Volkoren, meergranen en vezelrijk: wat is wat? (En waarom je dat moet weten)
Raak je ook wel eens de kluts kwijt tussen al die termen die op elkaar lijken, maar niet hetzelfde willen zeggen? Wij loodsen je door de verschillen tussen en de valkuilen van volkoren, meergranen, bruin en vezelrijk.
Raak je ook wel eens de kluts kwijt tussen al die termen die op elkaar lijken, maar niet hetzelfde willen zeggen? Wij loodsen je door de verschillen tussen en de valkuilen van volkoren, meergranen, bruin en vezelrijk.
Een studie heeft onlangs dan wel tot conclusie gehad dat wit brood voor sommige mensen gezonder kan zijn, toch blijven voedingsspecialisten bij hun standpunt: volkoren brood verdient nog steeds de voorkeur. Maar wat bedoelen ze daar dan mee? En wat moet je met al die producten in de supermarktrekken die zichzelf aanprijzen met allerlei welluidende termen? Volkoren, bruin, meergranen en vezelrijk: je zou er voor minder in de war van raken. Na dit artikel kies je enkel nog voor wat je écht wil.
Volkoren / volgraan
Volgranenmeel wordt de hele graankorrel gemalen, inclusief de kiem en vezelrijke zemel. Daardoor ziet het meel er grover uit en bevat het meer voedingstoffen zoals vezels, mineralen en vitaminen dan voor witte bloem, waarvoor enkel de kern gemalen wordt.
Als je volkorenbrood koopt, kan je er zeker van zijn dat het voor de volle honderd procent uit volgranenmeel bestaat. De benaming van brood is namelijk een erg streng gereglementeerde aangelegenheid. De bescherming die brood geniet, geldt echter niet voor àlle graanproducten. Daardoor kan je best veel ‘volkoren’ pasta, koeken of beschuiten vinden die slechts gedeeltelijk uit volle bloem bestaan.
Zo klaagde de Nederlandse voedselwaakhond foodwatch onlangs nog aan dat het volkoren knäckebröd van Jumbo slechts 41 procent volkorenmeel bevat. Op die manier koop je voor je het weet een product dat er dan wel gezond uitziet, maar dat niet noodzakelijk is. Het etiket nakijken is de boodschap. Daarbij is het nuttig om te weten dat meel simpelweg vermalen granen zijn, terwijl bloem duidt op gezeefd meel waaruit zemelen en kiemen verwijderd werden.
Bruin / gedeeltelijk volgraan
Doordat volkorenmeel wordt gemaakt van de hele graankorrel, is de kleur daarvan bruiner dan witte bloem. Daardoor denk je nogal snel dat een bruin brood ook gemaakt is van volgranenmeel, maar dat is vooral iets wat fabrikanten die zo goedkoop mogelijk produceren willen dat je denkt.
De benaming ‘bruin brood’ wil eigenlijk niets zeggen, behalve dan dat je geen wit, blauw of rood brood aan het kopen bent. Het kan best zijn dat een bruin brood (gedeeltelijk) werd gemaakt van witte bloem die achteraf gekleurd werd, of met volkorenmeel waar de kiemen en zemelen gedeeltelijk werden uitgezeefd.
Laat je bij bruin brood dus niet leiden door de kleur, maar controleer opnieuw het etiket: staat er bloem of meel? En hoeveel vezels bevat het product? Bij een wit brood is dat ongeveer twee gram per honderd gram, bij volkorenbrood zes à zeven.
Meergranen
Wanneer je een product koopt waarop het woord ‘meergranen’ prijkt, kan je dat letterlijk interpreteren: hier werden meerdere granen in verwerkt. Dat kan zeker betekenen dat er wel vijftien verschillende soorten in die croissant zitten, maar de term op zich biedt je geen garantie.
Doordat het woord ‘meergranen’ geen wettelijk beschermde term is, dient het nogal vaak als marketingwoord om iets gezonder te doen lijken dan het is. Uiteraard hangt het af van merk tot merk, maar regelmatig bevat een meergranenproduct vooral goedkoop tarwemeel, aangevuld met een fractie andere granen.
Daarbij klinkt ‘meergranen’ wel gezond, maar het is niet omdat er meerdere granen werden gebruikt, dat er ook meer vezels of andere voedingsstoffen in het uiteindelijke product zitten. Ook het meel van meerdere granen kan namelijk perfect gezeefd worden, zodat er amper nog zemelen overblijven. Zelfs al werden er dus vijftien soorten graan gebruikt, wil dat dus niet noodzakelijk iets zeggen over hoe gezond iets is – al is het wel net zo lekker.
Als je zeker wil weten wat je in je winkelmand hebt geladen, werp je dus best weer een blik op het etiket. De ingrediënten daarop staan telkens in volgorde van kwantiteit: wat het eerste op de lijst staat, is het hoofdingrediënt, van het laatste is er vaak slechts een snufje in verwerkt. Trek dus vooral je conclusies als je houdt van verschillende granen, maar de beloofde rogge, haver en gerst pas op het einde van de ingrediëntenlijst terug te vinden zijn.
‘Rijk aan vezels’
Een andere term die regelmatig op kleurrijke verpakkingen prijkt, is ‘rijk aan vezels’. Het is niet onlogisch dat fabrikanten daarmee paraderen: vezels zorgen voor een betere transit en verlagen het risico op ziekten als diabetes. De Hoge Gezondheidsraad raadt aan er minstens dertig gram per dag van te eten. De gemiddelde bewust etende consument wordt dus behoorlijk vrolijk van vezelrijke producten en dat weten fabrikanten ook.
Benamingen als ‘bron van vezels’ of ‘vezelrijk’ zijn net als ‘volkoren’ wettelijk beschermd. Pas wanneer een product drie gram vezels per honderd gram bevat, mag de term ‘bron van vezels’ gebruikt worden, voor ‘rijk aan vezels’ moet dat minstens zes gram zijn. Klinkt betrouwbaar? Toch moeten we twee kanttekeningen maken.
Opvallend aan die norm is namelijk dat ze niet bijster hoog ligt. Zeker niet als je weet dat een wit brood twee gram vezels per honderd gram brood bevat. Ten tweede zegt ‘vezelrijk’ enkel iets over de aanwezigheid van vezels. Dat die in een product zitten, betekent echter niet automatisch dat dat product ook gezond is. Bepaalde koekjes bevatten bijvoorbeeld wel genoeg vezels om dit op de verpakking te zetten, maar tegelijk ook genoeg suiker om van op je kop te gaan staan.
De raad die we je kunnen meegeven? Beoordeel een product steeds op zijn geheel en laat je niet misleiden door welluidende gezondheidsclaims op de verpakking. Integendeel: weet dat die er soms juist op staan om een ongezond product een gezelliger imago te geven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier