Architectencollectief Ciguë: ‘Toen we begonnen, waren we architect, loodgieter en elektricien ineen’
Het Franse architectencollectief Ciguë begon als een bende studenten die liever timmerden dan tekenden, maar intussen werken ze toch maar mooi voor Aesop, Isabel Marant en Kris Van Assche. ‘Een project is pas interessant als we er iets van leren.’
Met slordig geplamuurde gaten, een rafelige betonmuur, sporen van oude draagbalken en simpele krukjes in geplooid metaal lijkt de allereerste eigen sneakerwinkel van Veja in Parijs weinig bijzonders. En wat dacht je van de Aesop-winkel om de hoek? Die bestaat uit niet veel meer dan duizenden handgemaakte smeedijzeren Japanse spijkers in de muur, waarop de beautyproducten uitgestald staan. Toch is dit allebei het werk van een van de meest gevraagde architectenbureaus van het moment: Ciguë. Wellicht tegen hun eigen verwachting in, want de studio uit de Parijse voorstad Montreuil is op z’n zachtst gezegd atypisch. Een voorbeeld: voor de Aesop-winkel belden ze geen loodgieter. De bruut ijzeren waterleidingen en kranen sloten ze gewoon zelf aan. De mannen van Ciguë zijn iets tussen bouwers, knutselaars en architecten.
‘Dingen begrijpen is onze drijfveer. Voor elk project duiken we eerst in het universum van het merk om het DNA te doorgronden. Dat vertalen we vervolgens naar een architecturaal vocabulaire. Veja bijvoorbeeld heeft een heel pure, uitgeklede, minimalistische esthetiek met veel wit. De kracht zit in l’absence. Daarom stripten we het pand volledig en werkten we het minimaal af met louter witte ruwbouwmaterialen, zoals plamuur, pleister, gyproc en zelfgemaakte planken van geperst papier’, aldus Hugo Haas. Hij richtte Ciguë op samen met Camille Bénard, Guillem Renard en Alphonse Sarthout. ‘Ons eerste idee was een boetiek met enkel duurzame materialen, in lijn met de ecologische filosofie van Veja. Maar uiteindelijk besloten we dat het nóg duurzamer was om zo min mogelijk bouwmaterialen te gebruiken.’
Geen trucjes
Het viertal is vooral bekend van hun winkels. Ze tekenden maar liefst twaalf Aesop-boetieks en evenveel winkels voor Isabel Marant. Ze werkten voor Celine, Diane von Furstenberg, Kris Van Assche, Dover Street Market, Printemps en Merci. Hugo Haas: ‘We hadden nog nooit een winkel ontworpen toen in 2011 zowel Aesop als Isabel Marant ons vroegen. Aesop leerde ons kennen via de Parijse conceptstore Merci, waarvoor we industriële winkeltafels maakten. Als eerste opdracht tekenden we een Aesop-hoek in Merci. Twee maanden later volgde de winkel in rue Vieille du Temple. Toen Isabel Marant die shop zag, belde ze ons. Dankzij die twee grote namen stroomden daarna de aanvragen binnen. We hadden fantastische samenwerkingen, met onder meer Kris Van Assche. Hij heeft zo’n specifiek universum dat we een heel radicaal ontwerp konden maken. Een shop, bijna volledig zwart-wit, vol puntige diagonale vormen en een kast die door het raam lijkt te steken. We maakten rubberen displayblokken en wanden van geborstelde inox. Maar na een tijd duwden we op de rem voor winkelaanvragen. Wij specialiseren ons niet graag in één ding. Nu we naast boetieks ook restaurants, hotels, huizen en kantoren doen, zijn we veel gelukkiger.’
Wat Ciguë uniek maakt, is dat alles betekenis of een reden heeft. Dat het mooi is, is niet genoeg. Geen l’art pour l’art. De context is primordiaal. Elk ontwerp is gemaakt voor een specifiek merk, een specifieke plaats en een specifiek doel. Ze hebben geen ’trucje’ dat ze keer op keer herhalen. Elke winkel vertelt een heel eigen verhaal. De Parijse Isabel Marant-shop zullen ze nooit copy-pasten naar Seoel. Verder merk je duidelijk dat ze opgeleid zijn als architecten. Het zijn echte bouwers die schuwen wat al te veel neigt naar decoratie.
Handen uit de mouwen
Ciguë startte in 2003, toen de vier nog architectuur studeerden op ENSA Paris La Villette, waar ze in 2008 zouden afstuderen. ‘Het begon heel spontaan, gewoon omdat we zin hadden om dingen te maken met onze handen. We wilden naast de abstracte architectuurlessen ook iets concreets doen. We begonnen eerst op kleine schaal: met meubels. Later renoveerden we vooral Parijse appartementen, zoals elke startende architect. De stad staat immers vól oude gebouwen. Naast het ontwerp deden we ook de verbouwingswerken. We waren architect, loodgieter, elektricien, stukadoor en timmerman ineen. ‘Die ervaring heeft onze ontwerppraktijk enorm gevormd’, vertelt Haas. ‘Nu staan we niet meer zelf te pleisteren of te breken, maar naast ons bureau hebben we wel een atelier. Daar experimenteren we met nieuwe materialen. De planken in geperst papier uit de Veja-winkel ontwikkelden we zelf. We werken nog altijd heel graag met onze handen. Het voedt onze ontwerppraktijk en het is de perfecte afwisseling naast het computerwerk dat we doen.’
Uit hun studentenperiode dateert ook de bizarre naam: Ciguë, scheerling in het Nederlands. Biologen onder ons weten dat dit een giftig plantje is. Classici herinneren zich dan weer dat de oude Grieken het in de gifbeker van terdoodveroordeelden deden, met als bekendste slachtoffer de filosoof Socrates. Wat is in godsnaam de link met architectuur? ‘We kozen de naam toen we nog heel jong waren’, lacht Hugo Haas. ‘Ciguë sprak ons aan omdat het een wilde plant is die overal kan groeien. Hij is giftig, maar wordt ook als medicijn gebruikt. We vonden het een elegant woord met het trema achteraan. En als collectief van vier gasten wilden we als naam liefst een vrouwelijk woord.’
Droomprojecten
Hun bureau telt intussen 25 man en ze hebben projecten over de hele wereld. De vragen rollen sneller binnen dan ze aankunnen. Hoe selecteren ze? ‘Een project is voor ons pas interessant als er een dialoog is, als wij iets leren van de bouwheren en zij van ons. Het liefst werken we rechtstreeks voor de oprichter van het merk of voor de creatief directeur. Dan heb je écht een uitwisseling. Als er een team managers voor je zit, is dat veel moeilijker.’
Momenteel werken ze aan winkelprojecten voor modeontwerper Christophe Lemaire en parfumeur Frederic Malle. In het Parijse grootwarenhuis La Samaritaine, dat in april heropent, ontwierpen ze drie verdiepingen multimerkenruimte, goed voor zo’n 3000 m2. Er is ook een chique boksclub in Parijs, een grote conceptstore in Vietnam en een hotel-restaurant in de rand van Parijs met zijn eigen permacultuurmoestuin. Heeft het viertal nog een droomproject op hun lijstje staan? ‘Ontelbare,’ roept Hugo Haas enthousiast, ‘maar onze grootste droom komt binnenkort uit: een nieuw atelier. We hebben in Montreuil een stuk grond gekocht, waarop we een houten nieuwbouw gaan zetten. Naast onze bureaus en een groter atelier waar ook anderen kunnen komen werken, komt er eveneens een restaurant en een moestuin.’ Nu maar hopen dat daar geen scheerling groeit.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier