Botter, het modelabel dat de wereld wil redden: ‘Wij lappen babykoraaltjes op’
Rushemy Botter en Lisi Herrebrugh openden een koraalziekenhuis voor de kust van Curaçao. Want, zegt het koppel achter Botter, “alleen maar kleren maken, dat kun je als modelabel eigenlijk niet meer maken”.
Lisi Herrebrugh en Rushemy Botter hebben een intens jaar achter de rug. Ze kregen een dochtertje, Scully; verlieten na drie jaar hun stek aan het hoofd van het Franse modehuis Nina Ricci; verhuisden van Parijs naar Amsterdam en werden bekroond, in juli, met de Grand Prix de l’Andam, de enige ‘grote’ modeprijs die Botter nog niet had verzilverd. Goed voor driehonderdduizend euro en een jaar mentorship van Bruno Pavlovsky, voorzitter van de modeactiviteiten van Chanel.
“Het is een wedstrijd waar we al heel lang aan mee wilden doen,” zegt Lisi Herrebrugh, “maar we hebben gewacht tot we vonden dat Botter er rijp voor was. We vonden het belangrijk om tot een punt te komen waar we niet langer alleen praten over milieuproblematiek, maar waar we ook actief teruggeven aan de natuur. Dat is voor ons een lang proces geweest en we wilden dat eerst helemaal rondkrijgen. Want dit is voor ons de laatste wedstrijd waaraan we hebben meegedaan.”
Er is in Antwerpen meer een modecultuur dan in Amsterdam. Meer expertise.
Lisi Herrebrugh
Botter was in 2018 al laureaat van de Grand Prix van het festival van Hyères, voor ‘Fish or Fight’, de afstudeercollectie van Rushemy, die op dat moment al was bekroond met de prijs die Knack Weekend elk jaar uitreikt aan een masterstudent van de academie van Antwerpen. Sindsdien volgden nog nominaties voor de LVMH Prize en de Woolmark Prize.
Na hun show tijdens de modeweek van Parijs op 26 september volgt opnieuw een verhuizing, terug naar Antwerpen. “Botter is er ontstaan en Antwerpen betekent voor mij thuiskomen”, zegt Rushemy. “Er is meer een modecultuur dan in Amsterdam,” vindt Lisi, “er is meer expertise.”
“Er heerst ook rust die je in Parijs niet hebt”, aldus Rushemy. “En ik vond het mooi hoe mensen uit verschillende sectoren er vaak samenwerken.” Er speelt nog iets anders mee in hun beslissing om te verhuizen, een project waar ze vooralsnog “niet mee naar buiten kunnen komen”.
Carribean couture
Ze zijn opgegroeid in Nederland, hij in Vinkeveen, in de banlieue van Amsterdam, en zij in het dorp ernaast, Mijdrecht. Maar in hart en ziel voelen ze zich eilandbewoners. Rushemy is geboren op Curaçao, Lisi is van moederskant van de Dominicaanse Republiek, de natie die een eiland deelt met Haïti. Hun eilanden kijken op elkaar uit, net als hun dorpen, zij het gescheiden door honderden nautische mijlen Caraïbische zee.
“We denken over heel veel dingen hetzelfde”, lacht Rushemy. “Een eilandbewoner is toch anders.”
Ze beschrijven hun mode als “een vorm van arte povera” en als “Carribean couture, onze interpretatie van hoe de Caraïbische man zich kleedt en leeft”.
Lisi: “Als je niet veel hebt, maar er toch mooi wilt uitzien, word je inventief. Dan ga je spelen met je kledingstuk en het misschien anders gebruiken dan oorspronkelijk was bedoeld. Jaren geleden zagen we een jongen op straat die een broek gebruikte om zijn armen tegen de zon te beschermen. En waarom zou je een broek, die uiteindelijk ook twee gaten heeft, niet als een trui kunnen gebruiken? Soms moet je je referenties durven los te laten.”
Rushemy: “Precies, en ik denk dat dat alleen maar kan als je niet verwend bent. Neem een paraplu: hier is die voor als het regent. Op het eiland wordt een paraplu soms ook voor andere dingen gebruikt. Als je weinig hebt, moet je creatief zijn, anders denken, bijna als een kind. Ik vind dat een mooie vorm van creëren.”
Bij Botter resulteert die kinderlijke verwondering in, onder meer, blousons van gerecycleerde paraplu-nylon van het Franse familiebedrijf Piganiol, baseballcaps met veertjes van plastic tags, oversized polo’s gemaakt met textielrestjes, en kralen van plastic dat uit de oceaan is opgevist, zoals gebruikt op het hemd uit de wintercollectie dat Harry Styles enkele weken geleden droeg op de cover van Rolling Stone. Ze maken ook sweatshirts met onderaan het soort trekkoord dat je normaal gezien aan de bovenkant van een joggingbroek vindt.
Koraaltjes oplappen
Eilanden zijn omringd door water en in het water van de Caraïben zwemmen, naar verluidt, ’s werelds mooiste vissen. Het is dan ook niet verrassend dat water en vissen al sinds het begin van Botter een belangrijke rol spelen in hun universum.
Waarom zou je een broek, die ook twee gaten heeft, niets als een trui kunnen gebruiken?
Lisi Herrebrugh
Er liep bijvoorbeeld al een dolfijn mee in Rushemy’s passage op de academieshow. De kleuren van hun kleren lijken soms uit een tropisch aquarium gehengeld, en hun favoriete tint is Botter Blue.
Het project dat hun op dit moment het meest begeestert, ligt letterlijk in zee. Twee jaar geleden openden ze een koraalziekenhuis voor de kust van Curaçao, samen met een lokale duikshop.
wij lappen babykoraaltjes op
Uit ziek koraal worden de nog gezonde stukken weggesneden en onder water met draadjes aan een soort boom gehecht tot ze herstellen en opnieuw beginnen te groeien. Zodra ze groot genoeg zijn, worden ze herplant in hun oorspronkelijke omgeving.
Lisi: “Koraal is heel belangrijk, voor het eiland en voor de eilandbewoners, omdat het stormen en tsunami’s helpt tegen te houden, maar ook omdat het de biodiversiteit in stand helpt te houden. Als het koraal afsterft, gaan ook de vissen dood. Dat is hun wijk, waar ze wonen.”
In oktober gaan ze op Curaçao poolshoogte nemen. Er staan dan ook afspraken met de bevoegde minister op de kalender. “De overheid is geïnteresseerd om het project te ondersteunen en ons te helpen. We gaan dus eigenlijk samenwerken met het eiland. Dat is een heel mooie stap. Het gaat ook verder dan alleen het koraalziekenhuis. Er gaan mooie dingen gebeuren.”
Is Rushemy Botter binnenkort presidentskandidaat? “Nee joh,” lacht de ontwerper, “politiek spel is niets voor mij.”
Volwassen worden
Wat heeft koraal met mode te maken?
Rushemy: “Mode is een weerspiegeling van de tijd waarin we leven. Als je nu nog relevant wilt zijn, kun je je niet beperken tot het maken van kleren. Als je ziet wat er in de wereld gebeurt, kun je niet alléén maar een product pushen. Je moet de wereld proberen te verbeteren. Dat klinkt misschien heel ideologisch, maar het is wel onze overtuiging. Als je iets naar buiten brengt, moet je dat hand in hand met de natuur doen. Dát is een modern verhaal.”
Lisi: “We hebben van in het begin willen teruggeven. We zien Botter als een dagboek waarin we onze ideeën en bekommernissen kwijt kunnen, alles wat we in ons hoofd hebben. We moeten onszelf kunnen uiten. Voor ons is dat heel belangrijk. Botter is altijd al een soort luidspreker voor onze gedachten geweest, maar door de jaren heeft dat meer vorm gekregen. Als je heel klein bent, kun je als ontwerper in de praktijk niet zoveel doen. We hebben van bij het begin met deadstock gewerkt en aan upcycling gedaan. Maar voor ons moest het nog veel verder gaan dan dat.”
Rushemy: “We zijn volwassener geworden, genuanceerder. We hebben meer impact. We kunnen nu daadwerkelijk iets doen. We zijn minder gaan schreeuwen, en meer gaan doen. We hebben de juiste balans gevonden. De ervaring met het koraalziekenhuis heeft ons doen beseffen dat we geen collabs meer willen zoals je voortdurend ziet in de mode. Een nieuw product uitbrengen en daar dan twee logo’s op knallen, dat vinden wij dus niks. Wij zijn op zoek naar inhoud. We werken liever samen met ingenieurs, met bio-onderzoekers, met de TU Delft, mensen uit andere sectoren dan de mode.”
Een nieuw product uitbrengen en daar dan twee logo’s op knallen, dat vinden wij niks. Wij zijn op zoek naar inhoud.
Rushemy Botter
Lisi: “We willen graag nieuwe materialen ontwikkelen. In 2013 heb ik geëxperimenteerd met een zelfgroeiend materiaal op basis van schimmels. Daar kon je toen nog geen collecties mee maken. Intussen staan we veel verder. Er worden stoffen gemaakt van algen, van paddenstoelen, van schimmels, materialen die veel minder impact hebben op de grond dan bijvoorbeeld katoen. Dat is een richting die we nu met Botter willen uitgaan.”
Rushemy: “Veel van die nieuwe materialen ‘moeten’ op leer lijken. Daar willen wij van afstappen. Waarom kun je geen materiaal maken dat leer vervangt, maar er niet noodzakelijk op lijkt? Waarom kan zo’n materiaal niet op zichzelf staan?”
Jullie hebben recent nauw samengewerkt met het Global Cleanup Network van Parley for the Oceans, dat zoekt naar oplossingen voor plastic afval uit de oceaan.
Lisi: “We zijn intussen wat gedraaid. We gebruiken nog altijd gerecycleerd oceaanplastic in de collectie, maar we willen onze focus nu verschuiven naar materialen die ook werkelijk afbreekbaar zijn.”
Rushemy: “We willen meer research doen, dieper gaan. Je begint, je komt een organisatie als Parley tegen en dan denk je: gewéldig. Maar dan ontdek je dat er nog andere initiatieven zijn, dat je ook zelf stoffen kunt ontwikkelen, dat je nog méér sustainable kunt zijn.”
In het diepe gegooid
Ze hebben meer tijd voor research, en voor Botter, nu ze niet langer voor Nina Ricci werken. In 2019 kregen Lisi en Rushemy samen de creatieve leiding van het Franse huis. Het was een ophefmakende nominatie: ze waren pas afgestudeerd. Ze showden met Nina Ricci voor ze in Parijs officieel met Botter debuteerden. De reacties waren uitstekend. Maar voor de eigenaar van het label, parfumgigant Puig, die ook Dries Van Noten, Gaultier en Paco Rabanne in portefeuille heeft, leek Nina Ricci niet echt een prioriteit. Lisi en Rushemy waren bij het ter perse gaan van dit nummer nog altijd niet vervangen en het historische vlaggenschip moest eerder dit jaar plaatsmaken voor een boetiek van Paco Rabanne.
Lisi: “Voor ons waren het drie heel leerzame jaren. We kwamen net van school en zijn in sneltreinvaart de industrie in gerold. We hebben keuzes moeten maken: dit willen we voortzetten, en dit niet. Ik denk dat de ervaring ons geholpen heeft om sneller tot ons doel te komen.”
Rushemy: “We zijn écht in het diepe gegooid. Kijk, je studeert af en je denkt: nu gaan we ons beroep uitoefenen. We gaan tekenen, we gaan creëren. Maar da’s eigenlijk maar drie procent van je werk. Je moet vooral veel managen. Dat hebben we moeten leren. En het heeft ons geholpen met Botter.”
Hoe verdelen jullie het werk?
Lisi: “Dat gaat heel organisch tussen ons.”
Rushemy: “Storytelling, dat doe ik het liefst, vormen creëren. Ik vind de technische kant ook interessant, maar ik denk dat jij daar sterker in bent en dat ook het liefst doet. Jij doet ook de 3D-tekeningen.”
Lisi: “Jij tekent ook heel nauwkeurig.”
Wat zijn op dit moment de grootste uitdagingen?
Rushemy: “Ik denk het sustainable verhaal dat we proberen te brengen.”
Lisi: “We zien Botter als een platform. We willen veel meer doen dan alleen kleren ontwikkelen. We vinden dat kleding maken gepaard moet gaan met een bepaalde toekomstvisie.”
Rushemy: “Het blijft moeilijk. Maar als je vrij bent, kun je iets heel moois brengen. Je kunt verrassen. De vrijheid die we hier hebben, is het belangrijkst.”
Botter
Lisi Herrebrugh (33) is in 2014 afgestudeerd aan het Amsterdam Institute of Fashion.
Rushemy Botter (37) is in 2017 afgestudeerd aan de Modeacademie van Antwerpen.
Ze begonnen Botter in 2018 en wonnen datzelfde jaar de hoofdprijs van het modefestival van Hyères.
Tussen 2019 en 2022 stonden ze aan het hoofd van Nina Ricci in Parijs.
In 2020 openden ze een koraalziekenhuis op Curaçao.
Dit jaar wonnen ze de Grand Prix de l’Andam en vestigen ze zich opnieuw in Antwerpen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier