Beter leven begint binnen: hoe architectuur en design ook ons gemoed sturen
Architectuur en design kunnen een instrument zijn voor een beter mentaal en fysiek leven, zo schrijft de Amerikaanse Emily Anthes in haar boek The Great Indoors. ‘Gebouwen geven een krachtige boodschap, ze communiceren onze waarden.’
Negentig procent van de tijd zitten we binnen. Dat is grof geschat, als we de tijd thuis, op het werk of op school, bij vrienden, in de winkel of bij de dokter optellen. Dat blijkt uit het tijdbestedingsonderzoek van professor sociologie Ignace Glorieux aan de VUB. Er komt ook steeds meer ‘binnenshuis’. Manhattan, bijvoorbeeld, is 59,1 vierkante kilometer groot, maar heeft drie keer zo veel binnenruimte. De Verenigde Naties schatten dat de totale hoeveelheid binnenruimte de volgende veertig jaar wereldwijd zal verdubbelen. ‘Dat betekent dat er elk jaar de volledige oppervlakte van Japan bij komt binnen in gebouwen’, vertelt wetenschapsjournalist Emily Anthes.
Een leerling vertelde dat het mooie schoolgebouw voor haar een teken was dat zij ertoe doet. Dat ze het verdient.
‘Lang hebben we die indoorruimte niet erg grondig onderzocht, misschien omdat we er zo mee vertrouwd zijn. Dat is aan het veranderen. De laatste twee decennia doen wetenschappers uit verschillende disciplines rigoureus onderzoek naar onze leef- en werkruimtes. Het begon met ziekenhuizen en daarna kregen organisatiepsychologen interesse in kantoren. Een van mijn doelen met dit boek was om lezers te doen beseffen hoeveel impact de plekken om ons heen op ons hebben, en er dus ook wat kritischer naar te kijken.’
Het waren onze eigen huizen die jouw interesse wekten en tot dit boek hebben geleid.
‘Als wetenschapsjournalist trokken studies over het microbioom van onze ruimten mijn aandacht. We wonen niet alleen, zo bleek. In elk huis leven duizenden en duizenden microben, fungi en insecten. Wie er woont, waar het huis gebouwd is, wie er op bezoek komt, of er huisdieren zijn, het speelt allemaal mee en elke ruimte heeft haar eigen ecosysteem. Sommige dingen willen we absoluut niet in huis. Het coronavirus bijvoorbeeld. Maar de grote meerderheid van wat er in onze gebouwen leeft is neutraal of zelfs goed voor ons. Dat zou onder andere met onze immuniteit te maken hebben, maar veel is op dat vlak nog onduidelijk. Desalniettemin stellen wetenschappers dat een ‘goed’ huis dus een huis vol ongenode gasten is. Op zich al boeiend, maar dit onderzoek bezorgde mij ook een aha-ervaring. Ik ging me afvragen wat ik nog meer niet weet.’
Dus zocht je onder andere uit welke effecten een gebouw op ons gedrag heeft.
‘Er is heel wat onderzoek gedaan naar nudges, duwtjes in de richting van een gezonder leven. De premisse is fascinerend. Zeer kleine veranderingen in onze fysieke omgeving hebben veel effect. Een aantrekkelijke trap die niet weggestopt is achter een anonieme deur doet mensen passen voor de lift, en fruit dat aan de kassa van de kantine of winkel ligt, verkoopt beter. We houden van gemak en het moderne leven met al zijn keuzes is cognitief vermoeiend, dus kiezen we wat het meest voor de hand ligt. Hoe gemakkelijker je gezonde keuzes kunt maken, hoe beter. Ik bracht een bezoek aan de nieuw gebouwde Buckingham-school in Virginia, die ontworpen is om de leerlingen en het personeel aan het bewegen te krijgen. Lange gangen, een mooie trap, aantrekkelijke speelplaatsen, maar ook stukken natuur, een openluchtklas, stille plekken waar je je kunt terugtrekken… En het werkt niet alleen in nieuwbouw, ook in bestaande gebouwen kunnen kleine dingen helpen om iedereen meer te doen bewegen. Alleen al een bord dat aangeeft waar de trap zit, kan de bewoners actiever maken.’
Maar het gaat niet alleen over mensen aanzetten tot een actiever leven?
‘Een van de leerlingen vertelde dat het mooie schoolgebouw voor haar een teken was dat zij ertoe doet. Dat ze het verdient. Gebouwen geven een krachtige boodschap, en we staan daar niet genoeg bij stil. Wat we bouwen, communiceert onze waarden, het toont wat en wie we belangrijk vinden. Een slecht onderhouden, donker gebouw zegt het tegenovergestelde. Ik ben ook gevangenissen gaan bezoeken. Als je hoge, dikke muren bouwt, zware tralies installeert en een streng regime kiest, geef je aan wat je verwacht van de bewoners. Agressie is dan ook wat je gaat krijgen. Ik bezocht een gevangenis die open ingericht is, met gemeenschappelijke ruimtes, leslokalen en een huiselijke sfeer, en daar zijn heel wat minder problemen. Ik heb het natuurlijk over de Amerikaanse situatie, maar ook dat gaat over waarden. Waar het ook opvalt, is in gebouwen voor ouderen. Die zijn meestal handig ingericht voor de mensen aan de verzorgende kant, maar houden vaak te weinig rekening met de bewoners zelf. Een van de mensen die ik sprak, vertelde dat de agitatie of agressie van mensen met dementie vaak niet veroorzaakt wordt door de ziekte, maar wel door de omgeving waarin de patiënten wonen. Een plek waarin ze verloren lopen en die hen frustreert, kan hen agiteren. Logisch, toch? We moeten op dat vlak innovatiever durven te zijn.’
Onderzoek toont aan dat als een kamer luidruchtig is, mensen gaan klagen over de luchtkwaliteit of de temperatuur.
Technologie is een grote hulp en ‘slimme’ huizen zijn niet ver weg.
‘Ja, Big Brother heeft ondertussen een diploma geneeskunde. (lacht) We worden steeds ouder, maar zijn vaak wel fragieler, en dan kan technologie helpen om ons veiliger en gezonder te houden. Ik bezocht instellingen waar sensoren detecteren of de bewoners gevallen zijn, er zijn matrassen die onze lichaamstemperatuur, slaapgolven en ademhaling meten, pillendoosjes die lawaai maken als je je medicijnen moet nemen, en zelfs een bad dat je hartslag en bloeddruk meet. Als een toilet registreert hoe vaak je plast, kunnen opvallende veranderingen in je gedrag een blaasontsteking opmerken. Zo’n constante virtuele check-up klinkt goed, maar er schuilt ook een gevaar in. Mensen waren ongerust dat ze hypochonders zouden worden als ze de hele tijd gemeten werden, bijvoorbeeld. En wat gebeurt er met de data die je huis over je verzamelt? Een pillendoosje dat registreert hoe goed je je medicatie neemt is goed, maar wat als de mutualiteit je behandeling niet meer wil terugbetalen als je het niet perfect doet? Of wat als de data gehackt worden? Daar moeten we ons van bewust zijn. We geven beter écht goed geïnformeerde toestemming voor we dat soort technologie toelaten in ons leven.’
Je maakt een gelijkaardige kanttekening bij onderzoek binnen bedrijven.
‘Er wordt vaak gekeken naar hoe de bedrijfsomgeving geoptimaliseerd kan worden, maar de vraag is: geoptimaliseerd voor wie? Gaat het over output en productiviteit of over het welzijn van de werknemers? En soms zijn bedrijven ook hardleers. Uit onderzoek blijkt duidelijk dat open kantoren nadelen hebben: ze zijn onder andere slecht voor de concentratie. Toch hebben veel leidinggevenden er nog altijd een voorkeur voor, omdat ze denken dat open bureaus voor een betere samenwerking en meer communicatie zorgen. Studies die communicatie meten, bijvoorbeeld door werknemers camera’s aan te binden, brachten aan het licht dat mensen in privékantoren net meer met elkaar communiceren. Wie in een open kantoor werkt, mailt vaker of gebruikt andere digitale kanalen, omwille van sociale druk. Ze willen collega’s niet storen door te praten en er is ook geen privacy, want iedereen hoort je. Dus kennis over het effect van onze kantoorinrichting is niet genoeg, ze moet ook toegepast worden.’
De meeste gebouwen worden ontworpen voor de doorsnee valide man. Maar ze worden ook gebruikt door wie zes is, of hoogsensitief, of slechthorend.
Je breekt ook een lans voor inclusief, universeel design, en bezocht in Phoenix First Place, een gebouw dat ontworpen is voor mensen met autisme.
‘Omdat universeel design meer moet zijn dan toegankelijkheid voor rolstoelen. En zelfs daar zijn we nog ver van klaar mee. Weet je, de meeste gebouwen worden ontworpen voor de doorsnee valide man. Maar ze worden gebruikt door iedereen, ook door wie zes jaar is, of hoogsensitief, of slechthorend, of aan posttraumatische stress lijdt. First Place werd ontworpen voor wie autisme heeft. Dat gaat bijvoorbeeld over zintuiglijke rust en het beperken van storende geluiden. Een van de mensen daar legde uit dat hun bewoners zeer gevoelig zijn voor hun omgeving en dus het slechte design niet tolereren waar mensen zonder autisme zich al lang bij hebben neergelegd. Met andere woorden, een omgeving die beter is voor hen, zal beter zijn voor iedereen. Om terug te komen op mensen met dementie: zij zullen rustiger zijn als ze goed hun weg kunnen vinden in hun omgeving, en dan helpt het om bij de inrichting alles heel duidelijk aan te geven. Of neem het klassieke voorbeeld van inclusief design, de dip in de stoeprand. Bedacht voor wie in een rolstoel zit, maar ook handig voor wie met een kinderwagen, step of boodschappenmandje rijdt. Aandacht besteden aan de details is belangrijk.’
Waar zie je op het vlak van aandacht voor onze gebouwde omgeving het snelst vooruitgang?
‘Ziekenhuizen hebben een voorsprong, misschien omdat het onderzoek daar begonnen is. Ze zien er vandaag helemaal anders uit dan dertig jaar geleden en dat is goed, want hier kan architectuur echt levens redden. Een eenpersoonskamer, bijvoorbeeld, is niet zomaar luxe. Het zorgt voor een sneller herstel, omdat de patiënt rustiger ligt. In Amerikaanse operatiekamers is waarschijnlijk de helft van de ernstige complicaties het gevolg van onderbrekingen van de werkflow, soms omdat een arts even wegkijkt naar een monitor, soms omdat de lay-out van de kamer de organisatie moeilijk maakt. Dat soort zaken worden onderzocht en opgelost, om zo die complicaties te voorkomen.’
Waar gaat het te traag?
‘Ik vrees dat onze woningen achteraan bungelen, vooral omdat er zo veel ongelijkheid is in onze woonsituaties. Als je in een villa met tuin woont, heb je een ander vertrekpunt dan in een kleine studio zonder buitenruimte. En mensen hebben ook informatie nodig om goede keuzes te maken. Misschien is het beter voor hun welzijn om minder geld uit te geven aan marmeren keukenbladen en meer aan grotere ramen, bijvoorbeeld. Je noden en gevoeligheden kennen is heel belangrijk als je een huis inricht, en vaak hebben we daar helemaal geen zicht op.’
Ziekenhuizen zien er vandaag helemaal anders uit dan dertig jaar geleden en dat is goed, want hier kan architectuur echt levens redden.
Je bezocht zowel een school als een gevangenis samen met de designer, en telkens waren die designers wat nerveus. Want ze mogen nog zo’n goed ontwerp tekenen, de gebruikers moeten ook mee willen.
‘Designers ontwerpen de hardware, maar de software doet er ook toe. Hoe het gebruikt wordt dus. Je kunt mensen duwtjes geven, maar het werkt niet altijd, want er spelen ook andere factoren dan design mee. In de Buckingham-school was een rustruimte met mooi uitzicht al snel heringericht als afgesloten klaslokaal, gewoon omdat ze een extra klas nodig hadden, bijvoorbeeld. En zelfs als iets met de beste bedoelingen werd ontworpen, kan het een fout neveneffect hebben. Op diezelfde school werd dankzij de lange gangen dan wel meer gewandeld, het nam zoveel tijd in beslag dat de kinderen minder speeltijd hadden, en dat was niet de bedoeling.’
Om Facebook te citeren: het is ingewikkeld?
‘Het probleem met onderzoeken naar welke effecten gebouwen op ons hebben, is dat oorzaak en effect niet altijd duidelijk zijn. Ons gedrag is complex, en de gebouwen waar we in functioneren zijn dat ook. Een voorbeeld. Onderzoek toont aan dat als een kamer luidruchtig is, mensen gaan klagen over de luchtkwaliteit of de temperatuur. Hoe dat komt, weten we nog niet, maar één ding is duidelijk: als de gebruikers klagen over een aspect van je design, dan ligt het misschien aan iets anders. Je moet doorgraven, er zitten veel lagen in. En nee, architectuur is niet de oplossing voor al onze problemen. De uitdagingen waar de experts die ik sprak mee bezig zijn – van het voorkomen van chronische ziektes tot het menselijker maken van het gevangenissysteem, en van het veiliger maken van onze oude dag tot het anticiperen op klimaatverandering – zijn ingewikkeld. Maar goed design creëert mogelijkheden, het ondersteunt culturele en organisatorische verandering en kan de maatschappij beter maken. Steeds meer designers zijn bezig met het ontwerpen van omgevingen die echt goed zijn voor mensen, die hen respecteren en aan hun noden tegemoetkomen. Maar er zijn nog veel obstakels, en hopelijk kan deze pandemie ons helpen om erover na te denken. Ik zie deze crisis in elk geval als een mogelijkheid voor belangrijke veranderingen.’
De Mitaka-lofts, Japan
Dit appartementsgebouw in Mitaka, Japan, heeft iets van een blokkendoos. Bedoeling van designers Shusaku Arakawa en Madeline Gins is een gebouw dat de bewoners scherp houdt. Oneffen vloeren, felle, contrasterende kleuren, ladders die nergens naartoe leiden, ronde of bolvormige woonruimtes. Ze zijn bedoeld om de bewoners alert te houden, hun lichaam en evenwicht te trainen, hun immuunsysteem te versterken en zintuigen te prikkelen. In Yoro ontwierp het duo een Site of Reversible Destiny-park dat zo avontuurlijk is dat bezoekers er een helm krijgen en in East Hampton tekenden ze het Bioscleave House, dat nog uitdagender is dan de Mitaka-lofts.
Amfibiehuizen
In buurten die vaak overstromen, onder andere in New Orleans of Boston, worden huizen weleens op hoge stelten gebouwd om ellende te voorkomen. Onhandig voor wie slecht ter been is en ook niet bevorderlijk voor de gemeenschapssfeer. Emily Anthes sprak met architecte Elisabeth English, die amfibiewoningen bestudeerde, waarbij huizen op droog land toch op een mogelijk drijvende structuur gebouwd zijn, zodat ze bij overstromingen gewoon met het water omhoog bewegen langs meerpalen die aan de fundering zijn vastgemaakt. Ook in Nederland wordt die techniek al gebruikt. Het is een perfect voorbeeld van weerbare architectuur, waarbij je niet tegen de natuur vecht, maar meegaat met wat er gebeurt. Maar het moet niet altijd zo drastisch, schrijft Anthes. In kwetsbare gebieden kunnen ziekenhuizen er bijvoorbeeld voor kiezen om de niet-essentiële diensten zoals de administratie en het café op de gelijkvloerse verdieping in te richten, zodat de kamers en operatiezalen niet in gevaar komen bij overstromingen.
First Place, Phoenix
‘Er is geen one-size-fits-all‘, stelt architecte Magda Mostafa, gespecialiseerd in design voor mensen met autisme. Dat betekent in de 55 appartementen van First Place het beperken van storende zintuiglijke prikkels, een consequente indeling die overal hetzelfde is en het focussen van aandacht. Geluidsbeheersing, een goede kleurkeuze, aangepast licht, maar ook fornuizen en lampen die vanzelf uitgaan als er een tijdje niets gebeurt, bijvoorbeeld. Of doucheknoppen die niet onder de waterstraal staan, zodat je de temperatuur kunt regelen voor je eronder stapt. Ook het sociale leven van de bewoners krijgt extra aandacht. Gemeenschappelijke ruimtes zoals binnenplaatsen met barbecue of gangen met alkoven en zithoekjes geven bewoners de kans om anderen te ontmoeten als ze dat willen, maar hen ook te mijden als ze zich daar beter bij voelen.
De Buckingham-school, Dillwyn, Virginia
Deze stevig verbouwde school in Virginia werd ontworpen met ‘beweegverleidingen’ als basis, om de natuurlijke neiging van kinderen om te rennen, springen, klimmen en exploreren te stimuleren. Een monumentale trap met neon balustrade, lange gangen die leerstraten werden dankzij leeshoekjes en groepswerkplaatsen en ‘dierenafdrukken’ in de vloer, een buitenklaslokaal, een stuk natuurgebied met een stroompje, een kikkermoeras en een bessenplukbosje. De kunst- en muziekklassen hebben een eigen buitenruimte en de kleuterklassen een eigen speelplekje. De keuken heeft een klasje waar de kinderen leren bakken en koken, gezonde maaltijden worden extra gepromoot en de hele school is ingericht met mooie kleuren en moderne, speelse meubels.
Las Colinas Detention and Reentry Facility, Santee, Californië
Normalisatie, zo doopte architect James Krueger zijn idee voor deze heringerichte vrouwengevangenis. Geen onpersoonlijk instituut, maar iets dat op een echte woning lijkt. Hier geen hoge muren of zichtbare prikkeldraad: je rijdt een bomenlaan op naar de ingang. Er zijn gemeenschappelijke ruimtes die iets van een gewone woonkamer hebben, maar ook aparte gebouwtjes voor klaslokalen en religieuze diensten. In de tuin zijn er wandelpaden en ontspanningsplekken, en zelfs een amfitheater waar de bewoners voetballen of frisbeeën. De muren zijn verstopt achter strategisch geplante bomen en struiken. Bedoeling is een sfeer die geen ‘straf’ uitstraalt, maar wel ‘het begin van een nieuw leven’.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier