Anne Sophie Prevot veranderde een kantoor in een loft: ‘Veel mensen vinden tapis plein vies. Maar mij doet het trippen’
Met haar bedrijf Back of the House verzorgt Anne Sophie Prevot de productie van grote modeshows. Maar in haar Brusselse loft houdt de Française de Parijse modewereld op een gezonde afstand.
Een tovenaar achter de schermen van de internationale mode: zo kun je Anne Sophie Prevot nog het beste omschrijven. De Française verzorgt defilés voor onder meer Jil Sander, Y/Project, Issey Miyake, Thom Browne en Acne Studios: modemerken die het eerder moeten hebben van subtiliteit en poëzie dan van ostentatieve bombast. “We hebben klanten die bij ons passen. Ze kloppen bij ons aan voor onze discretie. Vandaar ook de naam van mijn bedrijf, Back of the House”, zegt ze. “Ik vergelijk mijn job graag met les petites mains in de haute couture: de naaisters en borduursters die, ver weg van de spotlights, met ongelofelijk veel metier de prachtigste kleren maken. Met mijn productieteam maken we het onmogelijke mogelijk voor de ontwerpers. We toveren hun verbeelding om tot defilés. We creëren een stukje magie, al is het maar voor tien minuten. Als Thom Browne droomt van een decor met XL-planeten in tule, dan maken we dat voor hem. Jil Sander wilde graag een lichtgevende ballon van tien meter doorsnee proppen in een neogotische kerk van negen meter breed. We regelden dat. Het was Kenzo’s droom om tijdens zijn defilé het publiek én de modellen samen te laten bewegen in één grote choreografie. Dus ontwierpen we wifi-gestuurde rollende platformen waarop het publiek plaatsnam. Drie uur voor de show blokkeerde het rolsysteem. Op zo’n moment moet je koelbloedig blijven, de klant geruststellen en een oplossing bedenken. Tegen 18 u werkte alles perfect.”
Jarentachtigkantoor
Al sinds 2006 woont Prevot in België. En daar heeft ze nog geen seconde spijt van gehad. “Ik verhuisde op mijn 31ste uit Parijs, toen bleek dat er voor ons dochtertje geen plaats was in de crèche. Ons huis werd ook wat klein voor ons gezin. We moesten uitwijken. Eerst dachten we aan Lyon en Bordeaux, maar daar voelden we ons niet thuis. Ik ben vroeger vaak in Brussel geweest als concertfotograaf. Geweldige herinneringen heb ik daaraan! Ik sleurde mijn man mee om hem Brussel te tonen. En we besloten spontaan om naar hier te verhuizen”, zegt ze. “Parijs verlaten voelde nooit aan als falen. Ik heb daar een bureau met een 15-tal medewerkers, ik pendel twee keer per week. In Brussel wonen is het perfecte alibi om niet naar alle soirees of events in Parijs te gaan waarvoor ik uitgenodigd word. Ik hou niet van het gedoe rond mode. Maar ik bewonder ontwerpers oprecht. Ik weet niet hoe ze het doen: zes collecties per jaar tekenen en altijd maar nieuwe inspiratie blijven vinden.”
Ondanks het feit dat je in Brussel veel meer oppervlakte (en groen) hebt voor je geld dan in Parijs, bleek een droomhuis vinden toch niet zo simpel. “Dus begon ik ook te kijken naar kantoorruimtes die te koop stonden”, vertelt ze. “Ik stootte op deze kantoorverdieping in de Dansaertbuurt, die al sinds de jaren tachtig leegstond. Alles was compleet opgedeeld in hokjes, overal waren valse plafonds. L’horreur.” Samen met de Franse interieurarchitecte Marion Mailaender, bekend van Hotel Tuba in Marseille, stripten ze alles tot op de brute betonstructuur. Wat overbleef was een gigantische casco ruimte, met royaal veel licht. En met een grote daktuin, boven op de parking. “Ik wou alles zo open mogelijk houden en zo weinig mogelijk opdelen in kamertjes. Vandaar ook de centrale open keuken, van waaruit je contact hebt met alle eet- en zithoekjes.”
Podiumbeesten
Die drie zithoekjes – eigenlijk kwartronde zitpodia – zijn de opmerkelijkste feature in het huis. Een trede hoog zijn ze. Maar zelfs zonder deur geven ze toch de indruk van een afgesloten ruimte. “Je voelt je er meteen geborgen als je je erin nestelt,” zegt Prevot. “En zelfs al zit iedereen op zijn eigen podium om te lezen of te loungen, toch staan we nog in contact met elkaar.” Ook haar eigen bed staat op zo’n verhoogje, bekleed met vasttapijt, net als haar dressingkasten. “Veel mensen vinden tapis plein vies. Maar mij doet het trippen. Het breng de jaren 70 terug, toen design nog draaide rond comfort, convivialiteit en vrijheid. Dat mis ik in veel hedendaags design.”
Net zoals in een hotelsuite heeft Prevots masterbedroom een aanpalende badkamer. Met een ligbad in mortex en gespikkelde legplankjes in gerecycleerd plastic. “In de modewereld wordt er nog steeds heel veel weggegooid”, geeft ze toe. “Tot tien jaar geleden belandden na een défilé alle decorstukken sowieso in de afvalcontainer. Die wegwerpfilosofie gaat er gelukkig stilaan uit. Er is nog een lange weg te gaan. Maar steeds vaker worden materialen gerecycleerd. Ik ijver er alleszins voor.”
Twee snelheden
Een appartement renoveren kun je – helaas – niet op dezelfde manier aanpakken als een defilédecor bouwen. Ook al vergt het dezelfde skills – timmerlui, elektriciens, maatwerk – toch is de snelheid en de efficiëntie niet te vergelijken. “Onze renovatie liep acht maanden vertraging op. Terwijl ik gewend ben dat opdrachten vooruitgaan. Voor mijn modeklanten zou ik het me niet kunnen permitteren om de deadline te missen. Je kunt een defilé immers niet zomaar maanden uitstellen”, zucht Prevot. “Ik vind het frustrerend dat andere zaken in het echte leven soms zoveel tijd kosten. Beroepsmisvorming zeker?”
ID Anne Sophie Prevot
Studeerde fotografie en journalistiek in Parijs.
Kluste bij als concertfotograaf.
Werkte 25 jaar als producer in de event- en televisiesector.
Richtte in 2016 haar eigen productieagentschap Back of the House op, gespecialiseerd in mode-events en defilés.
Woont sinds 2006 in België.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier