Wonen in een huis van architect Marc Corbiau: ongeëvenaarde charme uit de jaren zeventig
In een van de eerste huizen van de Belgische architect Marc Corbiau woont nu schoenenontwerpster Lorraine Archambeaud met haar gezin. Een door bamboe omgeven oase van rust.
Lorraine Archambeaud had nooit gedacht dat ze ooit in een huis van de Belgische architect Marc Corbiau zou kunnen wonen. ‘Zijn creaties zijn prachtig, maar als je in zo’n huis woont, voelt het toch altijd een beetje alsof je in een museum voor hedendaagse kunst woont’, zegt de oprichtster van het schoenenlabel Bettina Vermillon.
Het was de stenen vloer die haar deed wegsmelten toen ze de plek voor het eerst bezocht. ‘Sommige mensen vonden die vloer net een zwak punt. Maar ik vind dat die wat ouderwetse kant het huis een ongelooflijk cachet geeft en het onderscheidt van een doorsneehuis van een gewone architect. Ik ben een dochter van expats, ik heb nooit meer dan twee of drie jaar op dezelfde plaats gewoond. Ik voel dus een zekere nostalgie naar plaatsen met een geschiedenis. En dit soort materiaal roept bij mij sterke herinneringen op.’
Het pand, achter de Fort Jaco-wijk in Ukkel, is een van de allereerste ontwerpen van Marc Corbiau, die in vijftig jaar tijd een uitstekende reputatie opbouwde met zijn zuivere lijnen, zowel in België als in Genève. ‘Hoewel het huis dateert uit 1974, oogt het nog steeds bijzonder eigentijds. De architect speelde op vakkundige wijze in op de behoeften van een hedendaags gezin.’ Grote leefruimtes, een keuken in het centrum en overal veel licht, waar je ook kijkt.
Elke dag verrast
Vanaf de straat merk je niets van de immense ruimtelijkheid van het interieur. Marc Corbiau was wars van uiterlijk vertoon, en dat is ook zo bij de huidige bewoonster. De volumes lopen in elkaar over en versmelten naadloos met de omgeving. Het huis heeft ook verscheidene tussenniveaus, om zo goed mogelijk aan te sluiten op de golvingen van het terrein.
‘De tussenverdiepingen bieden ongewone perspectieven. Zo word ik elke dag weer verrast. Daar hou ik wel van’, zegt Lorraine. Een groot raam biedt ongehinderd uitzicht op de buitenwereld. Het glas werd vervangen door een kleurloze spiegel, wat de privacy van de bewoners garandeert.
De ruimtelijke indeling bevordert het contact tussen de bewoners. Zo komen Lorraine, haar man en hun drie kinderen graag samen in de salon, om er het houtvuur aan te steken en muziek te beluisteren of een gezelschapsspel te spelen. ‘We hebben de behoefte om dicht bij elkaar te zijn, om de kinderen bezig te zien, om een gezinsleven op te bouwen.’
In elke kamer zijn er glaspartijen en hoekvensters die een zicht op de tuin bieden, waar de acrobatische eekhoorn Max en een weinig schuwe vos geregeld hun kunstjes vertonen. ‘In plaats van op een witte muur te kijken, zien we hier alle seizoenen. Het huis verbindt ons met de buitenwereld via de tuin.’
Het groen, indertijd nog bedacht door de architect op het moment van de bouw, wordt gedomineerd door de vele bamboeplanten, die een soort erehaag vormen rond het terrein. ‘De bamboe beschermt ons tegen inkijk van buitenaf, maar creëert ook een spel van licht en schaduw op de muren. En boven hebben we het gevoel dat we boven de bomen wonen, alsof we op duizend kilometer van Brussel zijn.’
Voedsel voor de ziel
Het was dan ook een grote verandering voor deze Parijzenaars, gewend als ze waren aan een stad van steen, toen ze in 2013 om professionele redenen naar België verhuisden. ‘We hadden ook kunnen kiezen voor Brussel, maar we wilden eens iets anders proberen. Het was een buitenkans en we zijn ons ervan bewust dat het tijdelijk is. Als we terug naar Frankrijk moeten, is de betovering voorbij.’
Om zich niet al te zeer te hechten, zetten Lorraine en haar gezinsleden de woning niet echt naar hun hand. ‘Ik heb me laten inpakken door dit huis. Het heeft een ziel en daar mag je niet aan raken.’ In plaats van het huis te vullen met hedendaags meubilair, zoals het cliché het wil, gaf de ontwerpster de voorkeur aan een persoonlijke compositie van souvenirs. ‘Ik ben erg gehecht aan bepaalde objecten. Zelfs als ze tot niets meer dienen, vind ik het moeilijk om er afstand van te doen wanneer ze verbonden zijn met een gebeurtenis of een persoon uit het verleden die me dierbaar zijn. Ze zijn geen investering, ze zijn voedsel voor de ziel.’
Bij die persoonlijke objecten zien we onder meer in willekeurige volgorde: een charmante kast uit de jaren dertig, gekocht van een oude dame die het zonde vond dat geen van haar kleinkinderen er gevoelig voor was, enkele rode geëmailleerde theepotten, een op een vlooienmarkt gevonden bizarre robot in eightiesstijl, prachtige boeken over Dior en Jean Prouvé en zwartgestipte flacons van Lalique, die ze erfde van haar grootmoeder. Verder nog lampen van Patterns, de Brusselse winkel voor hedendaags en vintage meubilair, foto’s in posterformaat die haar herinneren aan haar jaren als expat in Argentinië en haar reizen naar Tokio, in het hotel met zicht op de Fuji, waar ze geregeld verbleef als directrice van de accessoirecollecties van Courrèges.
En dan zijn er nog de twee salontafels van Red Edition en diverse kunstwerken, onder andere een beeld van eigen makelij, zeefdrukken van Floriane de Lassée en objecten van de bevriende ontwerpster Rebecca Vallée-Selosse, zoals de kandelaarkaarsen en de tot een champagne-emmer getransformeerde helm, die ze creëerde voor Bienvenue 21.
Weg van de wereld
‘Als ontwerpster ben ik gevoelig voor objecten. Wat me raakt, inspireert me. Maar belangrijker dan de schoonheid van het lijnenspel, is voor mij het functionele, het utilitaire. Wij moeten ons niet aanpassen aan het object. Het object moet toegankelijk blijven en bruikbaar zijn in het dagelijks leven.’
Ze zal dus zeker nooit de kinderen verbieden om een bepaald voorwerp aan te raken of op sommige stoelen te gaan zitten, en dat geldt ook voor de Knoll-canapé die zal verhuizen naar de eerste Bettina Vermillon-winkel in Parijs, zodra de ideale locatie daar gevonden is.
Lorraine Archambeaud leidt ons door de keuken, naar een massieve deur die toegang geeft tot het atelier waar ze haar schoenen ontwerpt. ‘Deze ruimte is duidelijk gescheiden van de rest, zodat mijn privéleven en mijn beroepsleven niet door elkaar lopen.’ In een bibliotheek die speciaal voor haar gebouwd lijkt te zijn zien we de prototypes voor het volgende seizoen. ‘Wie zou ooit kunnen denken dat de schoenen voor een luxemerk uit Parijs hier, helemaal afgesneden van de wereld, worden gecreëerd’, zegt Lorraine, die toch nog steeds twee keer per week om professionele redenen naar de lichtstad reist. ‘Parijs is hectisch, maar hier zit ik in mijn cocon. Hier stopt de tijd. Het is een schitterend geschenk, al moet je wel altijd alert blijven en zorgen dat je je niet in slaap laat wiegen.’
Design voor de voeten
Schoenenlabel Bettina Vermillon werd in 2015 opgericht door Lorraine Archambeaud. Zij werkte ook een tijd voor Courrèges en is van oorsprong meubelontwerpster.
Elk seizoen kiest ze voor haar collectie een specifiek thema uit. Dit seizoen is dat het creatieve werk van Patricia Urquiola, de hedendaagse Spaanse architecte en designer.
De originaliteit van de damesschoenen van dit label heeft veel te maken met de lichte hak van onbreekbaar aluminium.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier