Kleur, licht en rust in Brussel: binnenkijken in een geklasseerde woning van Willy Van Der Meeren
Vorig jaar vierden we uitvoerig de honderdste verjaardag van Willy Van Der Meeren. Idalie en Francis vielen voor een van zijn eerste grote projecten.
“Willy Van Der Meeren was niet alleen een bijzonder getalenteerd ontwerper, hij was volgens mij ook gewoon een heel toffe kerel.” Daar zijn we het samen over eens wanneer Idalie de slaapkamer van haar zoon toont. In de jaren vijftig had zowat elke woning een zogenaamde ‘mooie plaats’, veelal de beste plek in huis die enkel werd gebruikt om bezoek te ontvangen. Willy Van Der Meeren vond dat onzin en maakte er steevast een speel- of knutselruimte van. Nog zo’n voorbeeld: de ruimte die je wegnam, moest je volgens hem op de een of andere manier teruggeven. Bij deze woning deed hij dat door eenzelfde oppervlakte aan dakterras te voorzien. Het is een van de vele denkpistes die hem typeren.
De geëngageerde modernist, bekend om zijn kleurgebruik en zijn betaalbare, eenvoudige ontwerpen geïnspireerd door Le Corbusier, zou vorig jaar zijn honderdste verjaardag hebben gevierd. Deze binnenkijker is dan ook een ode aan Willy Van Der Meeren. De man had ongetwijfeld de grote toewijding geapprecieerd waarmee Idalie Vandamme en haar man FranÂcis ÂÂStrobbe de geklasseerde woning stap voor stap in ere herstellen. Idalie: “Behalve een gigantische coup de coeur voelden we allebei een sterke ‘ontfermingsdrang’. Het ging niet goed met het huis, het moest worden gered.”
Zorgenkind
De Brusselse woning was een van de eerste grote projecten van Van Der Meeren. De toen nog piepjonge architect kreeg carte blanche van de bouwheer en werkte samen met Léon Palm het ontwerp uit. In de schaduw van Expo 58 kreeg de moderne gezinswoning, inclusief het inÂÂterieur, vorm. De grote gezinswoning werd met haar drie meter hoge plafonds en overvloedige gebruik van okoumefineer een geslaagde mix tussen een burgerÂwoning en een bungalow.
Doorheen de jaren kreeg de experimentele gordijngevel het zwaar te verduren. De woning stond dan ook een tijdje te koop, wellicht omdat weinigen zich aan het project waagden. Idalie: “We hebben ons lang afgevraagd waarom de gevel wit was geschilderd, nu vermoeden we: om de vele mankementen te verstoppen.” Bij de mankementen stopt het niet. Wie voor een geklasseerde woning kiest, weet dat er altijd iemand meekijkt om de authenticiteit te bewaken. In dit geval is dat Urban Brussels.
Op tafel ligt een stapel dossiers waar Idalie nog net bovenuit komt. Studies, bouw- en subsidieaanvragen, heel wat fotomateriaal en oorspronkelijke plannen. De commissie moedigde als eerste ingreep een dringende renovatie van de voorgevel aan, een complex project dat uiteindelijk drie jaar in beslag zou nemen. Alleen al het verwijderen van de vijftien lagen verf en plaksel waaronder de blauwe hardsteen en de speciaal door Van Der Meeren ontworpen betonsteen verstopt zaten, nam maanden in beslag. Verder liet de ontwerper de ramen op een erg aparte manier in het beton plaatsen. Een zenuwslopende techniek waardoor de vakmannen drie keer opnieuw moesten beginnen. Ook de betonrot werd vakkundig aangepakt. En verder waren er natuurlijk de oorspronkelijke ontwerpplannen die de keuzes bepaalden. Zo moest elk raam dat open kan, geel geverfd worden.
Idalie: “Er waren momenten dat we elkaar vertwijfeld aankeken. Maar we zijn ook altijd de schoonheid blijven zien, want wat een vrolijk huis is dit. Logisch, licht en functioneel. De architectuur draagt je en vormt zo’n heerlijk contrast met het drukke, soms moeilijke Brussel.”
Een kleurenspoor
Tegenover de erbarmelijke staat van de gevel stond de goede conditie van het interieur. Na de oorspronkelijke bewoners betrok nog één familie het pand, die enkel hier en daar de verfborstel bovenhaalde. Een likje lila en pistache maakten plaats voor de oorspronkelijke signaalÂkleuren die Van Der Meeren in zowat elke ruimte liet terugkeren.
Blikvanger is de keuken met haar speelse kleurvlakken, inox werkblad en warm hout. De originele wandtegels van marbriet, een robuuste en betaalbare glassoort en daardoor ook weer zo’n typische Van Der Meeren-keuze, kregen een opfrisbeurt. Voor de vloer viel het koppel voor een kopie van de terrastegels, waardoor de ruimtes nu in elkaar overvloeien. Dat voelt ook zo op andere plekken: geen aparte ruimtes hier, maar een samenhangend geheel. Enerzijds is de woning geometrisch met bijna maniakale verhoudingen, anderzijds zorgen de rondingen, zoals in de traphal en aan de schouw, voor zachtheid. Kasten hoeven de bewoners amper te kopen, want Van Der Meeren maakte van de meeste muren een praktische wandkast, hier en daar met schuifwanden in geel, blauw of rood. In de woonkamer gunt de glazen wand je een blik op de trap die bestaat uit verankerde betonnen treden belegd met een laag hout. Deze kronkelt sierlijk drie verdiepingen hoog.
De architectuur is hier zo bepalend dat meubels bijna ondergeschikt lijken. Een moeilijke evenwichtsoefening, vindt ook Idalie: “Door tijdsgebrek bestaat onze inrichting momenteel vooral uit erfÂstukken en vintage vondsten. Persoonlijk vind ik dat meubels en objecten uit de Âeighties hier kloppen, toch mag het ook geen museum worden. Het is veelal proberen en verplaatsen. Niets blijft hier lang op dezelfde plek.”
Een geklasseerde woning heeft geen haast, dat is duidelijk. Hoewel de klok soms tikt om verval en schade tegen te gaan, vraagt een project als dit tijd om uit te zoeken hoe je de authenticiteit maximaal onderstreept. Het volgende project dat zich opdringt, is de achtergevel. De houten ramen dienen vervangen te worden door stalen exemplaren, de oorÂspronkelijke betonstructuur moet weer zichtbaar worden, bovendien is er een klein lek. Maar er zijn ook leuke ingrepen: in de dossiermap zit het originele tuinontwerp van Willy Van Der Meeren. Idalie: “Het is telkens weer afwegen: gaan we voor een quick fix, beginnen we aan de renovatie of gaan we toch op reis?”
Komt tijd, komt raad. En budget.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier