Revival van de boerenmarkt: ‘De officiële prijzen waren zo belachelijk laag dat het wel anders moest’
Waar kleinschalige landbouwers vroeger op groente- en fruitveilingen hun producten voor een appel en een ei verkochten, nemen ze steeds vaker het heft in eigen handen. Nieuwe initiatieven als Boeren & Buren en Kraakvers helpen hen daarbij graag een handje en reïncarneerden het concept van de boerenmarkt. Hoe noodzakelijk zijn deze versmarkten voor de kleine boer? ‘Zo’n markverkoop levert een drie- of viervoud op van wat we op het veld verkopen.’
‘Nummerke vier, alstublieft.’
Boer Danny Van Haute speurt zijn lijst met bestellingen af en duikt in een berg blauwe plastic bakken. Nog geen minuut later stopt hij de blonde vrouw die voor hem staat een zakje grondwitlof en een krop sla toe.
‘Amai, die zijn nog schoon wit, die stronkskes‘, lacht ze terwijl ze de groenten in haar tas wilt proppen. Ze krijgt de rits maar moeilijk open. Danny helpt haar een handje.
‘Deze morgen uit de grond gehaald’, merkt de landbouwer op met een trotse glimlach. ‘Verser kan je ze haast niet vinden.’
Het is woensdagavond, vijf uur. Zoals elke week etaleren verschillende groenteboeren, bakkers en fruittelers hun verse producten op het geïmproviseerde marktpleintje voor café ’t Diamantje in Merksem. Onder het toeziende oog van organisator Boeren & Buren biedt deze zogenoemde Buurderij haar klanten de kans om hun boodschappen rechtstreeks bij kleinschalige producenten te kopen ter ondersteuning van de lokale ondernemer. Het is een van de verschillende initiatieven die de afgelopen twee jaar als paddenstoelen uit de grond rezen en mee zorgden voor de wedergeboorte van de boerenmarkt.
Ik was er in het begin echt tegen eigenlijk. Ik leverde toen een viertal keer per week aan de veiling. Je zet je groenten af en je kan gewoon weer naar huis.
Landbouwer Danny Van Haute
Elke week zakt Danny Van Haute af uit Brussegem om op de Buurderij van Merksem zijn groenten aan de man te brengen. Naast zijn stokpaardje, het Brabants grondwitlof, is de landbouwer gespecialiseerd in verschillende koolsoorten, kruiden en vergeten groenten als warmoes, paksoi en postelein. Hij leerde de stiel van zijn vader die het daarvoor van zijn vader leerde. Onlangs stapte zijn 24-jarige zoon Kevin mee in het bedrijf. Twee jaar geleden raadde hij zijn vader al aan om meer in te spelen op de revival van de kortbijketen.
‘Ik was er in het begin echt tegen eigenlijk’, bekent de teler. ‘Waarom? Ik leverde toen een viertal keer per week aan de veiling. Je zet je groenten af en je kan gewoon weer naar huis. Het nadeel was echter dat zij beslissen over de prijs die je krijgt voor je waar. Sommige maanden was die zo belachelijk laag, dat we wel een andere oplossing móesten zoeken.’
‘Nu ga ik nog steeds een keer per week naar de veiling, maar doen we ook verschillende Buurderijen aan. Kevin neemt er zes voor zijn rekening, en ikzelf doe er vijf. Ik kan nu zelf mijn prijs zetten en koppel die ongeveer aan de prijzen die Colruyt vraagt. Als je weet dat grootwarenhuizen ongeveer het driedubbele vragen van wat je op een veiling krijgt, kan je zelf wel uitrekenen wat het verschil is.’
Overleven als landbouwer is niet altijd even gemakkelijk, bevestigt Danny. En deelnemen aan initiatieven als Boeren & Buren is voor kleinere bedrijven essentieel. ‘Zeker en vast voor de maanden waarbij de prijzen zo slecht zijn op de veiling. Het grondwitlof is nu bijvoorbeeld wel aan het juiste tarief, omdat er heel weinig aanbod is. Dan krijg je een prijs tussen vier en acht euro per kilo. Na Nieuwjaar zakt die prijs onverbiddelijk weer en gaat dat naar ongeveer twee euro per kilo. Om daar dan een hele dag voor op je knieën in het veld te zitten… In de winkel staat het trouwens het hele jaar door aan vijf à zes euro. En hier kan ik dat zelf ook vragen.’
Geen gouden ei
Ook de Waalse zuivelboer Vincent Vancompernolle uit Villers-Perwin bij Charleroi vindt de extra inkomsten die lokale markten bieden een noodzakelijke en zeer welkome surplus. ‘We leveren aan een zuivelfabriek en hebben thuis een klein winkeltje met artisanale producten. Daarnaast leveren we aan verschillende Buurderijen. Het is een kleine extra die we zeker kunnen gebruiken. Door Boeren & Buren moet ik geen geld lenen als ik eens wat grotere kosten heb aan mijn wagen of naar de dokter moet. Dat vind ik belangrijk.’
De 51-jarige Vincent bolt elke twee weken tachtig kilometer met zijn wagentje tot in Merksem om er zijn kaas, yoghurt en bier te verkopen. De afstand maakt hem niet uit. ‘Ik kom enkel tweewekelijks omdat er ook een andere boer is met zuivelproducten.’ Diversifiëren, dat is volgens Vincent het belangrijkste. Welke markten hij nog afgaat, wilt hij liever niet kwijt. Al kan dat ook aan mijn beroerde improvisatiefrans liggen. ‘Ook al gaat het niet altijd even makkelijk, zou ik geen andere job willen’, benadrukt hij. ‘Je suis né dans l’agriculture et je mourrai dans l’agriculture.’
Het concept is nog niet genoeg gekend.
Fruitteler Marc Wens
Appel- en perenteler Marc Wens vindt het extraatje dat hij via Boeren & Buren hoopte bij te verdienen toch eerder klein uitvallen. ‘Het is voor ons geen gouden ei moet ik zeggen. Ik had eigenlijk meer klanten verwacht. Wij verkopen voornamelijk thuis als particulier. Daar passeren meer mensen op een uur dan hier. Dat zegt genoeg’, zucht hij. ‘Het concept is nog niet genoeg gekend. Ik weet dat de mensen die onze appelen kopen anders zo goed als allemaal terugkomen omdat ze ze zo lekker vinden.’
‘Er zou meer beweging in moeten komen’, gaat Marc verder. ‘Ik kom elke veertien dagen, want ik krijg het anders niet rond. En eigenlijk twijfel ik elke keer of het wel de moeite is. Maar ik laat mensen niet graag in de steek en ik vind dat als je ergens aan begint, je het ook een kans moet geven om het te laten groeien. Dit is nu ons tweede jaar, maar het lost zeker niet de verwachtingen in.’
Niet moeten leuren
In de grote steden en hun districten wordt het steeds eenvoudiger om lokaal te kopen. Naast de traditionele markten waar gemiddeld gezien voornamelijk oude besjes hun producten halen, groeien ook nieuwe biologische en ecologische alternatieven als kool. Kraakvers is een van die Antwerpse acties die mikt op de milieubewuste consument. Organisator Labeur Local nodigde reeds driemaal verschillende ondernemers uit voor een lokale markt vol verse producten.
Een van die landbouwers is Koen De Wit van ’t Middenveld in Hombeek. Hij leerde zijn medeondernemer Sander kennen toen ze een traject volgden om biologisch landbouwer te worden. Op hun boerderij kunnen mensen hun groenten recht uit de grond halen. ‘We vonden het een mooi principe dat mensen zelf kwamen oogsten. Ze nemen zo hun groenten niet uit een bak, maar uit de aarde. Het voordeel is dat we zo ook veel minder moesten investeren in logistieke zaken waardoor we een groter aanbod kunnen garanderen.’
Markten als Kraakvers geven ons de mogelijkheid om onze overschotten meteen te verhandelen, zonder dat we extra promotie moeten voeren.
Landbouwer Koen De Wit
‘Het valt op dat steeds meer boerderijen met hoevewinkeltjes beginnen. Als je als consument naar verse biologische producten op zoek bent, zal je dat tegenwoordig wel makkelijker vinden.’ Over het groeiende aantal in lokale markten is Koen stellig: ‘Het is een goed signaal. Die markten zijn sowieso interessant voor mensen die aan kleinschalige landbouw doen. Wij hebben zo gisteren een stuk dat we niet weg zouden krijgen op het veld toch nog verkocht. Iets dat in de grond staat heeft uiteraard ook zijn houdbaarheidsdatum.’
‘Kraakvers geeft voor ons zo de mogelijkheid om onze overschotten meteen te verhandelen, zonder dat we extra promotie moeten voeren of met onze groenten rond moeten leuren. Initiatieven als Boeren & Buren en Kraakvers kunnen we bijgevolg alleen maar toejuichen. In Mechelen is er nog niets dergelijks, maar als we die kans krijgen dan gaan we ze zeker grijpen.’
Groeimarge
‘Wij zitten in ons opstartjaar en hebben wel wat hebben moeten investeren, dus het is moeilijk te berekenen wat we er nu extra uithalen’, verklaart Koen. ‘Ik kan wel zeggen dat zo’n marktverkoop een drie- of viervoud oplevert van wat we op het veld verkopen. Het helpt ons dus zeker vooruit op financieel vlak. Ik denk dat er ook nog groeimarge is voor de boerenmarkt, maar je gaat nooit iedereen kunnen bereiken.’
Ook Danny hoopt dat de vraag naar lokale verkoop nog zal stijgen. ‘Vraag mij niets anders meer. Wij zijn van plan om op termijn zeker naar veertien Buurderijen af te zakken over heel Vlaanderen. We hebben er nu al elf in verschillende provincies. Alleen in Brussel zitten we voorlopig nog niet, want ik kan het moeilijk uitleggen in het Frans. Engels is geen probleem, maar bij Frans blokkeer ik.’ Hoewel zijn groenteronde hem heel wat oplevert, benadrukt de landbouwer ook graag hoeveel tijd erin kruipt. ‘Het is een drukke bezigheid, dat wel. ’s Morgens sta ik op om zes uur en ’s avonds ben ik pas thuis tegen acht à negen uur.’
Vooral de mensen die iets langer gestudeerd hebben willen moeite doen om verder te kijken dan de dichtstbijzijnde supermarkt.
Fruitteler Marc Wens
‘Als je naar de veiling kijkt, kan het haast niet anders dat meer boeren zelf gaan verkopen’, analyseert Danny tot slot. ‘Tien jaar geleden waren er nog tienduizend leden, vorig jaar nog maar drieduizend.’
‘Bij een deel mensen zal die interesse naar lokale groenten en fruit nog meer groeien’, beaamt Marc. ‘Maar het grootste deel kan het geen bal schelen waar hun producten vandaan komen. Als het maar goedkoop genoeg is. Ik denk dat vooral de mensen die iets langer gestudeerd hebben meer bezig zijn met de afkomst van hun producten en de moeite willen doen om verder te kijken dan de dichtstbijzijnde supermarkt.’
Meer informatie over de initiatieven vind je op boerenenburen.be en labeurlocal.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier