In 2017 startte de MeToo-beweging, verliet het VK de EU en was er van covid nog lang geen sprake – om maar te illustreren hoe lang acht jaar kan duren. Je hoeft het Camilla Ardui, Lot De Graef en Céline Bracke niet te vertellen. Zo lang duurde de verbouwing van een vergeten en vervallen pand in een van de oudste stukjes Antwerpen. Maar de aanhouder wint. Sinds enkele weken is iedereen welkom op deze bijzondere locatie. De zaak is opgesplitst in Bar Lucy – een café waar de focus op muziek ligt – en restaurant Bracc.
Op een zachte zaterdagmiddag, de plekjes ’s avonds zijn nu al schaars, wandelen we er door de poort. Er is niet al te veel volk rond dit uur, dus hebben we des te meer tijd om deze bijzondere plek te inspecteren. Langs het zuiders aandoende binnenhof wandelen we haast met open mond het restaurant in. Acht jaar verbouwen maakt dat de inrichting de perfectie benadert. Hetzelfde kan gezegd worden over de menukaart. Geen overdaad of gecompliceerde formules, gewoon drie keuzes bij het voor-, hoofd- en nagerecht: helder.
We starten met een glas oranje wijn met amuses die de tong meteen prikkelen. Wanneer die nog maar net zijn verdwenen, verschijnen de voorgerechten al op tafel. Geen probleem, het tempo van een lunch mag altijd wat hoger liggen.
Aan mijn kant is er een zeer geslaagde versie van rundscarpaccio met onder andere beukenzwam en gepekeld mosterdzaad. De subtiele smaken en een brede waaier aan texturen werken prima. Van een heel ander kaliber is de bereiding met gerookte paling van mijn gezelschap: zeker geslaagd, maar met misschien iets te veel rijke smaken die met elkaar in gevecht gaan. Een gelijkaardig oordeel bij de hoofdgerechten wat later.
Mijn schelvis met vichyssoise van rucola en geschaafde venkel is nagenoeg perfect in balans, terwijl bij het buikspek met pompoen en hazelnoot aan de overkant de smaken weer alle richtingen uit gaan.
Misschien zou iets meer balans op de kleine menukaart niet misstaan, maar dat is dan ook een van de weinige bemerkingen die een kniesoor hier kan maken.