Vaste klant is koning: drie superklanten over hun liefde voor die ene modezaak

© Kevin Faingnaert

Samen sushi eten en dutjes doen. Elke week de nieuwe arrivals checken. Of al dertig jaar trouw zijn aan elkaar. Drie superklanten vertellen over hun favoriete winkel.

Theo Timmermans spendeert bijna elke woensdag een hele dag bij Mercken, de luxemannenmodezaak in Antwerpen.

‘Het begint al ’s morgens’, zegt Theo. ‘Ik pik Frank Mercken op bij hem thuis in Limburg. Dan rijden we samen naar Antwerpen. Onderweg praten we over mode, over zaken, maar ook over persoonlijke onderwerpen. We kennen elkaar al sinds 1984. Frank was toen pas met zijn zaak in Hasselt gestart.

’s Zaterdags kwam ik bij hem shoppen, omdat ik in mijn buurt niks kon vinden van vergelijkbare kwaliteit.’

Vaste klant is koning: drie superklanten over hun liefde voor die ene modezaak
© KEVIN FAINGNAERT

Het is stilaan een traditie geworden: woensdag reserveren de vrienden voor elkaar. In de voormiddag doen ze beneden in de boetiek de ronde langs de kledingrekken. Dan toont Frank Mercken de nieuwigheden of overloopt hij wat binnenkort nog zal binnenkomen. ‘Soms wil Theo per se een jasje kopen. Maar omdat ik weet dat er over veertien dagen een nóg mooier stuk geleverd wordt, dat nóg beter bij hem past, raad ik hem aan om te wachten. Dat apprecieert hij. Ik zeg het hem ook vlakaf wanneer iets te bont of te extreem is. Dat kun je met klanten die je al meer dan dertig jaar kent.’ Theo: ‘Ik waardeer het niet wanneer ik in een winkel kom waar het personeel je kledij probeert aan te smeren. Bij Mercken zijn ze altijd eerlijk in hun advies. Het is trouwens niet omdat ik hier bijna elke week ben, dat ik ook wekelijks iets koop.’

Sushi en een dutje

Wat wel wekelijks gebeurt: de twee mannen lunchen ’s middags samen. Soms in Verso Café, naast de deur. Maar meestal bestellen ze gewoon een su- shibox. Die eten ze dan samen op in Frank Merckens privésalon boven de winkel. ‘Na de lunch doen Theo en ik hier weleens een dutje op de bank’, zegt Frank Mercken. ‘Na een uurtje worden we wakker en is het tijd om koffie te drinken. ’s Avonds gaan we vaak nog eens goed uit eten.’ Theo: ‘Mijn vrouw breng ik zelden mee naar de winkel. Dit is een momentje voor ons. Ik kies liever in mijn eentje wat ik mooi vind. En ik neem daar graag mijn tijd voor.’

Tijd heeft Theo Timmermans. In 2005 verkocht hij zijn zaak en sindsdien is ook zijn modesmaak veranderd. Toen hij nog in het bedrijfsleven actief was, kocht hij formelere pakken in blauw en grijs. Nu mag het wat modieuzer en wat minder stijfjes. ‘Al is zijn passie voor stropdassen nog niet uitgestorven. Hij heeft thuis een grotere collectie dan wij hier. Hij koopt het liefst de dassen van Kiton’, weet Frank Mercken.

In het midden: Frank Mercken en zijn zoon Frederique. Rechts: Theo Timmermans.
In het midden: Frank Mercken en zijn zoon Frederique. Rechts: Theo Timmermans. “We kennen elkaar al sinds 1984.”© KEVIN FAINGNAERT

Een Theo-stofje

De modetrends volgt Theo graag op de voet. Hij kent de collecties van de belangrijkste klassieke mannenmodemerken door en door. Soms beter dan Mercken zelf. ‘Theo houdt ons scherp. Het is al gebeurd dat hij ons bepaalde kleine Italiaanse merken tipte die hij in het buitenland had ontdekt. Fioroni bijvoorbeeld, sinds 2008 bekend om zijn kasjmieren truien. ‘Zou je dat niet eens inkopen?’ zegt hij dan plagend. Hij raadde ons indertijd ook aan om met Zegna te beginnen.’

Timmermans draagt weleens Zegna, maar hij noemt zichzelf meer een Kiton-klant: kwalitatief het summum van de Italiaanse pakken, handgemaakt in Napels. ‘Dit jasje is er eentje van Kiton, in kasjmier en zijde, hier laten maken. Kiton is een tikje charmanter gesneden dan Brioni, al heeft dat merk ook een hele goeie pasvorm. Maar aan jonge gasten met een goed figuur zeg ik: draag Tom Ford. Die pakken passen gewoon perfect.’

Nu de nieuwe collecties binnen zijn in de winkel, komt Theo graag kijken. Dat wil hij niet missen. ‘Theo is ook een van de eersten die alle nieuwe stoffen bekijkt. We weten ook goed wat hij mooi zal vinden. Op voorhand zeggen mijn zoon en ik tegen elkaar: ‘Dát is nu eens een Theo-stofje.’ Maar soms verrast hij ons tóch nog met zijn keuzes. We doen bij Mercken naast prêt-à-porter ook veel maatwerk. Met de jaren kan ik bijna blindelings een maatpak bestellen voor Theo, zo goed ken ik zijn maten.’

Mercken, Lange Gasthuisstraat 27, 2000 Antwerpen.


Wekelijks loopt Philippe Everaert rond bij .NU om de nieuwigheden in de Gentse boetiek te checken. Zijn look? Beyond streetwear meets Blade Runner.

Op een jaar tijd heeft .NU haar plaats veroverd tussen de andere high-end mannenmodezaken. Eigenaars Merijn Degraeve en Kevin De Coninck brengen merken die je niet of nauwelijks kon vinden in Gent, waaronder Haider Ackermann of Calvin Klein 205W39NYC. Volgend seizoen verkoopt .NU ook Raf Simons, Glenn Martens’ Y/Project en Rick Owens. Daar kijkt vaste klant Philippe Everaert nu al naar uit. ‘Ik volg .NU al sinds de start. Intussen ben ik hier zowat deel van het meubilair geworden. Als er iets nieuws op Instagram wordt gepost, kom ik meteen kijken, want ik woon toch in de buurt.’

'Ik vind het leuk om iets te kopen wat weinig andere mensen durven aan te schaffen.'
‘Ik vind het leuk om iets te kopen wat weinig andere mensen durven aan te schaffen.’© KEVIN FAINGNAERT

‘Je hebt twee soorten klanten: mannen die hier één keer per jaar hun garderobe komen inslaan, en mannen die regelmatig binnenvallen om de nieuwe arrivals te checken. Ik behoor tot die laatste categorie’, zegt Everaert. Als we hem ontmoeten, draagt hij een oversized hoody van Calvin Klein 205W39NYC, waarvoor Raf Simons tot voor kort ontwierp. ‘Toen ik hoorde dat hij daar vertrok, ben ik meteen naar de winkel gelopen. Ik wou de trui die hij zelf droeg op zijn laatste defilé. Sowieso een iconisch stukje modegeschiedenis.’

‘Kevin en Merijn maken gewaagde keuzes en dat apprecieer ik. Als Gentenaar hoef ik niet meer naar Antwerpen om ‘mijn’ merken te zoeken. Ik kijk zelfs niet meer verder rond. Mijn kleding is echt een verlengstuk van mijn identiteit geworden. Ik vind het leuk om iets te kopen wat weinig andere mensen durfden aan te schaffen. Als ze bij .NU zeggen: ‘Daar hebben we maar één of twee stuks van’, is mijn interesse onmiddellijk gewekt.’

‘Ik ben geen onlineshopper, ik laat me liefst adviseren in de winkel. Toen ik Kevin vroeg waarom die sjaal van A-Cold-Wall* per se 360 euro moest kosten, kreeg ik een exposé van tien minuten over het merk en de productie. Dat krijg je online niet. Een modewinkel met een visie is als een museum met een goeie collectie: een etalage van creativiteit, die je van dichtbij kunt bekijken.’

Vaste klant is koning: drie superklanten over hun liefde voor die ene modezaak
© KEVIN FAINGNAERT

‘Mensen die zeggen dat hun mode- smaak losstaat van wat boetieks tonen, liegen. Onafhankelijke winkels zijn net belangrijk in het neerzetten van een coherent modebeeld. Mijn stijl – streetwear and beyond – leunt goed aan bij wat .NU toont. De look die ik zoek, is geïnspireerd op de sciencefiction van Philip K. Dick, de schrijver van Blade Runner. In zijn boeken komen hybride figuren voor op de grens tussen mens en robot. Bij die dystopische wereld fantaseer ik dan een outfit.’

.NU, Henegouwenstraat 71, 9000 Gent.


Wat Christ’l De Jonghe zo in Stijl apprecieert? De neus voor jong talent én het podium voor Belgische mode.

‘Ik kom al dertig jaar bij Stijl’, vertelt Christ’l. ‘Ik herinner me nog dat ene prachtstuk met schubben van Romeo Gigli in de jaren tachtig. Als prille twintiger kon ik dat niet betalen, maar Sonja Noël raadde me aan om aan het einde van de solden terug te komen. Dan maakte ze mij een speciale ‘studentenprijs’. In die periode ontdekte ik ook Martin Margiela, een ontwerper voor wie ik veel bewondering heb. Met de jaren is Sonja’s aanbod sterk veranderd, maar niet haar onuitputtelijke drang om Belgische mode én jong designtalent een kans te geven. Er is altijd een rekje met stukken van een beloftevolle designer die je nog niet kent. Sonja is er dikwijls vroeg bij in de carrière van een modeontwerper. Zo was ze een van de eerste winkels die Glenn Martens verkocht.’

Christ'l De Jonghe : 'Bij Dries Van Noten grijp ik spontaan naar de rock-'n-rollstukken.'
Christ’l De Jonghe : ‘Bij Dries Van Noten grijp ik spontaan naar de rock-‘n-rollstukken.’© KEVIN FAINGNAERT

Mode en Christ’l De Jonghe: die ma- yonaise pakt al sinds haar kindertijd. ‘Ik kleedde me altijd nogal androgyn. Vandaar dat ik mij bij het modebeeld van Ann Demeulemeester direct goed voelde. Bij Dries Van Noten grijp ik spontaan naar de rock-‘n-rollstukken.’ Christ’ls mama had een winkel voor klassieke bruidsmode in Edingen. ‘Na school ging ik haar dikwijls helpen in de zaak. Ook toen ik puberde en fan werd van Sex Pistols, punky kleren droeg en een roze bles in mijn haar had. Zodra het kon, trok ik naar Londen om in Worlds End, de legendarische winkel van Vivienne Westwood, te shoppen. De hotpants die ik daar kocht, heb ik nog steeds. Mijn jongste dochter draagt ze. Sowieso gooi ik weinig weg uit mijn kast. De enige keer dat ik mijn garderobe moest opruimen, heb ik die schoenen van Bikkembergs met touwtjes door de zool naar de kringwinkel gebracht. Nog altijd heb ik daar hartzeer van.’

‘Ik sta niet op de eerste dag van de nieuwe collecties aan de deur te popelen. Logomania is niet aan mij besteed. Vroeger knipte ik zelfs de witte steken uit de Margiela-kledij. Van opgeblazen hypes, zoals Virgil Abloh bij Louis Vuitton, blijf ik liever wat weg. Ik ben ook geen fan van see now, buy now. Mode is heel instant geworden. Men consumeert snel, maar gooit ook snel weer weg. Terwijl de traagheid van mode wel iets heeft, vind ik. Als klant is het na de defilés altijd een paar maanden wachten op Sinterklaas.’

Stijl, Antoine Dansaertstraat 74, 1000 Brussel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content