Topmodel Delfine Bafort en theatermaker Arend Pinoy over leven en liefde: ‘Ik was lang te verlegen om hem aan te spreken’
Het duo dat in deze shoot poseert, is ook in het echte leven een koppel. Topmodel Delfine Bafort en theatermaker Arend Pinoy kenden elkaar al jaren voor de vonk echt oversprong, en vertellen hier openhartig over leven en liefde. ‘De eerste nacht samen sliep ze met haar kleren aan.’
Officieel vormen Delfine Bafort (45) en Arend Pinoy (44) een koppel sinds 2012. In werkelijkheid zijn ze echter al veel langer ‘passanten’ in elkaars leven, vertelt Delfine bij hen thuis in Gentbrugge: ‘Onrechtstreeks wisten we al op mijn twaalfde van elkaars bestaan af, want Arend was toen bevriend met mijn buurmeisje. Nadien hadden we altijd gemeenschappelijke vrienden. Bovendien draaide ik in 2004 Steve + Sky met Titus De Voogdt, een kameraad van Arend, en volgde ik nadien drama aan het KASK, waar ik les kreeg van zijn mama.’ (Actrice Marijke Pinoy, red.)
Toch liet een eerste gesprek lang op zich wachten, zegt Delfine. ‘Ik was als tiener veel te verlegen om hem aan te spreken. Dat kwam er pas van eind 2010. Ik woonde en werkte toen in New York en kwam in de kerstperiode terug naar Gent, waar ik in het KASK ging kijken naar een studentenvoorstelling die Arend had geregisseerd. In beschonken toestand op oudejaarsavond heb ik mijn vriendinnen toen gesmeekt om naar hem op zoek te gaan in cafés. Vraag me niet waarom, maar ik moest en zou hem zien.’
‘Toen Delfine pardoes voor mijn neus stond, overviel ze me’, bekent Arend. ‘Maar ik vond het wel tof dat ze later die avond achter op mijn fiets kroop. Het stelde me gerust dat ze ondanks haar werk als topmodel toch heel down-to-earth was. Ze is toen blijven slapen, maar meer dan een kus gebeurde er niet, want Delfine geeft zich niet zo gemakkelijk. In bed sliep ze zelfs met haar kleren aan.’ (lacht)
Lees ook: Topmodel Delfine Bafort is helemaal terug: ‘Ik doe deze job vandaag dubbel zo graag’
Wisten jullie meteen dat jullie meer wilden met elkaar?
Arend: ‘Niet echt. We waren duidelijk tot elkaar aangetrokken, maar verwerkten allebei nog een relatiebreuk. Bij Delfine was die slechts enkele maanden oud en kon het in mijn ogen nog alle kanten uit, terwijl ik na het einde van mijn laatste relatie met heel wat existentiële vragen kampte. Ik wilde me dus alleen smijten als ik smoorverliefd was, en ook Delfine stond op de rem.’
Delfine: ‘Ik moest na die avond terug naar New York en een langeafstandsrelatie leek te ingewikkeld. Arend droomde er echter al lang van om New York te zien en zijn dertigste verjaardag kwam eraan, zodat hij enkele maanden later het perfecte excuus had om me te komen bezoeken. Daar is onze relatie echt begonnen. Achteraf stuurden we elkaar als verliefde pubers brieven en kaartjes. Hij is nog vier, vijf keer naar New York gekomen, tot ik na ruim een jaar besloot om naar België terug te keren en bij Arend in te trekken.’
Een leven in New York opgeven voor een man, dat was vast niet evident.
Delfine: ‘Zelf heb ik dat nooit op die manier gevoeld. Ten eerste maakte de afstand niet alleen het gemis en het verlangen naar elkaar nog groter, maar dwong die me ook om over mijn prioriteiten na te denken. Zo besefte ik dat ik rust en verbinding zocht, dat ik me wilde settelen en een gezin stichten. Alleen daar blijven zitten of hier mijn geluk delen met iemand, dat was geen moeilijke keuze. Verder wist ik na twee jaar ook wel dat New York niet voor eeuwig was. Ja, het is een stad met enorm veel mogelijkheden, maar het levensritme en de woningprijzen liggen er te hoog om echt comfortabel te leven.’
Hoe groot was voor jullie de stap om te gaan samenwonen?
Arend: ‘De eerste vier maanden hokten we met mijn hond en Delfines kat samen op mijn appartementje van vijftig vierkante meter in het centrum van Gent. Megagezellig en superpassioneel, maar ook heftig en ontvlambaar, want alles samen hadden we elkaar slechts enkele keren gezien. We moesten elkaar dus nog helemaal ontdekken en leren vertrouwen, en onze raakvlakken achterhalen. Bovendien weet ik graag hoe de ander zich voelt en denkt en communiceer ik zelf nogal direct, terwijl Delfine soms eerder een gesloten boek lijkt en zich niet makkelijk kwetsbaar toont.’
‘Hoe meer ik probeerde uit te vissen hoe zij de dingen zag en reageerde zoals ze deed, hoe feller zij streste en een muur optrok. Daardoor was er zeker in het begin veel onrust en miscommunicatie en duurde het lang voor we op elkaar waren ingespeeld. Al moet ik zeggen dat haar gereserveerde karakter ook een van de redenen is waarom Delfine me blijft intrigeren. Onder de oppervlakte zit een hele waaier aan lagen en emoties, waardoor er altijd nog iets te ontdekken is.’
Zijn jullie op wel meer vlakken tegenpolen?
Delfine: ‘Dat valt wel mee. Zo zijn onze interesses en smaken heel gelijkaardig. We voeden ons allebei graag met theater, dans, film en literatuur, en dan vinden we vaak dezelfde dingen wel of niet goed. Wel maak ik me tot mijn eigen spijt soms druk om kleine dingen, terwijl Arend tegenslagen en kopzorgen makkelijker kan relativeren en loslaten. Maar hij heeft ook zijn eigen wil en persoonlijkheid, wat ik nodig heb in een relatie. Ik hou niet van machomannen en val op zijn speelse en gevoelige kant, maar ik vind het wel fijn als mensen een beetje tegengewicht bieden. Arend is zo: geen volger, maar iemand die je uitdaagt en doet nadenken over jezelf, waardoor hij me nooit verveelt.’
Ondertussen staan jullie als acteurs zowel op de planken als voor de camera. Hebben jullie een voorkeur?
Arend: ‘Ik ben dankzij mijn moeder opgegroeid met de romantiek van het theater en speelde als kind al in voorstellingen. Voor mij is dat mijn natuurlijke biotoop. Alleen heb ik me altijd toegelegd op fysiek theater, een mengvorm van tekst en dans die wegens mijn slechte knieën nu steeds minder voor me weggelegd is. Tegelijk heb ik nog veel te ontdekken op het vlak van film en televisie. Ik speel dus nog steeds in voorstellingen, maar sta de laatste jaren wel meer voor de camera. Dat is voor mij een enorm boeiend leerproces. Zo zit je concentratie daar helemaal anders dan wanneer je op een podium staat en moet je veel “kleiner” spelen, terwijl je ook de crew om je heen moet kunnen buitensluiten. Moresnet was vorig jaar heel fijn om te doen omdat ik voor het eerst een dragende rol had, maar ik stond met evenveel plezier en dankbaarheid in andere series en kortfilms – zolang ik maar kan bijleren.’
Delfine: ‘Ik voel me veel meer op mijn gemak voor een foto- of filmcamera dan bij theaterwerk. Dat was al zo tijdens mijn opleiding aan het KASK. Op de planken staan vergde zoveel energie en bezorgde me zoveel stress, dat ik toen al dacht: als het op die manier moet, dan liever niet. Ik snap ook helemaal wat Arend bedoelt met dat verschil in concentratie, want op een podium is het daar en dan dat je het moet doen, met alle adrenaline en risico’s van dien. Op een filmset zijn crewleden als de licht- en de klankverantwoordelijke ook gewoon met hun eigen werk bezig. Daardoor voel ik me daar minder kwetsbaar dan in een zaal waar alle ogen op mij gericht zijn.’
Wat betekent acteren voor jullie?
Delfine: ‘Ik heb het heel lang als een soort therapie gezien voor de schuchterheid en remmingen die ik als kind had. Net als mijn modellenwerk, want als ik de eerste jaren een fotoshoot moest doen of op de catwalk stond, durfde ik amper te bewegen. Ik besef dat het tegenstrijdig klinkt dat je als verlegen mens voor een camera wilt gaan staan, maar volgens mij hangt dat wel samen voor modellen en acteurs: enerzijds ben je bang om je uit te drukken en jezelf belachelijk te maken, anderzijds wil je daar dolgraag van af en zoek je uit verzet de schijnwerpers op.’
Arend: ‘Wat mij al heel lang bezighoudt, is wie we zijn als mens, en hoe hokjesdenken en labeling door de buitenwereld ons daarin beperkt. Niemand is bijvoorbeeld alleen maar grappig of serieus – de schoonheid van mensen is juist dat ze veelzijdig zijn en constant evolueren. Toch duwen anderen je altijd weer in dezelfde hoek. Gedraag je je anders dan zij verwachten, dan word je daar meteen op beoordeeld en afgerekend. Daardoor doen veel mensen zichzelf tekort, denk ik. In die zin vind ik het enorm verrijkend om acteur te zijn, omdat het je ergens dwingt om alle uithoeken van je persoonlijkheid te verkennen en heel uiteenlopende aspecten daarvan uit te vergroten.’
Hoe ervaren jullie de onvoorspelbaarheid van jullie beroep?
Delfine: ‘Als model is dat nog extremer dan als acteur, want in die job sta je eigenlijk permanent op stand-by. Pas een dag van tevoren te horen krijgen of je vertrekt of niet, is niet ongewoon. Velen vinden het mentaal enorm belastend om niet te weten hoe hun week er gaat uitzien, maar voor mij is dat al sinds mijn zeventiende mijn leven. Ik geef toe dat ik soms wel droom van wat meer voorspelbaarheid en rust, maar goed, het acteursbestaan heeft ook een spannende en avontuurlijke kant, en het houdt je altijd alert.’
Arend: ‘Op financieel vlak hebben we niet voor de makkelijkste weg gekozen, omdat we geen vast inkomen hebben en soms gewoon niet weten wat er komt. Maar het is ook fijn wanneer de een het drukker heeft dan de ander. Zit Delfine of ik in het buitenland voor werk, dan heeft de ander onze zoontjes Ellis Mikky en Lio (nu acht en vijf jaar, red.) voor zich alleen, en dan genieten de kinderen daar ook van. We doen als gezin zoveel mogelijk samen, maar daarbinnen hebben we ieder ook onze vrijheid en zelfstandigheid.’
Productie & styling: Ilja Deweerdt – Assistenten fotografie: Nicolas Kengen en Kato Beckers — Assistent styling: Francis Boesmans — Haar en make-up: Vera Dierck voor Dior Beauty — Haar: Jannes Vandevelde Modellen: Delfine bij Noah MGMT en Arend Pinoy — Coördinatie: Timon Van Mechelen — Met dank aan Uniqlo voor de HEATTECH thermokleding en sokken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier