Het papaproject: vier vaders over de passie die ze delen met kindlief

Henk en Mira Rijckaert © DAMON DE BACKER

Natuurlijk doet een beetje vader op tijd en stond leuke dingen met zijn kind. Maar deze papa’s delen een passie, een heus project, met zoon of dochter. Samen in een creatieve bubbel, het is om jaloers op te zijn.

Van een dronekroon tot een paaseiraapmachine, Henk Rijckaert (45) – stand-upcomedian en maker van televisieprogramma’s en allerhande ‘dingen’ – en zijn dochter Mira (10) maken de zotste projecten samen in zijn atelier. Tijdens de quarantaine delen ze elke week onder de noemer ‘Blijf in uw koterij’ een vlog op YouTube.

Henk: ‘Het was een manier om het nuttige aan het aangename te koppelen. Zoals dat bij iedereen het geval was, moest ik plots mijn tijd verdelen tussen werk en gezin. Omdat ik wist dat Mira behoorlijk wat tijd bij mij in het atelier zou doorbrengen, dacht ik: laat ons er dan meteen een conceptje rond bedenken. Het geeft ons wekelijks een doel en verzet de zinnen. Twee middagen per week zijn we bezig met onze vlog. De ene keer komt het idee van Mira, een andere keer wil ik haar verrassen met een project. Of we brainstormen samen. Mira komt nogal vaak met ideetjes voor de kat. De poes is hier een constante bron van inspiratie. Of moet ik zeggen: een groot slachtoffer van onze knutselprojecten.’

Mira: ‘We willen een automaat maken waarop Boogie met haar pootje moet drukken om brokjes te krijgen.’

Henk: ‘Dat staat nog op ons to-dolijstje.

Eigenlijk waren wij ook voor corona al heel vaak samen aan het knutselen. Gewoon thuis of in mijn atelier, wanneer we materiaal nodig hadden dat we thuis niet hebben. We kunnen ook uren samen Legobouwwerken maken.

Het papaproject: vier vaders over de passie die ze delen met kindlief
Ā© DAMON DE BACKER

De nood om te ‘maken’ is iets wat mijn vrouw en ik delen, en we herkennen het ook in Mira. Je kunt een kind niet pushen, alleen maar stimuleren wat er al is. Het is fijn om te merken dat haar fantasie bij het creĆ«ren ook heel weelderig is. Voor hetzelfde geld was ze into ballet, of nog erger: voetbal, en zat ik soms een halve dag naar iets te kijken dat me niet interesseert.’

Mira: ‘Ik heb wel even ballet gedaan, maar toch vooral veel naar tekenfilms over ballet gekeken.’ (lacht)

Henk: ‘Ze vond het al snel leuker om tutu’s te maken dan om effectief te dansen. Dat doen we veel: kostuums ontwerpen. Met de naaimachine kunnen we voorlopig geen van tweeĆ«n overweg, maar we knutselen veel attributen. Zo is bij mij de knutselmicrobe trouwens ontstaan. Als comedian heb ik in mijn shows altijd veel attributen gebruikt en die ook zelf gemaakt. Wanneer ik me in mijn show afvraag of je gitaar zou kunnen spelen op een tennisracket, dan probeer ik dat. Wil ik weten of een alarm op je rits handig zou zijn, zodat je je broek nooit vergeet dicht te doen: idem. Bij andere comedians blijft dat bij een grap, ik wil dat ook echt gaan uittesten.

Ik heb een grote, kinderlijke fantasie die ik deel met Mira. De verbeelding van kinderen wordt niet altijd serieus genomen. Ik hoor ouders vaak zeggen: ‘Jaja, gij met uw zotte ideeĆ«n altijd.’ Ik zal dat nooit zeggen. Ik voel net een grote fierheid wanneer ze met wilde plannen of geschifte projecten aankomt, en ga dan meteen met haar meedenken: okĆ©, hoe wil je dat aanpakken?’

Mira: ‘Ik wilde graag een helm met een gsm-houder zodat ik filmpjes kan maken wanneer ik ga inlineskaten. Dat hebben we dan gemaakt.’

Henk: ‘Ik vind het fascinerend om te zien wat er bij haar allemaal uit komt. Ik word er ook gelukkig van, omdat ik weet dat fantasie een goed wapen is tegen verveling. Verveling – ook in deze coronatijd – is ons vreemd. Wij hebben altijd wel een projectje in de pijplijn.’

koterij.be

Meubel- en objectontwerper Bram Kerkhofs (43) is vader van drie zonen, maar hij gaf vooral aan zijn oudste zoon de creatieve microbe door. Leon (16) ontwerpt en maakt tassen en kleren.

Bram: ‘Dat Leon getalenteerd is, was snel duidelijk. Wanneer hij als kind tekende, viel het op dat hij veel ruimtelijk inzicht heeft, toch essentieel voor een ontwerper. Hij kon uren, zelfs dagen, bezig zijn met een project en bleek een geduld en een focus te hebben die ik zelf niet altijd heb. Op een gegeven moment had hij op Instagram polo’s gezien met een klein geborduurd figuurtje op de borst. Dat wilde hij ook doen. Hij werkte eerst met de hand – met naald en draad en veel doorzettingsvermogen – tot ik bedacht dat ik in mijn atelier een oude Singer had, waarmee je ook kon borduren. Die machine verhuisde naar zijn kamer en hij was vertrokken.’

Leon: ‘Ik naaide eerst kleine dingen: een pennenzak, een portefeuille. Later ging ik tassen maken: draagzakken, en daarna rugzakken. Ik vind het leuk om zelf uit te zoeken hoe ik iets maak. Kom ik er niet uit, dan zoek ik het op YouTube of zo op, maar ik wil het eerst zelf proberen.’

Bram: ‘Hij haalde oude kleren draad voor draad uit elkaar om te zien hoe ze in elkaar zitten en ze daarna aan te passen. Zo heeft hij enorm veel geleerd. Tijdens de afgelopen quarantaine heeft hij een kostuum gemaakt.’

Leons witte pak is een eigen, recente creatie. Het kastje tegen de muur is Coil, een ontwerp van Bram.
Leons witte pak is een eigen, recente creatie. Het kastje tegen de muur is Coil, een ontwerp van Bram.Ā© DAMON DE BACKER

Leon: ‘Ik gebruik vaak een overlock- machine in het atelier van een vriendin van mijn ouders, die meubels stoffeert, maar in de quarantaineperiode kon dat niet en moest ik een oplossing zoeken om te voorkomen dat de randen gaan rafelen. (geeft een technische uitleg om te vertellen hoe hij dat heeft opgelost) Dat experimenteren vind ik leuk. Vaak overleg ik voor ik ergens aan begin even met mijn papa.’

Bram: ‘Leon maakt een moodboard in zijn hoofd en dan komt hij daarmee naar mij: ik wil dit maken en denk dat ik dat zo en zo ga aanpakken. Dan ga ik vragen stellen, zoals ik ook bij mijn studenten doe: ‘Hoe is de constructie? Welke techniek ga je gebruiken?’ Maar ik push niets; geef alleen suggesties. Soms neemt hij mijn advies aan, soms niet. Ik besef dat hij mij op zijn domein op een manier al ontgroeid is. Wat hij al kan, is echt straf.’

Leon: ‘Soms werken we ook samen. Toen ik voor een buideltas geen geschikte gesp vond, heeft hij die voor mij ontworpen en laten maken door het laserbedrijf waar hij mee samenwerkt. En in zijn atelier hebben we eens knopen gemaakt bij een jas.’

Bram: ‘Het is fijn om met mijn zoon een project te delen. Met de andere twee heb ik dan weer andere raakvlakken. Het is ook niet zo dat ik meer van mezelf in Leon zie dan in de andere twee. Al zat ik ook wel altijd wat in een creatieve wolk, iets wat ik herken bij Leon. Dan loopt hij hier rond in huis en zie ik dat hij iets aan het breien is in zijn hoofd. Als het alle drie voetballers waren geweest – ja, ik ben ook een voetbalvader – was het ook okĆ© geweest, maar toch: samen aan projecten werken, als vader maakt dat mij trots.’

Koen Van Weverberg (41), medeoprichter van SCHAAP Tailors, en Nanou (10) kunnen uren aan een stuk in stilte naast elkaar creatief bezig zijn. Hun huidige project: het beschilderen en bewerken van blokjes marmer.

Koen: ‘Ik zag de stukjes marmer liggen in het marmerbedrijf van een vriend en klant, toen ik er voor een toekomstig project over de vloer kwam, en vroeg hem of ik er enkele mocht meenemen. Thuis toonde ik ze aan Nanou en we zagen meteen het potentieel.’

Nanou: ‘Ik heb mijn eerste blokje beschilderd, papa heeft met tape en verf gewerkt. Die eerste werkjes staan nu in onze living.’

Koen: ‘We waren zo enthousiast dat ik mijn vriend om meer samples heb gevraagd. Ik was net op tijd: de dag erna ging de quarantaine in. De timing is perfect. Ik ben sowieso vaak creatief bezig met Nanou, maar nu hebben we zeeĆ«n van tijd. We beginnen altijd samen. Het enthousiasme bij het starten met een nieuwe steen, dat willen we samen beleven. Dan kijken we samen: welke neem jij? Wat zie je? Dat gaat snel: intuĆÆtief en op basis van de steen – het is een natuurproduct, elke steen is anders – beslissen we wat we ermee gaan doen.

Nanou: ‘We laten het marmer tegen ons spreken. Heel soms neem je een steen en zie je het niet meteen. Dan moet je even afwachten, of je legt hem terug en probeert het later nog eens.’

Koen en Nanou met een deel van hun marmerwerkjes.
Koen en Nanou met een deel van hun marmerwerkjes.Ā© DAMON DE BACKER

Koen: ‘Nanou weet meestal vrij snel wat ze wil doen. Soms geef ik haar wat tips, over een materiaal dat ze zou kunnen gebruiken, of iets nieuws dat ze zou kunnen proberen. Maar daarna buigen we ons elk over ons eigen werk. We zitten dan samen in dat momentum, naast elkaar aan tafel in ons atelier.’

Nanou: ‘Ik heb al met verf gewerkt, en met verschillende soorten stiften. Maar ook met wasco’s en krijt. We hebben al goudfolie en crĆŖpepapier gebruikt, een steen bewerkt met schuurpapier en laten bleken in de zon.’

Koen: ‘Ik denk weleens: hoe zou het geweest zijn als we een zoon hadden gekregen? Het is een clichĆ©, maar als ik om me heen kijk, zie ik vaak dat jongens minder creatief zijn. Niks mis mee, maar ik zou dat missen.’

Nanou: ‘En meisjes knutselen eigenlijk altijd met hun mama. Ik ben de enige in mijn klas die creatieve dingen doet met haar papa.’

Koen: ‘Wat maakt dat je kind bepaalde interesses van je overneemt: is het nature of nurture? Aangeboren of opvoeding? Je geeft door aan je kind wat je zelf belangrijk vindt. De appel valt meestal niet zo heel erg ver van de boom. Ik heb altijd een sterke drang om te creĆ«ren gehad, en ook mijn vrouw AmĆ©lie is gepassioneerd door kunst. We namen Nanou al van kleins af mee naar musea. Ze had een schetsboek waarin ze de kunst- werken die haar aanspraken kon natekenen. Ik weet nog dat ze in Parijs – ze was toen amper drie – de roze poedel van Jeff Koons ongelooflijk goed had nagetekend.

We hebben Nanou nooit moeten aanmoedigen om te tekenen of te schilderen, ze deed dat gewoon graag. Meer nog: ze had het nodig. Het is fijn om te zien dat ze in creĆ«ren een uitlaatklep heeft gevonden, net als ik. Een deel van je opvoeding is om je kind te tonen wat voor jou waardevol is, en dan doet ze daar daarna maar mee wat ze zelf wil.’

Jarenlang zat Enzo Ingenito (54) aan de rand van het zwembad te supporteren voor zijn dochter Lisa (21), nu doet hij zelf aan synchroonzwemmen.

Enzo: ‘In het begin was synchroonzwemmen iets waar we graag naar keken op televisie, tijdens de Olympische Spelen, zoals kunstschaatsen.’

Lisa: ‘Ik ben in 2009 begonnen. Mijn moeder schreef me in voor zwemles en de juf gaf toevallig ook les in synchroonzwemmen. Toen ze hoorde dat ik ook danste, stelde ze voor dat ik een test zou doen. Ik was meteen verkocht Al snel stopte ik met dansen en deed ik synchro op hoog niveau, met bijna elke dag training en nationale en internationale wedstrijden. Ik werd meerdere keren Belgisch kampioen.’

Enzo: ‘Toen ze begon was de club veel kleiner, er waren misschien veertig leden, vandaag zijn dat er meer dan tweehonderd. Net als de meeste andere ouders begonnen we ons in te zetten voor de club. Gezien het hoge ritme van de trainingen was dat best tijdrovend, we waren er bijna elke dag. We werden lid van de oudervereniging en daarna volgde ik een opleiding om jurylid te worden. Daardoor was ik meteen ook altijd bij haar.’

Enzo Ingenito en zijn dochter Lisa.
Enzo Ingenito en zijn dochter Lisa.Ā© DAMON DE BACKER

Lisa: ‘Dat vind ik erg fijn, want ik breng er heel veel uren per week door en thuis wil ik er ook veel over praten. Tijdens het avondeten hebben we het alleen maar over synchro, over wedstrijden. ‘Die figuur ging goed, op dat moment heb ik er een gemist…’ Het is leuk om dat allemaal met mijn vader te kunnen delen. Tijdens de wedstrijden zie je normaal gesproken je ouders niet, ze zitten ver weggestopt op de tribunes. Maar ik zie hem aan de rand van het water zitten en kan altijd even zwaaien.’

Enzo: ‘Een 10- tot 12-jarig meisje dat zoveel moet trainen en internationale wedstrijden zwemt, is heel vaak van huis. Ik wilde dit avontuur met haar beleven. Maar er is meer. Dit jaar startte de club een mannengroep. Lisa wilde meteen dat ik meedeed.’

Lisa: ‘Uiteraard. Mijn vader en mijn broer hebben allebei de test gedaan, maar mijn broer voetbalt liever. Ik denk dat hij gewoon meedeed om mij een plezier te doen. Maar papa kende het al, hij houdt ook van zwemmen, hij vond het gewoon saai om alleen te zwemmen.’

Enzo: ‘Ja, je moet er een goed zwemmer voor zijn. Ik heb me aangesloten bij de mannengroep, we zijn een zeer gemotiveerde groep van een tiental zwemmers en de sfeer is top. We zouden zelfs meedoen aan wedstrijden, maar de recente gebeurtenissen hebben alles op z’n kop gezet.’

Lisa: ‘Synchroonzwemmen voor mannen zit in de lift, hoewel velen het nog zien als een vrouwensport. In BelgiĆ« en Frankrijk krijgt het veel aandacht. En er was ook de film Le Grand Bain, dat helpt ook.

Enzo: ‘Ik weet zeker dat we nog veel meer inschrijvingen krijgen. We hebben nu al vragen gehad voor volgend jaar, wat erg goed is. Het is best pittig, maar het is zo leuk!’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content