Als woonvorm is de patio best huiselijk: behalve de kinderkamers zijn alle leeffuncties naar de binnentuin en naar het binnenterras gekeerd. ‘De horizontale en diagonale zichtassen zijn boeiend. Vanuit de keuken kijken we dwars door de patio naar de zithoek. Ook al zijn de ruimtes duidelijk afgebakend, toch is er van overal visueel contact. En dankzij de terrassen blijf je de architectuur van overal beleven, ook als je buiten zit. De patio is een complete binnen-buitenruimte met privacy. Zomer en winter kun je hier buiten douchen’, zegt Heijse. Hoewel achter het huis nog een tuin ligt, plantte hij in de patio een grote magnolia. Die wordt ’s avonds mooi uitgelicht, net als de stalen kolommen waarop de paalwoning rust. ‘De structuur is bewust zichtbaar gelaten als een exoskelet. Ik wou niks wegmoffelen,’ zegt hij, ‘de efficiënte structuur moest leesbaar zijn.’ Binnen het stalen kader zijn gesloten functionele blokken geschoven: de bijkeuken, de haarden, de sauna, de vestiaire, de kamers en de bibliotheek. Die blokken zijn helemaal bekleed met Pierre de Varennes: een grijsbruine natuursteen die de woning de nodige textuur geeft. Op de wanden hebben de stroken natuursteen een doordacht horizontaal ritme: ze moeten op de perfecte hoogte zitten om elementen zoals verluchting of schakelaars naadloos te integreren. Binnen in de functionele blokken ligt de Pierre de Varennes op de grond: een subtiele omkering, die telkens in donkere zones terugkomt.
Ken uw klassiekers
‘Mijn vrouw gaf me alle vertrouwen tijdens de ontwerpfase. Die duurde best lang: er passeerden twee bouwaanvragen de revue. Voor jezelf bouwen is best lastig, omdat je nog kritischer bent dan anders. Het kost soms moeite om een bouwheer van onze ideeën te overtuigen. Hier hoefde ik geen compromissen te sluiten en aan niemand verantwoording af te leggen. Opdrachtgevers zouden architecten veel meer hun ding moeten laten doen. Bouwheren spelen meer dan vroeger soms zelf te veel architect, vind ik. Nu moest ik louter overleggen en knopen doorhakken met mijn vrouw en met Roel, mijn vennoot bij CAAN.’