Deken aan de wand: 3 Belgische kunstenaars herinterpreteren het wandtapijt
België was eeuwen geleden de place to be voor wandtapijten. Zijn we op weg om dat opnieuw te worden nu ze weer hipper zijn dan ooit? Drie kunstenaars herinterpreteren het oude ambacht alvast op hun eigen, creatieve manier.
Indré Svirplyté groeide op in Litouwen, maar woont en werkt in Brussel. Haar wandtapijten vormen een ingebeeld universum vol groteske figuren, met de zon als hoofdrolspeler. Haar werk hangt momenteel in het TextielMuseum in Tilburg en werd recent tentoongesteld bij Rufus Gallery in Gent. Ze maakt ook deel uit van ‘De Nieuwe Garde van Kunst in Huis’, die van 18 tot 21 mei voorgesteld wordt in het Zuiderpershuis in Antwerpen.
“Tijdens mijn stage in Stuttgart werd duidelijk dat ik niet uit het juiste hout gesneden ben om grafisch vormgever te worden. Van godganse dagen op een computer werken kreeg ik stress. Een vriendin studeerde op hetzelfde moment via Erasmus aan LUCA in Gent. Ik zocht haar op en viel als een blok voor de stad en de school. Terug in Litouwen pakte ik mijn spullen, ik nam afscheid van mijn ouders en vertrok naar Gent om daar verder te studeren. Om dat mogelijk te maken kluste ik bij als poetsvrouw.
Aanvankelijk borduurde ik mijn tekeningen, maar dat ging zo traag en was zo arbeidsintensief dat ik het tempo op LUCA niet kon volgen. Tot ik in een huis waar ik poetste een wandtapijt opmerkte. In Litouwen zie je die vaak in interieurs, maar dit exemplaar was niet geweven, het leek op een oude haaktechniek die ik niet kende. Dat bood perspectief. Ik verdiepte me in het punchen, dat wat wegheeft van tuften, behalve dat het zuiver handwerk is: je werkt enkel met draad en punchnaald. Het is tactiel, meditatief zelfs. Die traagheid maakt het ook mogelijk om te reflecteren over wat ik maak en hoe. Ik speel graag met reliëf en textuur en denk ook na over hoe mensen met een visuele beperking mijn kunst kunnen ervaren. Dit medium heeft zoveel potentieel.
De zonnen, demonen en fantasiewezens die je in mijn wandtapijten ziet, komen voort uit mijn interesse voor religie. Als kind was ik al heel vroeg bang voor de dood. Toen mijn overgrootmoeder overleed, suste mijn moeder me met de uitleg dat ik ‘moest begrijpen dat niemand eeuwig kon leven zoals de zon’. Het was juist een heel sombere dag. Haar woorden lieten een diepe indruk na. De zon werd mijn hoop, mijn god. Dat geloof was tastbaar. Ik creëerde mijn eigen universum met groteske figuren uit mijn dromen en nachtmerries. Sommige zijn klein, andere wat groter. Ik onderzoek ook hoe ik ze van de muren kan bevrijden door sculpturen te maken. Als je ze samenbrengt, ontstaat een speelse dialoog, een collage van verhalen.”
@indre_svirplyte
Sebastien Alouf
Sebastien Alouf, beter bekend als Sebal, is een Brusselaar pur sang. Eigenlijk is hij cineast, zijn verzameld werk voelt dan ook aan als een decor dat je kunt binnenstappen. Zijn laatste soloshow bij (s o o n) gallery in de Riverside Tower was zo goed als uitverkocht. Hij mag modeontwerper Pieter Mulier tot zijn verzamelaars rekenen.
“Kunst en ambacht staan naar mijn mening heel dicht bij elkaar. In het Frans spreekt men enerzijds van een artiste, anderzijds van een artisan. Een kunstenaar ben je in mijn ogen pas als je een ambacht zelf uitoefent. Besteed je het maakproces van je kunst uit, dan ben je eerder een manager van creatieve ideeën. Een artdirector.
De passie voor ambacht kreeg ik als student mee in Engeland, tijdens een foundation course, een voorbereidend jaar voor een artistieke opleiding. Gedurende die tijd heb ik van alle mogelijke kunstvormen en -technieken mogen proeven. Die nieuwsgierigheid is me altijd bijgebleven.
Vandaag schilder ik, maak ik objecten in keramiek en collages allerhande of maquettes in karton. Sinds kort experimenteer ik met tuften, een ambachtelijke techniek waarbij je met een mechanisch pistool draad door een doek schiet.
Ik stort me op al die technieken zonder enige voorkennis, bouw verder op wat ik wel beheers en zie dan waar de combinatie me naartoe leidt. De uitkomst draait wel altijd om de kunst. Ik heb geen enkele ambitie om gebruiksvoorwerpen te maken. Ik maak tableaus. Met verf, met keramiek, en nu met wol.
Zo kun je, net als bij schilderen, al tuftend verschillende kleuren en woldraden vermengen. Zoals met een penseel kan ik met mijn pistool accenten leggen met dikkere of vlakkere ‘wolstreken’. Tuften is even spontaan en wendbaar als met kleurpotloden werken. Je kunt van het ene vlak naar het andere gaan,volgens je gevoel. En staat het stuk dat je net hebt getuft je niet aan, dan kun je het weggommen door de draden weer los te maken. Het werk is pas definitief wanneer jij dat beslist.
Ik werk heel intuïtief. Vaak zelfs op een naïeve, brute manier.
Wat ik maak vormt samen een dystopisch beeld van onze wereld. Ik noem het de betaverse. De fragiele, ironische tweederangsversie van onze realiteit, in tegenstelling tot de metaverse, die er de verbeterde, maar kille, virtuele upgrade van is. Tufting voelt in die zin heel logisch aan.”
sebal.be – @sebal74
Griet Baeyens
Griet ‘Gigi’ Baeyens leidde meer dan twintig jaar lang Octopus, een kinderatelier voor beeldende kunsten in Brugge, en exposeert daarnaast internationaal als kunstenaar. Haar wandtapijt Moving Water hangt momenteel in het TAMAT in Doornik en werd door het European Culture Centre (ECC) uitgekozen om in 2024 tentoongesteld te worden op de Kunst Biënnale van Venetië.
“Kinderen komen in mijn leefwereld altijd op de eerste plaats. Het verhaal achter dit wandtapijt start dan ook met een pedagogisch project. Ik wilde eerst de allerkleinsten via kunst attent maken op de dringende milieuproblematiek, maar na verloop van tijd ook hun ouders, want ook zij hebben heel wat in de pap te brokken.
Een wandtapijt bleek het ideale medium om mijn boodschap groots over te brengen. Als je aandachtig kijkt naar Moving Water, herken je er het vredesteken in, maar ook een snorkel die het gebrek aan zuivere lucht symboliseert. Een vis met plastic in de buik duidt op de verontreiniging van het water, angstige uilenogen op de ontbossing. Met gezichten met hoge hoeden klaag ik politici aan die, ondanks alle ellende, bij de pakken blijven neerzitten. Maar ook de manier waarop het wandtapijt werd gemaakt, moest de kerngedachte dienen. Kunst om de kunst is één ding, ik wil met mijn creaties in de eerste plaats een verhaal vertellen.
Daarom ben ik op zoek gegaan naar een weverij die inzet op recyclage. Een lange zoektocht heeft me uiteindelijk naar Calcutta in Sleidinge gebracht.
Ik vertrek van een grijze mat van industrieel geweven garens van gerecycleerd polyester. Een ander bedrijf heeft op zijn beurt de contourlijnen van mijn ontwerp op het tapijt geperst. Je kunt de techniek vergelijken met het kalken op carbonpapier. De laatste stap is het digitaal printen van de kleuren. Die worden er eveneens in geperst. Hoe trager de machine dat in het weefsel doet, hoe intenser de kleuren. Een beetje zoals zeefdruk of jacquard.
Het eindresultaat is bijzonder fijn en voelt modern en industrieel aan. Het tapijt is bovendien recycleerbaar achteraf. Stel dat het ooit vernietigd moet worden, dan kan het verhakseld en op kleur gesorteerd worden, waarna de polyesterdeeltjes weer voor iets anders kunnen dienen. Het is een circulair kunstwerk. Een heuse innovatie is het.”
grietbaeyens.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier