Van Stockholm tot Tokio: vier grote Belgische architecten delen hun favoriete adressen

© iStock

Architecten kijken met andere ogen als ze reizen. Vier grote Belgische bouwers vertellen over de architectuur in hun lievelingsstad.

1. Het Tel Aviv van Michel Penneman

De Belgische binnenhuisarchitect werkt voor veel projecten in België – onder andere voor Brusselse hotels als het Hygge en het Vintage Hotel – en in het buitenland. Hij is nu bezig aan een rooftop in Kigali, een huis aan de Côte d’Azur en fotoboxen voor Parijse hotels.

‘Tel Aviv is een stad tussen oost en west, waar de sfeer in de restaurants en bars met niets ter wereld te vergelijken is. Ik hou van de energie die de stad uitstraalt, van de diversiteit en de tolerantie. Vorig jaar ging ik zwemmen op een plek niet ver van Jaffa, met aan de ene kant een vrouw in boerka, aan de andere kant een vrouw in een string en een religieus Joods gezin, en niemand die zich aan de anderen stoorde.’

Neve Tzedek: ‘Hier is het goed wandelen, want in deze wijk vind je boetieks, vol mode en avant-gardistisch design, maar ook winkels met ambachtswerk.’

Dizengoff Square: ‘Een heel fotogenieke plek met schitterende gebouwen in Bauhaustijl, zoals het Cinema Hotel tegenover de water- en vuurfontein van Yaacov Agam. Perfect op zijn plaats in de ronde vorm van het plein.’

Een Bauhaus-gebouw in de Florentijnse wijk in Tel Aviv.
Een Bauhaus-gebouw in de Florentijnse wijk in Tel Aviv.© GETTY IMAGES

Het Kunstmuseum: ‘De bijzondere architectuur is van Preston Scott Cohen. Je vindt er onder andere werk van Pollock, Picasso, Chagall en Rothko.’

Jaffa Railway Station: ‘Dit was het eerste station van heel Israël en het Midden-Oosten. In de jaren 40 werd het gesloten, en sinds de jaren 2000 kreeg het een tweede leven, als een hippe buurt (HaTachana), dat een perfecte ontmoetingsplek is geworden.’

De Florentijnse wijk: ‘Deze wijk met zijn mix van traditionele cultuur en eigentijdse stijl is favoriet bij de hipsters. Het is de place to be voor wie kunstenaars en straatmuzikanten wil ontmoeten.’

North Abraxas: ‘Er zijn heel veel uitstekende restaurants in Tel Aviv, maar dit is een van mijn lievelingsplekken.’ facebook.com/northabraxass

Port Said: ‘Een gezellige, mooie en levendige bar waar vinyl koning is.’

facebook.com/theportsaid

2. Het Stockholm van David Van Severen (Office)

Een tijdje geleden schreef Le Monde over het Brusselse bureau Office: ‘Als ze op deze wijze doorgaan, krijgen ze ooit de Pritzker-prijs, de Nobelprijs in hun vak.’ Kersten Geers en David Van Severen, het duo achter het bureau, ontwierp onlangs galerie Tim Van Laere in Antwerpen en werkt onder andere aan een crematorium in Oostende en aan het Parelpad in Bahrein.

‘Stockholm is een van de mooiste steden van Europa; het kan wedijveren met Parijs en Rome, met een perfecte mix tussen stad en natuur. Water en rotsen zijn een grote aanwezige in de stad en dat geeft Stockholm een wild kantje. Je komt hier best tijdens de Midsummer, rond de zomerzonnewende, want in die periode kun je het langst genieten van het mooie licht.’

Skogskyrkogården, een kerkhof uit 1920 dat op de Werelderfgoedlijst van Unesco staat.
Skogskyrkogården, een kerkhof uit 1920 dat op de Werelderfgoedlijst van Unesco staat.© GETTY IMAGES

SkogskyrkogÃ¥rden: ‘Dit kerkhof uit 1920 ligt een eindje uit het centrum en het is een ongelooflijk staaltje tuinarchitectuur – je zou het bijna scenografie kunnen noemen. Het staat op de lijst van Werelderfgoed van Unesco. Elk seizoen is de sfeer er anders. Ik kom er graag wandelen en Office neemt deel aan een wedstrijd voor een bank die er neergezet zal worden.’

De archipel: ‘Dit gebied, met zijn mix van eilandjes en gepolijste rotsen die oprijzen uit de Oostzee, lijkt op een meer en in de zomer, bij zonsondergang, is het licht er sprookjesachtig. Het is als een veelkleurige spiegel. Neem zeker een boot om dit gebied te verkennen.’

De openbare bibliotheek: ‘Dit is een van de mooiste gebouwen van de stad. Het werd in de jaren 20 ontworpen door Gunnar Asplund. Binnen is alles even overzichtelijk: alle boeken staan gerangschikt op de gebogen wanden die zich rond het centrale gedeelte krommen.’

De openbare bibliotheek van Stockholm.
De openbare bibliotheek van Stockholm.© GP STOCKHOLM MEDIA BANK /TOVEFRU

Kulturhuset: ‘Dit is het cultuurhuis van Stockholm: een transparant, uitnodigend gebouw, perfect om nieuwe mensen te ontmoeten.’

Tranan: ‘Hier eet je heerlijke typisch Zweedse gerechten, besprenkeld met Aquavit, aan tafels met geruit zeildoek.’ tranan.se

Sturehof: ‘Een heerlijk centraal gelegen plek, om te aperitieven en zeevruchten te eten.’

sturehof.com

3. Het Tokio van Adrien Verschuere (Baukunst)

Tien jaar geleden lanceerde Adrien Verschuere zijn atelier Baukunst. Op dit moment is hij bezig met de voorbereidingen van zijn eerste monografische tentoonstelling voor Bozar in Brussel, in het kader van NICHE, een serie micro-expo’s die talentvolle Belgische architecten in de schijnwerpers zet.

Van 25 september tot 5 januari. bozar.be

‘Tokio inspireert me omdat het een stad is met een fantastische infrastructuur. De manier waarop alles er ondanks de overweldigende massa mensen zo goed geregeld is, en de wijze waarop het transportnetwerk geïntegreerd is in de stad, fascineert me. Je weet soms niet meer of je in een station, een shoppingmall of een openbare ruimte bent. En toch kun je er te voet snel genoeg weer in een kalme, residentiële wijk terechtkomen. Het is een stad vol contrasten.’

De Yurikamome-metrolijn: ‘Een perfect voorbeeld van de infrastructuur die me zo fascineert. De metro rijdt over de haven heen naar het eiland Odaiba. Het uitzicht is ongelooflijk.’

Het Tokyo Institute of Technology (Centennial Hall): ‘Dit is een bijzonder vreemd gebouw van Kazuo Shinohara. Het is net een grote machine. Een prachtige synthese van traditionele waarden en een beeldtaal die naar de toekomst gericht is.’

Het Aoyama-kerkhof in Tokio, een soort Central Park met grafstenen.
Het Aoyama-kerkhof in Tokio, een soort Central Park met grafstenen.© GETTY IMAGES

Het Aoyama-kerkhof: ‘Op dit soort plekken is de landschapsarchitectuur altijd heel interessant. Het is in de eerste plaats een groene ruimte, omgeven door administratieve gebouwen, waardoor het een beetje aan Central Park doet denken, maar dan met grafstenen.’

De Kiyosumi-tuinen: ‘De mooiste tuinen vind je in Kyoto, maar deze tuin is een perfecte tegenhanger voor de drukke stad. Je komt er onmiddellijk in een andere wereld, in een ander verhaal, ver van de drukte van Tokio.’

De vismarkt van Tsukiji: ‘Een klassieke trekpleister voor de toeristen, maar het blijft een must voor mij. Deze plek komt om 5 uur ’s ochtends tot leven, en dat is wat me zo interesseert in steden: zien hoe de mensen er wonen en hoe het echte leven zich afspeelt. Deze markt is uitzonderlijk in zijn gewoonheid.’

De skybar van het Keio Plaza Hotel: ‘In Aziatische landen vind je veel bars en restaurants hoog in de lucht. Deze skybar biedt een sprookjesachtig uitzicht en de sfeer is er heel chic. Het is geen Lost in Translation, hoewel…’ keioplaza.com

Kaikaya by the Sea: ‘Er zijn duizenden restaurants in Tokio die het vermelden waard zijn, maar dit is niet te toeristisch en je eet er heel lekkere vis in een gemoedelijke sfeer. ‘

kaikaya.com

4. Het Parijs van Vincent Callebaut

Naast zijn utopische projecten – zoals het idee van een biomimetisch bos onder een glazen dak in de Notre-Dame – heeft onze landgenoot opdrachten over de hele wereld en ontwerpt hij met Assar Architects het Belgisch paviljoen voor de Expo 2020 in Dubai.

‘Ik heb er altijd al van gedroomd om in Parijs te wonen en dus ben ik 19 jaar geleden, na mijn studie architectuur in Brussel, naar de Franse hoofdstad verhuisd. Het is een van de meest kosmopolitische Europese steden, waar cultuur en knowhow ten dienste staan van creatie en vernieuwing.’

De passage du Cheval-Blanc: ‘Daar ligt mijn atelier, vlak bij de Place de la Bastille. Vakwerkhuizen, binnenplaatsen met klinkersteentjes en gemeenschappelijke tuinen getuigen van een levensstijl waar alles gericht is op gemeenschapszin. Ik vind het heerlijk om door de vele kleine geheime steegjes te dwalen en de verscholen pleintjes over te steken. Daar kom je terecht in een dorpssfeer waar nog rust en een buurtgemeenschap te vinden zijn.’

Het Centre Pompidou: ooit verguisd, nu een trekpleister.
Het Centre Pompidou: ooit verguisd, nu een trekpleister.© GETTY IMAGES

De Montparnasse toren: ‘Vanaf de top heb je het mooiste zicht op de hoofdstad. Als je in een stad woont, wil je altijd omhoog kijken. Via de rooftops houd ik contact met de horizon, het ritme van de seizoenen en de zonsopgang en -ondergang.’

Het Centre Pompidou: ‘Het is een gebouw dat verstoort, een symbool van architecturale durf. Tijdens de bouw kwam er heel wat kritiek op, maar nu hebben de Parijzenaren het aanvaard en vinden de toeristen het mooi.’

De Medici-fontein in de Jardin du Luxembourg: ‘Om er in alle rust een boek te lezen bij ondergaande zon.’

Het Viaduc des Arts: ‘De Franse versie van de High Line, waar je romantische wandelingen kunt maken tussen het groen.’

Het Canal de l’Ourcq: ‘Om te picknicken op een elektrische boot en een tochtje te maken naar het Parc de la Villette, de Cité des Sciences, de Grands Moulins de Pantin, het Centre national de la danse en ten slotte het Bergère-park.’

KONG: ‘Een supermodern restaurant met zicht op de Seine, tegenover de Pont Neuf.’

kong.fr

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content