Belgiës eerste internationale designer: een overzicht van het werk van Maarten Van Severen

Twintig jaar na zijn dood is de signatuur van Maarten Van Severen nog te vinden in musea, architectuurprojecten en interieurs. Welke stukken zijn nog in productie en voor welke edities moet je vooral de vintagemarkt afschuimen? Een beknopt overzicht.
1988
Tafel T88A is gemaakt om aan te werken of te dineren en biedt in dit formaat plaats aan tien personen. Het aluminium werd aanvankelijk door Van Severen zelf veertig uur lang met de hand geschuurd opdat er geen onregelmatigheden in zouden zitten.
Uit dat jaar dateert ook de F88, een eenzit van leer en canvas.
1992
Van Severens eerste stoelprototype, de CN°I in staal en leer uit 1986, wordt zes jaar later opgevolgd door de CN°II. De aluminium stoel gaat in een vloeiende lijn over van de voorpoten en de zitting naar de rugleuning.
1995
Midden jaren negentig ontstaan twee iconen: de loungestoel uit een enkele gebogen aluminiumplaat (LC95A) en de chaise longue (CHL95). Voor die laatste ontvangt hij het jaar erop een Henry van de Velde Award voor Beste Product.
1997
De BA11-bureaulamp en ST11-vloerlamp werden in 1997 ontworpen voor het Belgische Light. Ze zijn gemaakt van aluminium, hebben een in 360 graden draaibare stang en een verstelbare arm die op en neer beweegt. De productie werd later overgenomen door Wästberg, maar is momenteel stopgezet. Nochtans won de collectie verschillende iF Design Awards.
In hetzelfde jaar ziet de Blue Bench (BB97) het licht. De architecturale sofa van polyurethaanschuim bestaat uit een ziteiland en een losse balk die als steun dient. Op Interieur ’98 pikt Valerio Mazzei van Edra het ontwerp op. Laat je niet misleiden door de naam: de sofa bestaat ook in het groen, wit en zwart, al is hij erg moeilijk te vinden. In samenspraak met Edra werd hij in 2002 uit productie gehaald omdat, ondanks verdere ontwikkeling, het schuim en de verf bleven barsten.
1998
Van Severens interesse in de wisselwerking van meubelen met de architecturale omgeving leidde dankzij architect Xaveer De Geyter tot een samenwerking met de Nederlandse sterarchitect Rem Koolhaas. Van Severen werd in opdracht van zijn architectenbureau OMA onder andere betrokken bij Maison à Bordeaux (1998), waarvan de eigenaar een rolstoelgebruiker is. Daar was hij onder meer verantwoordelijk voor het hart van de woning: een liftplatform dat vrij beweegt tussen de drie verdiepingen. Zo kan het platform deel uitmaken van de leefruimte, de keuken of transformeren tot een intieme kantoorruimte. De woning werd door Time Magazine uitgeroepen tot een van de belangrijkste van de twintigste eeuw.
1998
Wanneer Rolf Fehlbaum, zaakvoerder van Vitra, in 1994 het atelier van Maarten Van Severen bezoekt en er de CN°II ziet, leidt dat drie jaar later tot de ontwikkeling van de iconische .03. De stoel wordt een commerciële hit en duikt op in kantoren, restaurants en zelfs in kerken en kathedralen. Varianten op het ontwerp (de .04, .05, .06, .07) en afgeleiden (stapelbaar, met armleuningen en in tandem) volgen elkaar op bij het merk.
1999
Top Mouton neemt de arbeidsintensieve atelierproductie over van onder meer de T88A, de F88, de CN°II en de CHL95.
Voor Bulo ontwikkelt Van Severen de SCH99, een bureau op schraag, voor de Carte Blanche-reeks van het merk waarvoor Ann Demeulemeester eveneens een bureau ontwierp. Het meubel zit vandaag nog steeds in de collectie.
2000
De LCP00 is een nieuwe interpretatie van de LC95A, deze keer uit een plaat van kunststof, waardoor de stoel vanaf de zijkant lijkt te zweven. De lichte vering zorgt voor een aangename beweging wanneer je erin gaat zitten. De stoel wordt nog steeds geproduceerd door Kartell, meer betaalbare exemplaren duiken af en toe tweedehands op.
De chaise longue (MVSCH00) van staal en polyurethaanschuim kan dankzij het ingenieuze ontwerp gekanteld worden. Daardoor kun je erin gaan zitten of liggen. Het stuk is niet meer in productie bij Vitra, maar circuleert wel nog op de tweedehandsmarkt.
2004
Het handgestikte leer dat met schroeven van rvs aan het frame bevestigd is, zorgt ervoor dat de LL04 zich wondermooi zet bij gebruik. De stoel werd eerst door Pastoe geproduceerd. Vandaag heeft hij een vaste plek in de catalogus van De Padova, die hem nog steeds onder dezelfde naam produceert.
Deze blokvormige lounge chair werd geen commerciële hoogvlieger voor Durlet, maar Anton Vanzieleghem was er wel erg trots op. ‘Bovendien is dit echt Maartens laatste ontwerp. Hij heeft me zelfs nog vanop zijn ziektebed de laatste feedback over het prototype gestuurd. De lancering op de Biënnale Interieur Kortrijk 2004 heeft hij nog meegemaakt, zes maanden later overleed hij.’ Het model gaat nu uit de collectie. Durlet heeft slechts nog onderdelen in stock voor enkele allerlaatste exemplaren.
2004
Zijn eerste en meteen ook zijn enige integrale architectuurproject realiseerde hij voor Stefan en Kristof Boxy. Het Keukenpaviljoen Boxy (2004) is vandaag nog steeds in gebruik in hun traiteurszaak in Deurle. Het haalde de shortlist voor de Mies van der Rohe Award in 2007.
2005
Aluminium is nu erg populair. Van Severen was zijn hele carrière lang een fervent gebruiker van het materiaal. Zeker ook voor zijn kasten, zowel unieke als industrieel geproduceerde exemplaren, in verschillende groottes. Een van de kleurrijke uitzonderingen was deze KAST, die slechts heel tijdelijk, postuum werd uitgebracht door Vitra.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier