Het gezin Van Severen twintig jaar na de dood van Maarten: ‘Bij bakkers vinden we opvolging normaal, maar creatievelingen kregen het in de schoot geworpen’

Van links naar rechst: David, Hannes, Boris, Flor Van Severen en Marij de Brabandere,  de zonen en vrouw van wijlen Maarten Van Severen.
Van links naar rechst: David, Hannes, Boris, Flor Van Severen en Marij de Brabandere, de zonen en vrouw van wijlen Maarten Van Severen. © Damon De Backer
Amélie Rombauts Journalist Knack Weekend
Jorik Leemans Journalist

Maarten Van Severen zette behalve z’n krachtige ontwerpen, ook vier straffe zonen op de wereld. We spraken met hen en zijn vrouw in de Gentse studio waar de ontwerper twintig jaar geleden overleed, omringd door zijn kinderen en zijn meubelen.

‘Misschien in het oude atelier?’ Het is Maarten Van Severens jongste zoon Flor die de locatie voorstelt voor het interview. Bijna dag op dag twintig jaar geleden overleed de designer in zijn studio aan de Galgenberg in Gent. Ook zijn afscheid werd hier in intieme kring gevierd. ‘Februari is een vervloekte maand voor ons. We hebben dan al te vaak afscheid moeten nemen van dierbaren’, vertelt Flor later. ‘In maart zijn we dan altijd opgelucht, of zo.’

Zelfs bij niet-designkenners doet de naam Maarten Van Severen wellicht een belletje rinkelen. Hij was de eerste hedendaagse Belgische ontwerper die wist door te dringen tot de internationale designtop. Verschillende van zijn creaties worden nog steeds geroemd en hetzelfde geldt vandaag voor zijn vier zonen. David Van Severen is een gerenommeerd architect. Samen met zijn vrouw Fien creëert broer Hannes onder de naam Muller Van Severen dan weer designobjecten die je in tal van woonkamers terugvindt. Met Boris en Flor Van Severen heeft de acteerwereld er bovendien twee getalenteerde spelers bij. Er moet dan toch iets in de genen zitten.

Maarten Van Severen
Maarten Van Severen rond de eeuwwisseling in zijn atelier op de Galgenberg in Gent. © Bart Van Leuven – Courtesy Maarten Van Severen Foundation – Design Museum Gent

Wanneer Boris als eerste in het voormalige atelier aankomt op de fiets, vergezeld van zijn oudste zoon, wordt hij meteen naar de graffiti op de muur van de binnentuin getrokken. Maarten poseerde er ooit in zijn Chaise 2000. ‘T hartje B’, staat er op de muur. ‘Dat was voor mijn eerste lief’, legt Boris uit. Een buur merkt ons op vanaf zijn terras: ‘Maar Boris, zo lang geleden! Ik heb je hier nog als kind weten lopen. Is dat jouw zoon?’ Ook de huidige huurders van de studio, het Gentse streetwearlabel ZES, zijn nieuwsgierig naar het bezoek: ‘Ik wou even komen zeggen: het is echt een hele eer om in de studio van jouw vader te mogen werken.’

Wanneer ook zijn broers en moeder Marij De Brabandere een voor een verschijnen, trekken ze op herinneringstocht. Het voormalige atelier doet vandaag dienst als parkeergarage. Enkel de gips- en andere plekken op de vloer brengen beelden terug van hoe er intensief gelast, geschuurd en gecreëerd werd.

Atelier Maarten Van Severen
Het atelier eind jaren negentig waar de Blue Bench voor Edra werd geproduceerd. © Courtesy Maarten Van Severen Foundation/ Design Museum Gent

Marij herinnert zich de koude in de ruimte en het luide gesnerp van de stalen deuren wanneer ze dicht rolden. In de voormalige studio schrikken ze van de kleine kamer waar ze als kind soms bleven slapen. Het voelt voor iedereen bizar aan. ‘Alles was toen geïmproviseerd’, herinnert David zich. ‘Maar nu is alles vergane glorie. Net een kraakpand.’ De vensters, een van Maartens architecturale ingrepen in de ruimte, bleven daarentegen wel overeind. ‘Een gat en glas. Niets anders. Heel onhandig, totaal niet geïsoleerd. Maar voor mij nog altijd de mooiste die er zijn.’ Ze vinden een reuzenspiegelei van plaaster dat Hannes ooit maakte. Er ontstaat een broederlijke discussie wanneer het door iedereen geclaimd wordt. ‘Ik weet nooit goed of ik me dingen zelf herinner of gewoon de foto’s ervan’, aarzelt Flor. ‘Maar ik zie papa wel nog lopen met Sara, het biggetje dat hij me gaf voor mijn achtste verjaardag. Ik wou een boerderij. Er waren ook kippen, en een vijver.’

Voor we het weten, tikt er al een uur voorbij en zijn we een schat aan anekdotes rijker. Nog één: ‘Weet je nog dat toen papa stierf er net als vandaag een paus op sterven lag? Johannes Paulus II. Zoek het maar op! Bizar, toch?’

Lees ook: Belgiës eerste internationale designer: een overzicht van het werk van Maarten Van Severen

Hebben jullie iets speciaals gedaan bij wijze van herdenking?

Flor: ‘Het is altijd moeilijk om onze agenda’s op elkaar af te stemmen. We zijn uiteindelijk met zijn vijven iets gaan eten… Op valentijn.’ (lacht)

Marij: ‘Ik kwam vroeger aan en zag dat de tafel versierd was met hartjes. Ze dachten dat de jongens met hun lief kwamen. Toen ze vroegen of ze ze moesten weghalen, zei ik dat er tussen ons ook veel liefde is, dus dat ze mochten blijven liggen. (lacht) We hebben die avond gekeken wie van ons Maartens nummer nog in zijn telefoon had staan.’

Flor: ‘Boris en ik hebben zijn nummer opgeslagen. En gegrapt: zullen we hem nog een keer bellen?’

Boris: ‘Het is niet zo dat we de hele avond lang herinneringen hebben opgehaald, maar dat het twintig jaar geleden was, heeft mij wel extra doen stilstaan bij die dag. Vijf jaar geleden zijn we ook eens een avond lang door oude foto’s gegaan. (tegen Marij) Ik weet nog dat jij dat zo heftig vond.’

Boris Van Severen Marij De Brabandere
Boris over Marij: ‘Ze heeft ons altijd de ruimte gegeven om te doen wat we graag doen.’ © Damon De Backer

Marij: ‘Ik was een jonge vrouw toen Maarten stierf, hè. Ik was 46. Ik zag die avond mijn hele leven voorbijkomen. Ook hier terugkomen voelt raar. Dit is de plek waar hij gestorven is. We waren hier toen allemaal, behalve Boris. Flor had aan de dokter gevraagd of papa zou sterven die dag. Toen ze zei van niet, vertrok Boris. Ik weet nog dat Hannes net Maartens voeten had gemasseerd. Hij was rustig en stopte ineens met ademen. Ook al weet je dat er iets staat te gebeuren, toch is het choquerend.’

Boris: ‘Ik herinner me nog goed het telefoontje: “’t Is gebeurd.” Ik was totaal in staat van ontkenning. Pas toen ik opnieuw het atelier binnenkwam en daar Fien (Muller, de vrouw van Hannes, red.) zag met betraande ogen, ben ik ook beginnen huilen. Ik weet nog dat ik dacht: net zoals alle baby’s zien ook alle doden er hetzelfde uit.’

David: ‘In de weken voor zijn dood werkte ik met Kersten (Geers, zijn vennoot bij OFFICE, red.) aan een architectuurwedstrijd voor een grensovergang tussen Mexico en de Verenigde Staten. Ik was zo blij met het plan dat ik het opgevouwen in zijn binnenzak heb gestoken net voordat hij de kist in ging. Een paar weken later hoorden we dat we gewonnen hadden. (pauzeert) Voor mij is dit altijd meer een plek van het leven dan van de dood geweest. Ik was twaalf toen we hier kwamen wonen en ben verhuisd toen ik naar de universiteit ging. Al die jaren heb ik meegewerkt in het atelier. Het was een plek waar ik kon prutsen en bricoleren. Natuurlijk was het einde heftig, maar de jaren ervoor waren toch goed.’

Succesverhaal

Grootvader Dan Van Severen was een toonaangevende figuur in de Belgische abstracte kunst, Maarten Van Severen werd eind jaren negentig naar de internationale designtop gekatapulteerd dankzij zijn iconische .03-stoel voor Vitra. Zijn meubelen staan vandaag in gezaghebbende designmusea en high-end interieurs wereldwijd. Hij was de eerste hedendaagse Belgische meubelontwerper die daarin slaagde. Dat succes kwam echter niet vanzelf. Zijn gezin heeft zich door harde tijden heen geknokt. Vandaag rijgen ze zelf de successen aan elkaar als architect, designer en acteur.

Jullie familie spreekt tot de verbeelding, met indrukwekkende carrières en goede looks, inspirerende partners en succesvolle projecten. Alsof jullie een hedendaagse versie van de Kennedy’s zijn.

Flor: ‘Ik dacht eerder aan de Kardashians.’ (lacht)

We bedoelen: voor de buitenwereld lijkt het misschien alsof jullie het succes in de schoot geworpen kregen. Stoort dat beeld jullie?

Boris: ‘Ik hoop dat niet veel mensen dat beeld van ons hebben. Wij hebben natuurlijk allemaal van jongs af een gevoel voor esthetiek meegekregen van onze ouders. Los daarvan hebben wij allemaal onze eigen weg gezocht. Wel proberen we, net als hij, te zoeken naar een pure esthetiek in wat we doen. Ik denk dat dat voor ons alle vier belangrijk is.’

Hannes: ‘Ik sta intussen misschien wel het dichtste bij wat hij deed, maar dat was nooit de bedoeling. Ik ben via een omweg in design beland.’ (Galerist Veerle Wenes vroeg hem en Fien destijds om een meubel te ontwerpen, red.) ‘Fien en ik hebben een eigen taal ontwikkeld. Ik heb het feit dat ik “de zoon van” ben nooit gebruikt om hogerop te komen. Zeker niet in het buitenland. Ik vind het belangrijk om mijn werk te laten spreken, laat ze het zelf maar ontdekken.’

David, Boris en Flor Van Severen
David (uiterst links) met Boris en Flor: ‘Omdat we alle vier veel voldoening vinden in wat we doen, hebben we niet meer de nood om elkaar te beconcurreren.’ © Damon De Backer

David: ‘Het is zo’n moeilijke vraag, of je dat succes meekrijgt. Ik geloof dat er na zijn dood een soort vacuüm ontstond waardoor het voor ons gemakkelijker werd om onze weg te zoeken. Als hij nog leefde, zouden we dat waarschijnlijk niet hebben kunnen doen. Anders dan de Kennedy’s zijn we elk via onze eigen weg geraakt waar we nu staan.’

Flor: ‘Soms is het wel vervelend dat mensen je linken aan je vader, je broers of zelfs je opa. Ik ben ongelooflijk fier op mijn familie en wat we doen, maar ons met elkaar vergelijken hoeft niet altijd. Ik wil ook liever niet geloven dat onze naam de doorslag geeft, wel wie we zijn en hoe we werken.’

Hannes: ‘Bij bakkers vinden we het doodnormaal dat die worden opgevolgd, maar als je in een creatieve richting zit, kreeg je het in de schoot geworpen.’

David: ‘Of notarissen, en politici. Denk maar aan Alexander De Croo.’

Hannes: ‘Ik denk dat Maarten in het begin ook erg vergeleken werd met zijn vader, die een bekend kunstenaar was in België. Hij heeft zich daar ook tegen proberen af te zetten.’

Nadat Vitra hem in 1994 benaderde, werden Maarten en zijn .03-stoel een internationaal succes. Hoe hebben jullie dat als gezin beleefd?

Marij: ‘Het werd tijd dat er iets gebeurde, want Maarten heeft superlang niets verkocht. Er is een periode geweest dat we zijn ontwerpen aan de straatstenen niet kwijtraakten. Hij was heel perfectionistisch en zijn werk was arbeidsintensief, waardoor in werkuren alleen al zijn producten in theorie onbetaalbaar waren. Die verkochten we dan aan vrienden voor een prikje. (glimlacht) Ik weet nog goed hoe ik met zijn portfolio naar winkels ging, zelfs tot in Parijs. Maarten wachtte dan ergens in de buurt. Het was moeilijk om mensen te overtuigen, tot iemand toch interesse toonde: Patrick Seguin.’

Hannes: ‘Echt? Dat is nu een topdealer, van onder andere Jean Prouvé.’

Bij bakkers vinden we het doodnormaal dat die worden opgevolgd, maar als je in een creatieve richting zit, kreeg je het in de schoot geworpen.

Marij: ‘Er volgde een tentoonstelling met stukken van Maarten, wat uiteindelijk voor een publicatie in het designmagazine Domus zorgde. Dat artikel was Vitra-directeur Rolf Fehlbaum onder ogen gekomen. Ik herinner me nog dat hij bij ons thuis kwam lunchen toen ik hoogzwanger was van Flor en dat ik per ongeluk quiche met spek had gemaakt, terwijl Rolf vegetariër was. (lacht) Het was het begin van jaren onderzoek naar de juiste ergonomie, zithoogte en breedte van de stoel. Ik wist altijd dat dat ooit zou gebeuren, Maarten was zodanig verbeten. Hij maakte nooit compromissen, volgde niet blind de trends. Dat hij zich niet liet ontmoedigen, maakte zijn succes.’

David: ‘Voor de buitenwereld lijkt het misschien alsof er toen plots succes of geld was, maar dat komt niet overeen met de realiteit. Behalve met Vitra waren er ook de projecten met Rem Koolhaas. Niet alleen een ongelooflijk architect, maar ook iemand met een neus voor opkomend talent. Maarten werkte in die tijd – ik spreek van 1989 – als een soort klusjesman aan Villa Dall’Ava. Hij moest er dan een trap monteren of schuren, maar het ontwerp hadden ze wel samen gedaan. De volgende stap was het Maison à Bordeaux, waar hij explicieter aanwezig was als ontwerper.’

Centraal in dat huis staat een indrukwekkende platformlift met boekenkast, ontworpen voor de eigenaar die in een rolstoel zat na een auto-ongeluk. 

David: ‘Soms was het onduidelijk: had Maarten iets gemaakt of ontworpen? Daar wordt altijd zo gewichtig over gedaan, net als over het woord “designer”. Hij had daar zelf ook een hekel aan. Hij was gewoon altijd bezig in zijn atelier met dingen samen te zetten en te testen. Het was veel ruwer dan wat schetsjes op papier. Dat idee van maken is voor mij wel belangrijk geweest: hoe je dingen samenstelt en nadenkt over materialen.’

Het succes was niet onverdeeld positief. In de documentaire Addicted to Every Possibility van Moon Blaisse (2014, te huur op Apple TV) noemde Marij Maarten een van de eerste slachtoffers van de designindustrie.

Marij: ‘Omdat door dat succes alles in een stroomversnelling raakte, dacht Maarten dat hij ook andere dingen moest doen, zoals lezingen geven. Hij was iemand die vrij goed sprak via zijn meubelen, net zoals Hannes nu. Eigenlijk was hij te timide voor die schijnwerpers, maar toch probeerde hij te voldoen aan de verwachtingen. Hoeveel opdrachten als gastdocent waren er die hij uiteindelijk toch niet wou doen. Dan moest ik bellen dat hij ziek was. Al dat gedoe, dat paste niet bij hem.’

Was Maartens probleem met drank en drugs daar een gevolg van?

Hannes: ‘Dat staat los van elkaar. Problemen met drank of drugs zijn eerder een familiekwaal. Mijn vader had het van zijn vader. Ook op dat vlak zijn de tijden veranderd: vroeger was het normaal om constant te drinken. Nu stopt iedereen ermee.’

David, jij doet in tegenstelling tot je vader wel heel veel lezingen als gastdocent.

David: ‘Het lukt mij wel. Al vind ik mijn vennoot Kersten een veel betere spreker dan ik. Ik zie die lezingen eerder als een moment om ideeën uit te wisselen. Door over je eigen projecten te spreken, verplicht je jezelf om na te denken over wat je doet. Spreken over meubelen is ook anders. Ze worden verspreid als een soort multiplicatie van iets, terwijl architectuur altijd iets nieuws is. Ik zit zeker anders in elkaar dan Maarten, maar het zijn ook andere tijden. In de jaren negentig kon je de sterren, zoals Maarten toen was voor design, op een hand tellen. Nu is iedereen een ster op Instagram. Daardoor is de druk misschien ook minder?’

Met de samenwerking met Hay heb je met Muller Van Severen die industriële productie zelf opgezocht, Hannes. Was je dan niet bang voor de mogelijke gevolgen?  

Hannes: ‘Goh, nee. Als iets niet voldoet, kun je het altijd stopzetten.’

David: ‘Productieprocessen zijn ook veranderd, hè? Vroeger ging alles vanuit het atelier naar Vitra – totaal het tegenovergestelde.’

Van links naar rechst: Hannes, David, Flor, Marij en Boris, de zonen en vrouw van wijlen Maarten Van Severen
Van links naar rechts: Hannes, David, Flor, Marij en Boris. © Damon De Backer

Hannes: ‘Prototypes opgestuurd krijgen is als cadeaus ontvangen: dat is superleuk. Ik heb dat nooit gelinkt aan druk. Het is puur plezier, ook om te zien hoe ons werk zich verspreidt. Ik heb destijds gezien hoe papa afzag met die eigen productie en daar zot van werd, en die stukken dan ook nog eens voor te weinig geld verkocht. Alles deed hij zelf, van lassen tot schuren. Ik ben heel blij dat ik dat van mij af heb kunnen duwen en sneller in de positie was om het te laten maken. Wel heb ik de basis hier in dit atelier geleerd. De dingen die ik hier in elkaar heb geprutst… Iets uit je hoofd maken, dat is als een baby geboren zien worden.’

Maarten hield niet van de belangstelling en de spotlights. Flor en Boris, jullie… 

Boris: ‘Wij zoeken die wel op. Elke dag!’ (lacht)

Flor: ‘Mijn acteercarrière staat nog in de kinderschoenen, maar ik voel toch dat ik daarin op een bepaalde manier op mijn vader lijk. Ik ben ergens zelfs bang voor die aandacht. Bij elke voorstelling die ik speel, ben ik opnieuw doodzenuwachtig. En echt onzeker. Soms raak ik daarover, soms ook niet.’

Ik let erop dat ik de dingen anders doe dan mijn vader. Net omdat hij zo afstandelijk was, wil ik bewust heel dicht bij mijn zonen staan.

Boris: ‘Je moet die spotlights ook met een korrel zout nemen. Het blijft Vlaanderen. We zijn ook maar mensen die van onze passie ons beroep hebben kunnen maken. Ik heb altijd graag op een podium gestaan. Als kind vond ik het belangrijk dat de mensen rondom mij konden lachen om de dingen die ik deed. Daarvan een carrière kunnen maken, is een kans die je met twee handen moet grijpen.’

David: ‘Jullie zijn beiden als performers geboren. Ik zie Boris nog zo voor mij, als driejarige op de tafel met een gitaar in zijn handen. Of jullie spreekbeurten over popster worden…’ (lacht)

Maarten zei ooit dat vijf procent van je succes talent is en de rest hard werken. We weten dat ook steun krijgen bepalend is. In welke mate speelde Marij een rol in jullie succes?

Boris: ‘Ze heeft ons altijd de ruimte gegeven om te doen wat we graag doen. Dat is een van de belangrijkste stappen als ouder. Toen ik het plan opperde om in het theater te gaan, was mijn moeder de eerste die me steunde.’

David: ‘Hannes en ik hadden geen moeder meer. Die is vertrokken naar Japan toen we klein waren, en daarmee was het ook gedaan. Ik herinner me nog heel goed hoe blij ik was als achtjarige dat Marij in Maartens leven kwam. Dat heeft niks te maken met hoe ik vandaag ontwerp, maar Marij bracht een stabiliteit en huiselijkheid die we tot dan toe niet gekend hadden bij onze vader. Ze heeft ons opgevoed als haar eigen kinderen. Wat een geluk dat het zo gelopen is. Ze was cruciaal.’

Hannes: ‘Ze heeft die openheid, terwijl Maarten gesloten was. Tegelijk begreep ze hem, ze begreep zijn werk.’

Flor: ‘Papa was ook constant weg. Mama heeft in mijn ogen altijd zowel de moeder- als vaderrol op zich genomen.’

Bloedband

Het is telkens een feest wanneer de familie elkaar terugziet, hetzelfde geldt voor hun kinderen. Net als hun vader Maarten Van Severen zijn ze aanhanger van het ‘goeie leven’, joviaal en charmant. Toch staan ze mijlenver af van de verstokte roker die worstelde met een alcohol- en drugsverslaving. Als vader was hij kritisch en afstandelijk, en als broer niet anders. Maarten werkte een tijdlang samen met zijn broer Fabiaan, die nog steeds actief is als meubelontwerper. Toch gingen ze uiteindelijk elk hun eigen weg. Boris en Flor werkten vooralsnog niet samen, bij David en Hannes zijn er projecten op til die later dit jaar bekendgemaakt zullen worden.

Hoe close zijn jullie als broers?  

Flor: ‘Naar mijn gevoel zijn we met het ouder worden nog meer naar elkaar toe gegroeid. Naast broederschap voel ik ook echte vriendschap, ook al zien we elkaar niet heel veel. Maar als we samenkomen, is het wel altijd lachen.’

Zijn jullie soms competitief?

Boris: ‘Vroeger: zeer! Nu is dat erg verminderd.’

Hannes: ‘David en ik hebben ook veel minder ruzie dan vroeger. Hij is zachter geworden.’ (lacht)

Hannes Van Severen (rechts) met Flor: ‘Ik schrik soms als ik zie hoe hard ik fysiek op mijn vader lijk.’
Hannes (rechts) met Flor: ‘Ik schrik soms als ik zie hoe hard ik fysiek op mijn vader lijk.’ © Damon De Backer

David: ‘Ik denk dat we allemaal veel voldoening vinden in wat we doen en daardoor niet meer de nood hebben om elkaar te beconcurreren. ’

Boris: ‘Bovenal denk ik dat we erg trots zijn op elkaar. Als ik al jaloers ben, is het misschien op de dingen die David en Hannes maken. Zij gaan van een idee naar iets tastbaars, terwijl je als acteur je ideeën nooit helemaal kunt concretiseren. Jullie kunnen zeggen “dat is af”, terwijl een acteerproces nooit af is.’

Ook niet als je een serie of film afwerkt?

Boris: ‘Nee, iemand anders werkt het af. Mijn proces, daarentegen, stopt niet. De eerste filmdag is compleet anders dan de laatste omdat je je personage intussen veel beter kent. Op de laatste opnamedag wil ik eigenlijk het liefst terug naar de eerste, om alles opnieuw te kunnen doen. Daarom denk ik dat zowel Flor als ik heel veel in ons hoofd zitten.’

Flor: ‘Anderzijds is dat net het mooie aan ons beroep. Zeker als je een voorstelling dertig keer speelt, want die kun je niet dertig keer op dezelfde manier spelen. Ik hou wel van het ontastbare van acteren of theater maken.’

Boris: ‘Ja, maar bij ons is het vluchtiger, waardoor we niet kunnen terugkijken naar een lijst van dingen die we gemaakt hebben.’

David: ‘Maar wij zijn ook al veel langer bezig, jullie zijn veel jonger.’ (David is elf jaar ouder dan Boris en scheelt zestien jaar met Flor, red.) Jullie hebben gewoon nog meer jaren te gaan.’

Lees ook: Het paviljoen rond de eik, het Kitchen Pavilion van Maarten van Severen

Is dat leeftijdsverschil dan nog heel aanwezig?

Flor: ‘Het gat tussen onze leeftijden is wat gedicht, ook al zal ik altijd de jongste broer zijn.’

David: ‘We zijn onlangs met z’n allen op reis gegaan, met onze families. Nu is de afstand met de jongere twee volledig weg. Bovendien zijn we nu allemaal geciviliseerd.’

Marij: ‘Geen poolfights of bloedneuzen meer.’

David: ‘Dat laten we nu aan de kinderen over.’

Maarten was als vader nogal kritisch en afstandelijk. Tot wat voor vaders zijn zijn zonen uitgegroeid, Marij?

Marij: ‘Allemaal verschillende. Boris is de meest ongeruste vader, denk ik. En David kan het meest loslaten en wegduwen. Hannes is een vader die heel dichtbij komt, ik zie hem vaak lachen en onnozel doen met zijn dochters. Hij is niet bang, hij maakt zich niet echt ongerust over hen als het wat moeilijker gaat. En Flor? Hij is een heel goede hondenvader.’ (lacht)

Zijn er eigenschappen van jullie vader die je herkent in je eigen vaderschap?

Hannes: ‘Ik schrik altijd heel hard als ik een video van mezelf of van hem zie. Als ik merk hoe ik op dezelfde manier beweeg, hoe ik vandaag fysiek op hem lijk.’

David: ‘Ik begrijp dat gevoel. Ik herken ook soms dingen van hem in mezelf. Maar dan niet als vader, eerder in mijn persoonlijkheid.’

Oudste zoon David Van Severen: ‘Ik herken dingen van hem in mezelf. Niet als vader, maar in mijn persoonlijkheid.’
Oudste zoon David: ‘Ik herken dingen van hem in mezelf. Niet als vader, maar in mijn persoonlijkheid.’ © Damon De Backer

Hannes: ‘Papa was afstandelijk. Als zoon wist ik eigenlijk weinig van hem. Ik denk dat mijn dochters mij beter kennen. Ik ben opener tegen hen dan papa ooit tegen mij was.’

Boris: ‘Net omdat hij zo afstandelijk was, wil ik bewust heel dicht bij mijn zonen staan. Niet dat ik mijn vader helemaal niet kende, maar ik was vijftien toen hij stierf en hij was toen al vijf jaar weg van huis. Hij was gewoon weinig bereikbaar. Toen mijn ex-vriendin en ik uit elkaar gingen, wilde ik de geschiedenis niet herhaald zien bij mijn zonen. Misschien net omdat ik mijn vader zo jong verloren ben, let ik erop dat ik de dingen anders aanpak dan hij.’

Kijken jullie vandaag door een andere, mildere bril naar Maartens levenskeuzes dan toen hij stierf?

Boris: ‘Soms, maar ik kan ook nog altijd heel boos worden op hem. Over de dingen die hij heeft gedaan of heeft gezegd.’

David: ‘Ik heb dat gevoel minder. Ik denk dat ik mijn verwerkingsproces wel gehad heb en ergens vrede heb gevonden. Het is zo, en that’s it. Het was ook het enige dat ik heb gekend.’

Hannes: ‘De periode voor hij ziek werd, was veruit de ergste. Door zijn kankerdiagnose is hij wel veranderd. Hij was weer menselijk, niet meer zo paranoïde, je kon opnieuw met hem babbelen. Hij deed eindelijk weer normaal.’

Flor: ‘Zijn ziekte is eigenlijk toch een soort redding geweest voor het gezin.’

Marij: ‘Dat zei hij ook: mijn ziekte is mijn genezing. Toen heeft hij veel goed willen maken, zowel met mij als met jullie. Het anderhalve jaar dat we nog gehad hebben, was fijn, kostbaar. We hebben nog dingen tegen elkaar gezegd die in de periode daarvoor niet konden. Hannes en Fien hebben hem nog kunnen zeggen dat hij grootvader ging worden. Het was voor iedereen helend.’

David en Hannes, jullie naderen nu de leeftijd waarop hij overleed.

Hannes: ‘Dat is een heel bizar gevoel. Ik heb daar altijd rekening mee gehouden. Nu ben ik 45, dus heb ik nog maar drie jaar.’

Boris: ‘Ik denk dat het bij ons allemaal een struggle is. Zelf ben ik ook heel vroeg vader geworden omdat ik een gevoel had van: nu moet het gaan gebeuren, want ik heb nog maar zesentwintig jaar.’

(On)sterfelijk

Toen Maarten aan de gevolgen van kanker stierf op 21 februari 2005 schreef Max Borka, journalist en voormalig directeur van Interieur Kortrijk: ‘Van Severen was een man van passies: de geschiedenis en de spanning tussen twee- en driedimensionaal, maar ook de familie, het feest, het lichaam en zijn extase. Zijn oeuvre: stoelen, tafels en kasten bracht hij terug tot hun pure essentie. Het gevolg was dat hij keer op keer ook als een minimalist werd omschreven: strak, streng, mystiek en etherisch. Dat misverstand kleeft tot op vandaag aan zijn werk, hoezeer hij het ook bestreed. Van Severen was in de eerste plaats immers met chaos begaan en hoe hij de wereld in het algemeen en zijn leven in het bijzonder, dat hij als één grote vuilnisbelt omschreef, weer zin kon geven.’

De Maarten Van Severen Foundation wordt vandaag beheerd door Design Museum Gent. Vanwaar de keuze om het uit te besteden?

David: ‘Ik weet nog heel goed dat hij aan mij gevraagd heeft om zijn foundation te runnen. Ik had daar echt geen zin in. Het was moeilijk om dat tegen hem te zeggen omdat hij aan het sterven was, maar ik wilde mijn eigen ding doen.’

De iconische .03-stoel van Maarten Van Severen, vandaag nog steeds populair bij Vitra, maakt deel uit van verschillende museale designcollecties. Onder meer van het Design Museum Gent, het MOMA in New York,, het Centre Pompidou in Parijs  en het V&A in Londen.
De iconische .03-stoel van Maarten Van Severen, vandaag nog steeds populair bij Vitra, maakt deel uit van verschillende museale designcollecties. Onder meer van het Design Museum Gent, het MOMA in New York,, het Centre Pompidou in Parijs en het V&A in Londen. © Damon De Backer

Marij: ‘Ik begrijp dat hij dat aan jullie vroeg, maar zelf zou hij dat ook nooit gedaan hebben. Kijk maar naar Eames Demetrios. Die doet niets anders dan het werk van zijn grootouders in stand houden. Dan kun je geen andere job hebben. Ik heb na Maartens overlijden samen met enkele vrienden de Foundation in handen genomen. Hij wilde dat alles in Gent bleef. Na een tijd werd het te heftig om in de hoedanigheid van weduwe transporten te regelen en afspraken te maken met musea die dingen wilden uitlenen. Enkele jaren geleden is zijn archief, samen met alle prototypes, daarom geschonken aan Design Museum Gent. Het wordt nog vaak geconsulteerd door jonge ontwerpers en architecten.’

Hebben jullie nooit overwogen om onuitgebrachte werken uit die archieven postuum te realiseren, zoals veel andere erfgenamen van ontwerpers doen?

Marij: ‘Nee, want hij heeft specifiek gevraagd om dat niet te doen. De vraag is wel gesteld.’

Boris: ‘Er is een reden waarom ze in een archief beland zijn en hij er zelf nooit iets mee gedaan heeft. Dat wil zeggen dat hij er niet tevreden over was of zich er vragen bij stelde. Het zou dan raar zijn als wij die beslissing namen in zijn plaats.’

Marij: ‘Na Maartens overlijden zijn David, Hannes en ik nog naar Basel gereisd om de kleuren te bepalen van een kast voor Vitra. Dat was al moeilijk, vond ik.’

Zijn jullie niet bang dat de naam Maarten Van Severen daardoor mettertijd wegsterft?

Marij: ‘Nee, daartoe dient de foundation. Hij heeft ook best veel gemaakt in die korte periode. Vandaag worden zijn aluminium meubelen nog steeds gemaakt door Lensvelt, en zijn stoelen door Vitra.’

David: ‘De Thonet-stoel bestaat al sinds de negentiende eeuw en staat nog steeds overal in cafés. Niet dat ik het wil vergelijken, maar is dat niet waar het om draait, eerder dan dat er per se je naam bij moet? Het zijn de objecten die de tijd overleven. Ook Maartens stoelen zie je vandaag nog overal terugkomen. Dat vind ik belangrijker dan dat zijn naam bekend blijft.’

Zijn ziekte is eigenlijk toch een soort redding geweest voor het gezin

Flor: ‘Wat ik zot vind is hoe populair die blijft. Hoeveel mensen, zelfs van mijn leeftijd, hebben me al niet gevraagd of ik geen dertig procent korting kan fiksen…’

Was hij eigenlijk zelf bezig met zijn nalatenschap?

Marij: ‘Hij was daar nog te jong voor. Je bent niet bezig met je legacy als je 45 bent.’

David: ‘Na zijn diagnose heeft hij wel nog een overzichtstentoonstelling georganiseerd en een boek gemaakt. Dat was zijn nalatenschap voor hem. En de foundation.’

Maarten geloofde dat een bepaalde blik op de wereld in jullie familiegenen zat. Wat zijn jullie verwachtingen voor jullie kinderen? Moeten ze ook een creatieve weg inslaan of mogen ze evengoed boekhouder worden? 

Hannes: ‘Mijn oudste dochter heeft visagie gestudeerd en gaat daar nu verder in. Ze is net alleen gaan wonen en gaat liever naar de Ikea of Weba dan spullen van ons te gebruiken voor haar appartement. Ik vind dat super. Laat ze maar haar eigen ding doen.’

David: ‘Mijn kinderen zijn nu dertien en veertien. Hoe kun je dan weten wat je wilt doen? Het zou fout zijn om hen expliciet in de creatieve richting te duwen.’

Boris: ‘Anderzijds denk ik dat het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Elk van onze kinderen gaat volgens mij ergens belanden waar een bepaald gevoel voor esthetiek speelt. Wij geven dat net als onze vader toch door.’

Wat is voor jullie de legacy van jullie vader?

David: ‘Heel kort: zijn meubelen en zijn kinderen. De dag dat hij stierf heb ik het me letterlijk afgevraagd: wat schiet er nu nog van hem over na zijn leven en zijn ziekte? Wij zaten rond hem en ook zijn meubelen stonden daar, het was zo logisch, zo duidelijk.’

Flor: ‘Iedereen draagt wel iets mee van hem, zowel mooie als negatievere aspecten. Ik heb bijvoorbeeld ook zijn onzekerheid geërfd, zijn twijfelen en zoeken.’

Boris: (protesteert) ‘Maar dat is toch ook positief? De dag dat je niet meer zoekt, ben je verloren.’

Lees ook: Architect David Van Severen kreeg ooit gouden raad: ‘Je moet naar het Californië van Europa’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise