Speculoos officieel erkend als smakelijk Brussels erfgoed
De speculoos rolt over de toonbanken, want Sinterklaas komt eraan. Het geschikte moment voor het Brussels gewest om speculoos te erkennen als cultureel erfgoed. Al kwam die vraag voor de erkenning er van de sector zelf, na de discussie rond de naam Biscoff bij koekjesfabrikant Lotus Bakeries.
In het atelier van patisserie Goossens in Sint-Pieters-Woluwe maakte Brussels staatssecretaris voor Erfgoed Pascal Smet (one.brussels-sp.a) vrijdag bekend dat het smakelijke koekje en zijn ambachtelijke manier van fabricatie voortaan de naam van erfgoed draagt.
Voor het maken van speculoos heb je enkel bruine suiker, bloem, boter en een zorgvuldig uitgekozen kruidenselectie nodig, maar toch smaakt het nog bij elke bakker anders. ‘De liefde voor het product en de juiste grondstoffen, met name de mix van kruiden, dat is het geheim. Ik gebruik geen smaakverbeteraars’, vertelt patissier Serge Goossens.
Brusselse connectie
De aanvraag om speculoos en haar ambachtelijke vervaardiging op te nemen in de inventaris van het immaterieel cultureel erfgoed werd gedragen door de Brusselse koekjesfabrikant Maison Dandoy en de vzw Tartine et Boterham. Hoewel speculoos niet uitgevonden is in Brussel, is er toch een sterke connectie.
Het bruine biscuit komt zo in een lijst terecht waar ook de stoet van de Ommegang, de biercultuur, de witloofteelt, de frietkotcultuur, poppentheater Toone en de Meyboom al zijn opgenomen. ‘Zo wordt het koekje voor altijd beschermd en naar waarde geschat’, stelt staatssecretaris Smet. ‘Het product wordt nu ook meegenomen in de promotie van Brussel in het buitenland.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier