Architectenkoppel geeft modernistisch huis van Jul De Roover een hedendaagse update
Hoe woont de architect zelf? Tom De Meester en Tine Vliegen, het koppel achter architectenbureau De Meester Vliegen leiden ons rond in hun modernistische woning.
Wie?
Tom De Meester en Tine Vliegen, het koppel achter architectenbureau De Meester Vliegen.
Wat?
Een modernistische woning van Jul De Roover uit 1952, verbouwd met respect én geduld.
Verrassend?
Om geen compromissen te moeten sluiten op het vlak van kwaliteit, duurde de renovatie 13 jaar.
Tom De Meester en Tine Vliegen ontwerpen geregeld high-end nieuwbouwwoningen voor hun klanten. Maar voor het architectenkoppel lag de focus ergens anders. ‘Er is al zoveel moois gebouwd’, lacht Tine. Dertien jaar geleden kochten zij een bijzondere woning uit 1952 in Berchem. Eind dit jaar is de verbouwing eindelijk af. Als hun project één ding duidelijk maakt, is het wel: als je geduld hebt, hoef je uiteindelijk nul compromissen te sluiten op het vlak van kwaliteit of materialen. ‘Dan is je huis uiteindelijk perfect zoals je het wilt’, zegt Tom. ‘Het ontwerpproces verliep nochtans heel vlot. Als bureau hebben we onze stijl, onze principes van ruimtelijke organisatie, tijdloze materialen en strakke uitlijning. Dit huis was zeker niet de moeilijkste opdracht uit onze carrière. Maar ongetwijfeld wel de langst lopende. Zo’n modernistisch huis verbouwen is simpel en complex tegelijk: we moesten aan de slag met een bestaande vorm, maar die was al zo goed bedacht dat we er onze stempel niet op hoefden te drukken. In dit huis moesten we niet experimenteren met ruimtelijke oplossingen. We hoefden onze limieten niet te pushen. Deze woning smeekte ook niet om spierballenarchitectuur. Geen gigantische luifels, spectaculaire aanbouwen of overbodige eyecatchers in het interieur. Dat zou hier niet kloppen.’
Vide-poche
Het huis stond al jaren te koop toen Tom en Tine het ontdekten. ‘Hoewel het in lamentabele staat was, voelde ik meteen de kwaliteit van de architectuur’, vertelt Tom. ‘De vastgoedmakelaar bezorgde me foto’s van het originele plan en daarop kon ik de stempel van Jul De Roover ontcijferen. Hij werkte samen met zijn schoonbroer Renaat Braem en kende Le Corbusier persoonlijk. Via interieurarchitect Paul Ibens kreeg ik zijn telefoonnummer. Hij bleek nog altijd trots op dat huis, dat hij bouwde voor een diamantair en zijn gezin met vier kinderen.’ De Roover ontwierp geen decadent patsershuis, waarin met ruimte is gemorst. Maar aan de kwaliteit van het maatwerk zie je dat er op niks is bespaard: de diamantair kon duidelijk met de beste aannemers van toen werken. ‘De houten kastenwanden zijn na 65 jaar nog steeds in prima staat. De traptreden zijn allemaal uniek en uit één stuk massieve eik gemaakt. Vandaag zou dat onbetaalbaar zijn’, zegt Tom. ‘En check die vide-poche, die uitgespaard is in de lattenwand in de gang beneden. Geniaal gewoon. De Roover tekende het interieur uit tot in de kleinste details. Dat merk je echt: het huis is een totaalconcept vol doordachte oplossingen. Hij ontwierp van binnen naar buiten, net als wij.’
Geen teletijdmachine
De woning is 300 m2 groot. Dat is best ruim, maar de keuken en de badkamer zijn allebei maar 7 m2. Dat was normaal in de fifties. ‘Als wij nu een hedendaagse woning tekenen voor klanten, voorzien wij daar minstens het driedubbele voor’, zegt Tom De Meester. ‘Hier hadden we geen behoefte aan een enorme leefkeuken of giga badkamer. We prutsten liever niet aan de volumes. We wilden de originele lay-out respecteren, omdat die al supergoed was. De eetkamer en de leefruimte zijn bijvoorbeeld gescheiden, maar wel verbonden door een sas met een verlaagd zwart plafond. Een wandkast, bekleed met latjes, linkt beide ruimten aan elkaar. Dat interieurelement was verloren gegaan, maar lieten we opnieuw maken, op basis van oude foto’s van het huis die we in een magazine terugvonden. Ook in de slaapkamer maakten we een nieuwe radiatorkast met dezelfde soort latjes.’ In een teletijdmachine willen Tom, Tine en hun twee kinderen hier niet leven. Zij infiltreerden met hun eigen palet van luxematerialen: eik, marmer, brons en inox. ‘We verbouwden de woning naar onze noden en in onze stijl, maar zonder Jul De Roovers ziel te bruuskeren. We respecteren zijn werk, maar zijn er geen slaaf van. Mocht hij hier nu binnenwandelen, hij zou nog altijd trots zijn.’
Uiteraard waren niet alle interieurelementen van toen relevant voor een gezin van nu. De blauwe tegeltjes in de hal, de oranje slaapkamermuur en de vuilgele wanden zijn verdwenen. De benedenverdieping, waar vroeger de nanny’s leefden, is nu opengewerkt én ingepalmd als bureau voor het architectenkoppel. En het uitzicht naar de tuin van 320 m2 is boven én beneden geoptimaliseerd. ‘De ramen hebben nog bijna allemaal hun originele stalen profiel, maar kregen wel overal dubbelglas. Aan de gevel op de zuidkant zijn bronzen lamellen toegevoegd. Voor de discretie én als zonnewering. Het huis is nog altijd modernistisch, maar wel met een De Meester Vliegen-behandeling. Het voordeel: we waren onze eigen klant en we hoefden niet klaar te zijn in twee jaar. Elk idee kon rijpen. De ingrepen die we deden, hoefden niet cool of trendy te zijn. Ze moeten juist een leven lang kunnen meegaan. Door er zo lang mee bezig te zijn, hebben we het gevoel dat deze renovatie het enige juiste antwoord op dit huis is. Het klinkt misschien fout, maar veel beter kun je niet doen, denken we.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier