‘Plafonds zijn belangrijker dan vloeren’, vindt decorateur Jean-Philippe Demeyer. Hij liet de woning van florist Johan Gryp vol kleurrijke bloemen schilderen. Dit is geen huis, maar een folly!
De Britten verfraaiden destijds hun kasteeltuinen met extravagante theepaviljoenen in de vorm van pagodes of ruïnes. Deze vaak nogal bizarre en nutteloze bouwwerken noemden ze follies. De decorateur-ensemblier Jean-Philippe Demeyer is er tuk op, net als bloembinder Johan Gryp, die zijn woning door Demeyer in deze ietwat buitenissige sfeer liet inrichten. Helemaal vanachter in het groen, verstopt tussen de vele hagen en heggen, ligt het huis, op het domein Costersveld, in Loppem nabij Brugge.
Waarom in godsnaam? ‘Tegenwoordig hechten we veel te weinig belang aan de plafonds in onze woningen, terwijl die vroeger steeds rijk versierd waren met stucwerk en schilderijen’, legt Jean-Philippe Demeyer uit. ‘Als ik ergens binnenkom, let ik meer op het plafond dan op de vloer. Ik verfoei de alomtegenwoordige witte plafonds. Het lijkt alsof ze op je gaan vallen. Dit is een laag plafond, maar door de beschildering lijkt het een stuk hoger, omdat je niet meer op het plafond zelf let. Je ziet alleen de bloemen zweven in de lucht. De keuze voor bloemen lag natuurlijk voor de hand bij Johan.’
Schotse kilt
Ook de imposante schoorsteenmantel uit een Italiaans landhuis past in deze opulente omgeving. Zowel de bewoner als de decorateur houden van opwekkende kleuren. ‘Te veel mensen zijn bang voor levendige tinten en barokke motieven. Ik ben er net gek op’, getuigt Jean-Philippe. ‘Het is niet altijd een kwestie van mooi of lelijk. Een interieur moet in de eerste plaats goed zijn en van durf getuigen. Daarom hou ik van zetels met mooie stoffen. En op de centrale plek van een woonkamer leg ik steevast een mooi tapijt. Hier kozen we voor een vloerkleed in groene tartan, net een Schotse kilt.’
De keuken en de eetkamer ogen rustiger en landelijker, ook omdat ze werden afgewerkt met stevige, ruwe houten planken. Maar boven in de slaapkamer komt er weer een ander decor tevoorschijn met Marokkaanse en Ottomaanse accenten. Johan koos voor Romeinse mozaïektegels van Dominique Desimpel en voor wanden bekleed met leempleister.