Van Vidal Sassoon tot de illustere bewoners van Buckingham Palace: in de jaren 60 en 70 wilde iedereen met naam en faam een interieur van David Hicks, en binnenkort kun je ook zelf een tapijt van zijn hand scoren. Maar ‘hij had evengoed een filmster kunnen zijn’, vertelt zijn zoon Ashley Hicks.
David Hicks (1929-98) had een aversie tegen flets. Maar ook aan de traditionele Britse stijl, met zijn typische florale prints en chintz, had hij een grondige hekel.
‘Al was hij in het begin van zijn carrière wel heel enthousiast over het werk John Fowler, die van die Britse stijl zijn handelsmerk had gemaakt’, vertelt Ashley Hicks via de videochat vanuit zijn kleurrijke leeskamer in Londen. Hij is interieurontwerper, kunstenaar en auteur, en ook de zoon van designer David Hicks en Lady Pamela Mountbatten Hicks.
Wie op Netflix The Crown zag, weet dat Mountbatten een koninklijke bijklank heeft. Pamela was de jongste dochter van Earl Mountbatten of Burma, de achterkleinzoon van Queen Victoria.

‘Fowler was een ster’, vervolgt hij. ‘Mijn vader bewonderde hem mateloos en verzamelde de moed om te solliciteren… maar ving bot. Vanaf dan was hij vastbesloten om Fowler te verslaan op eigen terrein. Maar daarvoor had hij een totaal andere uitstraling nodig: mannelijk, geometrisch, en op een bepaalde manier eenvoudig en minimalistisch.’

Dat was ook te merken aan zijn look. Andere decorateurs kleedden zich eerder dandy of artistiek en relaxed. Maar hij dacht: als ik wil dat mensen me serieus nemen, moet ik er als dusdanig uitzien. Zijn maatpak zat perfect, zijn stropdas was strak geknoopt, zijn haar altijd in model. David Hicks zag er tot in de puntjes verzorgd uit. Alles draaide om presentatie.
Hot bij de high society
Geen behang, stof of vloerbekleding voldeed aan zijn eisen, dus ontwierp David Hicks ze zelf. Toen er in 1954 in het magazine House & Garden een lovende reportage verscheen over de transformatie van zijn moeders woning, veroorzaakte dat grote opwinding.
Niet veel later mocht hij de interieurs aanpakken van sterrenkapper Vidal Sassoon en acteur Douglas Fairbanks Jr en diens vrouw Mary Lee Epling, en dat van de ex-vrouw van mediamagnaat Condé Nast.

Met zijn geometrische prints, eigenzinnige kleurpaletten, een eclectische mix van antiek en eigentijds, en niet in het minst zijn aantrekkelijke charme, blies hij de Londense high society van haar sokken. Inclusief Lady Pamela, die hij in 1960 huwde, wat zijn bekendheid de hoogte in katapulteerde. Al snel schoven sultans, koningen en stijliconen als beautymagnaat Helena Rubinstein aan voor zijn diensten.

Ook de media verafgoodden hem. ‘Tja, hij was heel knap, heel zelfzeker ook. Hij had evengoed een filmster kunnen zijn’, gaat Ashley Hicks verder. ‘Hem interviewen was altijd een ervaring op zich. Hij had een heel theatrale persoonlijkheid en zei de meest buitensporige dingen. (lacht) Kortom, de artikels waren keer op keer ontzettend grappig om te lezen.’
Als je vandaag naar de interieurs van David Hicks kijkt, zie je dan het werk van een icoon, of gewoon dat van je vader?
‘Beide, veronderstel ik. Van mijn zussen verwachtte hij geen bewondering, maar van mij, als zijn enige zoon, wel. En ik verafgoodde hem ook, zeker als kind. Hij had plakboeken waarin hij zijn persknipsels bewaarde. Zijn ambitie in het leven was beroemd zijn en die plakboeken vullen. En om dat te kunnen, creëerde hij interieurs die onmiskenbaar Hicks, en toch telkens weer volledig anders waren.’

De dressing van impressario Peter Saunders in Wiltshire, in 1965 © Courtesy of Ashley Hicks/ David Hicks/ Carpet Society
‘Als een nieuwe klant zei: “Ik hou van wat je voor persoon X hebt gedaan”, antwoordde hij steevast: “Ja, maar voor u maken we iets totaal anders. U wilt toch uw eigen persoonlijkheid laten spreken?” Uiteraard hadden ze dan zelf niets in te brengen. Het was altijd een illustratie van mijn vaders persoonlijkheid.’ (lacht)
Herinner je je nog het eerste moment waarop je hem aan het werk zag?
‘We hadden voortdurend fotografen over de vloer om ons interieur vast te leggen. En ik liep hen dan graag achterna. Als hun kleine assistent mocht ik overal mee. Op die leeftijd wil je natuurlijk niets liever dan overal aan zitten. Dan zei mijn vader streng: “Niet aanraken! Dat zijn papa’s speeltjes. De jouwe liggen boven!”’
Zat je dan aan zijn beruchte ‘tablescapes’? Hij zou het concept en het begrip hebben uitgevonden.
‘Dat klopt. Hij heeft dat ongelukkige woord bedacht voor het decoratief rangschikken van objecten op een bijzettafeltje in de woonkamer. Het woord heeft dus niets te maken met tafeldekken, zoals het nu foutief wordt gebruikt.’

De woonkamer ten huize David Hicks in Oxfordhire in 1973 © Courtesy of Ashley Hicks/ David Hicks/ Carpet Society
‘Hij hield ervan om voorwerpen per kleur te groeperen. In ons oude huis was er een tafel met gele objecten, een tafel met blauwe spullen, eentje met alleen rode; een mix van goedkope en dure items door elkaar. Een moderne aardewerken asbak naast een stuk waardevol antiek: dat contrast vond hij prachtig. Wat hij níet leuk vond, was wat iedereen deed: gouden doosjes verzamelen en ze allemaal bij elkaar zetten. Zo “utterly boring”, vond hij dat.’
Je vader schreef in 1968 in zijn boek Living – with Taste: ‘Mijn grootste verdienste als interieurarchitect is dat ik mensen heb geleerd felle kleuren te combineren, patronen in tapijten te gebruiken en oud en nieuw te vermengen’. Wat vond jij zijn grootste merite?
‘Zijn grootste verdienste is volgens mij dat hij zoveel boeken heeft gepubliceerd. Weet je: veel mensen, zeker van mijn generatie, groeiden op in een of andere saaie provinciestad. Als ze dan in aanraking kwamen met een David Hicks-boek was dat een hele openbaring. Ze gaven een zeer helder beeld van hoe de wereld eruit kon zien. Mooi, vol elegante spullen en interessante mensen. En daarmee heeft hij eigenlijk een hele generatie ontwerpers geïnspireerd. Modeontwerper Tom Ford, bijvoorbeeld, is sterk door hem beïnvloed toen hij opgroeide.’
Hoe weet je dat?
‘Daar kwam ik achter via zijn partner Richard Buckley, op dat moment journalist bij het magazine House & Garden waarvoor ik ook af en toe schreef. Toen ik zelf een boek uitbracht over mijn vader, kort na zijn dood, schreef Tom Ford zelfs het voorwoord. Daaruit volgde Tom Ford voor Gucci’s David Hicks-collectie. Ken je de film Zoolander met Ben Stiller (uit 2002, red.)? Daar komt de collectie opvallend in beeld.’

‘Een grappige anekdote: op de voorstelling van mijn boek ontmoette ik een fantastische, oude Italiaanse dame voor wie mijn vader in 1967 een appartement had ingericht. Toen ik haar aan Tom Ford – toen op zijn Gucci-hoogtepunt – voorstelde, begonnen de fotografen erop los te klikken. Waarop ze hem vroeg: “Waarom nemen ze in godsnaam zoveel foto’s?” Hij antwoordde: “Wel, ik ben de designer van Gucci.” “Gucci?!” riep ze vol afschuw uit, “Dat zijn toch die afschuwelijke schoenen met gespen?” Een hilarisch moment.’ (lacht)
Zoolander was niet de eerste keer dat het werk van je vader het grote scherm haalde. Ook de beruchte gang uit Stanley Kubricks The Shining (1980) draagt zijn stempel. Het patroon werd een van de bekendste tapijtmotieven ter wereld. Wat vond hij daarvan?
‘Mijn vader heeft het nooit geweten. Het motief zat in een reclamecampagne. Ik vermoed dat Stanley Kubrick, of zijn setdesigner, de advertentie heeft gezien, net voor ze aan de film begonnen. Ook ik heb het pas veel later ontdekt. Toen ik voor het eerst de tapijtontwerpen van mijn vader begon te licentiëren, zoals nu met de nieuwe ‘Les Iconiques’-collectie die Carpet Society in januari zal presenteren, herkende ik het in een van zijn oude plakboeken. Hij heeft er dus geen cent aan verdiend.’
Van de kamers van – toen nog – prins Charles en prinses Anne in Buckingham Palace tot residenties voor acteurs, mediamagnaten en sultans: had je vader een specifiek interieur dat hem na aan het hart lag?
‘Hij was altijd het meest trots op datgene wat hij het laatst had gedaan. Maar op het einde van zijn carrière noemde hij vooral het appartement van Helena Rubinstein als hoogtepunt. Niet omdat hij het zelf zo mooi vond. Integendeel: het bulkte van Victoriaans meubilair en Afrikaanse kunst, wat helemaal niet zijn ding was. Bovendien had zij zelf deels mee het ontwerp bepaald. De paarse en shocking pink bekleding pasten perfect in het Helena Rubinstein Cosmetics-plaatje. Net lipstickkleuren.’
Op dat moment was hij een jonge, zenuwachtige decorateur. Helena Rubinstein daarentegen was 86 en zeer intimiderend: zij was beroemd en haar eigendommen werden uitgebreid gepubliceerd.
‘Ik weet dat ze bij hun eerste ontmoeting in een paarse Balenciaga-jurk op een chaise longue lag toen hij vroeg: “Madam, heeft u een kleur gekozen voor de muren in de woonkamer?” Ze bleef liggen met gesloten ogen, waarop hij panikeerde: oh god, is ze dood? Wat doe ik nu? Zonder haar ogen te openen zei ze plots: “Ik zie paars.” Ze vroeg haar assistent om een schaar, knipte een stukje van haar jurk en zei: “Dit wordt de kleur voor de muren.”‘

Inrichting van een appartement in Londen, 1968 © Courtesy of Ashley Hicks/ David Hicks/ Carpet Society
‘De publicatie van dat interieur maakte hem nog beroemder dan hij al was sinds het huwelijk met mijn moeder. Het vormde zijn grote doorbraak. Dankzij Helena Rubinstein kon hij laten zien dat hij nog altijd actief en relevant was in de designwereld. Veel mensen verwachtten immers dat hij niet meer zou werken omdat hij erg rijk getrouwd was.’
Hoe reageerde hij toen je besloot om in zijn voetsporen te treden?
‘Hij kon wel eens naar mijn werk kijken en dan droogjes “hm, dat komt me bekend voor” zeggen. Terwijl hij tegen zijn vrienden zat te pochen: “Isn’t it marvellous? Hij doet dit, hij doet dat. Fantastisch, toch?” Maar in werkelijkheid hadden we totaal verschillende persoonlijkheden. Hij had een messcherpe mening over alles en bracht die met een onwankelbaar zelfvertrouwen, of het juist was of niet.’

‘Voor hem was assertiviteit tonen belangrijker dan gelijk hebben. Ik ben precies het tegenovergestelde. Als hij zei: “Dat is slecht” of “Dat is goed!”, ging ik tegen hem in. Ik zei dan: “Tja, smaak is niet goed of slecht. Het is gewoon anders.” Dat maakte hem soms gek.’ (lacht)
Werkten jullie ooit samen?
‘We hebben maar heel kort samengewerkt – hij stierf in 1998, en ik studeerde nog tot begin jaren negentig – en dat klikte absoluut niet. Hij was toen al wat ouder en hield van een borrel. Ik was dan weer jong en verwaand. Een rampzalige combinatie. (lacht) Maar ik ben wel heel tevreden met de kans om zijn ontwerpen opnieuw te kunnen uitbrengen.’
David Hicks
Britse interieurarchitect, geboren in Essex in 1929.
Maakt furore met zijn gedurfde motieven en vernieuwende kleurencombinaties, die het symbool werden van de swinging sixties en seventies.
Begint zijn carrière met het schilderen van cornflakesdozen bij reclamebureau J Walter Thompson.
Overtuigt zijn moeder om haar Londense woning te mogen renoveren. Het interieur wordt opgepikt door het magazine House & Garden en zo wordt hij op zijn 25ste talk of the town.
Werkt vanaf dan voor bekende namen binnen de mode, media en voor royalty.
Trouwt in 1960 met Lady Pamela Mountbatten met wie hij twee dochters en een zoon krijgt.
Publiceert negen boeken over zijn werk.
Legt zich later toe op het ontwerpen van tuinen.
Als verstokte roker overlijdt hij in 1998 aan de gevolgen van longkanker.
Al sinds de jaren 70 produceert Carpet Society tapijten van David Hicks. In januari stelt de Belgische tapijtproducent de nieuwe collectie ‘Les Iconiques’ voor, waarvan de ontwerpen van David Hicks een eerste onderdeel vormen. Carpet-society.com