Goed oud: auteur Carl Honoré over de voordelen van een hoge leeftijd

© iStock

Dementie, onbetaalbare pensioenen, slechte zorg… Je zou voor minder weinig zin hebben om oud te worden. Maar klopt dat doemscenario wel? Carl Honoré bepleit de voordelen van ouder worden: “Het idee dat je leven vanaf je vijftigste alleen maar achteruitgaat, klopt niet.”

Een openbaring tijdens het hockeyen, het overkomt niet iedereen. ‘Mij dus wel’, lacht journalist Carl Honoré. ‘Tijdens een toernooi scoorde ik een geweldige goal en ik liep op wolken. In de kleedkamer grapte een van de organisatoren dat ik met mijn 48 jaar de oudste deelnemer was. Zijn opmerking sloeg me compleet uit het lood. Ik was oud? Toen ik ging uitzoeken waarom dit me tot in mijn kern raakte, was er maar één conclusie mogelijk: ik was agist. Mijn ideeën over ouder worden waren stereotiep, negatief, toxisch en discriminerend. Ik zag mijn toekomst als een aaneenrijging van horrorverhalen zonder enig licht en daarom verdrong ik elke gedachte aan ouder worden. Ik had bijna drie decennia van existentiële angst achter de rug over wat onvermijdelijk op me afkwam. Als journalist riep dat meteen vragen bij me op. Waar komen die ideeën vandaan? Kloppen ze? En hoe kunnen we die extra jaren die we vandaag cadeau krijgen goed invullen?’

Als je denkt dat iets ongepast is voor je leeftijd, geniet je er niet meer van. Een ijzingwekkend idee vind ik dat

Je eerste conclusie is dat de clichés vaak niet kloppen.

Carl Honoré: ‘Nee, maar ik was een agist in een agist-wereld en ik had de ideeën die in onze maatschappij leven geïnternaliseerd. Het nieuws spuwt bijna alleen maar slecht nieuws over ouder worden. Zilveren tsunami, dementie, onbetaalbare pensioenen, slechte zorg… Ouderen zijn ook zo’n beetje de enige groep in onze maatschappij waar stand-upcomedians – en bij uitbreiding iedereen – nog ongestraft mee mogen lachen. Maar als je dan op onderzoek gaat, ontdek je dat we niet alleen langer leven dan ooit, maar ook beter. We rekken de goede, gezonde jaren en verkorten de jaren van ongemak en ziekte. Het idee dat je leven eenmaal de vijftig voorbij alleen maar achteruitgaat op het vlak van werk, geheugen, sport, seks en vriendschap klopt niet. Neem werk: sommige vaardigheden die bedrijven en werkgevers vandaag broodnodig hebben, optimaliseer je pas met veel werk- en levenservaring. Uit onderzoek aan Harvard blijkt dat onze algemene kennis en een goed begrip van hoe de wereld werkt, pieken na je vijftigste. Gemiddeld worden we ook beter in met mensen en crisissen omgaan.’

En toch. In België is er al stevig gediscussieerd over de verhoging van de pen- sioenleeftijd, en vinden werkloze vijftigplussers maar moeilijk weer werk. Niet iedereen vindt lang(er) werken een goed idee.

‘Klopt, en dat is jammer. Misschien word je trager als je ouder wordt, maar soms is het beter om iets goed te doen dan om iets snel te doen. Thaise busbedrijven verkiezen oudere chauffeurs omdat ze veiliger rijden en Amerikaanse callcenters werven ouderen aan omdat ze meer geduld hebben en empathischer zijn. We vergeten ook weleens dat werk een grote bron van voldoening kan zijn. Natuurlijk kun je niet elke job tot op hoge leeftijd doen, maar er zijn mensen die het oprecht erg vinden dat ze met pensioen moeten en die ook nog echt iets bij te dragen hebben. De Britse cartoonist Mac is de tachtig voorbij en levert nog elke dag uitstekend werk, Nancy Pelosi is op haar 78ste voor de tweede keer voorzitster van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden geworden en Glenn Close won net een Golden Globe op haar 71ste voor The Wife. Ad Age, een blad voor de advertentiewereld, bracht in september een stuk over de 7 over 70 to watch. De mentaliteit verandert traag maar zeker, daarom is de vaste pensioenleeftijd een dwangbuis die we beter afgooien. Gun mensen de vrijheid. Wil je nog werken, dan kan het. Wil je met pensioen op 65, ook goed.’

Goed oud: auteur Carl Honoré over de voordelen van een hoge leeftijd
© ISTOCK

Einstein draagt een grote verantwoordelijkheid met zijn uitspraak dat je voor je dertigste je bijdrage moet geleverd hebben aan de wetenschap, omdat het anders te laat is.

‘Dat klopt doodgewoon niet. Freud leverde zijn grootste bijdrages na zijn vijftigste, Julia Child leerde pas koken toen ze al veertig was en kunstenares Louise Bourgeois en countryzanger Johnny Cash maakten nog schitterende dingen op hoge leeftijd. Bedenk eens wat een loodzware last het voor jonge mensen is om met zo’n deadline op dertig te leven. Dat werkt eerder verlammend dan stimulerend, toch? Natuurlijk veranderen ons brein en onze creativiteit als we ouder worden. Maar er zijn twee soorten creativiteit. De conceptuele versie bedenkt doorbraken en nieuwigheden, de experimentele versie lost problemen op, ziet de dingen in een breder kader, leert van trial-and-error en piekt daarom pas zo’n twintig jaar later. We hebben ze allebei nodig. Kijk naar hoe de gemiddelde leeftijd van Nobelprijswinnaars fysica stijgt. Of neem David Bowie, die bleef vernieuwen en net voor zijn dood nog een absoluut meesterwerk uitbracht. Ons brein is een wonderlijk ding, het leert ons leven lang bij. Het idee dat we alleen studeren als we jong zijn en daarna een heel leven hetzelfde doen, is niet houdbaar in een wereld die in een hoog tempo verandert. Ons leven is vandaag niet meer de klassieke rechte autostrade, maar een lange kronkelende weg. Een oude hond kan nog prima nieuwe trucjes leren. Meer zelfs, uit onderzoek blijkt dat ouderen in hun eigen vakgebied soms sneller leren, omdat ze al een stevige basis van kennis en ervaring hebben. Levenslang leren wordt het uitgangspunt.’

Ook op andere vlakken betekent ouder worden niet noodzakelijk ellende, verlies en aftakeling.

‘Uit onderzoek blijkt dat we op oudere leeftijd vaak tevredener en gelukkiger met ons leven en onze relaties zijn. Bovendien blijft seks voor veel mensen een belangrijk en uiterst aangenaam deel van hun leven. Wie zijn partner verliest, door een scheiding of een overlijden, gaat weer op zoek en het goede nieuws is dat we op 75 nog net zo verliefd kunnen worden als op 15. Natuurlijk verdwijnt een deel van onze jeugdige kracht en soepelheid, maar als je fysiek actief blijft, gaat dat veel trager dan je denkt. Vergeet ook niet dat de wetenschap rasse schreden vooruitzet en dat we op vlak van preventie veel bijleren. We weten min of meer wat te doen om goed oud te worden. Voldoende beweging voor lichaam en brein, een positieve instelling en gezonde voeding, niet roken, niet te veel alcohol en niet te veel stress. Het opvallende is dat veel mensen met wie ik sprak bang waren om ouder te worden, maar eens de zestig voorbij snel merkten dat het ontzettend meeviel. Natuurlijk waren er dingen die moeilijker werden, maar andere zaken werden net beter op latere leeftijd.’

Carl Honoré
Carl Honoré

Als de stereotypen vanzelf wegsmelten eens we ouder worden, waarom dan een heel boek schrijven om ze te ontkrachten?

‘Ik wil dat taboe verbrijzelen omdat het ervoor zorgt dat mensen, net als ik indertijd, decennialang ongerust en bang zijn voor ouder worden. De geluidsingenieur in de studio waar ik recent de audioversie van mijn boek heb ingelezen, vertelde me achteraf dat hij opgelucht was nadat hij hoorde wat ik te vertellen had. Ik begrijp dat, ik wou dat iemand mij op mijn 25ste verteld had wat ik door dit boek nu weet. Vergeet ook niet dat agism vaak samengaat met een stevige dosis zelfhaat en een gevoel van mislukking, terwijl dat helemaal niet nodig is. De eerste stap naar een kwalitatief beter leven op oudere leeftijd, is realisme. Onze extra jaren goed invullen doe je niet door je leeftijd te ontkennen of je vast te klampen aan wat voorbij is, maar door te zien hoe het echt is.’

Je waarschuwt ook voor selffulfilling prophecy’s.

‘Ouderdomsmythes zijn vaak net dat. Als je denkt dat het afschuwelijk zal zijn, wordt het dat ook. Als je denkt dat je te oud bent om een nieuwe sport of taal te leren, begin je er gewoon niet aan. Als je denkt dat iets ongepast is voor je leeftijd, geniet je er niet meer van. Een ijzingwekkend idee vind ik dat. Neem dementie, hét doembeeld van oud worden. Ik ken de Belgische cijfers niet, maar uit de statistieken van Alzheimer’s Disease International blijkt dat 17 procent van de tachtigplussers in Groot-Brittannië alzheimer heeft (in Vlaanderen is dat 20 procent, red.). Dat is verschrikkelijk voor die 17 procent, maar het betekent ook dat 83 procent nog helder van geest is. Uit onderzoek blijkt bovendien het belang van mentaliteit en zelfzorg. Bij vormen van dementie waar genetische factoren een rol spelen, blijkt dat wie positieve verwachtingen heeft en zijn brein blijft uitdagen, toch minder snel dement wordt. Ik vind dat hoopvol, het betekent dat we meer zelf in de hand hebben dan we beseffen.’

Veel mensen met wie ik sprak waren bang om ouder te worden, maar eens de zestig voorbij merkten ze dat het ontzettend meeviel

Dat klinkt optimistisch, maar zoals je zelf al aangaf, is welvaart cruciaal. Gezonde voeding, bewegen, je brein stimuleren, met die dingen ben je niet bezig als je in armoede leeft.

‘Klopt. Geld maakt ouder worden makkelijker, daar kunnen we niet omheen. Het gevaar bestaat dat we een kleine groep superouderen krijgen, terwijl de rest van de bevolking niet volgt. Zeker nu we zien dat in heel wat landen de kloof tussen arm en rijk alleen maar groter wordt. Willen we allemaal goed oud worden, dan moet die inkomenskloof verkleind worden. Dat is makkelijk gezegd, maar aartsmoeilijk te doen. Toch zie ik veranderingen. De jongste generaties kijken anders aan tegen bezit en geld, en ook al vragen armoedebestrijding, een hervorming van onderwijs en werk, van pensioenregels en sociale uitkeringen veel inspanningen en compromissen, we strompelen naar een nieuw model. We moeten wel. Maar laat ons niet in consumentisme vervallen. Je kunt ouder worden niet ‘oplossen’ door er geld tegenaan te gooien.’

Beweging is een soort magische pil, schrijf je. Cruciaal voor een soepel lichaam én voor een goed werkend brein. Ook dat zal een stevige maatschappelijke aanpassing vragen.

‘Ons lichaam is gemaakt om te bewegen, niet om op de sofa te hangen en Netflix te kijken. Jammer genoeg is onze maatschappij vandaag zo ingericht dat beweging tot een minimum beperkt wordt. Machines, roltrappen, afstandsbedieningen, comfort regeert. Maar er beweegt iets. Steden die de auto bannen, waardoor er meer gewandeld en gefietst wordt, maar ook designers die huizen en kantoren zo ontwerpen dat we er meer in bewegen. Het zal een combinatie van macro- en micro-ingrepen zijn die ons weer actiever maakt. Ook in de medische wereld zie ik veranderingen. Terwijl Britse artsen vroeger standaard medicijnen voorschreven voor te hoge cholesterol of bloeddruk, krijgen patiënten nu vaker het advies om drie keer per week te wandelen. Maar we zijn een frustrerende diersoort: we houden niet van verandering, zijn niet makkelijk aan te porren en denken niet op lange termijn. Een kant-en-klare oplossing heb ik op dat vlak niet.’

Je gebruikt het voorbeeld van feminisme om te illustreren dat mentaliteitsverandering mogelijk is, maar ook al zijn we ondertussen aan onze vierde golf feminisme, je kunt moeilijk stellen dat de gelijkheidsrevolutie voltooid is.

‘Klopt. Wat mij optimistisch stemt, is dat agism universeel is. Dit is waarschijnlijk de enige vorm van discriminatie waar ook witte rijke mannen mee te maken krijgen. Ik hoop dat het met agism gaat zoals met onze houding tegenover roken: eerst was het doodgewoon, langzaam maar zeker groeide het bewustzijn van de nadelen en daarna ging het plots heel snel.’

Goed oud: auteur Carl Honoré over de voordelen van een hoge leeftijd
© GF

Ouder worden knaagt ook aan onze ijdelheid. Jong is mooi, oud lelijk. Maar jij ziet sociale media op dat vlak een positieve rol spelen?

‘Sociale media zijn een tweesnijdend zwaard. Ze promoten een perfect geairbrushte jeugdigheid, maar tonen ook een veel breder palet aan mensen, gezichten en leeftijden dan ooit. Vroeger kregen we al onze rolmodellen via tv, films en advertenties en dat was streng gecontroleerd. Nu zie je via sociale media van onderuit bewegingen groeien en dat geeft een rijker ecosysteem aan beelden. Niches en subculturen hebben een podium en dat dwingt de andere media om te volgen. Getty Images, een van de grootste beeldbanken ter wereld is met een project gestart om ouderen minder eenzijdig te portretteren. Het ideaal zou zijn als media ouderen even genuanceerd portretteren als ze in realiteit zijn. Ik geef in het boek veel voorbeelden van uitzonderlijke mensen omdat een honderdjarige kitesurfer nu eenmaal leuk is om over te vertellen, maar wat we niet mogen doen, is een nieuwe tegenstelling creëren. Het is niet ofwel op Instagram ofwel in een verzorgingstehuis. Niet ofwel glamoureus, ofwel kwijlend. Of het nu over werk, rimpels, seks of vrije tijd gaat, in de wereld van vandaag zijn we ongeacht onze leeftijd vrijer om individuele keuzes te maken en dat is wat ons zal helpen om goed oud te worden.’

Wat je maar heel even aanraakt, is het idee dat ouderen conservatiever worden en het effect dat dat heeft op een vergrijzende maatschappij.

‘Omdat dat conservatisme-idee niet zo clear cut is. Uit onderzoek blijkt dat we vooral in de middelbare leeftijd vaster aan de status quo verknocht zijn, om na onze zestigste verjaardag weer wat losser te gaan denken. Bovendien denkt geen enkele generatie nog zo homogeen als vroeger. Integendeel, meer dan ooit hebben mensen van verschillende generaties denkwijzen, voorkeuren en levensstijlen gemeen. Ik ben onlangs met mijn zoon naar een optreden van de alternatieve rockband Biffy Clyro geweest. Dat zou ik met mijn vader nooit gedaan hebben. Vandaag speelt leeftijd minder een rol in je identiteit, het gaat meer over wie je bent en wat je bezighoudt. Maar dat wil niet zeggen dat leeftijd maar een getal is. Ouder worden is wel degelijk een factor waar we ons aan moeten aanpassen. De Nederlander Emile Ratelband, die onlangs zijn leeftijd officieel van 69 naar 49 wilde veranderen, heeft het bij het foute eind. Goed oud worden gaat niet om doen alsof je nog jong bent. Het is belangrijk dat we op een waardige manier leren omgaan met vervelende of moeilijke ouderdomsverschijnselen en dat we ze niet langer zien als zwakte. Moeilijk, want het betekent afhankelijk worden in een maatschappij waar zelfstandigheid hoog aangeschreven staat.’

De Schotse komiek Billy Connolly, 76, heeft de ziekte van Parkinson en vertelde daar onlangs over in een documentaire op BBC. ‘Het is interessant om te zien hoe dingen me ontsnappen, hoe sommige zaken verdwijnen en talenten wegvallen.’ Maar hij zag ook nog tijd. ‘Plekken om te bezoeken, vrienden om te maken, nummers om te schrijven, grappen om te vertellen. Alsof ik voorbereid word op een nieuw avontuur.’

‘Dat is de waardigheid waar ik het over had. Weet je, ik denk dat eerlijkheid belangrijk is. Ja, er zijn nadelen aan oud worden, maar het heeft ook voordelen en sommige dingen blijven gewoon heel je leven hetzelfde. Goed oud worden betekent dat je op dat pad zo goed mogelijk navigeert.’

Hoe ouder, hoe gekker van Carl Honoré, uitgegeven bij Lemniscaat, verschijnt op 1 april. Geboeid door het onderwerp? Op 25 februari verschijnt van Knack-journaliste Ann Peuteman al het boek Grijsgedraaid (uitg. Vrijdag).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content