Bertony Da Silva opent Arte-winkel in Parijs: ‘Ik denk dat ik alles kan, als ik het maar graag doe’
Het Antwerpse streetwearlabel Arte zit in de lift. Dit voorjaar opent founder Bertony Da Silva een eerste winkel in Parijs. Wie is de man achter Arte? ‘Ik wil echt wel global impact hebben.’
Tien uur ’s avonds, een doordeweekse dinsdagavond. Bertony Da Silva, de 35-jarige stichter van het populaire streetwearlabel Arte, daagt op in de bar van een hotel in het Antwerpse Groen Kwartier. Hij is net terug uit Kroatië, waar de campagne voor komende zomer werd geshoot. ’s Anderendaags, bij het ochtendgloren, vliegt hij naar New York voor afspraken tijdens de modeweek. Hij heeft het druk, maar is gefocust, neemt zijn tijd, kaatst vaak vragen terug. ‘Je let niet op’, lacht hij als we twee keer vragen waar Arte nu precies voor staat.
Da Silva kreeg het idee voor een eigen streetwearlabel in 2009, toen hij nog op de middelbare school zat. Hij begon Arte in zijn woonkamer met enkele T-shirts, en in 2015 volgde een volwaardig merk, gevestigd in een veredeld kraakpand aan de Frankrijklei, waar toen ook Christian Wijnants en de zussen Capara onderdak hadden.
Intussen is Arte bijzonder populair in België, met eigen winkels in Antwerpen en Brussel, en in Frankrijk en Nederland. Arte doet het uitstekend in Duitsland, Portugal, Spanje, Italië en Zuid-Korea, en er wordt nu gewerkt aan een definitieve doorbraak in Japan, Scandinavië en Groot-Brittannië.
Soms denk ik: als ik er anders had uitgezien, zouden sommige deuren misschien makkelijker zijn opengegaan.
Bertony Da Silva
Het kantoortje in het kraakpand is vervangen door een imposant voormalig bankÂgebouw in brutalistische stijl in de Harmoniewijk in Antwerpen, waar een team van twintig à dertig mensen Da Silva helpt de wereld te veroveren. Hij neemt er zijn tijd voor. Als je je ziel niet wilt verliezen, kun je beter organisch groeien.
Dit voorjaar, in april als alles naar wens verloopt, opent Arte een eerste eigen winkel over de grenzen, in rue du Temple in Parijs. Het pand in hartje Marais, naast een flagshipstore van Carhartt WIP, tegenover Stüssy en op wandelafstand van Supreme, wordt op dit moment opgekalefaterd en heringericht. ‘In Parijs hebben we een community, het was een logische keuze.’
Over zijn parcours, zijn jeugd in Angola, zijn eerste jaren in Antwerpen, wijdt Da Silva liever niet uit. ‘Ik besef dat veel mensen maar al te graag uitpakken met hun levensverhaal, en ik respecteer dat. Maar zelf focus ik liever op mijn werk. Ik ben niet met Arte begonnen om bekend te worden, wel om mij creatief uit te drukken en daarvan te kunnen leven. Hoe minder je over me weet, hoe beter ik me voel. Vind je dat raar? Je vraagt naar mijn jeugd in Angola. Ja, ik ben daar geboren.’
Hoe oud was je toen je naar Antwerpen kwam?
‘Ik was veertien.’
Op je veertiende heb je toch al wat meegemaakt in het leven.
‘Ja, natuurlijk. Maar je bent toch nog een kind. Alle ‘eerste’ dingen heb ik hier gedaan. Uitgaan, een vriendin krijgen, mezelf beter leren kennen. Je begint pas echt een besef te krijgen van het leven wanneer je achttien of twintig bent. Enfin, bij sommige mensen duurt dat tot hun dertigste. Da’s inderdaad niet evident. Maar dat is nu precies wat ik bedoel: als ik daar met jou over praat, verdwijnt het werk naar de achtergrond. En dat wil ik niet.’
Je achtergrond ligt ergens toch aan de basis van je werk?
‘Nee. Het is niet zo dat ik in Angola dacht: ik ga iets creatiefs doen. Dat is hier begonnen. Als je een andere afkomst hebt, ga je op een andere manier naar dingen kijken, dat wel. Je beseft dat iedereen anders is, dat je moet leren omgaan met verschillende realiteiten. Maar dat is niet de kern. Ook in België ben ik niet plots wakker geworden met het idee: ik wil streetwear maken. Ik ben er een beetje ingerold. Ik heb een artistieke opleiding gevolgd, ik heb vrienden leren kennen die creatief bezig waren, onder meer in de muziek. Ik was geïnteresseerd in architectuur, design, grafische vormgeving, fotografie, en ik wilde al die dingen op de een of andere manier samenbrengen. Ik denk dat ik alles kan, als ik het maar graag doe. Ik ben van kleins af aan geïnteresseerd in meubelen, maar hoe begin je een meubellijn? Dat is nog moeilijker dan kleren. Ik heb mijn bedrijf Arte genoemd omdat ik een naam zocht die op al mijn interesses van toepassing kon zijn. It made sense. Ik was natuurlijk al heel erg bezig met kleding. Ik ging vaak naar Parijs, Amsterdam, Berlijn, Londen. En daar zag ik bepaalde merken die me interesseerden. In Parijs was Pigalle heel groot, in Amsterdam had je Patta. En in Antwerpen had je niets.’
Hoe komt dat, denk je?
‘Er zijn heel veel factoren. Ik denk dat er hier nooit echt een street scene is geweest. Nu begint dat wel, vooral in Brussel. Daar heb je artiesten als Damso, Hamza, daarvoor Stromae. Dat zijn mensen die wereldwijd impact hebben, mensen die een scene kunnen creëren ook. In Antwerpen is er nooit zo iemand geweest. Een andere factor is dat mensen die iets met streetwear wilden doen vaak niet echt beseften wat daarbij komt kijken. Arte is echt wel een business. Er moet gewerkt worden, anders kom je er niet.’
Is zakendoen ook een van je interesses?
‘Destijds niet. Maar ik hou van uitdagingen. Toen ik Arte begon, wilde ik alles leren, heel erg mijn best doen. En intussen vind ik business ook wel leuk. Ik zie het eerder als een spel. Je komt elke dag obstakels tegen. Hoe ga je om met die obstakels? Dat bepaalt hoe je toekomst eruit gaat zien. In het leven gaat het net zo. Als je van jongs af aan gekke dingen begint te doen, komt er een punt waarop je denkt: wow, wat heb ik gedaan met mijn leven? Als je altijd de juiste keuzes maakt, kun je hogere doelen bereiken.’
Je hebt duidelijk veel goede keuzes gemaakt, maar heb je je soms ook vergist?
‘Iedereen maakt vergissingen. Het zou zot zijn als je je nooit vergist. Maar ik denk wel dat zelfs mijn vergissingen in zekere zin berekend zijn, zodat de impact op het bedrijf beperkt blijft. Voordat ik een grote beslissing neem, wil ik honderd procent zeker zijn. Als we, zoals nu, een winkel openen in Parijs, wordt daar goed over nagedacht. We gaan niet het eerste het beste pand huren. Maar als ik op voorhand weet dat er geen groot risico is, denk ik weleens: cool, let’s just do it.’
Waar ik vandaan kom, dat is Antwerpen. Als ik van ergens anders was geweest, dan zou ik waarschijnlijk heel anders naar mode kijken.
Bertony Da Silva
Waar denk je over na als je een nieuwe winkel wilt openen?
‘De locatie. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar veel mensen vergissen zich daarin. Er moet ook een connectie bestaan tussen je merk en de mensen in de stad waar je wilt openen. En de timing moet juist zitten. Als ik vijf jaar geleden een winkel in Parijs had geopend, was ik misschien te vroeg geweest.’
Waarom is dit een goed moment?
‘We hebben ons goed voorbereid. Arte is de voorbije jaren enorm gegroeid in Frankrijk. We zijn er al heel erg aanwezig, onder meer met shops in Le Printemps en Galeries Lafayette. Ik breng zelf ook veel tijd door in Parijs. Ik heb er veel vrienden. Bovendien mag je de invloed van de Belgische street culture op Frankrijk niet onderschatten. Arte maakt daar deel van uit. We zijn gegroeid samen met een Damso, een Stromae, een Angèle of een Hamza. Wij versterken elkaar.’
Je vindt het belangrijk dat Arte betaalbaar blijft.
‘Ik vind dat heel belangrijk. We zijn geen Zara of H&M, we creëren dingen, we werken op de kwaliteit en er zit denkwerk achter. Ik ben een designliefhebber en design is altijd elitair geweest. Het is altijd mijn doel geweest om design te democratiseren. Door het affordable te maken zorg je ervoor dat een groter publiek in aanraking komt met design en er misschien in geïnteresseerd raakt. Ik heb het gevoel dat de designwereld op dit moment niet echt spreekt tot bepaalde doelgroepen of mensen met mijn achtergrond. Ik geloof ook dat het interessant is om streetwear met design te combineren, en zo mensen met verschillende achtergronden met elkaar in aanraking te brengen. Misschien ben ik nu al iets te veel vooruit aan het lopen. We werken aan een aantal nieuwe projecten voor eind dit jaar, begin volgend jaar. Maar ik wil daar nog niet te veel over zeggen.’
Wat maakt een streetwearlabel uniek? Hoe onderscheid je jezelf van een Supreme of een Stüssy?
‘Je DNA maakt je uniek.’
Waar je vandaan komt dus.
‘Exactly.’
En daar wil je liever niet over praten.
‘Waar ik vandaan kom, dat is Antwerpen. En Antwerpen is heel anders dan New York of Los Angeles. Supreme, dat is New York, hiphop culture. Stüssy is surf, Californië. Ik zie Arte als elevated streetwear. En waarom is het elevated? Dat komt door Antwerpen. Dat er hier zoveel high-end fashion is, heeft mijn visie op mode geïnspireerd. Dat is al heel vroeg begonnen. Je woont hier, je ziet de Modeacademie, je ontmoet mensen die daar op school zitten. Je gaat naar de stocksales. Als je naar het buitenland reist, kennen mensen Antwerpen in feite alleen van de mode. Daar word je als jonge gast door beïnvloed. Als ik van ergens anders was geweest, als ik in mijn jeugd die referenties niet had gehad, geen Dries Van Noten, geen Raf Simons, dan zou ik waarschijnlijk heel anders naar mode kijken, of zou mijn werk in elk geval heel anders zijn. Mijn DNA ligt hier, en dus is Arte een Belgisch modemerk. Maar ik ben (hij wijst naar zichzelf, red.) ook niet alleen maar Belgisch. Ik ben ook zwart, en dat brengt weer andere dingen met zich mee. Andere invloeden, andere ervaringen. Een andere manier van handelen, van communiceren. Ik zou nooit een Dries Van Noten kunnen zijn. Onze achtergrond is heel verschillend. Je mag dan wel uit Antwerpen komen, je hebt nog altijd verschillende kringen en cirkels. Ik kom uit een ander milieu. Uiteindelijk is er toch nog een kloof. Begrijp je wat ik wil zeggen?’
Als jonge gast bewonderde ik Jay-Z, Cristiano Ronaldo, LeBron James, sporters en artiesten vooral, omdat ik mezelf in hen kon zien. Zij kwamen ook van nergens.
Bertony Da Silva
Voel je je geaccepteerd? Naar waarde geschat?
‘Ik ben meer van: als je iets niet krijgt, dan neem je het. Respect dwing je af, met je daden en met je werk. Daar geloof ik erg in. Of ik geaccepteerd word of niet, daar ben ik niet echt mee bezig. Ik hoef niet noodzakelijk erkenning. Ik wilde dit interview eigenlijk ook niet doen. Ik focus liever op dingen die écht impact hebben. Ik zie wel dat andere mensen soms meer kansen krijgen. Dan denk ik: tiens, als ik er anders had uitgezien, dan zouden sommige deuren misschien makkelijker zijn opengegaan, dan zou ik sommige dingen misschien sneller gedaan hebben gekregen. Als jonge gast bewonderde ik Jay-Z, Cristiano Ronaldo, LeBron James, sporters en artiesten vooral, omdat ik mezelf in hen kon zien. Zij kwamen ook van nergens. Ik zag die mensen en dacht: ha, het kan, want hun is het gelukt, en zij hadden ook niets. Als je beslist om iets te worden, als je er heel hard voor gaat, dan kan het lukken. Arte is succesvol, maar er zijn ook mensen die ook een andere background hebben, getalenteerd zijn, iets willen opzetten, en die op een bepaald moment opgeven. Die mensen kunnen een duwtje gebruiken. Niet iedereen is even zelfverzekerd. Als ik met jongeren spreek, probeer ik hun in te prenten hoe serieus een business is, hoe dedicated en stubborn je moet zijn. We verkopen Arte nu in een driehonderdtal winkels wereldwijd, tot in Korea en Japan. Als je hier op straat loopt, of in Parijs of Amsterdam, dan zie en voel je onze impact. Wij bestaan écht. Voel ik me naar waarde geschat? Als je het zo formuleert, dan zeg je dat andere mensen mijn waarde mogen bepalen. Ik heb als jonge gast al uitgemaakt dat ik dat zelf wel zal beslissen. In de krant lees je soms dat iedereen dezelfde kansen krijgt. Ik ben succesvol, en dan zeggen mensen: kijk naar Bertony. Maar die mensen weten niet wat ik allemaal heb moeten doen om succesvol te worden.’
Heb je als succesvolle ondernemer van kleur een zekere verantwoordelijkheid?
‘Ik denk dat rolmodellen toch wel heel belangrijk zijn. Dat er mensen zijn die op jou lijken, die dingen doen, en kunnen doen. En niet alleen in de mode, maar in het hele creatieve veld. Voor sommige jongeren kan dat een motivatie zijn om in zichzelf te geloven, om te denken: ik kan dat ook, let’s go.’
Moet Arte ook een maatschappelijke boodschap uitdragen?
‘Kijk, dat kun je op verschillende manieren doen. Je kunt als bedrijf al een statement maken met diversiteit op je werkvloer. Je hoeft niet per se inspirerende of politieke quotes op je kleren te printen. Daar geloof ik niet meteen in. Het is goed dat sommige labels dat wel doen, en misschien doe ik het ooit zelf weleens, maar het is geen prioriteit.’
Hoe zie je Arte over vijf jaar? Hoe groot kun je worden?
‘Ik wil echt wel global impact hebben. De winkel in Parijs is een logische volgende stap. Omdat het zo’n belangrijke modestad is en omdat Arte er al een community heeft (het label heeft al shops bij warenhuizen Le Printemps, Citadium en Galeries Lafayette, red.). Parijs is een ander verhaal dan Antwerpen. We hebben lang gezocht naar een pand. Alles is er veel scherper, alles draait er meer puur om geld, zeker als je op een toplocatie wilt zitten. Het is niet simpel geweest, maar het is wel gelukt. Met winkels kun je je verhaal op je eigen manier vertellen. Ons universum zo duidelijk mogelijk naar voren brengen, ons nog meer onderscheiden, dat is nu onze focus.’
Arte is jouw bedrijf. Kun je op je eentje blijven groeien? Zelfs Supreme is uiteindelijk opgeslokt door de groep achter The North Face, Timberland en Vans.
‘Of we op eigen kracht de wereld zullen kunnen veroveren, zien we nog wel. Ik wil het bedrijf organisch laten groeien. Stel dat er ooit een interessant aanbod komt van, bijvoorbeeld, een grote groep: if it makes sense, waarom niet. Als zo’n bedrijf iets voor Arte zou kunnen betekenen, en als ik mij er goed bij zou voelen. You never know. Maar voorlopig is dat niet aan de orde.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier