Gentse Case Study: binnenkijken in gerenoveerde fiftiesvilla met carport en buitenzwembad

Hoe blend je het Vlaamse modernisme met de revolutionaire Amerikaanse Case Study Houses? Deze villa in de groene rand rond Gent doet het. ‘Hier hangt een vakantievibe.’
Toon me je huis en ik zeg je wie je bent. Net zoals je garderobe, je vrienden en je boekenkast geeft je huis (een stuk van) je persoonlijkheid prijs. Vaak heel letterlijk – denk: staan er sportschoenen in de gang of een bak bier. Maar soms ook subtieler. Zoals bij deze bungalow in de groene rand rond Gent, waar al het buitenschrijnwerk is gelakt in Nardo Grey. Autogeeks weten dat die grijze kleur populair is bij Audi en Porsche. De vloeren zijn dan weer afgewerkt met redocrete: een materiaal dat ook gebruikt wordt voor garagevloeren. Het is duidelijk: hier woont een autofreak. Vandaar ook de kanjer van een carport.
Behalve van wagens houdt de grafisch ontwerper, die hier woont met zijn gezin, ook van kunst. Aan de muur zien we werken van onder meer Bert Huyghe en Otl Aicher. En het is een architectuurminnaar, met vooral een hart voor de Case Study Houses. De invloed van die experimentele Amerikaanse huizen uit de jaren vijftig voel je onder meer aan de zichtbare constructieve elementen, zoals de stalen liggers. Maar ook aan het gebruik van sobere materialen zoals het golfplatendak van de carport. ‘Qua inspiratie dacht ik aan een Case Study House in LA met een Lincoln onder de carport. Die Californische sfeer wilde ik graag binnenbrengen in ons huis’, vertelt de Gentse dertiger. ‘En dat lukte. Er hangt hier echt een vakantievibe.’
Lees ook: Gat in de lucht: kijk binnen in een lichtrijk herenhuis met een mediterrane stadstuin
Coronaproject
Vijf jaar geleden kocht het koppel deze verouderde fiftiesvilla in Sint-Denijs-Westrem. Noem het een coronaproject. Het appartement waar ze woonden was donker en had enkel een klein balkon. ‘Toen ze de lockdown aankondigden, ben ik beginnen zoeken. Ik viel in eerste instantie voor de ligging – in het groen met zicht op de Leie en op een kwartier fietsen van Gent. Het huis was wat banaal, niet meteen mijn droomwoning. Maar ik zag wel het potentieel. Met een goede architect kon je hier iets moois van maken. Dankzij covid waren er weinig geïnteresseerde kopers en werd ons bod snel aanvaard. Al bleek de pandemie tijdens het verbouwen juist een nadeel. Alles duurde langer en werd duurder.’
Maar eerst moesten ze die goede architect nog vinden. Dankzij een tip belandde het koppel bij AE-architecten, opgericht door Petra Decouttere en Jan Baes. Hun hedendaagse warme signatuur sloot naadloos aan bij dit droomhuis. ‘Het moest aanvoelen als een nest; een gezinsplek waar onze kinderen kunnen opgroeien.’ Om dat te realiseren, keerden de architecten het grondplan ondersteboven. ‘We zagen al gauw dat de inpandige garage op de mooiste plek van het huis zat. Dus betrokken we die bij het huis. Er kwam een groot raam aan de straatkant en een glazen schuifdeur aan de tuinkant’, vertelt Jan Baes. Van de oude garagepoort maakten ze de voordeur. Je stapt nu meteen de eetkamer met open keuken binnen. Ook de living geeft uit op deze ruimte. Die werd dubbel zo hoog door een slaapkamer te elimineren. ‘We offerden vierkante meters op. Maar dat leverde een luxueus ruimtegevoel op dat je niet kunt evenaren met extra vierkante meters.’
Naar binnen gekeerd
Ondanks die grote ingrepen gingen de architecten niet rigoureus te werk. Als acupuncturisten prikten ze enkel daar waar nodig. Zo bleven bijna alle binnenmuren behouden, al maakten ze er wel nieuwe openingen in. Jan Baes: ‘Alle ruimtes hangen aan elkaar, maar het zijn stuk voor stuk specifieke plekken met een eigen karakter en functionaliteit. We willen gelaagde huizen ontwerpen waar je niet meteen op uitgekeken bent. Daarom is het voor ons zo belangrijk om boeiende doorzichten te creëren. Als je aan de eettafel zit, kijk je via de tuin naar de living, waar je door een ander raam opnieuw de tuin ziet. Het niveauverschil speelt daarin mee. Als alles op dezelfde hoogte zit, kijk je vaak tegen meubilair aan. Nu zie je vanaf het hogere gedeelte vooral de tuin.’
Die tuin is ontworpen door Jeroen Provoost en vormt een essentieel onderdeel van het huis. Daarom tekenden de architecten twee grote overhoekse schuiframen zonder profiel. Als je die openzet, ontstaat er een ononderbroken open zicht en een vloeiende overgang tussen binnen en buiten. De living, keuken, eetkamer en terras worden dan één geheel, zeker omdat er geen niveauverschil is. Jan Baes: ‘Je leeft hier dicht bij de natuur en dat namen we mee in het ontwerp. Bij mooi weer evolueert het huis en leef je meer buiten.’
Zo genereus als het huis binnen is, zo bescheiden is het langs buiten. Dat was ook de bedoeling. ‘Ik wilde geen huis dat roept: kijk naar mij’, aldus de bewoner, die om dezelfde reden anoniem wil blijven. ‘Het is een naar binnen gekeerd huis, een privéplek voor ons gezin. Die discretie vind ik heel belangrijk. Daarom legden we het zwembad – onze grote droom – aan op een onopvallende plek achter in de tuin. De rand van gestapelde leistenen was een idee van de architecten. Het is leuk om op te zitten en iets veiliger voor kleine kinderen.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier