Kleurrijke oase midden in ’t stad: ‘Het was de geur die het ‘m deed’
Met hun zin voor kleur en compositie, het nodige geduld en een stel groene vingers creëerden Charlotte Van Eccelpoel en haar man Kristof Huysecom een klein sanctuarium midden in de stad. Hun geheim? ‘We hebben geen stijl.’
Met hun zin voor kleur en compositie, het nodige geduld en een stel groene vingers creëerden Charlotte Van Eccelpoel en haar man Kristof Huysecom een klein sanctuarium midden in de stad. Hun geheim? ‘We hebben geen stijl.’
‘Het was de geur die het ‘m deed’, vertelt Kristof Huysecom terwijl hij me samen met zijn vrouw Charlotte Van Eccelpoel rondleidt. Ze kochten het statige herenhuis zo’n tien jaar geleden. ‘Dat, en natuurlijk ook de lichtinval en het ruimtegevoel van het pand. Maar ik herinner me nog goed hoe lekker het hier rook.’ De vorige eigenaar bleek parfumeur te zijn, waardoor een natuurlijke zweem van zijn werk in het huis hing. ‘Bovendien had hij een cake gebakken, waarvan de zoete geur zich door het huis had verspreid. Wellicht een verkooptruc, maar het maakte duidelijk wel indruk.’
Hoewel ze oorspronkelijk op zoek waren naar een huis in het groen, viel het koppel toch voor de charmes van de neoclassicistische rijwoning in Berchem. Eind negentiende eeuw werd het gebouwd, samen met twee aanpalende zusterhuizen. ‘Na de koop hebben we bewust een paar jaar de ruimten bewoond voor we met renoveren zijn begonnen. Alles meteen vernieuwen is zo’n makkelijke reflex. Soms moet je ook echt moeite doen om dingen te willen behouden’, meent Charlotte. ‘Een les die we uit vorige projecten hebben geleerd: plan nooit te snel grote ingrepen.’
Geërfde paravent
Hun interieur is een bonte mix van authentiek, gerenoveerd en gemoderniseerd. De keuken, een ontwerp van interieurarchitecte Kim Verbist, werd het grondigst aangepakt. ‘Het volume leek ideaal om te verbouwen tot een glazen aquarium met zicht op de tuin. Uiteindelijk zijn we van het idee afgestapt.’ In plaats daarvan werden de vensters en de structuur behouden, alleen de keukenkasten met gordijnen in plaats van deuren zijn vervangen. ‘Een aparte keuken die je kunt afsluiten heeft ook voordelen. Je kunt je afzonderen indien nodig en hebben we volk over de vloer, dan kunnen ze hier ook rondhangen. Ruimte genoeg, zolang je de grote tussen- en tuindeuren maar opent.’
Authentieke elementen in een huis bewaren is één ding, erin slagen de verkoper te overtuigen een deel van zijn interieur achter te laten een hele prestatie. Naast Chinese vazen, ingekaderde oude tekeningen en een antieke koperen badkuip, kon het koppel een paravent uit 1963 ‘erven’. Van de herkomst is verder weinig geweten, wat de coup de foudre van het koppel niet deed slinken. ‘Hij hing op deze plaats in de woonkamer en is daar ook gebleven. Wanneer de zon erop schijnt, spatten de kleuren van het hout. Het is een stuk waar je geboeid naar kunt blijven kijken. Na al die jaren blijf ik details ontdekken.’
‘Mochten we dit huis ooit zelf verkopen,’ vult Kristofs vrouw aan, ‘dan zouden we op onze beurt ook veel spullen achterlaten. Verhuizen is opnieuw beginnen, een inrichting mag evolueren. Zodra je een interieur afbakent, stop je met inrichten en volg je een stijl’, vindt hij. ‘Wij hebben geen stijl.’ Maar de paravent pakken ze, waar ze ook eindigen, mee.
Donkergroene vingers
Het koppel verzamelt verwoed weetjes over hun woning. Het bord ‘Nachtwacht’ op de gevel, vertellen ze, dateert uit het interbellum. ‘Na de Eerste Wereldoorlog werden soldaten ingezet als private nachtwachters. Zo’n gevelplaat gaf aan dat je had betaald voor hun diensten.’ En in de frituur op de hoek, weten ze, hangt een foto van hoe de straat eruitzag midden jaren 1800. Waar de zusterhuizen vandaag staan, groeide ooit een cluster bomen. ‘Toen we net hadden gekocht, was de tuin dramatisch en overwoekerd. Er waren ingrepen nodig om het licht opnieuw binnen te laten. Vandaag vormen onze tuinen nog steeds een groene cocon. Het begint al vroeg in de lente, wanneer de magnolia’s van de omringende buren in bloei staan. Daarna volgt de blauweregen en in mei de rode rozen en de Turkse raketbloemen. In de zomer nemen de kamperfoelie en de oleanders het over tot het tijd wordt voor de najaarsrozen’, weet Kristof, die doorheen de jaren donkergroene vingers heeft gekregen.
De vele bloemen trekken bijen, vogels en op hun beurt ook de buurtkatten aan. Op het terras snuif je meteen de geur op van de theekruiden die in grote terracotta potten groeien. Het geluid van de ring wordt volledig gedempt door achterliggende kantoorgebouwen, die ’s avonds en in het weekend verlaten zijn. En zo valt de spreekwoordelijke frank: het koppel vond wat het zocht. Een idyllisch buitenleven, maar dan midden in een grootstad.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier