Wat als je partner hiv heeft? Het bijzondere verhaal van een doodgewoon koppel

© iStock
Wim Denolf
Wim Denolf Wim Denolf is journalist bij Knack Weekend. Liefst schrijft hij elke week over een ander thema.

Dimitri was meteen verkocht toen hij Wendy zag: “Een opgewekte vrouw met gevoel voor humor.” En met hiv, zo zou ze hem al snel toevertrouwen. Hoe ga je er als koppel mee om als een van de twee seropositief is? Naar aanleiding van Wereldaidsdag vertellen Wendy en Dimitri hoe zij het aanpakken.

Het verhaal van Wendy en Dimitri begon anderhalf jaar geleden zoals dat van talloze andere stellen – met liefde op het eerste gezicht. Tijdens een etentje in Gent, hun eerste date na wekenlang chatten en telefoneren, sloeg de vonk meteen over. ‘Een opgewekte vrouw met brains en gevoel voor humor – ik was meteen verkocht’, vertelt Dimitri (38). ‘Bovendien is Wendy net als ik een huiselijk type en houden we allebei van lezen. In mijn hoofd zaten we ’s avonds al in de zetel met onze boeken.’

Ook bij Wendy (39) was het meteen raak. ‘Dimitri was niet alleen knap, maar in veel opzichten ook anders dan de mannen die ik tot dan ontmoet had. Daarvoor was het me al opgevallen dat hij zonder taalfouten en met leestekens schrijft – dan ben je tegenwoordig een buitenbeentje. (lacht) Het hielp dat we spareribs bestelden. Met je handen eten maakt meteen komaf met etiquette.’

De weekends die volgden brachten de fietsenmaker en de bediende in de energiesector samen door. Toch werd Wendy verliefd met de handrem op. ‘We hebben over zoveel dingen gepraat, van onze jeugd tot vorige relaties. Over alles eigenlijk, op één aspect van mezelf na. Iets waarvan ik vreesde dat het al de rest zou overschaduwen en dat Dimitri er totaal op zou afknappen.’

Wat als je partner hiv heeft? Het bijzondere verhaal van een doodgewoon koppel

Handdoeken op 90 graden

Terug naar de lente van 2013, maanden waarin Wendy’s leven zo’n nieuwe en onomkeerbare wending nam dat ze nu spreekt van haar ‘uur nul’. Alles begon in april met een griep. ‘De ergste ooit. Mijn huisdokter schreef me antibiotica voor sinusitis voor, maar die hielp niet. Ik kreeg er zelfs uitslag op mijn bovenlichaam en een schimmelinfectie in de keel bovenop. De dokter dacht aan een allergische reactie op de medicatie en deed een bloedtest. Van echte alarmbellen was toen nog geen sprake. Zeker niet bij mij. Als heterovrouw liep ik toch geen risico? Het ergste wat me kon overkomen was een ongewenste zwangerschap, dacht ik.’

Eind mei sloot een controletest alle twijfel uit: Wendy was hiv-positief, het gevolg van een onveilig seksueel contact enkele maanden eerder. ‘Toen ik de diagnose kreeg, zag ik mijn leven voorbijflitsen. Toen ik thuiskwam, heb ik meteen het eerste nummer in de contactenlijst van mijn telefoon gebeld. Een collega, maar ik moest het aan iemand kwijt.’

Toen ik de diagnose kreeg, zag ik mijn leven voorbijflitsen. Toen ik thuiskwam, heb ik meteen het eerste nummer in de contactenlijst van mijn telefoon gebeld. Een collega, maar ik moest het aan iemand kwijt

Vervolgens begon Wendy informatie te zoeken op het internet -‘Wellicht het slechtste wat je kunt doen. (lacht) Voor je het weet, zit je naar Freddie Mercury en aidspatiënten te staren en de grootste onzin te lezen. Ik wist zo weinig over hiv dat ik ervan overtuigd was dat ik mijn handdoeken op negentig graden moest wassen. Die eerste dagen deed ik niets anders dan piekeren, ik deed ’s nachts geen oog dicht.’

Plekje in de zon

De emotionele rollercoaster vertraagde enigszins na een afspraak in het aidsreferentiecentrum van het UZ Gent, een van de elf gespecialiseerde centra in België die mensen met hiv medisch en psychosociaal begeleiden. ‘Daar kreeg ik te horen dat ik mijn leven niet om hoefde te gooien. Ik had een normale levensverwachting en kon plannen op lange termijn maken. Dankzij de medische vooruitgang worden hiv- patiënten niet meer ziek of hulpbehoevend.’ Bovendien reageerde Wendy’s lichaam snel op de infectie. Na de aanmaak van antistoffen daalt immers de hoeveelheid hiv in het bloed, de virale lading, terwijl de immuniteitswaarden zich herstellen. ‘Bij elke afspraak in het UZ kreeg ik alleen maar goed nieuws te horen. Dat sterkte uiteraard mijn zelfvertrouwen.’

Wendy herinnert zich nog levendig hoe ze op een bepaald moment in de lift van het ziekenhuis een leeftijdsgenote opmerkte: ‘Een kale en frêle kankerpatiënte, ze droeg een mondmasker. Dat heeft me heel erg geraakt. Voor haar is het erop of eronder, dacht ik, terwijl ik nog zoveel kan. Ik kan doen en laten wat ik wil, ik kan fulltime werken, reizen en plezier maken met vrienden – zij misschien niet meer. Dat plaatste alles in perspectief. Sindsdien leef ik mét hiv en niet in het teken van hiv. Het laatste wat ik wilde, was in een hoekje gaan zitten en mezelf beklagen.’

Die positieve instelling hielp haar om van hiv geen last, maar een verrijking te maken. ‘De eerste maanden na de diagnose had ik een grote behoefte om in contact te komen met lotgenoten. Zo heb ik fantastische mensen leren kennen in het Hiv-café in Antwerpen en op Hivmix. (een voormalig online platform, red.) Via via raakte ik zelfs bevriend met een leeftijdsgenote met hiv in mijn eigen dorp, iets wat me helemaal onmogelijk leek. Maar ik ben vooral zelf veranderd. Vroeger was het glas weleens halfleeg, nu is het altijd halfvol. Wanneer vrienden me over hun tegenslagen vertellen, zie ik al gauw een lichtpuntje, iets waar ze zich aan op kunnen trekken. Ik geniet ook meer van het leven. Vroeger zocht ik altijd een plekje met schaduw op, nu ga ik lekker in de zon zitten.’

Ik was doodsbang om het aan Dimitri te vertellen. Maar ik kon dat gesprek niet blijven uitstellen

Nooit meer een lief

De eerste jaren na de diagnose stond haar hoofd niet naar een nieuwe relatie, bekent Wendy. ‘Mijn gevoel van eigenwaarde had toch een stevige knauw gekregen. Zeker in het begin vreesde ik dat ik nooit meer een lief zou vinden, omdat niemand me nog zou willen en seks gewoon te ingewikkeld en riskant zou zijn. Gelukkig ben ik vrij snel in opstand gekomen tegen dat zelfmedelijden. Je bent nooit zo geweest, dacht ik, dus je gaat er nu niet mee beginnen. Na een tijd durfde ik dus wel weer te flirten. Maar voor een serieuze relatie was ik niet klaar. Daarvoor moest ik eerst in het reine komen met mezelf en hiv een plaats geven.’

Wat als je partner hiv heeft? Het bijzondere verhaal van een doodgewoon koppel
© Getty Images/iStockphoto

In België zijn mensen niet verplicht om hun partners in te lichten als ze hiv hebben, tenzij na een kans op hiv-overdracht. Toch vertelde Wendy haar partners consequent over haar aandoening. ‘Ik stelde me in hun plaats: zou ik het op voorhand willen weten wanneer ik op het punt sta om met iemand naar bed te gaan? En wat als je veilig vrijt, maar toch een ongelukje hebt? Dan moet je achteraf alsnog zeggen dat je seropositief bent. Zulke toestanden wilde ik niet meemaken.’

Ondanks het taboe op hiv kan ze de afwijzende reacties op één hand tellen, benadrukt Wendy. ‘Ook mijn familie, vrienden en collega’s behandelen me nog steeds op dezelfde manier. Ik weet ergens wel dat discriminatie en vooroordelen op basis van hiv bestaan. In een internetpoll van Het Laatste Nieuws zei ruim vier op de tien ondervraagden onlangs nog dat ze niet zouden gaan eten in een restaurant waar het personeel seropositief is. Maar dat is niet mijn realiteit. Waar zitten die mensen, denk ik dan.’

Zoenen en knuffelen

Praten over hiv is dan geen punt, echte verliefdheid kan de dingen wel wat ingewikkelder maken, zegt Wendy. ‘Ik denk niet dat iemand zichzelf ooit voorstelt en meteen over hiv begint. Maar als je iemand leuk vindt zonder meer, is het makkelijk om open kaart te spelen. Je hebt niet echt iets te verliezen. Met Dimitri was ik doodsbenauwd om hem over mijn hiv te vertellen. Maar ik kon dat gesprek niet blijven uitstellen. Ik was dan misschien geen bedrieger, helemaal oprecht was ik evenmin. Dat wrong. En dan was er nog seks. Dimitri toonde een engelengeduld en maakte er geen punt van dat we het bij zoenen en knuffelen hielden, maar ik kon er niet omheen blijven fietsen.’

Toen Wendy aangaf dat ze me iets moest vertellen, dacht ik trouwens aan heel andere dingen. Dat ze een ander had bijvoorbeeld, of getrouwd was.

Drie weken na hun eerste ontmoeting waagde Wendy de sprong. Een emotioneel moment, zegt Dimitri. ‘Het kwam totaal onverwacht. Maar signalen dat we een serieus gesprek moesten hebben, zou ik hoe dan ook niet opgevangen hebben. Ik wilde zelf veel te graag een goede indruk maken. (lacht) Toen Wendy aangaf dat ze me iets moest vertellen, dacht ik trouwens aan heel andere dingen. Dat ze een ander had bijvoorbeeld, of getrouwd was. Verliefd zijn op iemand met hiv? Dat was het laatste waarmee ik rekening hield.’

Eenvoudige spelregels

Aan de voortzetting van de relatie heeft hij nooit getwijfeld, vertelt Dimitri. ‘Ik ben niet iemand die snel panikeert en daar was ook in dit geval geen reden toe. Mijn kennis van hiv en aids was beperkt, maar ik wist wel hoe het virus wordt overgedragen, dat een condoom je beschermt en dat medicijnen mensen met hiv nu gezond houden. Het hielp dat Wendy me meenam naar haar eerstvolgende afspraak in het UZ Gent. Zo kon ik ergens terecht met mijn vragen en alles in perspectief plaatsen. Maar ik heb op geen enkel moment gedacht dat een relatie met iemand zonder hiv toch makkelijker of beter zou zijn. Op enkele eenvoudige spelregels na, verandert hiv niets aan wat je met elkaar hebt.’

Voor mij was de seks fijn en onbezorgd, voor Wendy niet. Tegen de tijd dat ik haar gerustgesteld had, was mijn erectie alweer een heel stuk minder

Wendy is voor hem exact dezelfde persoon gebleven, zegt Dimitri later in het gesprek. Hoogstens vertrouwt hij haar nu nog meer. ‘Voor mij heeft ze alles volgens het boekje gedaan. Ze heeft tijdig haar verantwoordelijkheid genomen, voor we aan seks begonnen, en ze heeft er alles aan gedaan opdat ik een goed geïnformeerde keuze kon maken. Ik onderschat de moed en eerlijkheid die daarvoor nodig waren niet. Een zorgenkindje is ze absoluut niet. Zij is nooit ziek, terwijl ik vaak verkouden ben. Vitaminekuren, borden vol groenten en fruit, levertraan – niets helpt. Als iemand van ons tweeën speciale aandacht nodig heeft, dan ben ik het.’ (lacht)

Spontane seks

De eerste maanden vrijden Dimitri en Wendy met condoom. Hij met een gerust hart, zij al wat minder. ‘Voor mij was de seks fijn en onbezorgd,’ vertelt Dimitri, ‘maar bij Wendy speelde het verantwoordelijkheidsgevoel. In haar ogen konden we niet voorzichtig genoeg zijn en konden we het condoom niet vaak genoeg verwisselen. Naast het bed hadden we daar een enorme voorraad van staan. (lacht) Wendy’s stress had uiteraard ook een effect op mij. Tegen de tijd dat ik haar gerustgesteld had, was mijn erectie alweer een heel stuk minder.’

Zelfs met een lage virale lading in haar bloed en een condoom had Wendy niet veel nodig om in paniek te raken. ‘Niet alleen tijdens de seks, maar ook achteraf. Ik overpeinsde tot vervelens toe of alles wel correct verlopen was. Heel vermoeiend allemaal. Maar stel je mijn situatie voor: je houdt van iemand, en tegelijk kun je die persoon besmetten met een virus waar hij nooit meer vanaf raakt en dat levenslang opgevolgd moet worden. Dan doe je er toch alles aan om dat te voorkomen?’

Stel je mijn situatie voor: je houdt van iemand, en tegelijk kun je die persoon besmetten met een virus waar hij nooit meer vanaf raakt en dat levenslang opgevolgd moet worden. Dan doe je er toch alles aan om dat te voorkomen?

Wendy nam uiteindelijk het zekere voor het onzekere en startte in september 2016 – ‘vooral voor mijn eigen gemoedsrust’ – een antiretrovirale therapie op: medicijnen die de virale lading in het bloed zodanig terugdringen dat mensen met hiv niet besmettelijk zijn (zie kader). Daardoor vrijen Wendy en Dimitri nu al geruime tijd zonder condoom. ‘En zonder kopzorgen’, bevestigen ze in koor. ‘Het is goed dat we als koppel kunnen omgaan met stress en paniek,’ zegt Dimitri, ‘dat we elkaar ook dan vinden en steunen. Maar de seks is nu wel een stuk spontaner. Vroeger bepaalde het veiligheidsaspect mee wat er gebeurde, nu speelt enkel het gevoel.’

Een gewoon koppel

Een relatie met een partner met hiv verschilt in geen enkel opzicht van andere relaties, benadrukt Dimitri. ‘Er wordt van mij niet meer of minder verwacht dan van andere mannen. Naar mijn gevoel functioneren we op dezelfde manier als andere koppels. Met leuke en soms minder leuke dagen, maar dat staat los van Wendy’s aandoening. Daar hebben we het zelden over. Niet omdat we dat niet willen, maar omdat er geen reden toe is. Op een gegeven moment is alles wel gezegd.’

Ze maken stilaan plannen om te gaan samenwonen, glimlacht Wendy. ‘Daarna zullen we zien wat er gebeurt. Zoals andere koppels zullen we allebei moeite moeten doen om het vuur brandend te houden, om elkaar te blijven boeien. Ik zou bijvoorbeeld niet bij Dimitri blijven uit angst dat hij mijn enige en laatste kans op geluk is. Daar ben ik ondertussen te zelfzeker voor. Maar dezelfde spelregels gelden uiteraard ook voor hem. Dimitri zal de lat heus niet lager leggen omdat ik hiv heb. Als ik het verknal, zal ik het geweten hebben.’ (lacht)

MET HIV, ZONDER CONDOOM

Wat als je partner hiv heeft? Het bijzondere verhaal van een doodgewoon koppel
© Getty Images/iStockphoto
In België leven naar schatting bijna 19.000 mensen met hiv, waarvan ongeveer 85 % medisch opgevolgd wordt in een aidsreferentiecentrum. Daarbij hoort nagenoeg altijd een behandeling met antiretrovirale middelen. Die dringen het virus terug zodat mensen met hiv geen aids krijgen – de fase waarin het afweersysteem niet meer kan vechten tegen ziektes – en leiden in meer dan negen op de tien gevallen tot een gecontroleerde of ondetecteerbare virale lading. Er zit dan zo weinig hiv in het bloed dat mensen niet meer besmettelijk zijn voor anderen. Zo kunnen vrouwen met hiv bijvoorbeeld zwanger worden zonder risico’s voor de baby, en kunnen hiv-serodiscordante koppels – stellen waarvan één partner positief is en de andere niet – overwegen om zonder condoom te vrijen.


De Hoge Gezondheidsraad koppelde daar in 2013 enkele voorwaarden aan. Zo moet de seropositieve partner al zes maanden een ondetecteerbare virale lading hebben, en moeten beide partners vrij van soa’s en monogaam zijn. ‘Er mag geen twijfel over bestaan dat het virus ondetecteerbaar is’, benadrukt Sensoa-beleidsmedewerker Mark Sergeant. ‘De partner met hiv moet zijn medicatie dus consequent nemen en blijvend medisch opgevolgd worden. Ongeveer elke zes maanden moet een bloedtest de beperkte virale lading bevestigen.


Je geaardheid en hoe je seks hebt – oraal, vaginaal of anaal – zijn niet belangrijk, wat telt is de virale lading van de partner met hiv.’


Ook monogamie is volgens de nieuwste inzichten niet vereist. ‘Destijds vreesde men dat soa’s uit andere seksuele contacten de virale lading omhoog zouden jagen. De voorbije jaren vond echter grootschalig onderzoek plaats bij hiv-serodiscordante koppels waarbij men ook mensen volgde die buiten de relatie een soa opgelopen hadden. Toch was er bij niet één koppel sprake van hiv-overdracht. Het effect van soa’s op de virale lading is met andere woorden beperkt: ook dan blijft een positieve partner die medicatie neemt onbesmettelijk.’


De seksualiteitsbeleving van mensen met hiv is er flink op vooruitgegaan, concludeert Sergeant. ‘Weten dat je het virus niet kunt overdragen maakt emotioneel een enorm verschil. Wel blijft het een uitdaging om ook andere mensen daarvan te overtuigen. Zelfs in de homowereld blijft de angst voor seks met iemand met een ondetecteerbare virale lading irrationeel groot. Blijkbaar is er een verschil tussen wat mensen weten en wat ze geloven.’


levenmethiv.be

sensoa.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content