Met die inkomsten betaal ik privé-uitgaven. Het geld dat binnenkomt via Renée By Zoë kan ik opnieuw investeren. Ik haalde recent ook subsidies binnen als ‘Impactgedreven ondernemer’ in Oost-Vlaanderen. Ik ben benieuwd naar de toekomst en hoop dat het zal lukken.”

Renée by Zoë © Bruno De Cock

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content