Om de tuin geleid: kijk binnen in een woning die volledig opgaat in de omgeving
De donutvormige woning van Gerrit en Nathalie zit deels ingegraven en verstrengelt zich moeiteloos met de glooiingen, de siergrassen, de oude eiken en de bloemenweides.
Een breinbliksem. Het is een woord waar ik van hou en dat in me opkomt bij de woning van Gerrit en Nathalie. Want de inplanting hier doet je hoofd wat knetteren. Aan de straatkant zie je namelijk niet meer dan een organisch gevormde trechter die naar de voordeur loopt. Die zit ingebakerd tussen een drie meter hoge groene helling. En toch bevind je je op tuinniveau wanneer je de trap neemt naar de bovenverdieping.
Het Leuvense architectenbureau DMOA beet zich vast in het natuurlijke talud van het bouwperceel en ontwierp een woning die naadloos meedeint met het glooiende terrein. Architect Benjamin Denef: ‘Maximale onzichtbaarheid was het uitgangspunt bij dit project. Om te vermijden dat de woning te dominant zou ogen in het straatbeeld, werkten we deels ondergronds. Het volledige slaapvertrek zit ingegraven in een donutvorm waarbij alle kamers uitkijken op een intieme, cirkelvormige patio. Boven op de helling, op tuinniveau, heb je een ogenschijnlijk vrijstaand paviljoen, volledig bekleed met verticale houten planken, waar zich woonkamer, keuken en ontbijthoek bevinden. Deze woonverdieping wordt omringd door een groendak.’
Wandel je op dit groendak, dan lijkt het alsof je in de tuin loopt, maar eigenlijk loop je boven de slaapkamers. Kortom, een ingenieuze puzzel, architecturaal zowel verrassend als bescheiden én een bijzondere breinbliksem.
Een tuin met geschiedenis
Zowat negen jaar geleden zochten bewoners Gerrit en Nathalie een bouwgrond in de rand van Brussel en vielen uiteindelijk voor dit 33 are tellende stuk grond aan de voet van het Pajottenland. De oude villa op het perceel verdween, maar de tuin noemen ze een cadeau. Gerrit: ‘Die was doorheen de jaren compleet verwilderd geraakt, maar er stonden ook een paar erg mooie bomen zoals een eik van minstens tweehonderd jaar en een meerstammige notelaar. We wilden een speelse en verrassende tuin, dat effect zou je nooit krijgen wanneer je van nul zou moeten beginnen.’
Architectenbureau DMOA vroeg aan tuinÂarchitectenbedrijf Pomona om de inkomhal, de patio, het dakterras en de achterliggende tuin in te richten. Tim De Henau werkte een ontwerp uit waarbij de tuin zich voluit verstrengelt met de architectuur. Dat groene spoor begint al aan de voordeur.
Tim De Henau: ‘Om de deur te bereiken, moet je door een betonnen tunnel. Dat is meteen een heel bijzondere, intieme beleving. Hier kozen we voor blauwe hardsteenklinkers in wisselende breedtes om die spanning extra te voeden. Een golvende rand van Mexicaanse oranjebloesem, een wintergroene sierheester, maakt de overgang tussen klinkers en wanden dan weer zachter.’
Die zachtheid duikt overal in het ontwerp op. Zo geven de siergrassen de daktuin een aaibare laag, sluiten de organisch gevormde beuken in de tuin mooi aan bij het boemerangvormige paviljoen en contrasteren de speelse bloemenweides met het strakke grasveld en het meterslange smalle zwembad.
Tim De Henau: ‘Alles draait ook om verbinding in dit ontwerp. In de patio – de binnentuin waar de slaapkamers op uitkijken – maakt de christusdoorn met zijn fijne bladerdak en grillige stam de connectie met de daktuin. De boom groeit erg in de hoogte, waardoor je blik als vanzelf naar boven wordt getrokken. De daktuin loopt dan weer zonder breuklijn over in de tuin en maakt tegelijk ook verbinding met de leefruimte.’
Groene cocon
Net zoals de woning een intiem gevoel moest uitstralen, speelt ook het tuinontwerp in op die intimiteit met overwegend beplanting in plaats van verharding, halvemaanvormige struiken, groenzones, grote bomen die voor privacy maar ook voor schaduw zorgen en kronkelende paden tussen de bloemenweides die uitnodigen om in de tuin te wandelen of te spelen. Een tuin stopt niet bij de beplanting, maar groeit mee met de bewoners. Nu zijn de trampoline en schommel nog belangrijk, straks zullen ze wellicht wijken voor nieuwe behoeftes.
Ook het groen maakt een evolutie door. Zo wordt een Amerikaanse eik intussen te dominant; de margrieten blijken dan weer onvoldoende te groeien. Ook de droogte en het vocht zijn omstandigheden om seizoen na seizoen op te volgen. Verrassend genoeg is de tuin eerder onderhoudsarm, de daktuin daarentegen vraagt meer zorg. Dit is de favoriete plek van het gezin: verstopt tussen de grassen zie je vanop het terras de zon ondergaan. De buren en de straat zitten grotendeels verstopt. Bovendien slingert een pad volledig rond het paviljoen.
Opvallend: de klinkers werden bewust niet afgezaagd. Tim De Henau: ‘Dat zou een te grote breuklijn vormen met de organische architectuur en het gebruik van natuurlijke materialen. Wij kozen ervoor telkens op een volle klinker te stoppen en de overgebleven ruimte op te vullen met kruiptijm en keukentijm. Dat zorgt voor een speels effect, bovendien is het tof om zo dicht bij de keuken verse kruiden te zien groeien.’
Door in zo’n vroeg stadium van het ontwerp de tuinarchitect te betrekken, krijg je dit soort geslaagde verstrengeling. Benjamin Denef: ‘Het is niet altijd mogelijk, maar dit is natuurlijk het ideale scenario: wij denken in sferen en beelden, de tuinarchitect gaat dat vervolgens in detail uitwerken. Zo krijg je een wisselwerking waarbij de architectuur en de tuinaanleg een mooi aansluitend concept vormen. Hier doorwaadt het groen de architectuur in die mate, dat “tuin” een nieuwe definitie krijgt.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier