Binnenkijken in een Kortrijkse villa uit de roaring twenties: ‘Er stond ooit een kanon op het dak’

© Jan Verlinde
Amélie Rombauts
Amélie Rombauts Journalist Knack Weekend

Charbel abou Zeidan, creatief directeur achter het Belgisch handtassenmerk Octogony, gaf een topjob in de haute couture op voor de liefde, en een nieuw begin in Kortrijk. Zijn woning heeft de allures van een moderne kasteelroman.

Kortrijk staat als Belgische design- en interieurstad misschien hoog aangeschreven als domicilie voor meubel- en interieurontwerpers, maar voor een modeontwerper met het parcours van Charbel abou Zeidan is het geen evidente plek. Het huis waar hij twaalf jaar geleden introk, maakt dat enigszins goed. “Een typisch Kortrijks vlaskasteeltje”, vat Pascal Meersschaert het later samen. Hij is niet alleen de vriend van Charbel, maar ook de reden waarom die zijn job als hoofdontwerper bij Elie Saab, de Libanese couturier en chouchou van royals en menige Hollywoodcelebrity, achterliet. Maar daarover later meer.

Pascal fietst me eerst als een speedpedelec doorheen de geschiedenis van zijn Villa Oosterlynck. Het eclectische dubbelhuis uit de jaren 1920 werd gebouwd in opdracht van een lokale begeerde vrijgezel, industrieel Gervais Oosterlynck. Het zou van de hand van Jules Carette zijn, die ook de kerk van Bissegem op zijn naam heeft staan.

Het wintersalon met zijn 18de-eeuwse muurschilderijen bleef zo goed als intact. Pascal combineerde er een hangsculptuur van Bart De Zutter met Barcelona Chairs van Knoll en een leren sofa van de Sede. De salontafel is een eigen creatie.
Het wintersalon met zijn 18de-eeuwse muurschilderijen bleef zo goed als intact. Pascal combineerde er een hangsculptuur van Bart De Zutter met Barcelona Chairs van Knoll en een leren sofa van de Sede. De salontafel is een eigen creatie. © JAN VERLINDE

Sprong door de tijd

Oosterlynck was actief in de textielindustrie, net zoals Pascal dat vandaag nog is. Eerst in het familiebedrijf, gespecialiseerd in jacquard, dat grootvader Meersschaert verder in de straat oprichtte. Later, en nu nog steeds, met zijn eigen bedrijf Wovens, dat high-end tapijten weeft. “Daardoor denken mensen uit de regio vaak dat ik hier als kind opgroeide, maar hier hebben nooit kinderen geleefd. Behalve mijn eigen zoon en dochter dan.”

Van vrijgezel Oosterlynck ging de villa naar een kinderloos koppel, maar daartussen werd het eerst nog bezet door de nazi’s. “Er stond hier toen zelfs een kanon op het dak”, weet Pascal, waarna hij een sprong maakt door de tijd. Vader Meersschaert kocht het pand eind jaren negentig, waarna het als feestlocatie en restaurant werd uitgebaat. Hij moderniseerde toen enkel de personeelskeuken om dat mogelijk te maken. De rest bleef onaangeroerd. Precies zoals de weduwe, die vooral in de kleinste kamers van het kasteel leefde, het bij haar dood had achtergelaten.

De keuken werd op maat gemaakt toen Pascal de villa kocht. Ze dient ook af en toe als atelier, want zowel Pascal als Charbel volgen een kunstopleiding. De stoeltjes zijn vintage, het tapijt is een ontwerp van Charbel en maakt deel uit van de artist collection van Wovens, de tapijtencollectie van Pascal.
De keuken werd op maat gemaakt toen Pascal de villa kocht. Ze dient ook af en toe als atelier, want zowel Pascal als Charbel volgen een kunstopleiding. De stoeltjes zijn vintage, het tapijt is een ontwerp van Charbel en maakt deel uit van de artist collection van Wovens, de tapijtencollectie van Pascal. © JAN VERLINDE

Ontvoerd

Ook Pascal paste een zachte renovatie toe nadat hij het een paar jaar later overkocht. De professionele keuken werd een gezellige leefkeuken op maat van zijn gezin. De oude muren kregen een lik nieuwe verf. “In neutrale kleuren, omdat het hier toen al zo druk was”, lacht Pascal. Het wintersalon is zo goed als origineel. Gelukkig, gezien de erfgoedwaarde van de muren. De landschapstaferelen prijkten in 1895 al op de muren van De Crocodile, een iconische Kortrijkse apotheek, vooraleer ze hier werden geïntegreerd door de architect, weet Pascal te vertellen.

Ze staan in schril contrast met de inkomhal, waar een moderne wandscultptuur van Wolfram Ullrich en een geometrisch tapijt van Wovens met felpaarse en fuchsia Pumpkin-zetels van Pierre Paulin worden gecombineerd. Die laatste vormen een herinnering aan het appartement dat hij tijdelijk met Charbel deelde in Parijs, waar ze elkaar hebben ontmoet. “Ik heb hem eigenlijk ontvoerd naar België”, lacht Pascal.

De statige inkom met vleugelpiano en kroonluchter werd in een zandtint geschilderd die mooi contrasteert met de authentieke sierlijsten enerzijds en de kleurrijke meubelen anderzijds. Links hangen drie werken van Charbel abou Zeidan uit de serie Beyond words – Arabic Calligraphy, rechts een wandscultptuur van Wolfram Ullrich. Het tapijt is een creatie van Wovens, de eenzit is een Pumpkin van Pierre Paulin voor Ligne Roset.
De statige inkom met vleugelpiano en kroonluchter werd in een zandtint geschilderd die mooi contrasteert met de authentieke sierlijsten enerzijds en de kleurrijke meubelen anderzijds. Links hangen drie werken van Charbel abou Zeidan uit de serie Beyond words – Arabic Calligraphy, rechts een wandscultptuur van Wolfram Ullrich. Het tapijt is een creatie van Wovens, de eenzit is een Pumpkin van Pierre Paulin voor Ligne Roset. © JAN VERLINDE

“Toen ik Pascal leerde kennen, was ik at the top of my game”, blikt Charbel terug. “Ik had als ontwerper bij Elie Saab de beste job van het Midden-Oosten op het vlak van haute couture.” Charbel werkte meer dan acht jaar voor het huis dat bekendstond om zijn fluïde, gedrapeerde prinsessenjurken van tule. Hij zorgde voor de architecturale lijnen en de geometrische prints en trok de deuren open voor wat popcultuur. Florence Welch, Madonna, Dita Von Teese en tal van andere A-listers traden op in een van Charbels creaties voor Saab.

En dat voor iemand zonder achtergrond in de mode. Van kindsbeen af was hij verslingerd aan collecties en moodboards bedenken, maar bij gebrek aan een kwalitatieve opleiding op dat vlak in Beiroet, zijn geboortestad, studeerde Charbel architectuur en verdiepte hij zich in fotografie. Een backstage-ontmoeting met Nicolas Jebran, die andere Libanese couturier die aan Beyoncé en Lady Gaga wordt gelinkt, werd uiteindelijk zijn toegangsticket tot het wereldje. Jebran was zodanig onder de indruk van de illustraties in Charbels fotoportfolio dat hij hem prompt een job als ontwerper aanbood.

De architect van de woning, Jules Carette, heeft ook de kerk van Bissegem op zijn naam staan. © JAN VERLINDE

Hokjesdenken

“En op een dag ontmoet je de liefde van je leven en beland je in Kortrijk”, onderbreek ik Charbel. “Professioneel was dat een hele uitdaging. Ik kende niemand, en niemand kende mij”, antwoordt hij na een aarzelende stilte. “In België heerst een verkeerd beeld van Elie Saab, alsof hij alleen maar bruidsjurken ontwerpt. Terwijl ik voor hem prachtige, uitgepuurde silhouetten heb gecreëerd die door de coolste artiesten van de wereld zijn gedragen.”

Die minimalistische, architecturale signatuur vind je terug in de high-end handtassen en juwelen die hij sinds 2020 voor het Belgische Octogony ontwerpt. In de vormen, het logo en de naam van het merk herken je een achthoek. Het is een verwijzing naar de ramen van het iconische CBR-gebouw van Constantin Brodzki, waar hij CEO Marie Mys heeft ontmoet.

Maar daar ging een lange weg aan vooraf. Jaren waarin hij zich aan een eigen prêt-à-portercollectie (Lebrahc) waagde en een kunstproject rond Arabische kalligrafie waarvan schilderijen en tapijten doorheen de woning te vinden zijn. “Modelabels jagen op juniors die recht van de schoolbanken komen, of op de creative directors van de coolste merken van het moment. Ik was 34 toen ik in België aankwam, en over mijn vorige werkgever heerst in België een verkeerd beeld. Ik paste dus in geen enkel hokje. Heel mijn leven dacht ik: alles gaat me voor de wind. Tot ik hier kwam wonen. De hokjesmentaliteit hier is onvoorstelbaar.”

Boven de wandtafel in het salon hangt een serie werkjes van Etienne van Doorslaer.
Boven de wandtafel in het salon hangt een serie werkjes van Etienne van Doorslaer. © JAN VERLINDE

Inclusief en internationaal

Charbel is Libanees, de investeerder achter het merk komt uit Brussel, de CEO en salesverantwoordelijke zijn Vlamingen. En met hun pop-ups op architecturale plekken doorkruisen ze het hele land. “We zijn heel inclusief. Maar in België lijkt het alsof we nooit Belgisch genoeg zijn. Of net te Vlaams, of weer te Franstalig. Om gek van te worden.”

Internationaal ligt men van andere dingen wakker en wordt Octogony wél gezien als veelbelovend Belgisch merk. Na warenhuis Printemps en de journalisten van Le Monde en Vanity Fair, pikte ook Patricia Field, de styliste die naam maakte als kostuumsamensteller van Sex & The City, het merk op. Ze gebruikte Octogony in het laatste seizoen van de Netflix-hit Emily in Paris. Daarmee gaan de deuren van de popcultuur voor een tweede keer open voor Charbel.

In de slaapkamer van het koppel hangen verschillende schilderijen, o.a. van Willem Van Hecke en Karel Appel, boven het bed hangt een triptiek van Charbel.
In de slaapkamer van het koppel hangen verschillende schilderijen, o.a. van Willem Van Hecke en Karel Appel, boven het bed hangt een triptiek van Charbel. © JAN VERLINDE

Milaan lonkt, net als Seoel. En ginds wordt er gefluisterd dat het merk – dat hij uittekende aan zijn keukentafel – op weg is om het nieuwe Delvaux te worden. “Met mijn ontwerpen wil ik geen trends volgen of referenties oproepen, wel iets kwalitatiefs en heel doordachts maken. Een stuk dat impact heeft op een silhouet zonder daarvoor een schreeuwerig logo nodig te hebben. In die zin snap ik de vergelijking wel.”

Waarde landgenoten, hoog tijd om deze nieuwe belofte ook te ontdekken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content