Ruth Goossens

‘Ik heb zelf ook aan victim blaming gedaan. Het heeft me jaren gekost om dat in te zien’

Ruth Goossens Hoofdredactrice van Knack Weekend

‘Om over seksueel geweld te praten, is moed nodig. Veel moed’, schrijft Knack Weekend-hoofdredactrice Ruth Goossens.

Een verhaal over seksueel geweld geeft ons een ongemakkelijk gevoel, een dader interviewen zo mogelijk nog meer. We spraken met Tom Stranger die, samen met de vrouw die hij verkrachtte, een boek schreef. Ze gingen samen op zoek naar begrip en vergeving. Best gedurfd, zowel van hem als van haar. Hoewel hij ondertussen de volledige verantwoordelijkheid voor zijn daden neemt, ziet hij wat is gebeurd als een gevolg van de manier waarop onze maatschappij naar verkrachting kijkt: een gewone jongen kan geen verkrachter zijn, dat is iets voor enge mannen. Ze verzette zich niet, ze had maar niet zoveel moeten drinken…

Victim blaming dus. Ik heb dat zelf ook gedaan, toen het mij overkwam. Het heeft me jaren gekost om dat in te zien. En zelfs al was ik misschien op de foute plek op het foute moment, het had nooit een reden mogen zijn om me te verkrachten. Verstijven van angst en geen woord kunnen uitbrengen is niet hetzelfde als toestemmen. En veertigers die geïnteresseerd zijn in meisjes van vijftien zijn niet oké.

Ik heb zelf ook aan victim blaming gedaan. Het heeft me jaren gekost om dat in te zien.

Schaamte, schuldgevoel en onwetendheid maakten dat ik zweeg en geen aangifte deed. En met mij naar schatting 90% van de slachtoffers. In België worden er zo’n acht verkrachtingen per dag aangegeven, in realiteit zijn het er oneindig veel meer. Volgens de Vrouwenraad krijgt een op de tien meisjes onder de achttien te maken met een verkrachting of een poging daartoe. Zoals Liesbeth Kennes in haar boek Alleen ja telt schrijft, zijn dat er bijna evenveel als er vrouwen borstkanker krijgen (ongeveer een op de negen). Dat bijna iedereen iemand kent met borstkanker, maar bijna niemand een verkrachte vrouw, is veelzeggend. De plegers zijn al even anoniem.

Seksueel geweld is nog steeds een taboe. Slachtoffers zwijgen omdat ze een trauma hebben opgelopen, het zelf niet kunnen geloven en zich schamen. Ze zwijgen ook omdat ze het risico niet willen lopen om niet geloofd te worden. Als samenleving reiken we daders graag verzachtende omstandigheden aan. Zelfs Tom Stranger, die zijn schuld erkende, kreeg te horen dat drank en zijn hormonen de oorzaak waren van wat er was gebeurd.

Om er in een maatschappij die seksueel geweld minimaliseert niet alleen over te praten, maar ook aangifte te doen, is moed nodig. Veel moed. Het proces kan lang aanslepen en is hoogst onplezierig. Dat het vervolgens tot een veroordeling komt, is lang niet zeker. Volgens politiecijfers (uit 2014) gebeurt dat slechts in 13,5% van de gevallen. Bovendien geven rechters eerder milde straffen of spreken ze zelfs de ‘opschorting van uitspraak’ uit, een gunstmaatregel waarbij de veroordeelde geen sanctie krijgt voor de feiten. De straffen zouden begin 2019 worden opgetrokken en de gunstmaat- regel zou bij de herziening van het Strafwetboek geschrapt worden. Helaas viel de regering en dus komt die update van het Strafwetboek er voorlopig niet.

#MeToo heeft grensoverschrijdend gedrag aan de kaak gesteld en bespreekbaar gemaakt, maar het heeft ook alles – van seksisme, over intimidatie tot seksueel geweld – op een hoop geveegd. Wat in zekere zin opnieuw een minimalisering van de feiten is. Hoe vaak heb ik de voorbije maanden mannen én vrouwen niet horen zeggen dat ‘ze niet zo moeten overdrijven’, dat ‘ze maar meteen aangifte hadden moeten doen’, dat ’tegenwoordig niets meer mag’. Daardoor voelen veel slachtoffers zich opnieuw kwetsbaar. En wordt de zin om erover te praten alleen maar kleiner.

ruth.goossens@knack.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content