Cabaretière Karin Bloemen openhartig over haar incestverleden: ‘Ik heb recht op een leuk leven’

© MARK UYL
Elke Lahousse
Elke Lahousse Journalist voor Knack Weekend

In het boek Mijn ware verhaal onthult de Nederlandse zangeres en cabaretière Karin Bloemen de gruwelijke details van haar jeugd, waarin ze jarenlang seksueel misbruikt werd door haar stiefvader. ‘Mensen vragen me soms waarom ik geen nee heb gezegd. Wow, serieus? Wat knap als je dát als achtjarige kunt.’

De Nederlandse Karin Bloemen (59) is een geboren performer. De flamboyante zangeres en cabaretière won in haar 36-jarige carrière al talrijke prijzen, speelde meermaals voor uitverkochte zalen en werd in 2011 tot ridder geslagen. Bloemen is van nature een vrolijk en optimistisch mens. Iemand die overal loopt te zingen en dansen en alles altijd zo leuk mogelijk wil maken. Ook haar eigen incestverhaal heeft ze lang proberen opleuken en minimaliseren. In de Nederlandse talkshow Pauw zei ze daarover onlangs: ‘Ik heb nooit gelogen over wat mij in mijn jeugd overkomen is. Ik heb erover gesproken in voorstellingen en interviews, maar nooit zo expliciet als nu. Om anderen te sparen.’

De psychiater barstte in tranen uit toen ik mijn verhaal deed.

Dat het gedaan moest zijn met verbloemen, besloot de zangeres toen ze vorige zomer twee weken in het ziekenhuis lag, om twee nieuwe knieën te krijgen. Vastgekluisterd aan haar bed, gevangen tussen de vier muren van haar kamer, wordt Karin Bloemen teruggekatapulteerd naar de gevangenis uit haar jeugd. Een verziekte tijd waarin ze jarenlang verkracht werd door haar stiefvader Ben Kuijt. In de hoop het ziekenhuis niet alleen op twee nieuwe benen, maar ook met een lichter gemoed te verlaten, begint ze de emoties van zich af te schrijven. ‘Mensen willen vaak weten hoe vaak ik nu precies misbruikt ben’, schrijft ze in het pas uitgegeven Mijn ware verhaal. ‘Ik houd het, grofweg, op meer dan duizend keer. Ben Kuijt zat gemiddeld drie keer per week aan me, en dat van mijn achtste tot mijn vijftiende. Meer dan duizendmaal zette ik alle knoppen om, schakelde ik mijn ogen, mijn neus, mijn oren uit. Meer dan duizendmaal ging mijn hersenpan op zwart.’

Hoe opgelucht ben je dat het boek er nu is?

Karin Bloemen: ‘Ik ben blij dat de naakte waarheid eindelijk op tafel ligt. Ik probeer mijn leven lang al om mijn verhaal minder erg te maken, om mensen niet te choqueren. Als ik in een gesprek vertelde hoe hard en pijnlijk het allemaal was, zag ik mensen ongemakkelijk worden, dus stopte ik daarmee. In mijn theatershows probeerde ik het onderwerp vaak op een theatrale manier aan te snijden. Maar als je met een kwinkslag over incest vertelt, denkt het publiek dat je een grap maakt. Niemand wist dus echt hoe erg het allemaal was. Schrijver Arthur Japin was op de hoogte van mijn verhaal en baseerde er een van zijn romans op. Dat heeft hij heel mooi en goed gedaan. Alleen: dat was uiteindelijk mijn verhaal niet. Toen zijn boek uitkwam, dacht ik dat het voor de buitenwereld duidelijk zou zijn wat mij overkomen was. Niet dus. Het boek riep alleen maar meer vragen op. Mensen wilden weten welk hoofdstuk precies over mij ging. Toen besefte ik: ik moet mijn eigen verhaal opschrijven, zonder tussenkomst van prachtige plotlijnen en krullerige zinnen. Nu het er ligt, ben ik vooral tevreden dat ik erin geslaagd ben om de mechanismen achter incest bloot te leggen. Ik wilde tonen hoe het in zijn werk gaat, hoe slinks en manipulatief verkrachters zich gedragen en hoe het komt dat zoveel slachtoffers zwijgen.’

Wanneer heb je er zelf voor het eerst over gepraat?

‘Ik heb er pas echt over leren spreken op mijn zevenentwintigste, bij een psychiater die in tranen uitbarstte toen ik mijn verhaal deed. Toen pas merkte ik wat voor heftig verhaal het was. Ik had mezelf al die jaren achter een muur verstopt, maar sindsdien ben ik er met meer mensen over beginnen te praten. Het is zo belangrijk voor incestslachtoffers dat er meer openheid komt over dit soort wantoestanden. Ik heb dit boek ook voor hen geschreven. Veel slachtoffers zijn beschaamd, voelen zich verantwoordelijk. Maar als slachtoffer ben je nooit verantwoordelijk. Niet wanneer je als achtjarige een leuk rokje draagt, niet wanneer je als volwassene om middernacht over straat loopt. Seksueel misbruik heeft niets met jou te maken. De verantwoordelijkheid ligt altijd bij de dader.’

Ik ben verkracht, vernederd en beledigd. Maar ik leef nog en ik heb recht op een leuk leven.

Je beschrijft hoe je bij elke verkrachting al je zintuigen probeerde uit te schakelen. Hoe was het om voor dit boek het omgekeerde te doen en in te zoomen op je herinneringen?

‘Het lullige aan traumatische ervaringen is dat ze veel langer blijven hangen dan vrolijke momenten, zoals een dagje naar het strand gaan. Ik heb dus niet veel moeite moeten doen om mijn jeugdjaren opnieuw voor de geest te halen. De traumatische herinneringen staan in mijn geheugen gebrand. Je brein doet dat ook bewust, als waarschuwing: pas op, Karin, dit voorval moet je onthouden zodat het je niet opnieuw overkomt! Helaas gebeurde het keer op keer, wel duizendmaal. Van zo’n 800 verkrachtingen zou ik niet meer kunnen zeggen hoe het precies gebeurd is. Alleen de specifieke, superbeangstigende momenten staan in mijn geheugen gegrift en benoem ik in het boek. De gemiddelde ‘daar gaan we weer’-verkrachting, die ben ik vergeten.’

Kijkgaatjes

Het verhaal begint bij de scheiding van je ouders, die samen een naaiatelier en winkel uitbaatten in het stadje Schagen. Je vader, Jan Bloemen, wordt verliefd op een buurvrouw en verlaat zijn gezin. Je moeder, diep gekwetst, vindt troost bij kermisfotograaf Ben Kuijt.

‘Ik heb mijn vader lang verweten dat hij zijn huwelijk zo snel heeft opgegeven. Maar het trieste was vooral dat er onmiddellijk geen weg terug was. Mijn stiefvader heeft het gat in ons gezin meteen opgevuld. Mijn vader kreeg spijt van zijn besluit en probeerde opnieuw contact te zoeken. Hij stuurde mij en mijn zussen Annelies en Yolanda cadeautjes en kaartjes, maar Ben Kuijt praatte op mijn moeder in: ‘Die klootzak komt hier nooit meer binnen.’ Mijn moeder was uiteraard bloedbeledigd dat haar man haar had achtergelaten. Ze was ook gekrenkt in haar vrouw-zijn en daar speelde Ben Kuijt op in. ‘Wat ben je knap, ik ga je weer gelukkig maken.’ Hij lulde zich ons leven binnen. En op een dag zei mijn moeder: ‘Hij wordt jullie nieuwe papa.”

En dan begint het. Je bent zeven als je stiefvader je handdoek wegneemt wanneer je uit de douche komt, omdat hij je in je blootje wil zien. Voor je achtste verjaardag krijg je van hem een jurk cadeau met de boodschap: ‘Zo kan ik er lekker makkelijk bij.’ Die dag word je voor het eerst verkracht.

‘Een vriendin van mij heeft erg fijne herinneringen aan de tv-series die ze in haar jeugd keek, zoals De Fabeltjeskrant. Televisie was in de jaren zestig nog een wonder, iedereen zat aan het scherm gekluisterd. Maar als ik aan De Fabeltjeskrant terugdenk, zie ik vooral hoe Ben Kuijt dicht tegen me aan kwam zitten, met zijn hand over mijn rug wreef en vervolgens met zijn vingers in mijn onderbroek zat. Hij wist heel goed dat hij zoiets tijdens het tv-kijken ongemerkt kon doen. En zo bedacht hij het ene zieke plan na het andere. Hij boorde kijkgaatjes in de muren van het wc-hokje, zodat hij mijn zussen en mij kon bespieden. Mijn oudere zus Annelies was zijn eerste slachtoffer. Tot ze op een bepaald moment naar een kindertehuis werd gestuurd. Volgens Ben Kuijt omdat ze ‘niet meer te handhaven was’. Later hoorde ik dat ze was weggestuurd uit bescherming, omdat mijn moeder erachter was gekomen wat Ben Kuijt met haar deed. Annelies’ vertrek kon helaas niet voorkomen dat ik zijn volgende slachtoffer werd.’

Cabaretière Karin Bloemen openhartig over haar incestverleden: 'Ik heb recht op een leuk leven'
© MARK UYL

Volgens hem ‘was je er klaar voor’.

‘Dat zei hij, ja. En dat ik het lekker vond. Dat mijn borsten zouden groeien van zijn sperma. En later zei hij: ‘Zie je wel, het werkt.’ Hij dacht werkelijk dat hij stichtelijk werk verrichtte door ons te neuken. Ik herinner me de eerste keer dat hij zijn bed opensloeg en ik naar zijn lul moest kijken. Als zevenjarige voel je: dit is niet juist. Maar wat kun je doen?’

Je moeder inlichten?

‘Mensen zeggen gemakkelijk: ‘Je kunt je toch verzetten.’ Of: ‘Waarom heb je niks gezegd?’ Nou, wat knap als je dát als achtjarige kunt. Mensen die zoiets zeggen, hebben nog nooit iets ergs meegemaakt. Het is stupide om te denken dat een achtjarige zich kan verzetten tegen een man van dertig. Zeker niet als die man ook je vader is, de autoriteit in het gezin. Als je tegen hem inging, kreeg je slaag. ‘Het is ons geheimpje’, zei hij ook altijd, om er vervolgens mee te dreigen dat ik in een kindertehuis zou eindigen als ik zou praten, en dat mijn moeder naar de gevangenis zou gaan. Dat is natuurlijk het laatste wat je als kind wilt. Dus denk je: dit is mijn lot. Ben Kuijt had ook mijn moeder onder de duim. Ze werd vernederd en gedwongen tot seks met andere mannen. Hij dreigde met de dood als ze zou spreken, en in het Schagen van de jaren zestig kon ze zich de schaamte van een tweede scheiding niet permitteren. Dat besefte hij maar al te goed.’

Later leer je op een heel klein niveau tegen hem ingaan, door bijvoorbeeld Frans te praten met je zus.

‘Dat verstond hij niet en dat maakte hem bloednerveus. Voor mij waren dat kleine overwinningen die mijn gevoel van eigenwaarde een enorme boost gaven. Het gaf mij het gevoel dat ik me tegen hem kon verzetten, hem kon straffen, ook al waren het kleine straffen. Tegelijk haatte ik mezelf om die manipulatieve manier van denken, omdat ik me daarmee verlaagde tot zijn niveau.’

Een van de vreselijkste scènes in het boek vind ik wanneer je moeder op een dag vraagt of ‘papa Ben soms rare dingen met je doet’. Je ontkent, maar met je lichaamstaal probeer je heel hard het omgekeerde duidelijk te maken: ‘Ja, mama!’ Kun je uitleggen wat je toen overkwam?

‘Als een kind je bij een lastige vraag heel strak aankijkt, met grote ogen, zonder knipperen, dan is de kans groot dat het liegt. Ik zei ‘nee’ omdat het te gevaarlijk was om eerlijk te zijn, want dan moest ik net als Annelies naar een kindertehuis, een plek die in mijn fantasie de hel was, waar kinderen leefden zonder eten en kleren. Ik zei ‘nee’ omdat ik me verantwoordelijk voelde voor mijn moeder en zus Yolanda. Willen ouders en hulpverleners op zo’n vraag een eerlijk antwoord, dan moeten ze het anders aanpakken. Je moet een kind eerst duidelijk maken dat het veilig is om te spreken, dat er niets zal gebeuren als hij of zij praat.’

Stockholmsyndroom

Waarom vermeld je op elke pagina van het boek altijd de volledige naam van je stiefvader?

‘Hem alleen ‘Ben’ noemen vind ik veel te amicaal. En ‘mijn stiefvader’ heeft een positieve connotatie, omdat het woord ‘vader’ erin zit. Hij was natuurlijk alles behalve dat. Door hem Ben Kuijt te noemen, houd ik de man op afstand. Dat heb ik heel erg nodig.’

Toen ik voor het eerst zwanger was, dacht ik: nu kan ik de cirkel van verdriet doorbreken

Op je vijftiende laat je je bewust betrappen door je moeder. Omdat je er niet met haar over kunt praten, beslis je dat ze moet zíén wat er onder haar dak gebeurt.

‘En daarna ging het snel. Mijn moeder kon het beeld niet van haar netvlies krijgen. Ze heeft Ben Kuijt die avond aan de deur gezet en alle sloten vervangen. Maar dan gebeurt er iets wat buitenstaanders vaak moeilijk begrijpen: mijn zus Annelies trouwt met Ben Kuijt en samen krijgen ze twee kinderen. Ik snapte zelf ook jarenlang niet hoe dat kon, tot ik een paar jaar geleden De diefstal van mijn jeugd las, het boek van Natascha Kampusch. Daarin vertelt ze over het stockholmsyndroom, het verschijnsel dat mensen die langdurig gegijzeld worden, solidair worden met hun gijzelnemers, er soms zelfs verliefd op worden. Ze zijn zo lang onderdrukt en gekleineerd, dat ze geloven dat ze niets waard zijn en dat alleen hun onderdrukker hen kan beschermen. Ik heb mijn boek ook geschreven om Annelies in ere te herstellen. Zij heeft zelf nooit kunnen vertellen wat haar bezielde. Toen ze uiteindelijk van Ben Kuijt scheidde, hebben mijn moeder, mijn zussen en ik aangifte tegen hem gedaan. Hij werd veroordeeld en Annelies leerde een nieuwe man kennen, met wie ze een restaurantje begon. Maar haar geluk was van korte duur. Bij een brand in haar woning is ze gestorven. Alleen haar man en zoon Gerben konden het huis ontvluchten.’

Jij hebt nadien de zorg over Gerben op jou genomen, de jongste zoon van Annelies en Ben Kuijt. Was dat een evidentie?

‘Gerben was het kind van mijn zus, al haar liefde zat in hem. Het was vanzelfsprekend dat ik voor dat zesjarige jongetje zou zorgen. Je kunt zo’n kind toch niet verwijten wie zijn vader is? Ik was vastbesloten om wat ons nog restte van Annelies met zorg en liefde te behandelen. Ben Kuijt mocht geen vat meer hebben op dit kind. No fucking way. Ik heb Gerben zo veilig en liefdevol mogelijk opgevoed. Om rust en veiligheid voor hem te creëren zijn we verhuisd van het centrum van Amsterdam naar een klein dorp in Noord-Holland, dat was voor hem heel belangrijk. Gerben is vandaag een fijne volwassen man met een leuke vrouw.’

In 2010 valt Ben Kuijt van een ladder en sterft. Op dat moment heb jij al jaren, ondanks alles, een leuk en succesvol leven. Het is opmerkelijk hoe vreedzaam en optimistisch je in het leven staat en over je jeugd praat.

‘Ik ben verkracht en vernederd en beschadigd en beledigd. Maar ik leef nog en ik heb recht op een leuk leven. Dat is altijd mijn mantra geweest. Ben Kuijt mocht me niet klein krijgen. Ik heb intense therapie nodig gehad en mijn seksualiteit heeft zich moeizaam ontwikkeld, maar ik heb altijd een diep verlangen naar intimiteit en verbondenheid gekend. Mijn man Marnix is het cadeautje van mijn leven. Hij is zo’n warm, eerlijk en empathisch mens. Dankzij hem heb ik mijn zachtaardige kant ontdekt. Samen hebben we twee mooie dochters gekregen. Toen ik voor het eerst zwanger was, dacht ik: dit is mijn kans. Dit is het moment om de cirkel van ellende en verdriet te doorbreken. Ik begin opnieuw. En soms denk ik: was ik maar een gewone, niet beschadigde, leuke, gemiddelde zangeres. Gezellig. Maar ik heb geleerd dat het ook mogelijk is om, ondanks alles, ten volle van het leven te genieten. Geluk is de mooiste revanche.’

Mijn ware verhaal, uitgeverij Ambo/Anthos, 20,99 euro.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content