Legendarische hotelier Ian Schrager: ‘Trendy en instagrammable zijn is bijzaak’

© Mackenzie Stroh
Wim Denolf
Wim Denolf Wim Denolf is journalist bij Knack Weekend. Liefst schrijft hij elke week over een ander thema.

Ian Schrager (72) was van ’77 tot ’80 mede-eigenaar van discotheek Studio 54 in New York. Hij opende met de Marriott-groep zopas een Edition-hotel in Barcelona en is te zien in de nieuwe documentaire Studio 54.

Faalangst is dodelijk. Ik was als tiener vrij ambitieus en competitief, bezeten van basketbal ook. Maar als ondernemer was het vooral belangrijk dat ik niet bang was om fouten te maken. Die angst verlamt alleen maar: dan zul je nooit iets nieuws proberen of echt iets unieks neerzetten, terwijl de echte succesverhalen net daar liggen. Mislukken is niet erg, zei mijn vader. Zolang je jezelf maar bij elkaar raapt en opnieuw begint.

Ik volg mijn eigen smaak en intuïtie. Zoals alle creatievelingen, denk ik. Regisseurs maken het soort films waar ze zelf graag naar kijken, modeontwerpers kleding die ze zelf zouden dragen of aanbevelen. Zo is ook Studio 54 ontstaan en alles wat ik daarna heb gedaan. Toen we in ’84 Morgans openden, ontworpen door Andrée Putman, was dat het eerste hotel waar ik zelf wilde verblijven. In marktstudies en een cijfermatige aanpak geloof ik niet. Een nachtclub of een hotel waar betovering in de lucht hangt, een plek die mensen willen beleven: zoiets ontstaat vanuit buikgevoel en een creatief proces dat per definitie wanordelijk is, niet uit berekening.

Technologie verandert onze aard niet. Het verlangen om mensen te ontmoeten verdwijnt niet omdat we sociale media en datingapps hebben

Design is een middel, geen doel op zich. In de jaren tachtig wilde ik opgemerkt worden en de hotelsector opschudden, zoals met het provocerende werk van Philippe Starck voor het Royalton en het Paramount Hotel in New York. Dat hoeft sowieso niet meer. Maar het belangrijkste is hoe een hotel werkt en ervaren wordt, niet hoe het eruitziet. In gesprek met architecten als Herzog & de Meuron ( verantwoordelijk voor Schragers Public Hotel en residentiële projecten in New York, red.) beschrijf ik de zeitgeist die een project moet vertalen, niet de vorm der dingen. Trendy en instagrammable zijn is bijzaak, het resultaat moet goed uitgevoerd zijn en relevant voor de huidige tijd.

Ik sprak jarenlang zo weinig mogelijk over Studio 54. Nostalgie zegt me niets, en de afloop was ook pijnlijk ( Schrager en zijn zakenpartner Steve Rubell zaten een gevangenisstraf uit wegens belastingontduiking, president Obama verleende een pardon in 2017, red.). Ik heb mezelf verzoend met het verleden, maar de littekens blijven. Een strafblad maakt een normaal leven onmogelijk, en later waren er ook de kinderen – hoe kon ik daar met hen over praten en toch een goed voorbeeld zijn? Vandaag zou het wellicht nog moeilijker zijn. Je even gedeisd houden, mensen de kans geven om te vergeten: dat is vandaag niet evident.

Technologie verandert onze aard niet. Het verlangen om mensen te ontmoeten, de nood om samen plezier te maken en vrij te zijn – dat verdwijnt niet omdat we sociale media en datingapps hebben. Mensen zeggen soms dat Studio 54 vandaag niet meer mogelijk zou zijn, maar dat geloof ik niet. Ik maak heel bewust werk van publieke ruimtes in mijn hotels: lobby’s, bars, rooftops en andere plaatsen waar mensen samen kunnen zijn en een staalkaartje van de omringende stad proeven. Qua privacy waren de seventies uiteraard anders – in Studio 54 maakte Andy Warhol foto’s van iedereen. (lacht)

Luxe gaat niet meer over wat dingen kosten, maar over het gevoel dat ze verschaffen

Luxe is een staat van welbevinden geworden. Traditionele vijfsterrenhotels hebben vaak nog marmeren vloeren, een portier en servies in ivoorporselein, maar zulke statussymbolen hebben veel van hun exclusiviteit en betekenis verloren. Trage roomservice, statige uniformen, piccolo’s terwijl koffers wieltjes hebben: dat doorzien mensen zo. Luxe gaat niet meer over wat dingen kosten, maar over het gevoel dat ze verschaffen – en daar kun je in elke prijsklasse op inspelen. Vergelijk het met een kleine, maar comfortabele auto waarin je je goed en veilig voelt, met technische snufjes die van pas komen: dat is geen Rolls-Royce, maar wel luxe.

De grootste zijn zegt me niks. Een grote hotelgroep als Marriott heeft aandeelhouders en doet dingen eerder doordacht en traag, terwijl ik instinctief en intuïtief werk. In mijn eigen hotels vind ik niets zo fijn als een designer die ik moet afremmen. Anderzijds is er een kwestie van schaal. Met Marriott werk ik nu aan een veertigtal hotels. Dat is nieuw voor mij. Ik heb altijd meer ideeën gehad dan dat ik er kon realiseren.

De documentaire Studio 54 wordt op 11 en 20 oktober vertoond op Film Fest Gent en is ook verkrijgbaar op dvd. Weekend.be blikt deze week terug op Schragers carrière. ianschragercompany.com, editionhotels.com

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content