Architecten zijn minimalistische huizen beu: ‘Waarom zou je een leeg huis willen als je het geld hebt om te doen wat je wil?’
Van de pagina’s van interieurbladen tot de feeds op sociale media: de huizen en interieurs van tegenwoordig zien er allemaal hetzelfde uit. Neutrale kleuren, een overdaad aan beton en grote ramen met een uitzicht op gelijkaardige huizen: waarom zijn we collectief in de ban van grijs?
Toen het huis van Kim Kardashian en Kanye West werd getoond door Architectural Digest, werd het koppel vierkant uitgelachen. Het pand – ontworpen door Belgisch ontwerper Axel Vervoordt – wordt weleens omschreven als een ‘futuristisch Belgisch klooster’. Met zijn strakke lijnen, lege oppervlakken, ruwe materialen en een symfonie van wit, beige en grijs, wordt het huis bespot vanwege zijn kilheid, zijn steriele esthetiek en leegte, die meer past bij een gebedshuis of een kunstgallerij dan bij een woning. Vandaag zijn minimalistische huizen – waarvan het uiterlijk doet denken aan wat AD beschreef als een etherische oase van licht en zuiverheid – legio.
Zulke huizen zijn tegenwoordig zo populair dat mensen zich vragen beginnen te stellen. Op Quora doen posts als ‘Waarom zien dure huizen er allemaal uit als musea?’ of ‘Waarom zien middenklassehuizen eruit als huizen van rijke mensen?’ vaak de ronde. En Reddit-gebruikers willen weten ‘Waarom zoveel luxehuizen gesaneerd zijn?’ of ‘Waarom minimalisme wordt geassocieerd met onbetaalbare interieurs?’. Op die vragen hebben architecten een antwoord proberen te formuleren.
H&M-effect
Marina Frisenna, al meer dan dertig jaar architect en docent aan de ULiège, betreurt de trend: ‘Ik heb nog nooit zo’n esthetische banalisering gezien vóór de lancering van alle architectuurshows (zoals Architectural Digest, nvdr). Vroeger hadden mensen minder toegang tot al deze informatie, ze vonden hun inspiratie door rond te lopen, een of andere gevel te bewonderen of door in een tijdschrift te bladeren’, vertelt ze. ‘Tegenwoordig bagatelliseren sociale media en shows de dingen door te hameren op een esthetiek en de indruk te wekken dat alles hetzelfde is.’
Een standpunt dat wordt gedeeld door haar collega Yves Franken, medeoprichter van de studio Simple Architecture. Hij spreekt liever van het H&M-effect. ‘Het is net als mode: als een trend wordt overgenomen door fast fashion, is het achterhaald. Voor architecten geldt dezelfde regel als een esthetische trend overal te vinden is.’
Minimalisme is duidelijk in: ‘het grote publiek verkiest het om alle reliëf in het interieur te verwerpen en terug te keren naar de essentie’, legt Yves Franken uit. Maar als we reliëf te veel afwijzen ten gunste van gladheid, wordt het dan niet al snel heel saai in onze huizen?
De illusie van eenvoud
Dit fenomeen is wat architecten, amateurs en journalisten aan de kaak stellen. Zo stelde schrijver Fiona McKenzie Johnston in House & Garden de pertinente vraag: ‘Waarom zijn de interieurs van de (ultra)rijken zo banaal?’ Met andere woorden: als je het je kunt veroorloven je huis in te richten zoals je wilt, waarom kies je dan voor een ‘leeg huis’? Misschien omdat die leegte (en de afwezigheid van decoratie, maar ook van rommel en alle andere vormen van visuele prikkels) een teken van rijkdom is.
Dit komt zowat overeen met een nieuwe visie op luxe: ‘Vroeger was rijkdom synoniem aan overvloed, nu is het een kwestie van ruimte en van grenzen verleggen’, aldus de Luikse architect, voor wie ‘de grote ramen die we nu overal zien ons beschermen tegen de buitenwereld en tegelijkertijd zicht op alles bieden en de illusie van dominantie over het landschap. Dat is een statussymbool op zich.’
‘Tegenwoordig lijkt het wel alsof alle huizen op elkaar lijken’, betreurt Marina Frisenna, die een andere mogelijke verklaring oppert. ‘In dit soort huizen wordt enorm gebruik gemaakt van licht. Rommel wordt vermeden en er wordt gestreefd naar een bepaald soort helderheid en soberheid. Misschien heeft het wel te maken met een soort maatschappelijke malaise. Zeer verfijnde, minimalistische huizen weerspiegelen namelijk een beeld van een minder chaotisch, eenvoudiger leven.’
Architecte Kathleen Knops zegt dat haar klanten aanvankelijk ook allemaal voor een sobere, zuivere stijl willen gaan. ‘Toch veranderen velen van gedachten wanneer je hen vertelt over het gebrek aan bergruimte en het onderhoud dat deze tijdschriftenhuizen vergen’. En voor degenen die toch volhouden? ‘Wij ontwerpen en verbeelden de architectuur voor de gebruikers, zij zijn degenen die erin wonen en ervoor betalen, en het moet hen bevallen, niet ons’, zegt ze.
Lof voor de leegte
Uiteraard is de klant koning, maar in plaats van stijlvolle barokke kastelen kiezen we massaal voor steriele paleizen. Volgens architect Yves Franken moeten we echter langer stilstaan bij die keuze: ‘Soms is de grens tussen schoon en leeg erg dun’, merkt hij op. ‘Je kunt een verfijnde, zelfs minimalistische en warme ruimte hebben, maar helaas kun je ook te maken hebben met gladde en koude ruimtes. Dat komt omdat mensen de regels wat interieur betreft niet genoeg beheersen.’
Architecte Marina Frisenna waarschuwt de keuze voor rauwe en pure materialen weloverwogen moet zijn. ‘In een plek om te leven moet er leven zijn en een warme sfeer. Dit betekent niet noodzakelijk dat je moet kiezen voor felle kleuren, maar dat je moet werken met het contrast in je huis. Als je enkel kiest voor lichtgrijze materialen, kan het er al snel erg kil en koud zijn.’
Kortom zijn dit soort huizen niet voor iedereen bestemd. Minimalisme lijkt zeer eenvoudig te ‘creëren’, maar dat is niet zo. ‘Als de middenklasse geld investeert in een huis, doen ze dat meestal in één keer, ze zijn voorzichtig met alles. Zodra ze weten hoeveel onderhoud bepaalde materialen vergen, kiezen onze klanten bijvoorbeeld voor tegels van imitatiebeton’, vertelt Yves Franken. ‘Beton is alomtegenwoordig in Wallonië en we vechten ertegen, maar we kunnen de trend niet keren.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier